NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Jaargang-. Vrijdag 27 Juni 1890. Mo- 2141» ADVERTBBTIÊB: De Familie Causson. ABOBBEMEBTSPRUS: Voor Raariem per 3 maanden1.S0. Franco door het gsheelc Eijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0-05. Dit blad verschijnt dagelyka, behalve op Zen- en Mareen: Kleins Houtstraat No. 9, Haarlem. 'FeUelToatsïss: van 15 regels 50 Cents; iedere regel sneer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijs: rabat. Abonnementen en Advertentibn worden aangenomen door onze agenten en door aile boekhandelaren, postkantoren en courentiers. DireotsGreu-Uitgevers J. O. FESBEBOOK en 3. B. AVJB. Buitenland: Compagnie GendeaU et JPuèlictie ïürangè** O. L. DjtVBB Sp Co., JOIliï F. JONFS, £y(.:~ ïorhi '31 li: Fanlourf Vontiua* trt. Hij dit Nummer is gevoegd het Gemeenteraadsverslag van 25 JTumi. S T ii I) S M I E U W S. Haarlois, 26 Juni .1890. Bij dc posterijen zijn verplaatst: de commiezen 2e kl. J. P. F. van der Kemp, van Haarlem naar Helder, en E. D. Rink, van Leeuwarden naar Haarlem. Bedankt voor het beroep naar Rotter dam door ds. J. M. Snethlage, pred, alhier. De eerste algemeene vergadering van beoefenaren van volapük in Nederland, door de Vereeniging Balif mekom vaiüdi (Eendracht maakt Macht), dezen zomer te houden, zal in de maand Augustus a. 8. alhier plaats hebben. Op Zaterdag 5 Juli a. s. zal bij de Erven Loosjes alhier verschijnen het eerste nommer van het wWeekblad voor Bloembollencultuur", Orgaan van de Algemeene Vereeniging voor Bloemen- bollencultuur te Haarlem, onderredactie van den heer Johs. de Breuk. Aan het verslag van het Koloniaal Museum der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van nijverheid, alhier, over het jaar 1889'90 ontleenen wij het volgende: Tot raadsleden over het museum zijn sedert het vorig verslag toegetreden de stoomvaartmaatschappij //Nederland," de Nederlandsch-Indische Spoorwegmaat schappij, en de heer J. W. Sehlimmer te Haarlem. Prins Albrecht van Pruisen, die het Museum in Juli 1889 weder bezocht, heeft toen als raadslid eene bijdrage in eens van ƒ500 verleend. Met dankbaarheid moet ook herinnerd worden aan de reeds vroeger medege deelde gunstige besluiten, waarbij ver schillende stoomvaartmaatschappijen ge deeltelijke vrijstelling van vracht voor de aan het Museum gezonden verzamelin gen hebben verleend. Na de plaatsing der westindische ver zamelingen in een afzonderlijk lokaal, is een begin gemaakt met eene gehaele verandering in het lokaal aan de oliën, vetten en verfstoffen enz. gewijd. Deze afdeeling is nu insgelijks zoo practisch mogelijk ingericht. Het bestuur beijvert zich om elk voortbrengsel toe te lichten door afbeeldingen of gedroogde exem plaren van de planten, waarvan ze af komstig zijn, en verder daarbij te voegen alles wat betrekking heeft op de toe passing van elk product in de nijverheid. Daardoor verkrijgen de verzamelingen allengs het leerzame karakter, dat de bezoekers boeit en het Museum werke lijk tot eëne bron van volksbeschaving maakt en dus een dubbel nut doet stichten. Nu is de afdeeling mineralen aan de beurt. Al de verzamelingen, tot deze afdeeling behoorende, worden gaande weg beschreven door dr. De Loos. Naarmate zijne beschrijvingen uitkomen, kan ook eene verbeterde rangschikking worden toegepast. De lokalen zijn overvol, en vermeer dering van ruimte blijft altijd een drin gende wenseh. Toch vinden nieuwe bij dragen altijd plaats, zoo door beleidvol schikken als door opruiming van doel- looze en onbruikbare voorwerpen en verouderde monsters, waarmede steeds wordt voortgegaan. Zoo wordt nu de verzameling koffle- monsters met den welwillende hulp vaa den heer P. ten Cate te Amsterdam ge heel herzien en teruggebracht tot eenige typische monsters, terwijl met zijne me dewerking zal worden gezorgd voor eene nieuwe verzameling, die voortaan jaarlijks zal worden ververscht. Ook de Nederlandsche Handel-maat- schappij heeft dit jaar weder met groote bereidwilligheid voldaan aan het verzoek om de aanbieding van eene nieuwe verzameling monsters van goevernemen