politiek uvkkziciit. PARTICULIERE CORRESPONDENTIE. GEMEÜlil) NIEUWS. waartoe hij ter zake van het moedwillig toebrengen van slagen en eene kwetsuur, werd veroordeeld. Wij vernemen, dat de opiumpaehter te Batavia oen rekest heeft ingediend met verzoek om de nachttreinen op de lijn BataviaTandjong Priokinte trek ken, daar sedert die loopen, groote hoe veelheden opium worden binnenge smokkeld. Het hooggerechtshof van Ned. Indië heeft het doodvonnis van den Chinees Tan Sin Leng, moordenaar van den heer Munder, bekrachtigd. De gezagvoerder van het neder- landsch-indische schip Barendina Osiria, kapitein Veldhuis, die 26 Januari van Banjoewangi vertrok met bestemming naar Tjilatjap en den 3en Februari door een orkaan werd beloopen, waarbij hij zijn geheele tuig verloor en alleen met de ondermasten en de fokkera te Naga- me8sie, op het eiland Soemba, binnen liep, verzoekt aan de Loc. openlijk zijn dank te betuigen aan den heer M. Th. de Korte, civiel gezaghebber van Soemba, en aan den ouden Radja Gabo, voor de hem uitstekend verleende hulp. Uit Solo schrijft men onder datum van 16 Mei aan de Loc. Heden is van hier per spoor naar Semarang vertrokken, om daar morgen over te gaan aan boord van de Devonhurst de eerste bezending koelies voor Suriname hier geworven door den heer E. 't Sas, gemachtigde der Nederl. Handelmaat schappij. Voor hun vertrek werden zij door den resident persoonlijk onder vraagd, of zij wisten waarheen zij gin gen, voor hoe lang, tegen welk loon, enz. Het zijn flinke orang tani die in de West wel zullen voldoen. Zij zullen te Batavia overgaan aan boord van de Prins Alexander en met dat stoomschip de reis maken tot Genua. Van daar gaan zij per sneltrein naar Amsterdam en verder per boot naar Suriname. Bij besluit van den goeverneur- generaal is aan den heer S. A. Meer burg, gezagvoerder van het nederlandsch Indisch stoomschip uCoredode dank der regeering betuigd voor zijne goede dien sten, bewezen bij de oplossing der moei lijkheden met de bevolking van Ansoes (eiland Jobi) Soerabaja, 10 Mei. Hedenmiddaj 12.30 arriveerde hier de trein met de troepen voor Flores. Meest inlanders, maakten zij, in marsch- tenue gekleed, een goeden indruk. Op het plein voor het station stond het 13e bataljon opgesteld, zoomede eene afdee- ling artillerie met hare stukken. Bijna alle hier aanwezige hoofd- en subalterne officieren, de afdeelingecommanaant met zijn adjudant en den kapitein van den generalen^ staf, de schutterij-overste met eenige zijner officieren, bevonden zich op het perron, waar het overigens stampvol was door de vele belangstel lenden uit de burgerij. Met muziek aan het hoofd marcheer den de troepen nu het station uit, waar buiten die van het 13e bat. het geweer schouderden en zich met de artillerie achteraan voogden tot aan den viersprong op den hoek der Societeitstraat. Morgenochtend om halfacht zal men aan het bassin van het marine-etablissement embarkeeren. (Soer. Hand.) Uit Assahan wordt het navolgen de medegedeeld betreffende den verra derlijken moord door een chineeschen koeli op den heer Otto Dermout, geëm- plooieerde op eene tabaksonderneming van de firma Herrings en Co. De Chinees was herhaaldelijk voor zij ne luiheid en zijn slecht en slordig wer ken terechtgewezen, maar vruchteloos. De heer Dermout had toen den admini strateur voorgesteld hem met eene boete van 50 ct. te straffen; deze had daarin toegestemd en de boete afgehouden. Over deze ellendige vijftig dollarcenten liep de wraakzucht van den ellendeling. Des morgens kwam de heer D. kijken bij den jongen tabaksaanplant, waarbij plankjes