III N S N L A I). Oe Passie-spelen te Oberammergau. ÜKlïfttil) JMiSUlVS. frsHbiffirten asr fkü. am. mnu Hig gaf den arme een aalmoes, hij ver troostte het hart der weda we en trok zich het lot der weezen aan. Zijn nu gewor den gastvrije woning was open voor den vreemdeling en zijn beurs werd geopend ten dienste van allen, die in nooddruft zaten. Zijn leven werd eeno aaneenscha keling van goede werken en de zegen beden der ongelukkigen, die hij hielp, werden door God aan hem vervuld. Ea het volk verwonderde zich en sprak Is deze mensch niet Abdoellah Rachman de Vrek?! Wat heeft hem zoo doen ver anderen Toen dit ter oore kwam van den pries ter vergaderde hij zijn vrienden, aan wien hij bekende, dat hij vroeger naar het goud dorstte en tevens zijn avonturen verhaalde, fin wijze mannen schreven zijn geschiedenis ten profijte van het menschdom, opdat alle gierigaards en vrekken zich mogen veranderen. TJAMPAKA. HaarlemJuni 1890. De Holland Society te N e w- York heeft voor eenigen tijd besloten aan gebouwen of op plaatsen van histo rische beteekenis gedenkstoenen te doen plaatsen. Een commissie, onder presidium van den heer Alex. T. van Nest, heeft daartoe een onderzoek ingesteld, dat nog steeds wordt voortgezet met het doel om over de stiahters van Nieuw-Amsterdaaa en over do karakteristieke overblijfselen van de //oude-stad", het oorspronkelijk hollandsehe gedeelte van New-York, meer licht te doen opgaan. In afleveringen zal de heer Van Nest de resultaten van zijn onderzoek 't werk der commissie in het licht geven. Reeds twee dier afleveringen, in groot 4o., op oud-hollandsch papier, in losse vellen met smaak gedrukt en met oranje-satijnlint bijeengehouden zijn, verschenen en geve» een interressante besehryving, met af beeldingen van een 8tal historische gebouwen en andere merkwaardigheden uit den tijd der ves tiging van de eerste hollandsehe kolo nisten in de Nieuwe Wereld. De gedenk- steenen, door de Holland Society aan die gebouwen en plaatsen aangebracht, zyn in het merkwaardig geschrift afge drukt. Men vindt zulk een herinneriugs- plaat sedert Maart j.l. by voorbeeld op de plek, waar de eerste blanken op hat eiland Manhattan hun hutten bouwdea het was kapt. Adriaaa Blok van de Tiger, die, toen zyn schip was verbrand (Nov. 1613), vier hutton voor zich en zijn be manning opsloeg. Hij bouwde daar toen ook het eerste schip («de Restless"), dat door Europeanen in Amerika is ge maakt. Verder zijn aan het oude fort Amsterdam, aan het eerste tooneelge- bouw, (later het stadhuis van New-York); op ,'de plek, waar de eerste uit Holland door Goev. Petres Stuyvesant in 1664 overgebrachte pereboom, dia 200 jaren lang vruchten droeg, werd geplant; aan het eerste beursgebouw, in Broad-street aan de Middle Dutch Church (de eerste in 1727 gebouwde hollandsehe kerk, later postkantoor); aan de oude door Etienne De L&ncey opgerichte Fraun- ces' Tavern, het eerste koffiehuis, in 1762 geopenden aan De Lancey's huis, later het City-Hotel, gedenksteenen geplaatst. Het werk van den heer Van Nest is niet slechts voor de Amerikanen, maar ook voor velen onzer landgenooton, die in de geschiedenis van de hollandsehe vestiging in de Nieuwe Wereld belang stellen, een ryke bron van studie en een interessante lectuur. Van sommige zijdeD, inzon derheid in de teuitenlandache pers, wil men het doen voorkomen, alsof door de houding van Nederland de geheele anti- slaverny conferentie, welke te Brussel ia byeen geweest, doelloos werd. Gaat men de