III N S N L A I).
Oe Passie-spelen te Oberammergau.
ÜKlïfttil) JMiSUlVS.
frsHbiffirten asr fkü. am. mnu
Hig gaf den arme een aalmoes, hij ver
troostte het hart der weda we en trok zich
het lot der weezen aan. Zijn nu gewor
den gastvrije woning was open voor den
vreemdeling en zijn beurs werd geopend
ten dienste van allen, die in nooddruft
zaten. Zijn leven werd eeno aaneenscha
keling van goede werken en de zegen
beden der ongelukkigen, die hij hielp,
werden door God aan hem vervuld.
Ea het volk verwonderde zich en sprak
Is deze mensch niet Abdoellah Rachman
de Vrek?! Wat heeft hem zoo doen ver
anderen
Toen dit ter oore kwam van den pries
ter vergaderde hij zijn vrienden, aan
wien hij bekende, dat hij vroeger naar
het goud dorstte en tevens zijn avonturen
verhaalde, fin wijze mannen schreven
zijn geschiedenis ten profijte van het
menschdom, opdat alle gierigaards en
vrekken zich mogen veranderen.
TJAMPAKA.
HaarlemJuni 1890.
De Holland Society te N e w-
York heeft voor eenigen tijd besloten
aan gebouwen of op plaatsen van histo
rische beteekenis gedenkstoenen te doen
plaatsen. Een commissie, onder presidium
van den heer Alex. T. van Nest, heeft
daartoe een onderzoek ingesteld, dat nog
steeds wordt voortgezet met het doel om
over de stiahters van Nieuw-Amsterdaaa
en over do karakteristieke overblijfselen
van de //oude-stad", het oorspronkelijk
hollandsehe gedeelte van New-York,
meer licht te doen opgaan.
In afleveringen zal de heer Van Nest
de resultaten van zijn onderzoek
't werk der commissie in het licht geven.
Reeds twee dier afleveringen, in groot
4o., op oud-hollandsch papier, in losse
vellen met smaak gedrukt en met
oranje-satijnlint bijeengehouden zijn,
verschenen en geve» een interressante
besehryving, met af beeldingen van een
8tal historische gebouwen en andere
merkwaardigheden uit den tijd der ves
tiging van de eerste hollandsehe kolo
nisten in de Nieuwe Wereld. De gedenk-
steenen, door de Holland Society aan
die gebouwen en plaatsen aangebracht,
zyn in het merkwaardig geschrift afge
drukt. Men vindt zulk een herinneriugs-
plaat sedert Maart j.l. by voorbeeld op
de plek, waar de eerste blanken op hat
eiland Manhattan hun hutten bouwdea
het was kapt. Adriaaa Blok van de Tiger,
die, toen zyn schip was verbrand (Nov.
1613), vier hutton voor zich en zijn be
manning opsloeg. Hij bouwde daar toen
ook het eerste schip («de Restless"),
dat door Europeanen in Amerika is ge
maakt. Verder zijn aan het oude fort
Amsterdam, aan het eerste tooneelge-
bouw, (later het stadhuis van New-York);
op ,'de plek, waar de eerste uit Holland
door Goev. Petres Stuyvesant in 1664
overgebrachte pereboom, dia 200 jaren
lang vruchten droeg, werd geplant; aan
het eerste beursgebouw, in Broad-street
aan de Middle Dutch Church (de eerste
in 1727 gebouwde hollandsehe kerk,
later postkantoor); aan de oude door
Etienne De L&ncey opgerichte Fraun-
ces' Tavern, het eerste koffiehuis, in 1762
geopenden aan De Lancey's huis, later
het City-Hotel, gedenksteenen geplaatst.
Het werk van den heer Van Nest is
niet slechts voor de Amerikanen, maar
ook voor velen onzer landgenooton, die
in de geschiedenis van de hollandsehe
vestiging in de Nieuwe Wereld belang
stellen, een ryke bron van studie en een
interessante lectuur.