worden in den grond gestoken voor de schaduw, en ziende dat de Chinees de plankjes (waarschijnlijk met opzet,) geheel verkeerd had geplaatst, bukte hem van achter een geweldigen slag toe met het met beide handen gebruikt wordend werktuig, waardoor de aange vallene neerstortte, terwijl hy hem met een tweeden slag het achterhoofd insloeg, zoodat de dood onverwijld volgde. Over den toestand in Edi schryft de Heli Ct. het volgende De staat van zaken is den laatsten tijd zeer verergerd; de Edireezen schynen er genoeg van te hebben en doen niets meer dan hunne versterkingen bewaken. De radja heeft blijkbaar geen macht om hen te dwingen handelend op te treden en zelfs het versterkte huis van een der hoofden is in handen van de moslemin gevallende overste is uitgerukt om hen van daar en uit de heuvels te verdry- ven, maar dat is niet gelukt; integen deel met een verlies van 3 dooden en 25 gewonden is hij moeten terugtrekken, zoodat we nu waarschijnlijk eene groote expeditie te wachten hebben. Het is een eigenaardige toestand; tegen de Denting hebben de kerels nog niets gedaan, om dat ze na de ondervinding van verleden jaar geeu trek hebben in de vlakte te komen. Onder de gewonden zijn kapi tein Bijlevelt (schotwond in den rech terarm) en luitenant KeBsler (een niet gevaarlijk schot langs den rechterslaap); bovendien heeft de adjudant Oudendal een klewanghouw van een fanatieken Atjeher gekregen die uit een huis aan den kant van den weg op hem toesprong: hij is vrij zwaar getroffen aan de rech terhand; de dader is onmiddellijk neer geschoten en ook eenige Edireezen die in de nabijheid stonden zijn in de ver warring gedood of gewond. Wat er nu gebeuren zal is nog on zeker misschien verloopen de lui nog wel aan het begin der Poeasa, maar het is te vreezen dat het op een groot gevecht moet ultioopen voor dat de kerels er ge noeg van zullen hebben. De gewonden maken het allen goed het is niet waarschynlijk dat er van hen sterven zullen. Zoo even komt de majoor De la Parra met nog eene compagnie van het 14e aan en eene sectie artillerie. Daar de goeverneur van Atjeh de tegenwoordige blokkade wel voldoende acht voor het tegengaan van invoer op groote schaal doch niet voor het beletten van het binnenkomen van kleinere hoe veelheden wapenen, munitie en andere goederen, heeft de leger-commandant voor gesteld kleine met 16 mijlsvaart loopende stoomschepen aan te schaffen, die tus- schen de oorlogschepen en den wal de blokkadebrekers kunnen opsporen en na zetten, en aan de kust Lier of daar pos ten oprichten. De Raad van Indië heeft zich tegen deze maatregelen verklaard als te kostbaar. Het rapport dat de houtvester S. H. Koorders omtrent den houtrijk dom op de eilanden Waij en Bras (Atjeh) heeft uitgebracht, luidt over het algemeen niet ongunstig. Door de gunstige ligging dier eilanden zou eene exploitatie der houtbo3schen aldaar wel loopeD. GEBOORTEN: A. L. W. van Riet schotenDe Bank Langenhorst z. Ma- gelang. - H. SchaapWalter d. Madioen. - S. E. KoeneHeaviside d. Batavia. - M. M. WiniaSmit z. Fort de Koek. - A. Sweus—Schierink z. Koedoes. - D. C. J. Waller DiemontFeitkamp d. Pakkis-Pattie. - C. H. E. G. van der VoetLichtenbelt z. Medan. - C. J. WenselMelius z.; - B. E. B.-ints Spier d.C. F. 11. MensSchwalenberg z.