feiten nauwkeurig na, dan komt men tot eene geheel andere gevolgtrekking. De conferentie werd opgeroepen uit sluitend om maatregelen te nemen en bepalingen vast te stellen tegen de sla vernij in Afrika. De voorgestelde maat regelen werden door alle mogendheden, ook door Nederland, goedgekeurd. Te elfder ure kwam een voorstel van baron Lamkermont om art. 4 der ber- lynsehe Algem. Congo-Akte te wijzigen, om daardoor invoerrechten te kunnen heffen. Tegen de behandeling van dat voorstel heeft de Nederl. Regeering zich verzet, omdat, naar hare meening de conferentie hiermede haar oorspronkelijk program overschreed. Aanvankelijk wiide men de .wijziging tot een onderdeel der Anti-slavernij Akte maken op het verzet der Nederl. Reg. kwam men van dat denkbeeld terug. De wijziging der berlyasche akte werd nu in eene afzonderlyke akte voorge stelddeze wilde de Nederl. Reg. niet, de Anti slavernij akte wel teekenen, Men hield evenwel vol, dat de akten niet gescheiden mochten worden en men dus beide of geen van beide moest teekencn. Is nu de Anti-slavernij conferentie doelloos geworden, dan ligt daarvan de schuld niet aan Nederland, maar aan hen, die do btide Akten tot óén geheel wilden maken. Men meldt uit Amsterdam De bouw van eene schouwburgzaal in het Paleis voor Volksvlijt is tot nadere aankondiging uitgesteld, in verband met de nadere overweging van het bestuur om het Paleis bij gelegenheid van expo sities ten voile aan zijne bestemming te kunnen doen blijven beantwoorden. Den architect Evert Breman is ihans opge dragen zyno plannen zóó te wijzigen, dat de schouwburginriehting in sommige gevallen geheel kan worden weggenomen. Evenals verleden jaar wordt ook nu weder, en wol van 2129 Juli, door vrywillige beoefenaren van den wapenhandel op de heide bij Laren ees kamp betrokken. Waren echter den vorigea keer de deelnemers allen Amster dammers, thans zullen ook jongelieden uit andera steden opkomen. Dit ia voor namelijk te danken aan de opwekking van het gymnasiastenblad Fox Gymnasïi. Vier jongelieden uit Rotterdam, drie uit Haarlem en een uit Leeuwarden zullen zich bij de amsterdamsche studiegenoo- ten voegen. Waarschijnlijk zal ook Deutichem en Utrecht eenige jeugdige krijgers leveren. Ten slotte zij nog medegedeeld dat de gemeente Amsterdam voor den in het kamp te houden schietwedstrijd eene zilveren on eene bronzen medaille uit loofde. Een 30 a 35-jarige venter met manufacturen, latsoenMjk gekleed, wist zich Woensdag in eene woning te Rotterdam in te dringen en eene 73-jarige vrouw, die alleen te huis was, een stuk linnen voor f7 te verkoopen. Toon die vrouw hem uit een zakje, waarin f86 aanwezig was, wilde betalen, rukte hij haar dit uit de hand en liep daarmede weg, haar de rol linnen voor de voeten Dq Passie-spelea te Oberammergau blijven de belangstelling trekken, vooral ook van de pers. De verslaggever van het BerlTagebl. heeft Mayr, die de rol van Christus vervult, o. a. ook eens uitgehoord over de kruisiging en in allen eenvoud heeft deze oud-artillerist er hem het een een en ander van verteld. Hoe wordt die kruisiging voorgesteld Hot tricot verbergt een korset met een haak, die past in een oog, dat aan het kruis geschroefd is. Zoo hangt het lich&a» zeker en zonder gevaar aan het kruis. De gewrichten van de armen en handen worden met vleeschkleurige banden aan de dwarsbalken gebonden de linkervoet rust op een steunsel. De houding is niet zoo ongemakkelijk en volstrekt niet ge vaarlijk, zooals Von Hillern het