zeker aantal vrijkaarten beschikbaar ge
steld voor den volgenden Zondag, en
steeds overtreft de navraag het beschik
baar gestelde aantal, zoodat zelfs het
maximum van 50 op 75 gebracht is.
Geheelen vrijdom op Zandag te verlee-
nen is wegens de vele kleine lokalen en
de noodzakelijkheid van behoorlijk toe
zicht niet geraden. De toenemende be
langstelling van het publiek en den
ambachtsman bewijst, dat het Museum
ook als eene plaats voor aanschouwelijke
ontwikkeling aan eene toenemende be
hoefte des volks voldoet.
De navraag naar den beschrijvenden
catalogus neemt toe. Het aantal in den
handel geplaatste en in het Museum
verkochte exemplaren overtrof in 1889
dat van alle vorige jaren.
De boekerij van het Museum wordt
met veel zorg uitgebreid en met in
achtneming van hare specialiteit: grond
stoffen, natuurvoortbrengselen, ontgin
ning en cultuur.
genbosch, en de kapitein I. F. Meijer,
van het instructie-bataljon, waarn. direct,
van den hoofdcursus te Kampenen wel
ieder voor zooveel deze examens betrek
king hebben op de leerlingen van de
inrichting onder zijn bestuur.
In het hoofdkiesdis t r i ct
Meppel is tot lid der Tweede Kamer
herkozen de heer mr. H. Smeenge.
Drietal Ned. Herv. kerk te Rotter
dam (vac.-Muller), dr. E. H. J. Grund-
leliner, te Delft; ds. H. J. L. Rooze-
meijer, te Arnhem, en ds. O. Schrieke,
te Zandvoort.
Op het zeven-en-twiDtigste christelijk
nationaal zendingsfeest op Leyduin (nabij
Vogelenzang), op 2 Juli a. s., zullen de
volgende sprekers optreden:
Dr. F. van Gheel Gildemeester, pred.
te 's-Gravenhage. //Openingsrede".
P. E. Barbas J.Azn., pred te Haarlem,
z/De Zondagschool."
C. Beets, pred. te Arnhem. „Het
Evangelie in de gevangenis".
W. baron van Doorn van Westcapelle,
te 's-Gravenhage. „Het ware goud."
Dr. L. Heldring, pred. te Middelburg.
„De beteekenis der Zending".
Dr. M. van Lennep, pred. te Dieren.
„Het zwarte werelddeel."
G. J. van Lindonk, pred. te Voorburg.
„Vernieuwing door den Heiligen Geest."
T. M. Looman, van Amsterdam. „Ver
slag der Zendingsvereenigingen."
J. C. Montijn G.Cz., pred. te Gro
ningen. „Do zending onder Israël."
J. J. van Noort, pred. te Amsterdam.
„De bijbel en het huisgezin."
A. H. Roose, predik, te Rotterdam.
„De vrucht der Zending de vreugde
der gemeente.*"
O. Schrieke, pred. te Zandvoort. „De
Zending op Java."
S. Ulfers, pred. te Rotterdam. „De
mensch in den natuurstaat."
J. Verhoeven, zendeling op Java. „De
zendingsmethode voor Java."
Dr. J. Th. de Visser, pred. te Rot
terdam. „De vereischte wedergeboorte
van den zendingearbeid der gemeente."
Jhr. E. van Weede van Dijkveld, van
Utrecht. „De macht der liefde."
P. van Wijk Jr., pred. te Rotterdam.
„De drijfkracht der zending."
W. H. Gispen, pred. te Amsterdam.
„Eerste afscheidsrede."
Dr. E. Barger, pred. te Amsterdam.
„Slotrede."
is 5 A i* is N L A N i».
De heer J. B. Rietstap, eerste
stenograaf by de Staten-Generaal, heett
om redenen van gezondheid zijn ontslag
uit die betrekking gevraagd, welke hij
sedert 1 Januari 1887 bekleedde.