- M. A. JansenFrancke d.; - M. SullockVoornemann d.; - en M. Ch. C. Gallartde Waater z.allen te Soe- rabaya. OVERLEDEN: A. de Maan, Malang. - J. L. Warnas. - Wed. S. Kleijkamp Koopman 64 j. - Mr. M. C. Snellen van Vollenhoven, Banda. - O. Dermout 23 j. Asahan. - M. Aubrie 54 j.; B. R. J. Roeloffs 38 d.; R. S. de Palm 4 j.; - Ch. C. Ch. van der Linden 6 j.; C. van Hartingsveldt 5 j.; K. van Har- tingsveldt 6£ j.; F. M. Rixtel 19 j.; H. Steenbergen 24 j., en J. U. Zimmer- mann 33 j., allen Soerabaya. ling des keizers, en moet indertijd dei eindredactie van des keizers bekende sociaal - politieke proclamaties bezorgd hebben. Hanoveraan geborenwas Miquel vroeger rechtsgeleerd raadsman der berlijnsche Disconto-bank. Thans is hij sedert acht jaren burgemeester van Frankfurt a/M. Hij geldt als een voor stander van het indirecte belastingstelsel. Als reden voor het aftreden van zijn I voorganger, den heer von Scholz, wordt opgegeven dat deze door een steeds verergerende oogziekte buiten staat is verder zijn ambt te vervullen. Of Miquel betere „oogen" zal bezitten zal nog moe ten blijken. Ook de heer Maltzahn zal als secretaris der schatkist waarschijnlijk wel niet lang meer aanblijven. Als zijn vermoedelijke opvolger wordt genoemd de heer Jenke, directeur der kanonnen- fabriek te Essen. De Capitale zegt, dat het gerucht in omloop is, zonder echter bevestigd te zijn, dat het drievoudig verbond tusschen DuitschlandOostenrijk en Italië voor drie jaren verlengd is. MILITAIR DEPARTEMENT. Verleend: Een tweej. verl. naar Europa, wegeds ziekte, aan kapt. her inf. A. H. W. Scheuer, aan den officier van ge zondheid le klasse dr. A. E. F. Grip- peling. CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Een tweej. verl. naar Europa, wegens ziekte, aan het lid van den raad van justitie mr. J. de Jonge; wegens twaalf jaren onafgebroken dienst Ned.-Indie, aan den onderwijzer 2de kl. J. Postma. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit de ind. bladen van 12 tot 24 Mei.) GEHUWD: P. J. G. Onnen en E. A. van den Berg, Batavia. - F. Jullien en A. Mandausch, Batavia. - A. L. Kamerling en E. A. von de Wall, Ba tavia. - W. J. Vreede en G. M. van hij zich om aan te wijzen hoe het I Steenbergen, Koedoes. - A. J. Koster, moest geschieden. Nu bracht de Chinees!en Ch. C M. Bromm, Medan. Wat zullen we met het cadeautje doen is nog altijd de vraag, die de Duitschers bezig houdt sinds ze met Helgoland werden begittigd. Een der cardinale pun ten welke in deze vraag ligt opgesloten is do kwestie als hoedanig beschouwt Duitschland het barre rotsje, met zijn handjevol inwouers? Naar van Helgo land aan de Standard wordt gemeld heeft Duitschland aangenomen, dat er op dat eiland geen defensie-werken zullen wor den gemaakt, zonder toestemming van de engelsche regeering. Men weet echter wat dergelijke beloften beteekenen Wat den staatsvorm betreft waarin het eilandje zal worden opgenomen daarover schijnt in den duitschen Rijksdag eerst nog eens van gedachten te moeten te worden gewisseld. Het desbetreffend wets ontwerp stelt de bestiering als Rijksland voor evenals Elzas-Lotharingen. Een gunstige bepaling voor de eilanders is dat het tegenwoordige geslacht naar en- gelschen trant van den krijgsdienst ver schoond zal blijven, want aan den dienst hebben de Helgolanders al evenals el ders een broertje dood. Deze gebeurtenis, de afstand van Helgoland aan Duitschland en in ruil, daarvoor die van het duitsch-afrikaan-1 sche eiland Zanzibaraan Engeland, heeft de gemoedereu in Frankrijk nog al aangegrepen, want men ziet daarin de goede verstandhouding tusschen die 3n welke wellicht standvastiger is dan de veelbezongen triple alliautie. Men dringt er nu op aan dat een fransch-russisch verbond tot stand kome. De persoon van Caprivi als rijkskan selier begint in de laatste dagen vrij sterk op den voorgrond te treden, vooral ter gelegenheid van de legerwetten. De tweede lezing