in haar z/Passionsroman" doet voorkomen. hHet hangen aan het kruis is niet het ergste," zegt Mayr. wGevaarlyk is het niet, want het oog kan niet loslaten. Do armen worden door de banden voldoende opgehouden en de draadnagels die tua- sehen de vingors door worden gestoken en omgebogen zijn over de geschilderde wonden, geven ook nog een weinig steun. Het oprichten van het kruis is ook niet zoo erg. Alleen als ik niet goed hen vastgebonden, wat soms gebeurt, heb ik een benauwd gevoel, dat ik er af zal vallen. Maar de enkele minuten, die ik op het kruis moet liggen, vóór het op gericht wordt, zijn moeilijk» Dan heb ik de doornenkroon op en moet het hoofd in de hoogte houden omdat anders de doornen in het vleesch dringen. Dat is een uiterst pijnlijk gevoel ensomsgelocf ik, dat ik het niet uithouden zal." Zeer moeilijk in zyn rol is ook het statig wandelen in het lange, tot de voeten afhangende kleed. Vooral in hot tooueel op den Olijfberg waar hij drie maal van de slapende jongelingen weg gaat over verscheidene hoogten en laag ten om te bidden. Bijna gevaarlijk wordt het als hij met gebonden handen de trappen van het rechthuis van Pilatus moet afdalen, steeds met den smartelijken blik omhoog gewend. De verslaggever vroeg aan Mayr's vrouw: wEn wat zegt gij wel van het spel van uw man?" #0," antwoordde zij, ,/Ik heb het in 't geheel niet ge zien. Vooreerst heb ik het veel te druk maar bovendien ik zou voor geen geld mijn man aan het kruis willen ziea." Mayr is 47 jaar en zal dezen herfst voor het laatst zijn rol spelen. Lichame lijk lijden en oen zeer sterk gemoedsleven hebben hem oud gemaakt voor zijn tijd. Van onze nederlandsche pers is ook een verslaggever bij de spelen aan wezig en wel de bekende redacteur van de Kath. Illustratiede heer J. R. v. d. Lans. Hij schrijft o. a. in het Huisgezin Maar om op het Passiespel terug te komen, van vier uur in den morgen was alzoo alles reeds in de weer, en om zes uur verkondigde dezelfde optocht met muziek als den vorigen avond dat heden de voorstelling zou plaats hebben. Alles stroomde naar verschillende in gangen van de planken omheining en plaatsbureau's en de trappen, die naar de hooger gelegen rangen voeren, want de ryen plaatsen loópen amphitheatera- gewijze omhoog, zoodat de achterste rijen wel een huis hoog zijn. Ik had een vrijkaart voor een plaats op de tweede rij ender de overkapping, vlak in het midden en genoot dus een vrij gezicht vooreerst over de duizenden toeschouwers, die voor mij onder den blootcn hemel zaten en verder op het tooneel. Om klokslag acht uur verkondigd* een herhaalde losbranding van het ge schut, waarvan de echo door de bergen het rond weergalmde, dat de voor stelling een aanvang zou nemen. Het voorste scherm verdoelde zich dwars in in het midden, zoodat de eene helft om- hoog en de andere omlaag verdwenen, en de tafelen der wet alsmede het verheer lijkte kruis werden zichtbaar. Daar versehenen uit de beide colon- naden van terzijde de geniën of' bescherm geesten, allen in roode, blauwe, groene en violette mantels over lange witte onder kleederen, door gouden koorden opgehou den en met gouden boordsels onzet. Ik telde er 23, waarvan 13 vrouwen of meisjes. Allen droegen gouden diademen op de donkere, neergolvende of gekrulde haren. De tien mannen stonden in het midden en de middelste, rijk in een purperen mantel uitgedost, trad naar yoren en begon, door het onzichtbaar orkest begeleid, zijn proloog te zingen. Wirf die A zum heilig en Stamen