ts- koffie. Overeenkomstig het vroeger medege deeld plan, zijn de pogingen tot aanmoe diging der fabricage van bamboe-meu bels door directen invoer van daarvoor geschikte bamboesoorten voortgezet. De heer C. J. Braess, nederlandsch consul te Kobé, is uitgenoodigd, zijne tusschen- komst te verleenen tot het direct invoe ren uit Japan van monsters japansche bamboe, geschikt voor meubelfabrikan ten. Deze directe verzending kan geschie den met de schepen die tegenwoordig rijst uit Japan invoeren, als bijlading. De bamboe komt dan veel lager in prijs dan wanneer onze meubelmakers die over Parijs ontvangen, gelijk tegenwoor dig. De heer Braess heeft met groote welwillendheid aan het verzoek voldaan en eene fraaie en volledige verzameling monsters overgezonden met opgaaf van de prijzen, waarvoor zij in Japan ver krijgbaar zijn. Zij is met opgaaf van prijs en berekening van vracht in het Mu seum tentoongesteld, en door de dag bladen is de aandacht van belanghebben de industrieelen er op gevestigd. Het gevolg is geweest, dat eenige belang hebbenden den wensch hebben te kennen gegeven om dergelijke bamboe direct uit Japan te ontbieden en daarmede proeven te nemen. Om hun hierbij behulpzaam te zijn, heeft het Museum wederom de l tusschenkomst van den heer Braess in geroepen, met het gevolg dat de door verschillende industrieelen bestelde bam boes uit Japan zijn verzonden en eerlang zullen aankomen. Verder kan do roeping van het Museum niet strekken. Blijkt het dat de directe invoer uit Japan voordeelen belooft, dan zullen de indu strieelen zich zelf in directe verbinding met Japan kunnen stellen, waartoe hun nu de weg is gebaand. Ook het belang der koloniën is hier bij in het oog gehouden. Een volledig stel bamboemonsters is gezonden aan den directeur van 's lands plantentuin te Buitenzorg, met verzoek de aandacht der planters te vestigen op de kwalitei ten der japansche bamboes en hen uit te noodigen, te trachten door cultuur even uitmuntende producten te verkrij gen, waardoor uitvoer naar Europa met voordeel, mogelyk zal worden. Reeds éen belangstellende op Java geeft aangaande de bamboe inlichting verzocht. De tentoonstelling van bamboemeube len, gehouden in het Museum van Kunstnijverheid, heeft niet weinig bijge dragen om de belangstelling voor dit arti kel te wekken. Op aanvraag van een onzer industri eelen naar zeer sterke taaie houtsoorten uit Nederlandsch-Indië, zijn door het Müsem aangevraag groote stukken van het uitauntentende Walikoekoenhout. Dit hout bleek voor het doel te hoog in prijs te zijn- Volgens beiioht van de heeren Wijsman Co. te Batavia is het echter bij grooter hoeveelheden goedkooper. Omtrent de Luffavezelstof is reeds een en ander meegedeeld. Zal deoultuur van Luffa ook in Nederlandsch-Indie voordeelen beloven, dan is het noodza kelijk aldaar de japansche soort (L. Petola) aan te kweeken, die veel groo ter vruchten en betere vezelstof levert. Om dit doel te bevorderen, zijn zaden dier soort, ontvangen van den heer L. van de Polder, tijdelijk zaakgelastigde van Nederland te Tokio, aan verschil lende belangstellenden in de koloniën ter beschikking gesteld. Ook aan den heer M. L. Q. van Ledden Hulsebosch te Amsterdam is het Museum veel verplicht voor de fraaie voorwerpen van Luffavezel, door hem aangeboden. De proefnemingen met de huiden van leguanen en roggen worden voortgezet. Op het voorbeeld van de heeren W. H. Muntendam en H. W. Groll zijn ook enkele industrioelen aan het werk ge gaan, en men mag dus nog meerdere resultaten tegemoetzien. Sedert het vorig verslag zijn 66 aan vragen om inlichtingen vanwege het Koloniaal Museum beantwoord of 20 meer dan in het voorgaande jaar. Van die aanvragen kwamenUit Nederland 43, Duitschland 6, Engeland 6, Frank rijk 1, België 1, Italië 1, Oostenrijk 1, Transvaal 1, Ned. Oo3t«Indië 3, Ned. West-Indië 2, Buenos-Ayres 1. Die in lichtingen betroffen meerendeels allerlei voortbrengselen van de natuur en de koloniale culturen. Naar aanleiding van de ook door het Museum gegeven inlichtingen omtrent de ontginning van de Balata (Westindi sche Getah-pertja) werd