daarvan in den Rijksdag heeft aanleiding gegeven tot een kort maar scherp debat tusschen Caprivi en Windthorst over de waarde van Italië's bondgenootschap. Laatstgenoemde liet zich niet gunstig over het verbond en Crispi uit en zeide vóór een algemeene ontwapening te zijn en dat men het alleen met Oostenrijk desnoods wel afkon. Caprivi voerde daartegen aan dat een oude militaire stelregel luidt dat men, waar het op beslechting aankomt, nooit sterk genoeg kan zijn. De kleine leider van het Centrum wist daartegen niet veel in te brengen, daarenboven was hij het in de hoofdpunten met den kaaselier eens en dat is voorloopig genoeg. Tot de gelukkige grepen door den jongen duitschen keizer gedaan, behoort naar het schijnt de benoeming van den heer Miquel, de 62-jarige burgemeester van Frankfort een der nationaal- liberale leden aan het parlement, tot mi nister van financiën van Pruisen. Hij bezit als spreker en politicus buitenge wone gaven, gaat reeds sedert eenigen tijd door voor eenen bizonderen gunste- Berlin23 Juni. Dat onze eeuw met recht de eeuw van stoom en electriciteit genoemd mag worden, vindt ten onzent zoowel als el ders zijne bevestiging, men zou er ook nog aan kunnen toevoegen van de photographie. Zoowel in hare nuttige toepassing als tot amusement worden voortdurend vindingen gedaan, die dezej wetenschap tot een graad van volmaakt heid en algemeenheid brengen, die inder daad aan 't ongelooflijke grenst. Was vroeger deze kunst uitsluitend in han den van enkelen, die zich daarin tot zekere hoogte hadden bekwaamd, thans kan ieder zich voor betrekkelijk weinig geld het noodige aanschaffen om een photografie te maken van alles wat hij het der moeite waardig acht. Treedt ge hier een café binnen, dan kan men zeker zijn dat deze of gene mijn heer, die daar eenigszins gedwoogen met zijn cilinderhoed op de knieën zit, een photographie-toestolletje in dien hoed ver borgen houdt en u reeds heeft opgeno men alvorens ge den tijd hadt zijn toe leg op te merken. Een of ander persoon stelt u op straat aan een zijner vrienden of kennissen voor, maakt verdacht diep een buiging voor a, zoodanig dat de bol van zijn hoed ter hoogte van uw gelaat komt en hij verschaft zich op de bovenomschreven wijze een „eeuwig" aandenken aan u, ja, tal zijn de manieren waarop de liefheb- ber-photograaf zijn doel kan bereiken, men loopt nu nergens meer ,/in een zak" zooals men dat ten uwent noemt en 't mankeert er nog slechts aan dat Edison zijn vindingrijken geest aan 't werk zet om te maken dat uwe lezers mijn gelaat kunnen zien, terwijl ik in Haarlem's Dagblad met hen babbel. Ik behoef u nu niet uit te leggen dat de photographie van onberekenbaar nut is en wij het even moeilijk zonder haar zouden kunnen doen als zonder spoor wegen, maar er wordt thans in onze goede stad Berlijn van deze kunst een gebruik gemaakt, dat ik belangrijk genoeg acht, om er een groot deel van deze correspondentie aan te wijden. Ik bedoel nl. de uitvinding van prof. Seherin in Koningsbergen, van welke vinding onze politie sinds Februari van dit jaar gebruik maakt. Het is de „Magnesium - Blitz - Photographieof wel de kunst om in het donker met behulp van magnesium photographiën van misdadigers te maken. Zij heeft behalve de verkorting van den poseer tijd ook het voordeel geheel onafhanke lijk van het weer te zijn en heeft boven dien slechts een hoogst eenvoudig atelier noodig. Het is eene kleine donkere kamer in het commissariaat van politie. De kamer heeft slechts één raam aan de zyde der binnenplaats, dat echter door dikke gordijnen is afgesloten. Hoog spiritusvlammen. Bij