Van sommige zijdeD, inzon
derheid in de teuitenlandache pers, wil
men het doen voorkomen, alsof door de
houding van Nederland de geheele anti-
slaverny conferentie, welke te Brussel ia
byeen geweest, doelloos werd.
Gaat men de feiten nauwkeurig na,
dan komt men tot eene geheel andere
gevolgtrekking.
De conferentie werd opgeroepen uit
sluitend om maatregelen te nemen en
bepalingen vast te stellen tegen de sla
vernij in Afrika. De voorgestelde maat
regelen werden door alle mogendheden,
ook door Nederland, goedgekeurd.
Te elfder ure kwam een voorstel van
baron Lamkermont om art. 4 der ber-
lynsehe Algem. Congo-Akte te wijzigen,
om daardoor invoerrechten te kunnen
heffen. Tegen de behandeling van dat
voorstel heeft de Nederl. Regeering zich
verzet, omdat, naar hare meening de
conferentie hiermede haar oorspronkelijk
program overschreed.
Aanvankelijk wiide men de .wijziging
tot een onderdeel der Anti-slavernij Akte
maken op het verzet der Nederl. Reg.
kwam men van dat denkbeeld terug.
De wijziging der berlyasche akte werd
nu in eene afzonderlyke akte voorge
stelddeze wilde de Nederl. Reg. niet,
de Anti slavernij akte wel teekenen,
Men hield evenwel vol, dat de akten
niet gescheiden mochten worden en men
dus beide of geen van beide moest
teekencn.
Is nu de Anti-slavernij conferentie
doelloos geworden, dan ligt daarvan de
schuld niet aan Nederland, maar aan
hen, die do btide Akten tot óén geheel
wilden maken.
Men meldt uit Amsterdam
De bouw van eene schouwburgzaal in
het Paleis voor Volksvlijt is tot nadere
aankondiging uitgesteld, in verband met
de nadere overweging van het bestuur
om het Paleis bij gelegenheid van expo
sities ten voile aan zijne bestemming te
kunnen doen blijven beantwoorden. Den
architect Evert Breman is ihans opge
dragen zyno plannen zóó te wijzigen,
dat de schouwburginriehting in sommige
gevallen geheel kan worden weggenomen.
Evenals verleden jaar
wordt ook nu weder, en wol van 2129
Juli, door vrywillige beoefenaren van
den wapenhandel op de heide bij Laren
ees kamp betrokken. Waren echter den
vorigea keer de deelnemers allen Amster
dammers, thans zullen ook jongelieden
uit andera steden opkomen. Dit ia voor
namelijk te danken aan de opwekking
van het gymnasiastenblad Fox Gymnasïi.
Vier jongelieden uit Rotterdam, drie uit
Haarlem en een uit Leeuwarden zullen
zich bij de amsterdamsche studiegenoo-
ten voegen. Waarschijnlijk zal ook
Deutichem en Utrecht eenige jeugdige
krijgers leveren.
Ten slotte zij nog medegedeeld dat de
gemeente Amsterdam voor den in het
kamp te houden schietwedstrijd eene
zilveren on eene bronzen medaille uit
loofde.
Een 30 a 35-jarige venter
met manufacturen, latsoenMjk gekleed,
wist zich Woensdag in eene woning te
Rotterdam in te dringen en eene 73-jarige
vrouw, die alleen te huis was, een stuk
linnen voor f7 te verkoopen. Toon die
vrouw hem uit een zakje, waarin f86
aanwezig was, wilde betalen, rukte hij
haar dit uit de hand en liep daarmede
weg, haar de rol linnen voor de voeten
Dq Passie-spelea te Oberammergau
blijven de belangstelling trekken, vooral
ook van de pers. De verslaggever van
het BerlTagebl. heeft Mayr, die de rol
van Christus vervult, o. a. ook eens
uitgehoord over de kruisiging en in allen
eenvoud heeft deze oud-artillerist er hem
het een een en ander van verteld.