Het zou den 19 November dezes jaars
veertig jaren geleden zijn, dat de heer
Rietstap bij ee stenograplsche inrichting
voorloopig werd aangesteld, waarop in
1852 zijne vaste aanstelling volgde. Hij
heeft zich gedurende deu langen tijd
dien hij in dienst der Staten-Generaal
doorbracht, onderscheiden als een zeer
bekwaam, voor zijne taak volkomen be
rekend ambtenaar, die steeds den groots
ten lof ontving voor zijn hoogst ver
dienstelijken arbeid. Door zijn bescheiden
en hulpvaardig karakter stond de heer
Rietstap ook bij zijne medeambtenaren
in kooge achting. Zijn heengaan is dan
ook een gevoelig verlies voor den tak
van openbaren dienst, waaraan hij zich
zoo geheel en al met zulk goed gevolg
heeft gewijd.
Dat de heer Rietstap liefde voor zijn
vak bezat, is onder anderen gebleken
toen hij in 1869 het „Leerboek der
Stenografie" (naar Gabelsbergere stelsel;
het licht deed zien, de vrucht van een
tienjarigen arbeid. Voor zoover bekend
is, werd evenwel dit stelsel hier te lande
nooit beoefend. De heer Rietstap zelf
bracht steeds het systeem van zijnen
leermeester, H. L. Tótar van Elven, in
practijk.
De vereeniging totbevor-
dering van het onderwijs in handen
arbeid zal hare negende aigemeene ver
gadering houden te Schiedam, op Zater
dag 16 Augustus, des voor middags te
10£ uur.
Tot de werkzaamheden behooren de
volgende
Voorstellen van het bestuur: a. De
vereeniging vrage koninklijke goedkeu
ring aan. b. Vanwege de vereeniging
tot bev. van het onderwijs in handen
arbeid worde in het jaar 1891 een cur
sus gegeven voor hen, die zich als on
derwijzer in het vak willen bekwamen.
Verklaring van eene serie oefeningen
bestaande uit speelgoed, verzameld door
de heeren A. van Waart te Schiedam
L. K. Hazelhorst te Delft.
De vervolgklasse te Dordrecht, in te
leiden door den heer W. H. van Raven-
steijn te Dordrecht.
Bespreking van het leerplan voor het
onderwijs in handenarbeid op de
school (2e leerjaar). Inleider de heer J.
C. Lindeman te Tiel.
Wat zijn de oorzaken, dat het onder
wijs in handenarbeid hier te lande nog
niet bloeit? Wat kan er door ons onder
wijzers gedaan worden om hierin ver
betering te brengen Inleider de heer
J. Stam te Amsterdam. Invloed van het
onderwijs in handenarbeid buiten de
school en wela. in het huisgezin, b.
opleidiDg tot handwerk, e. opleiding tot
andere vakken. Inleider de heer H.
Russcker te Assen.
voerde.
De kantonrechter te 's-Hage werd
dadelijk na terugkomst van de schuit
met het voorgevallene in konnis gesteld,
en tevens de hulp ingeroepen van den
waterschout te Scheveningen, den heer
Vernée, dien het gelukte de zaak, zon
der proces, voor den reeder Knoester
tot een goed einde te brengen, daar de
eigenaar van de „Baljuw" de gevraagde
schadeloosstelling vau f 230 heeft be
taald.
Aanstaanden Zondag zal
eea zestigtal van de voornaamste per
sonages van de maskerade der leidsche
studenten door den heer Van Pallandt
(keizer Karei voorstellende) vereenigd
worden aan een gastmaal in het „Oranje
Hótel" te Scheveningen. Na afloop daarvan
begeven zich de studenten in optocht
naar het Kurliaus, waar voor hen de
aparte toegang van de terrastrap bij de
theaterzaal opengesteld wordt, in de na
bijheid waarvan het muziekkorps der
kaag8che schutterij post jvatten en hen
met het „Io vivat" begroeten zal. De
stoet zal zich dan langs de wandelwegen
van het Terras naar de Kurzaal
ven, waar voor hen, op dezelfde wijze
als verleden jaar voor den Sc'hah van
Perzie, eene sierlyk ingerichte tribune
wordt gereserveerd.
Tusachen Den Haag en
Leiden zijn Dinsdag per Hollmdsche
spoor niet minder dan 44554 reizigers
vervoerd.