door de com missie voor de Balataontginning in Suri name een belangrijk rapport ingezonden, hetwelk in uittreksel is meegedeeld in het Tijdschrift (Januari 1890). Over dio ontginning schrijft de heer Alexander H. Hensen te Paramaribo nog nader, dat de Balata-industrie ernstig onder handen wordt genomen door den heer J. C. Weidner in Nickerie voor de hee ren Garnett in Georgetown, Britsch Guyana. De zaak wordt op groote schaal gedreven de heer W. heeft eene uitge breide concessie bekomen, en reeds moe ten eenige honderden arbeidersuit Berbice ontboden, aan het werk zijn. De concessies liggen aan de Corentijnrivier, in de nog ongerepte wouden aldaar. Over de surinaamsche houtsoorten schreef de heer Hensen aan het bestuur het volgende z/Wat houtsoorten aangaat, Suriname ffdiende een grooter uitvoer te hebben ,/van zijne prachtige, ongekend duurzame //houtsoorten. Edoch, het is zoo niet ,/Ik heb inlichtingen ingewonnen bij een z/grooten houthandelaar alhier en bij een //gezagvoerder van een nederlandsch z/schip, dat hoofdzakelijk hout uitvoert z/voor eene amsterdamsche firma. De //handelaar verzekert mij dat hij bij wijze ,/Van proef een balk zond van een prach- z/tig meubelhout; na zeer langen tijdon- verkocht gelegen te hebben werd het z/hout met groote schade verkocht. Het z/schijnt dat in Europa geen behoefte //bestaat aan onze houtsoorten, noch voor ^de meubelfabricage, noch voor water- werken, en waar ter wereld vindt men z/de wederga van bruinhout, groenhout z/en allatta-hout voor waterwerken Kort na de ontvangst van dezen brief bezocht een belgisch houthandelaar het Museum en stond varbaasd over de fraaie surinaamsQhe houtsoorten. Hij ver langde niets liever dan in betrekking te komen met een geschikt handelaar in Suriname om die houtsoorten te ontbie den. Het bestuur heeft toen de tusschen komst van den heer Hensen ingeroepen en daarop het volgend schrijven z/Met genoegen las ik uit uw brief dat „een belgiseh houthandelaar zich interes seerde voor de surinaamsehe houtsoor ten, welke inderdaad prachtig zijn, vooral „voor meubelfabricage, voor het bouwen z/van duurzame werken en, „last not z/least," voor solide waterwerken. In het //belang der zaak heb ik mij dan ook de //moeite gegeven om naar een solied, //voorzichtig en vertrouwbaar koopman „om te zien, die zich met de zaak zou willen belasten. De houthandel voor «export brengt eigenaardige moeielijkhe- z/den met zich, zooals mij gebleken is uit z/het onderzoek naar aanleiding van uw //schrijven door my ingesteld. Men moet z/iemaad hebben of zelf gaan naar de //bovenlanden bij de houthakers (hoofd zakelijk de boschnegers) om het hout z/dat men wenscht te bestellen in ont- z/vang te nemen als het gereed is (daar «anders de boschnegers het maar aan //andere concurrenten verkoopen), af te /.«rekenen en voorschotten af te trekken, „een station te hebben om de balken op z/te slaan en later naar de stad te zen- wden. Verder zorg te dragen voor het //behoorlijk meten en merken van de //balken en dan expedieeren." De ned. consul te Vera-Cruz zond naar aanleiding van een aan hem gericht schrijven over de ixtle-vezel (afkomstig van agave sisalana) belangrijke mede- deelingen, waaruit o. a. blijkt dat er twe6 soorten vezels als ixtle voorkomen eene fijne(de saumave) dient voor fijn werk, zooalskorsetten, kussens, sterke weefsels en komt ook somtijds geverfd als paardenhaar in den handeldo veel grovere tweede soort dient tot bereiding van borstels, loopers, kleeden. Deze beide soorten ixtle groeien in het wild in den staat Tamaulipasmaar worden daar door gebrek aan werkkrachten en wegen, weinig en alleen in kleine hoeveelheden verbruikt. Een dergelijk artikel is de henoquiu, die voornamelijkt dient tot vervaardiging van touwwerk en in groote hoeveelheden uit Yucatan wordt uitgevoerd. Nog een ander artikel is goed dat er de aandacht op gevestigd worde de zacaion, die voornamelijk tot de fabricage van bezems gebruikt wordt. In den laatsten tijd hebben die over- zeesche importhuizen, welke de moeilyk- heid er van inzagen, van hieruit goederen in