die vlammen bevin den zich kleine houders met magnesium- poeder, in de gummi-slangetjes, wier uiteinde in een kleinen ballon eindigt. Zoodra de persoon die opgenomen moet worden, uit de wachtkamer, van de aan den anderen kant des corridors gelegen cellen in het atelier is getreden, wordt hem tegenover de camera een plaats op een eenvoudigen houten stoel aangewe zen. De procedure begint: „Richt uw blik op het licht daar rechts van u". zoo wendt zich de photograaf tot hem. „Het hoofd nog een woinig meer naar rechts en hooger. Zoo, nu moet ge naar 't licht kijkenDe persoon doet aldus, op 't zelfde oogenblik knijpt de photograaf het ballonnetje dicht, de saamgeperste lucht blaast een gedeelte van het magnesium- poeder door de vlammen, zoodat zij een verblindend hel licht geven en het beeld staat op de plaat. Een en ander heeft zoo snel plaats, dat het door het inten sive licht ook onwillekeurig ontstane knippen met de oogen door den ge- photografeerde te laat komt, om de dui delijkheid van het beeld te schaden. Is hij weerspannig en tracht hij door grimassen zijn gezicht onkenbaar te maken, dan gaat het wel niet zoo gemakkelijk en snel, maar toch altijd nog zeer eenvoudig in zijn work. Een be ambte, die natuurlijk steeds met den photograaf verstandhouding heeft, gaat zich nu met de zaak bemoeien. Hij neemt de akten ter hand, plaatst zich op den achtergrond tegenover den mis dadiger en begint hem te verhooren. Deze loopt in den val, bij tooval heft hij na een vraag het hoofd op of ziet den een of ander aan, weder een druk, een bliksemstraal en het beeld is in deze houding gefixeerd. De lieden, die ik dezer dagen zag waren allen gewil lig. Het waren em straatroover, een straatmeid, een dievegge en een koop man Laib Sa9z, uit Wilna, die beschul digd is den bekenden spoorwegdiefstal te hebben gepleegd. De beide eerste be klaagden toonden de karakteristieke ge- meene trekken. Zij keken met strak- ken blik oogenschijnlijk onverschillig voor zich uit en deden niet do minste poging hun gezicht te veranderen. De dievegge, eene nog tamelijk jeugdige persoon, scheen iets minder onbeschaamd te zijn, maar liet ook zonder weerstand haar portret nemen. Sasz, hoewel een brutaal personage, verzotte zich evenmin, hij keek strak in het hem aangeduide licht. De eerste opname waarbij het hoofd- 1 blijft opgehouden, volgt meestal een tweede, zonder hoed of pet. De eene is ongeveer driekwart profiel en laat een oor, dat voor de herkenning van buiten gewoon veel gewicht is, recht duidelijk zien, de tweede was „en face." Uit het atelier worden de gephotografeerden in de nabijgelegen maatkamer gebracht, waar volgens het systeem Bertillon hunne me ting plaats vindt. Deze ia zeer gemak kelijk uit te voeren en vordert slechts een korten tijd. Sasz, van wien ik de getallen heb opgeteekend, toonde een hoofdlengte van 19.5 cM. en de breedte van dat lichaamsdeel was 15.45 cM. WILHELM. Terwijl de koningin van België een rijtoer deed in de omstreken van Spa, is haar rijtuig, toen de koetsier de duitsche grens genaderd was, door duit sche douane-beambten aangehouden. In spijt van het protest van den adju dant van H. M., werd het rijtuig onder zocht; eerst daarna kon de koningin den tocht voortzetten. De reizigers, die mot het stoomschip Alexander II de reis van St. Petersburg naar Arendsburg maakten, hebben onderweg in een ongewoon ge vaar verkeerd. Een krankzinnige, die als dekpassagier op het schip was, overviel zijn medereizigers met een lang mes en verwondde den kapitein en vier passa giers. Eindelijk gelukte het een matroos de kamer brand