Dinsdagmiddag tusschen 5
en 7 uren is de onderofficieren-cantine
te Leiden, terwijl ze gesloten was, open
gebroken. Uit de geldlade is eene som
van ƒ13 ontvreemd.
De vermoedelijke daders, twee mili
ciens, zijn in voorloopig arrest
door het vaar der locomotief in brand.
De goederen verbrandden geheel. De
wagen moest worden afgehaakt, hetgeen
eenig oponthoud veroorzaakte.
(Z. Ct.)
Omtrent de fabriek der
firma Ter Kuïle en Morsman te En
schedé, deelt de Tw. Ct. mede, dat daar
het weefloon der calicots is verhoogd,
dat overigens kleine veranderingen zijn
aangebracht en dat alles er weder in
de beste orde gaat. Van de wevers, die
tengevolge der werkstaking niet weder
de fabriek werden toegelaten, heeft
nog geen enkele te Enschedé weder
werk gevonden.
Zaterdag is de fabriek der firma Elde-
rink en Co. stop gezet. Wat op de ge
touwen was is afgeweven, en gaande
weg verminderde het getal wevers, die,
op eenige uitzonderingen na, allen werk
vonden in andere fabrieken.
Aan een der stoomkatoen-
weverijen der firma ter Kuile en Mors
man te Enschede zal eene aanzienlijke
uitbreiding worden gegeven, door het
bijplaatsen van circa 400 weefgetouwen.
Te Ulrum (Gr.) heeft een
brutale diefstal plaats gehad bij eene ren
tenierende weduwe. De dief of dieven
zijn in de woning geklommen en hebben
den sleutel der geldkist gevonden, waar
uit aanzienlijke waarden zijn ontvreemd.
Bizonderheden ontbreken.
Ds maskerade optocht der Leidsche
Studenten.
ii
Bij kon. b e s 1. van 21 Juni
zijn tijdelijk, voor het afnemen van de
in 1890 te houden examens voor onder
officieren ter verkrijging van den officiers
rang, als leden toegevoegd aan de vaste
examen-commissie: a. de kapitein van
den Generalen Staf van bet N.-Indische
leger E. K. A. de Neve, en wel voor
den geheelen omvang van de examens;
l. de kapit-intend. C. W. van de Ven,
van het N.-Indische leger, voor zooveel
de examens betrekking hebben op de
onderofficieren, die voor den rang van
2den luit-kwartierm. bij dat leger zijn
opgeleidc. de kapitein S. I. van Noeten,
direct, van den artillerie-cursusde kapi
tein L. de Vlaming, direct, van de Mili
taire School; de kapitein J. J. Wierts,
direct, van den hoofdcursus te 's Herto
Volgens particuliere be-
richten uit Grant Rapids (N.-A), loo-
pende over de eerste dagen van Juni,
was het aldaar zóo heet, dat arbeid bijna
onmogelijk was. Wel een tegenstelling
by ons land
Te Amsterdam worden
reeds kokosnoten langs de straat gevent
onder het roepen: „Daar kan je lint
wurmen mee vangen!"
In de maand Februari jl.
werd de scheveningsche bomschuit Cor
nelia Albertus," toebehoorende aan den
reeder P. Knoester, in de Noordzee, ter
hoogte van Callantsoog, aangevaren door
het te Cardiff thuis behoorende stoom
schip „Baljuw", hoewel de bomschuit
duidelijk de voorgeschreven seinvuren
Dezer dagen heeft te Wage-
ningen eene onbekende vrouw zich op
slimme wijze in het bezit weten te stel
len van manufacturen, dames-bottines,
stukken bontgoed, enz., die zij voorgaf op
zicht te moeten halen voor de bazen van
aan den Rijn gelegen steenovens. Tot
heden is het aan de politie niet gelukt
deze vrouw aan te houden.