nieder, dus begon hij op plechtigen toon, met wel luidende stem en vol edele waardigheid in houding en gebaren. Hij kon een koning zijn, deze eenvoudige dorpeling, ©n al zijn medezangers geleken in hun rijken dos en de eenvoudig majesteit van hun optreden vorsten en vorstinnen. Zij vielen weldra bij he? gezang van den koorleider Chor- Jiikrer) in om de verhevenheid te prij zen van het groote verlossingswerk, waarvan de voornaamste handelingen de saaaagestroomde menigte zouden worden voor oogen gesteld. Ik zou aan geen einde komen, wilde ik de geheele voorstelling, die van 's morgens acht tot 's avonds kwart voor zessen duurde, met slechts een tussehen- paaze van anderhalf uur, hierin bizon» derheden volgen. Ik zal mij dus bepalen met te zeggen dat elk dramatisch tafe reel uit de lijdensgeschiedenis werd voor- afgegaan door een of meer tooneelen uit het Oude Verbond in levende beelden, die daarop toepasselijk waren en welke telkens door de beurtzangen van het koor werden toelicht. Zoo kregen we eerst als voorspel Adam en Eva door den Engel uit het Paradijs verjaagd, alzoo de eerste zonde, en vervolgens de aanbidding van het verheerlijkte kruis, waardoor de zonden der wereld zijn weggenomen. Na die inleiding kwam het eigenlijke drama. groote bladen vermeld en door de kleinere 7erder medegedeeld, noodeloos oagerust- heid veroorzaken. Het is algemeen be kend dat de aziatische cholera ia Spanje ieder jaar terugkeert, een enkele maal ia hevige mate. Wanneer dit laatste het geval is zullen eok wij van do ^cholera in Spanje" gewag maken. VARIA. Totnogtoe werd door ons geen melding gemaakt van de enkele cholera-gevallen, die zich in eenige plaat sen van Spanje hebben voorgedaan. Ieder jaar komen er in Spanje gevallen van deze ziekte voor, welke dan door de Modern. Bezoelcer (die zich bij het jongste lid van het gezin populair wil maken). Kijk, liefje! Daar gaat de pof-pof! Jongste lid (verachtelijk). Zoo, waar lijk? Ik dacht altijd, «lat het de stoom tram was, maar, naar het schijnt, was ik verkeerd ingelicht. Ik dank u. TE HAARLEVI, op ZONDAG 6 Juli 1890. Groote Kerk. Vroegpr. 7 ure, Barbas. Voormiddag 10 ure, G. G. Boomer, prei. te Ritthem. (Voor Knottenbelt.) Nam. 2 ure, Moetou. 5e Zondag. 's Avonds 6 ure, Hoog. Nieuwe Kerk. Voorna. 10 ure, Swaan. J «ns-Kerk. Voorm. 10 ure, Smeding. Bakenetser Kerk. (Voor de Kinderen.) Voormiddag 10 ure, Moeton. Waedsche Kerk. Voorm. 10 ure, Bebry. Christelijk Gerejaruteetde Gemeente Gedempte Oude Gracht. Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Mulder. Klein Heiligland. Voorin. 10 ure, 's Avouda I ure, SchoteL Luthersche Kerk, Voorm. 10 ure, Poolman. Kerk der Vereenig>ie Doopsgezinden. Voorm. 10 ure, de Vrie». Avondmaal, Remonstrantschc Kerk. Voorm. 10 ure, Tidemau. Kerk der Broedergemeente. Voorm. 10 ure, Weiss. Noor dekker k Ridderstraat Nederd. Geref. Gem. (doleereude). Voorin. 10 ure, 'sAv. 6 ure, ds. J. Langbout. Doopabedieniog. Woeasdagav. geen dienst. N oct-ard. Jderv. KovIl. ®ensnebrock. Voorm. 10 ure, O. Schrieke. pred. te Zaadvoort. Voorbereiding H. Avondmaal. ■Kever Voorm. 10 ure. J. C. Boon. JU vang. Luther sche Kerk. Vooral. 10 ure, K. A. Gonlag. Doopsgezinds Kerk. Voorm. 10 ure, J. Sepp. Silocsvierasfiaal. Voorm. 10 ure, J. D. »au Arkel. Nam. 2% ure, J. van Arkel. aSeemsïede. Voorm 10 ure, <T. Kuyhnan. MiÜSegem. Voorm. 9% urs, M. ÜucliM best. Houtrijk cm l'olancn. V'ös-m. 10 ure, geeu dienst. Nam. 2ure, J. Swaan. Pred. tc Haarlem. ^asadgBOoa'ti.. Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet. Spaar sn-dtim. Voorm. 10 ure, H. J. Bergsma. Doopsbedieniug. IVeHseHï. Voorm. 9% ure, II. Waarden burg. Doopsbedieniug. 's Avonds ure, H. Waarden burg. Ifiaradvooirt, Voorm. 10 ure, S. 11. Buytendijk, Pred. te l.lsselsteiu. Nam. 2% ure, O. Schrieke. Voorber. II. Avondmaal. heeft gespeeld, ons beiden alleen den vijanden tegemoet gezonden en zich gered heeft, u gekken niet ontloopen, ofschoon gij het verdieadet. Hij steekt boven in de kamer in een schuilplaats, die gy allen te zamen niet vindt. Komt." Onder leiding van Meyer gingen de aanwezigen nog eenmaal de trap op en weinige oogenblikken later was de baron uit zij a schuilhoek voor den dag gehaald. „Wat ligt daar nu nog?" zeide de gendarmen, die den verborgen hoek nog eenmaal zorgvuldig doorzag. „Een papierstrook, een wissel, naar het schijnt." z/Mijn wissel, hoera, mijn wissel!" riep de kleine rentenier, bijna buiten zichzelven van vreugde uit. //En van meer dan tien duizend thaler. Zie eens aan, zie eens, een aardig sommetje, dat mij nog leelijk wat hoofdpijn had kunnen kosten. Dat is niet in je nadeel, beste vriend." //Vooruit nu, het nest is uitgehaald," bromde de wachtmeester. z/Wat u, mijnheer den graaf of niet-graaf, betreft, zoo zult u de goedheid hebben, mij naar het politie-bureau te begeleiden, om u te legitimeeren." z/Van ganscher harte, maar gij staat mij toch toe, dat ik eerst ©en bode naar den hertog zend?" z/Dat zal niet noodig zyn," zeide, als antwoord op deze vraag, een heer, die plotseling uit de schaduw van de hoteldeur te voor- schya trad. //Daar ben ik zelf." //Zijne Hoogheid, de hertog!" ging het fluisterend van mond tot mond, terwijl allen vol eerbied terugweken. z/Ja, ik, mijn beste Hohenforst. Ik vernam, dat gij beiden naar z,de Roos" gegaan waart, en nu was ik benieuwd te vernemen, of hier werkelijk de sekt beter is dan de mijne. Nu schijn ik juist bijtijds gekomen te zyn, om u uit eene kleine verlegenheid te redden. Wat is hier voorgevallen?" De graaf en de wachtmeester berichtten, wat zy wisten. z/Dan heeft onze arme landstalmeester toch leelijk in de klem gezeten," zeide de hertog medelijdend. //Verberg u maar niet, landstalmeester, ik heb u reeds gezien en vind onder zulke om standigheden naar uw uiterlijk slechts aanleiding, medelijden met u te gevoelen. Vertel ook gij my thans eens van de avonturen van dezen avond." «Wat? Aan al die fraaie dingen heeft ook baron von Piffer- ling deelgenomen," zeide de hertog, toen het verhaal geëindigd was, en een verachtelijke blik van den hoogen heer trof den gear resteerde. „Met zulke lieden heeft hij zich ingelaten? En wij dachten er waarlyk reeds aan, dezen heer De hertog voleindigde den zin niet, maar wendde zich tot den wachtmeester. z/Ik zelf legitimeer den graaf flans von Hohenforst, dien ik sedert lange jaren ken en hoogacht. Is dat genoeg, mijnheer de wachtmeester ï*t De wachtmeester salueerde eerbiedig en verwijderde zich daar na met zyn ondergeschikte en de arrestanten, de hertog echter trad met de overige aanwezigen een zijkamer binnen. z/Gy, mijnheer de landstalmeester, dankt uw redding uit dit gevaar grootendeels aan den heer von Muller hier en zijn zoon," ging de hertog voort. //Naar ik hoop is dat voldoende om alien tot nu toe gekoesterden wrok, wat daarvan ook de reden moge zyn, voor goed te doen verdwijnen. Twee zulke verdienstelijke mannen mogen niet langer vijanden zijn. Niet waar, mijne heeren Mynheer von Maller? Vrouwe