een helder den waanzinnige meester te worden. gaslicht, aan weerskanten verscheiden I Een uur daarna stierf deze. een doffe, sombere smart; ik droeg de zekere overtuiging bij mij, dat ik geen hulp meer te wachten had. Somtyds vroeg ik mijzelf af, waarom ik mijn schandaad niet aan het licht bracht en aan de justitie een slachtoffer overleverde, dat toch den een of anderen dag door haar gegrepen zou worden; waartoe dit uitstel? Deze gedachten drong ik echter ieder oogenblik weer terug; ik was bang; ik was lafhartig; ik dacht met schrik en beven aan het oogenblik, waarop alles ontdekt zou worden; en ik zou er onge twijfeld niet voor teruggedeinsd zijn, om myn misdaad te ver zwaren, in de hoop van de ontdekking nog eenigen tijd te kunnen verschuiven; getuige de onverschilligheid, waarmede ik steeds voortging met valsche posten in mijn boek te maken en achter eenvolgens de eene fout door een andere verving. Clémence, mijn teerbeminde vrouwr, bleef steeds een trouwe, zelfopofferende, moedige echtgenoote voor mij. Daar nooit de ge dachte bij haar opkwam, dat ik in staat kon zijn een misdaad te begaan, of dat ik gedrukt ging onder een kwellend berouw, meende zij, dat ik door een ernstige ziekte was aangetast, die weldra in al hare hevigheid zou uitbreken en zich nu reeds inwendig open baarde door mijn somber humeur en veranderlijkheid van gestel. Daaruit ontstond een innige droefheid, waarin gij ook reeds moest deelen, dierbare Richard. Uw kinderlijke vroolijkheid werd tot zwijgen gebracht door de somberheid en droefheid, die gij uit onze gelaatstrekken kondet lezen; gy werdt beschroomd en ver legen in tegenwoordigheid van deze smart, die gij meendet te zullen ontheiligen door uw lach.Dus reeds uw kindsheid werd u vergald door mijn misdaad I Ervan overtuigd, dat ik ernstig ziek was, deed Clémence iede- ren Zondag haar best mij er toe overhalen, een uitstapje buiten Parijs te maken; zij hoopte, dat de frissche buitenlucht mij goed zou doen. Wij begaven ons dan ergens heen, maar welk een ver schil tusschen onze wandelingen van vroeger en van nu! Enkele malen gelukte het mij, om opgewekt en vroolijk te zijn; ik snelde dan voor u beiden uit en met welk een gejuich achtervolgdet gij mijMaar het was slechts een kortstondige opflikkering; plotse ling verviel ik weer in mijn toestand van doffe neerslachtigheid, terwijl uwe stemming terzelfdertijd ook weer geheel was ver anderd.... Met droefheid in het hart keerden wij dan met ons drieën huiswaarts.... Op dit tijdstip hoorde men in de financieele wereld wel spreken van bedriegerijen en diefstallen, gepleegd door de ondergeschikten van de bankinstellingen. Deze misdrijven volgden elkaar met bui tengewone snelheid op. Dit alles gebeurde op een en hetzelfde tijdstip; men zou haast kunnen zeggen, dat deze misdrijven woedden, evenals eene be smettelijke ziekte; veelvuldig, zonder tusschenpoozen, afschrikwek kend zelfs, voor eenigen tijd; vervolgens werden de gevallen zeld zamer, verdwenen bijna, om later weer met vernieuwde woede te beginnen. Op zekeren dag hoorde ik, dat een van Maheurtiers vrienden tot hem zeide: „Het wordt steeds erger, men hoort van niets spreken dan van geldverspillingen, diefstallen en voortvluchtige misdadigers. Geluk kig kunt gij uw kassier vertrouwen?" „Causson? Ja, wanneer hy de verleiding niet meer zou kunnen weerstaan, dan zou men alles en allen moeten verdenken." Bijna het grootste deel van degenen, wier misdaad opzien baarde, hadden tot dusverre als zeer eerlijke, vertrouwbare men- schen bekend gestaan. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2