Te Baarle Nassau is Din s-
dagnacht een brutale diefstal met inbraak
mishandeling gepleegd. Even buiten
het dorp aan den weg naar Chaam
woont in een herberg alleen de 76-jarige
weduwe Gielen. Omstreeks middernacht
hoort deze plotseling een ongewoon ge-
druisch en ziet een man met het hoofd
reeds door het bovenlicht van de deur
zich naar binnen werken. Het kordate
oudje slaat twee handvegers op zijn
hoofd aan stukken. Hij houdt echter vol,
schuift den grendel weg en opent daarna
de deur. Hij werpt nu onder bedreiging
van moord het oude vrouwtje op bed en
dwingt haar het geld te wijzen, onge
veer f 40 is zijn buit benevens een hor
loge en haar gouden sieraden. Met ge
weld ontrukt ze hem het horloge en het
goud. Toen hij zich verwijderde, ver
bood bij haar onder doodsbedreiging voor
den morgen het huis te verlaten; inder
daad kwam hij na tien minuten teru^
om zich daarvan te overtuigen. Te 2
ure 's nachts is het vrouwtje naar de
politie geloopen om aangifte van een en
ander te doen, deze heett een streng
onderzoek ingesteld, doch heeft den dader
nog niet kunnen achterhalen, hij schijnt
al drie dagen in de buurt te hebben rond
gezworven en de wijk naar België ge
nomen te hebben.
Wat hier meer te bewonderen valt,
de stevigheid van hoofd van den inbre
ker of de flinkheid van het vrouwtje,
dat de handvegers daarop stuksloej
hier nog de vraag
Van het bekende „W ater-
poortje" te Maastricht zal de oude boog
met de oude steenen der afbraak weder
worden opgebouwd, doch de poort zelf,
als zijnde van moderne constructie, afge
broken blijven.
Maandagmiddag met den
laatsten trein geraakte tusschen de sta
tions Dijker hoek en Holten een der
goederenwagens, geladen met katoen,
Men meldt uit Leiden
„Ondanks de zwermen nieuwsgierigen,
die tegen het klokje van eten waren
weggetrokken uit de Sleutelstad, wor
stelend en dringend en wringend om een
plaats in den trein te krijgen, was het
nog propvol in Leiden, toen te schadu
wen begonnen te lengen en hier en daar
de flonkerende guirlande van gas- en
vetlicht, de illuminatie, het avondfeest
aankondigde.
De oude Academie-stad zag er dan ook
Dinsdagavond in waarheid zeer aantrek
kelijk en aardig uit. Het is niet te ont
kennen, eenvormig en vrij eentonig was
de wijze, waarop men geïllumineerd had.
De aartsvaderlijke slingers met „nacht-
pitjes" en nog eens slingers, en weer
slingers, prijkten aller wegen, slechts
hier en daar afgebroken door een magere
reeks lampions, een puriteinsche ster of
een sobere versiering. De sociëteit en en
kele winkelgebouwen maakten gunstige
uitzonderingen. Zoo bijvoorbeeld Peek en
Cloppenburg, waar tusschen een macht
van groen een ontelbare massa zapht
flikkerende kaarsjes een alleraardigst ef
fect maakten. Wat dan ook het aantrek
kelijke was, dat is het totaal-overzicht
van de stad, rustende onder een schitte
rend Dot, waartusschen zich de drommen
Nederlanders, van heinde en ver toege
stroomd, bewogen.
De geïmproviseerde tribunes, voor geld
en goede woorden te beklimmen, waren
van vroeg af reeds vol gegadigden. En
het leidsche „vulgus" vierde zijne uit
bundigste jool, stampende en hossende,
hier en daar in conflict komende met an
dere troepjes feestvierenden, maar ge
lukkig altijd in vrede en broederschap
zich weer verspreidend. En op de bor
dessen der sooieteiten, voor de ramen,
langs de stoepen zat het meer kalm en
„gedistingueerd" deel der toeschouwers
het bont tafereel aan te kijken, den ge-
zelligen roezemoes van het 63ste Lustrum
te Leiden.
Tegen half elf kwam er spannin.
de gemoederen; men verbeidde Zijne
Keizerlijke Majesteit met gansch het ge
volg. Helaas, dat deze vorst van enkele
dagen kroondragens gedwongen was de
„politesse des rois" prijs te gevenIn
den omtrek van het feestterrein viel het
wachten vooral lang, schouder aan schou
der als men daar opgepakt was en over
geleverd aan de genade der „fakkeldra
gers", die hun oliedragende staven met
te minder standvastigheid handhaafden^
als de keizer nog verre in 't verschiet'
was.