Hoe wordt die kruisiging voorgesteld
Hot tricot verbergt een korset met een
haak, die past in een oog, dat aan het
kruis geschroefd is. Zoo hangt het lich&a»
zeker en zonder gevaar aan het kruis.
De gewrichten van de armen en handen
worden met vleeschkleurige banden aan
de dwarsbalken gebonden de linkervoet
rust op een steunsel. De houding is niet
zoo ongemakkelijk en volstrekt niet ge
vaarlijk, zooals Von Hillern het in haar
z/Passionsroman" doet voorkomen.
hHet hangen aan het kruis is niet het
ergste," zegt Mayr. wGevaarlyk is het
niet, want het oog kan niet loslaten. Do
armen worden door de banden voldoende
opgehouden en de draadnagels die tua-
sehen de vingors door worden gestoken
en omgebogen zijn over de geschilderde
wonden, geven ook nog een weinig steun.
Het oprichten van het kruis is ook niet
zoo erg. Alleen als ik niet goed hen
vastgebonden, wat soms gebeurt, heb ik
een benauwd gevoel, dat ik er af zal
vallen. Maar de enkele minuten, die ik
op het kruis moet liggen, vóór het op
gericht wordt, zijn moeilijk» Dan heb ik
de doornenkroon op en moet het hoofd
in de hoogte houden omdat anders de
doornen in het vleesch dringen. Dat is
een uiterst pijnlijk gevoel ensomsgelocf
ik, dat ik het niet uithouden zal."
Zeer moeilijk in zyn rol is ook het
statig wandelen in het lange, tot de
voeten afhangende kleed. Vooral in hot
tooueel op den Olijfberg waar hij drie
maal van de slapende jongelingen weg
gaat over verscheidene hoogten en laag
ten om te bidden. Bijna gevaarlijk wordt
het als hij met gebonden handen de
trappen van het rechthuis van Pilatus
moet afdalen, steeds met den smartelijken
blik omhoog gewend.
De verslaggever vroeg aan Mayr's
vrouw: wEn wat zegt gij wel van het
spel van uw man?" #0," antwoordde
zij, ,/Ik heb het in 't geheel niet ge
zien. Vooreerst heb ik het veel te druk
maar bovendien ik zou voor geen geld
mijn man aan het kruis willen ziea."
Mayr is 47 jaar en zal dezen herfst
voor het laatst zijn rol spelen. Lichame
lijk lijden en oen zeer sterk gemoedsleven
hebben hem oud gemaakt voor zijn tijd.
Van onze nederlandsche pers is
ook een verslaggever bij de spelen aan
wezig en wel de bekende redacteur van
de Kath. Illustratiede heer J. R. v. d.
Lans. Hij schrijft o. a. in het Huisgezin
Maar om op het Passiespel terug te
komen, van vier uur in den morgen was
alzoo alles reeds in de weer, en om zes
uur verkondigde dezelfde optocht met
muziek als den vorigen avond dat heden
de voorstelling zou plaats hebben.
Alles stroomde naar verschillende in
gangen van de planken omheining en
plaatsbureau's en de trappen, die naar
de hooger gelegen rangen voeren, want
de ryen plaatsen loópen amphitheatera-
gewijze omhoog, zoodat de achterste rijen
wel een huis hoog zijn.
Ik had een vrijkaart voor een plaats
op de tweede rij ender de overkapping,
vlak in het midden en genoot dus een
vrij gezicht vooreerst over de duizenden
toeschouwers, die voor mij onder den
blootcn hemel zaten en verder op het
tooneel.
Om klokslag acht uur verkondigd*
een herhaalde losbranding van het ge
schut, waarvan de echo door de bergen
het rond weergalmde, dat de voor
stelling een aanvang zou nemen. Het
voorste scherm verdoelde zich dwars in
in het midden, zoodat de eene helft om-
hoog en de andere omlaag verdwenen, en
de tafelen der wet alsmede het verheer
lijkte kruis werden zichtbaar.