Hildegard hoorde, toen de her tog ook haar buurman het predikaat van den adel verleende, hoog op, haar gemaal greep de bandon van den man, die tot nog toe zijn tegenstander was geweest en van diens zoon en drukte ze hartelijk. z/Uwe hoogheid, alles wat achter ons lag ia reeds op't oogenblk begraven geworden, toen ikmynen redder herkende,"zeide hy ernstig. Wij' hebben beiden een gevaarlijken stryd doorstaan en dat bindt ons voor altyd. Naar ik hoop, denkt gy evenzoo, baste neef, en gy ook, Heinrieh Wel wis en zeker," verklaarde de voormalige paardenhande laar. //Ge hadt ons al lang kunnen hebben meepak en zak, als ge maar gewild had, neef. Ja, we zullen nu goede buren zyn, uw Hoogheid." z/Bravo, het zy zoo. Om nu alle oorzaken van toekomstige ver wisselingen te vermijden en daar de verleende titel van landstal meester in waarheid niet geheel passend schijnt te zijn, zoo ver- leenen wy hem uwen neef en zoeken voor u een beteren. Han- delsraad von Muller klinkt naar myn oordeel nog zoo kwaad niet. Wat dunkt u, Hohenforst //Tot uw dienst, Uwe Hoogheid zeide de graaf, uit de ven sternis toesnellende, waar hy infcusschen zachtjes en vertrouwelijk met Anna een onderhoud had gehad. De hertog wierp glimlachend een blik op de beide jongelieden, waardoor Anna's wangen zich met een hoogrood kleurden. //Pardon wanneer ik u stoor. Ik vraag of de titel van* han- delsraad von Müller u voor den gemaal uwer tante geschikt voorkomt." //Dien titel neem ik met ouderdanigen dank aan," verklaarde de kleine rentenier in de plaats van den graaf. ;/Wat echter den adel betrelt, dien u mij in 't vooruitzicht stelt...." z/Emilzeide vrouwe Hildegard op zoo waarschuwenden en klagenden toon, dat het in de diepste diepten der harten doordrong. Slechts de //gemaal" der dame bleef ongeroerd. z/Neen, neen zeide hij, //de adel past mij niet meer, Uwe Hoogheid. Een week geleden nog zoude ik tien jaar van mijn leven met vreugde daarvoor gegeven hebben, maar nu ben ik, Goddank, wat verstandiger geworden. Ik ben het voorname leven van harte moede, Uwe Hoogheid. Ik wil weder eten, drinken, rooken en slapen, zooals ik het van mijn jeugd af gewoon ben, Uwe Hoogheid zal mij genadiglijk vergeven z/Emilklonk het nog eenmaal en zoo mogelijk op nog roe render en harfcverscheurender toon dan te voren. „Denk aan uw vrouw en aan het geluk onzer kinderen, neef," fluisterde de nieuwbenoemde landstalmeester den handelsraad zachtjes in 't oor. //Ik en Heinrieh hebben daarom ook juist de gave aangenomen. Wilt gij u zulk een doorn in 't vleesch steken Want deze streep door de rekening vergaf vrouwe Hildegard u nooit." De handelsraad krabde zich verlegen achter de ooren. z/Wel aan dan", zeide hij eindelijk aarzelend. //Maar onder voorwaarde, Hildegard, dat gij mij geen baron Pifferling en geen kapitein von Brindisius weder in huis brengt en dat ik overigens leven mag, zooals het mij behaagt. Wilt ge mij dat toestaan?" z,Of ik wil?" zeide vrouwe Hildegard met geestdriftvol fonke lende oogen. //Alles, alles beloof ik met vreugde, als gij hier toegeeft." z/Wel aan, wy zijn het op alle punten eens," verklaarde de hertog, die zwijgend en vroolijk glimlachend de laatste tooqeelen had aangezien. //Dan zullen wij 'c ook op dat punt zijn, dat de beide vyandige machten den vrede door den bond der kinderen nog hechter bevestigen. //Hotellier een mand van uw sekl. Ik moet toch weten of hij werkelyk beter is dan de mijne

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 6