consignatie te ontvangen en die ze niet op de europeesche markt wilden koopen, hunne eigene commissionairs hierheon gezonden. Hierdoor zijn ze nu in staat gesteld de door hen geschikt geachte artikelen zelf uit te zoeken en voor redely ke pry zen te koopen dit is niet alleen geschied voor de genoemde artikelen, maar ook voor tabak, koffie, vanille, enz. Het aantal bezoekers in het Museum bedroeg in 1889 2834, waarvan 1073 betalenden de overige leden der maat- schappy en personen die op Zon- en Feestdagen van de vrijkaarten gebruik maakten. Deze laatste categorie van be zoekers neemt toe. Elke week wordt een FEUILLETON. Naar het fransckvan Adolphe Belot en Jules Dautin, 27) EERSTE GEDEELTE. HOOFDSTUK X. Wat hétèehént dwangarbeid Een hunner in het bizonder was mij bekend. Hij was een een voudig, vriendelijk jongmensch, die steeds zeer geregeld leefde en mij dikwijls een bezoek had gemaakt. Toen zou ik hem evenmin van iets kwaads kunnen verdenken als hij mij. En nu als een voortvluchtige dacht hij wellicht aan mij en had hij diep berouw, dat hy mijn onbesproken gedrag niet tot voorbeeld had genomen. Hij werd by verstek veroordeeld tot twintig jaar dwangarbeid. Welk eene waarschuwing! welk een onheilspellend vooruitzicht Het bericht van zijne misdaad deed mijn vrouw hevig ontstel len. Was het mogelyk? Hoe, die man, welke mij nu en dan be zocht, dien wy kenden en die een zoo vriendelijk, eerlijk gezicht had? Zij meende, dat het vonnis nog niet streng genoeg was. //Goddank!" riep zij uit, #dat gij niet in staat zijt zulk een misdaad te begaan." z/Neen, zeker niet!" Zij omhelsde mij teeder. Ik stond op het punt van in tranen uit te barsten. Gij waart in onze nabijheid, dierbare Richard en luisterdet naar hetgeen wij zeiden. Een woord uit dit gesprek trof u, daar gij het niet begrepen hadt en er over nadacht, want eensklaps deedt gij mij de vraag z/Papa, wat beteekent dat toch, //dwangarbeid" „Ol deze vraag, ik hoor haar nog! Ik sidderde alsof uw kin derstem mijn doodvonnis uitsprak. Om mijne ontroering te ver borgen stond ik op en verwijderde mij zonder te antwoorden. De slag kon niet lang uitblijven; weldra trof hij mij. HOOFDSTUK XI. Ontdekking. Het was de vierde November, omstreeks vijf uur; op het kan toor bevonden zich nog slechts Maheurtier en ik. Wij wilden juist weggaan, toen een bejaard heer binnentrad; hij was, naar zijn uiterlijk te oordeelen, een rijkgeworden winkelier, die nu stil leefde. Maheurtier vroeg hem wat hij wilde en maakte de opmerking, dat hij wel wat laat kwam en dat het dus beter zou zijn als hy den volgenden dag terugkeerde. ffHet zijn zaken, die zeer dringen. En ik verzoek u, mij eenige oogenblikken toe te staan." Maheurtier willigde dit in en zij begaven zioh naar zijn kabinet. Ik weet niet welke stem in myn binnenste zeide, dat deze man iets aan Maheurtier zou toevertrouwen, dat mij betrof. Ik opende de gangdeur en luisterde scherp toe. De bezoeker heette Rochë. Hij bezat zeer veel aandeelen in de Bank, zoodat hy er stoffelijk belang by had, dat er geen ongere geldheden in de administratie voorvielen. //Gisteren heb ik argwaan opgevat; ik maak mij zeer beangst." //Waarom argwaan? waarvoor zijt gij bevreesd?" vroeg Ma heurtier en stond van zijn stoel op. //Versta mij wel, er is hier volstrekt geen sprake van u, maar wel van uwe bedienden, uwo •ndergeschikten." z/Ik heb er op het oogenblik slechts drie; twee hunner zijn belast met schrijfwerk, en al wilden zij het, dan nog zouden zij zich niet aan een misdrijf kunnen schuldig maken." //Juist, en de derde?" z/De derde is mijn kassier. Deze zou ongetwijfeld gelegenheid genoeg hebben om een misslag te begaan, maar ik kan op hem vertrouwen. Dat verzeker ik u." /.Ja, maar gij weet dat het sedert eenigen tijd zeer gevaarlijk is om kassiers te vertrouwen." z/ïk herhaal het u nogmaals, dat ik Causson kan vertrouwen. Maar wat is de reden van uwe ontsteltenis?" //Luister. Sedert ik mijn handel vaarwel heb gezegd, disconteer ik nu en dan wissels; gisteren komt een vau mijn cliënten, o

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1