Daar versehenen uit de beide colon-
naden van terzijde de geniën of' bescherm
geesten, allen in roode, blauwe, groene
en violette mantels over lange witte onder
kleederen, door gouden koorden opgehou
den en met gouden boordsels onzet. Ik
telde er 23, waarvan 13 vrouwen of
meisjes. Allen droegen gouden diademen
op de donkere, neergolvende of gekrulde
haren. De tien mannen stonden in het
midden en de middelste, rijk in een
purperen mantel uitgedost, trad naar
yoren en begon, door het onzichtbaar
orkest begeleid, zijn proloog te zingen.
Wirf die A zum heilig en Stamen nieder,
dus begon hij op plechtigen toon, met wel
luidende stem en vol edele waardigheid in
houding en gebaren. Hij kon een koning
zijn, deze eenvoudige dorpeling, ©n al zijn
medezangers geleken in hun rijken dos en
de eenvoudig majesteit van hun optreden
vorsten en vorstinnen. Zij vielen weldra
bij he? gezang van den koorleider Chor-
Jiikrer) in om de verhevenheid te prij
zen van het groote verlossingswerk,
waarvan de voornaamste handelingen de
saaaagestroomde menigte zouden worden
voor oogen gesteld.
Ik zou aan geen einde komen, wilde
ik de geheele voorstelling, die van 's
morgens acht tot 's avonds kwart voor
zessen duurde, met slechts een tussehen-
paaze van anderhalf uur, hierin bizon»
derheden volgen. Ik zal mij dus bepalen
met te zeggen dat elk dramatisch tafe
reel uit de lijdensgeschiedenis werd voor-
afgegaan door een of meer tooneelen uit
het Oude Verbond in levende beelden,
die daarop toepasselijk waren en welke
telkens door de beurtzangen van het koor
werden toelicht.
Zoo kregen we eerst als voorspel
Adam en Eva door den Engel uit het
Paradijs verjaagd, alzoo de eerste zonde,
en vervolgens de aanbidding van het
verheerlijkte kruis, waardoor de zonden
der wereld zijn weggenomen.
Na die inleiding kwam het eigenlijke
drama.
groote bladen vermeld en door de kleinere
7erder medegedeeld, noodeloos oagerust-
heid veroorzaken. Het is algemeen be
kend dat de aziatische cholera ia Spanje
ieder jaar terugkeert, een enkele maal
ia hevige mate. Wanneer dit laatste het
geval is zullen eok wij van do ^cholera
in Spanje" gewag maken.
VARIA.
Totnogtoe werd door ons
geen melding gemaakt van de enkele
cholera-gevallen, die zich in eenige plaat
sen van Spanje hebben voorgedaan. Ieder
jaar komen er in Spanje gevallen van
deze ziekte voor, welke dan door de
Modern.
Bezoelcer (die zich bij het jongste lid
van het gezin populair wil maken).
Kijk, liefje! Daar gaat de pof-pof!
Jongste lid (verachtelijk). Zoo, waar
lijk? Ik dacht altijd, «lat het de stoom
tram was, maar, naar het schijnt, was
ik verkeerd ingelicht. Ik dank u.
TE HAARLEVI,
op ZONDAG 6 Juli 1890.
Groote Kerk.
Vroegpr. 7 ure, Barbas.
Voormiddag 10 ure, G. G. Boomer, prei. te
Ritthem. (Voor Knottenbelt.)
Nam. 2 ure, Moetou. 5e Zondag.
's Avonds 6 ure, Hoog.
Nieuwe Kerk.
Voorna. 10 ure, Swaan.
J «ns-Kerk.
Voorm. 10 ure, Smeding.
Bakenetser Kerk.
(Voor de Kinderen.)
Voormiddag 10 ure, Moeton.
Waedsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Bebry.