Intussehen maakte het rosse licht der
fakkels, in lange rijen opgesteld, een
wondersehoon effect te midden van het
blinkend en schitterend en glanzend ge
waad de? zestiend'eeuwers, die den tijd
doodden met het rooken van echt-negen-
tiendeeuwsche cigarettes.
Doch de heer Somerwil zou verschij
nen en het lid van 't Collegium ten leste
zijn bescheiden trompetsignaal geven. D&
Keizer kwam!
En daar ging de voorhoede de breede
rijen van in bewondering verzonken kij
kers langs. In de verte wapperde de
blanke vederbos van den ver meer dersr
des Rijks". Luide jubelkreten stijgen op
uit den mierenzwsrm, krioelend, en don
kere, vage sehadnwen vormend tusschen
het onzekere schijnsel der fakkels. On
vermoeid door den langen, zwaren dag
der blijde inkomste, ferm en vorstelijk
van houding, kwam de machtige heer
aanrijden, gracelijk rechts en links bui
gend en dankend voor de oorverdoovende
juichkreten, die hem uit den boezem der
goede stad Leiden toeklinkent.
Zijn prachtig costuum bestaat uit een
geheel vergulde wapenrusting, gecanne
leerd in den geest der maxiseiliaansche
harnassen, helm en gewapende armbe-
dekkingen zijn niet aanwezig. De vorst
draagt nl. een duitsche barret van don
kerblauw fluweel met aigrette van zalm
kleurige en witte veeren, bevestigd door
een rijk juweel. Het hoofddeksel rust op
een kapje van wit satijn met een net
werk van gouddraad en paarlen over
trokken.
De mouwen van 't C03tuum zijn enorm
wijd, in blauw satijn uitgevoerd en over
dekt met paarlen de kruisgewijze stoffen
zijn van witte zijde.
De staatsïemantel van Karei (V dien
hij Dinsdagavond niet droeg) heeft den
scJtaubê-voTm en is vaa vieux rose pelvchet
gevoerd met een praehtige geol-witte sa
tijnen stof met ingeweven ornamenten.
Gordel en ordeketen zijn samengesteld
uit groote gekleurdo juweelen in passende
gouden ornamoüten gevat; eindelijk een
groot slagzwaard vol rijke versieringen.
Het harnachement van 't paard be
staat uit een zadel en dek, bekleed met
rood trijp, met groote vergulde schelp
vormige ornamenten omzoomd. Voor de
borst en den kop van 't paard zijn pant
seringen aangebracht versierd met drijf
werk. Leidsels, hoofdstel enz. zijn alle
met wit satijn overtrokken en van ver
gulden gespen en kleinere ornamenten
voorzien. De stang is zeer zwaar, en ge
tooid met keizerlijke kronen en groote
wit satijnen strikken. Het paard draagt
een enorme witte panache op den kop.
En achter hem werden de zwermen
zoo mogelijk nóg dichter en woeliger,
beheerschfc door de tweeledige begeerte
naar nog een kijkje op den stoet der
edelen en grooten, of wel bet verlangen
naar het station. Dank zij den aanmer
kelijk uitgebreiden extra-dienst viel het
daar nog al mee, schoon 't dan ook op
rapheid van vuist en knie tegader aan
kwam om een hoekje te bemachtigen.
Maar tegen half twee was do rustpooz6
in Leiden wedergekeerd, en konden de
heer6n van het keizerlijk gevolg zich
voorbereiden op den tweeden feestdag,
van het luisterrijk lustrum.
VISSCHERIJ.
Enkhuizen, 24 Juni. Heden werd
door 124 vaartuigen van 3500 tot 16000
stuks netje3-ansjovis aangevoerd. Met
den kuil werd van 4000 tot 18000 stuks
ansjovis per span (2 schuiten) gevangen.
Nieuwediep, 24 Juni. Door 30
korders en beugers werden heden 10
tot 60 kl. tongen, 3 tot 30 roggen, 1
tot 3 mandjes kl. schol en 1 tot 2 man
den schar en door trekkers 27.000 stuks
ansjovis aangevoerdgr. tong ^old 55
k 60 cent, rog 60 k 65 ct., kl. tong
25 ceDt per stuk, kl. schol 3 a ƒ3.50
per mandje, schar 5.50 a 6 per mand
en ansjovis ƒ4 k 4.25 per duizend.
liever een mijner vrienden, een uiterst soliede man, en brengt mij
een wissel van tienduizend francs, om dien te disconteeren; hij
was geëndosseerd dosr de Bank en verscheidene andere en betaal
baar in December."
„Welnu?"
„Een weinig geduldIk disconteer den wissel; de verschillende
endossanten, waaronder in de eerste plaats voorkomt de Bank,
zijn allen goed, bijgevolg vermoed ik geen kwaad en let ik zelfs
niet op den naam van den trekker. Hedenmorgen, de wissel was
op mijn kantoor blijven liggen, werp ik er toevallig een blik op
en lees den naam: Yidal, 27 rue du Faubourg-Poissonnière. Ik
moet u hierby tevens doen opmerken, dat dit juist mijn adres is;
ik woon reeds bijna tien jaar in dit huis, zoodat ik ongeveer alle
bewoners ken, tenminste degenen, wier positie het hun zou toela
ten een wissel voorizulk een bedrag te teekenen."
„Ik begin nu te begrijpen, wat u zulk een schrik heeft aan-
„Ja, nietwaar? Ik zeide by mijzelf: Woont hier een zekere
Yidal in dit huis, het verbaast mij zeer, dat ik hem dan niet ken.
Een half uur later verliet ik het huis en vroeg toen aan den por
tier, of hij ook onder zijne huurders iemand had, Vidal geheetec.
De portier antwoordde ontkennend. Is dat niet vreemd?"
Maheurtier beaamde dit, maar volgens hem, was er toch even
wel geen reden om zich ongerust te maken.
„Het is waar," zeide hij, „het kan zeer goed zijn, dat het adres
niet goed is opgegeven, of verkeerd is overgenomen; het kan ook
zijn, dat de naam, evenzeer als het adres, uit de lucht zijn ge
grepen; bijvoorbeeld een sluwe vervalscher van wissels is bang
om ze uit te geven en meent verstandig te handelen, door ze hier
te laten disconteeren; dit is hetzelfde geval als wanneer een dief
de gestolen goederen in een bank van leeDing brengt. Hoe het
ook zij, wij hebben niets te vreezen; er is natuurlijk een ontvangst
bewijs voor het bedrag van den wissel. Daarvan kunnen wij ons
gemakkelijk vergewissen. Hebt gij daar het bedoelde bewijs."
„Ja, ziehier."
Zij stonden op en begaven zich naar het kantoor. Ik had nog
juist den tijd, om mijne plaats in te nemen en de gangdeur te
sluiten. Men kan zich voorstellen in welken toeBtand ik my be
vond. Deze wissel Vidal was er juist een, dien ik met een ver
keerden naam had ingevuld.
„Causson," zeide Maheurtier tot mij, „wilt gij de bewijsstukken
van de leening no. 2.181 eens zoeken?"
Ik sprak geen woord, uit vrees, dat ik door mijne stem mijne
ontroering zou verraden. Ik doorliep de registers en las, alsof ik
mij van niets kwaads bewust was: „Drie wissels tegen vijf pro
cent rente, ieder van 250 francs."
Dit was waar; hetgeen ik las stond daar geschreven. Deze wis
sels stonden evenwel vermeld op een borderel, zich bevindende
naast dat van Vidal en nog wel voor hetzelfde bedrag. In mijne
ontsteltenis had ik verstaan 2.180 in plaats van 2.181. Deze ver
gissing redde mij ongetwijfeld.
„Ziet gij wel," zeide Maheurtier tot den ander, „er is geen
gevaar te duchten."
Ik haalde weer ruimer adem, toen ik begreep welke gelukkige
vergissing ik onwillekeurig had gemaakt.
„Leening Vidal?" vroeg Maheurtier.
„Ja, leening Vidal," antwoordde ik.
„27, rue du Faubourg-Poissonnière?"
„Ja, 27 rue du Faubourg-Poissonnière."
„Gy of een ander zult eene fout gemaakt hebben in het adres,
maar dat zal op den vervaldag wel in orde komen. Het is goed."
Wordt vervolgd