Christelijk Gerejaruteetde Gemeente
Gedempte Oude Gracht.
Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Mulder.
Klein Heiligland.
Voorin. 10 ure, 's Avouda I ure, SchoteL
Luthersche Kerk,
Voorm. 10 ure, Poolman.
Kerk der Vereenig>ie Doopsgezinden.
Voorm. 10 ure, de Vrie».
Avondmaal,
Remonstrantschc Kerk.
Voorm. 10 ure, Tidemau.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Weiss.
Noor dekker k Ridderstraat
Nederd. Geref. Gem. (doleereude).
Voorin. 10 ure, 'sAv. 6 ure, ds. J. Langbout.
Doopabedieniog.
Woeasdagav. geen dienst.
N oct-ard. Jderv. KovIl.
®ensnebrock.
Voorm. 10 ure, O. Schrieke.
pred. te Zaadvoort.
Voorbereiding H. Avondmaal.
■Kever
Voorm. 10 ure. J. C. Boon.
JU vang. Luther sche Kerk.
Vooral. 10 ure, K. A. Gonlag.
Doopsgezinds Kerk.
Voorm. 10 ure, J. Sepp.
Silocsvierasfiaal.
Voorm. 10 ure, J. D. »au Arkel.
Nam. 2% ure, J. van Arkel.
aSeemsïede.
Voorm 10 ure, <T. Kuyhnan.
MiÜSegem.
Voorm. 9% urs, M. ÜucliM best.
Houtrijk cm l'olancn.
V'ös-m. 10 ure, geeu dienst.
Nam. 2ure, J. Swaan.
Pred. tc Haarlem.
^asadgBOoa'ti..
Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet.
Spaar sn-dtim.
Voorm. 10 ure, H. J. Bergsma.
Doopsbedieniug.
IVeHseHï.
Voorm. 9% ure, II. Waarden burg.
Doopsbedieniug.
's Avonds ure, H. Waarden burg.
Ifiaradvooirt,
Voorm. 10 ure, S. 11. Buytendijk,
Pred. te l.lsselsteiu.
Nam. 2% ure, O. Schrieke.
Voorber. II. Avondmaal.
heeft gespeeld, ons beiden alleen den vijanden tegemoet gezonden
en zich gered heeft, u gekken niet ontloopen, ofschoon gij het
verdieadet. Hij steekt boven in de kamer in een schuilplaats, die
gy allen te zamen niet vindt. Komt."
Onder leiding van Meyer gingen de aanwezigen nog eenmaal
de trap op en weinige oogenblikken later was de baron uit zij a
schuilhoek voor den dag gehaald.
„Wat ligt daar nu nog?" zeide de gendarmen, die den verborgen
hoek nog eenmaal zorgvuldig doorzag. „Een papierstrook, een
wissel, naar het schijnt."
z/Mijn wissel, hoera, mijn wissel!" riep de kleine rentenier,
bijna buiten zichzelven van vreugde uit. //En van meer dan tien
duizend thaler. Zie eens aan, zie eens, een aardig sommetje, dat
mij nog leelijk wat hoofdpijn had kunnen kosten. Dat is niet in
je nadeel, beste vriend."
//Vooruit nu, het nest is uitgehaald," bromde de wachtmeester.
z/Wat u, mijnheer den graaf of niet-graaf, betreft, zoo zult u de
goedheid hebben, mij naar het politie-bureau te begeleiden, om u
te legitimeeren."
z/Van ganscher harte, maar gij staat mij toch toe, dat ik eerst
©en bode naar den hertog zend?"
z/Dat zal niet noodig zyn," zeide, als antwoord op deze vraag,
een heer, die plotseling uit de schaduw van de hoteldeur te voor-
schya trad. //Daar ben ik zelf."
//Zijne Hoogheid, de hertog!" ging het fluisterend van mond tot
mond, terwijl allen vol eerbied terugweken.
z/Ja, ik, mijn beste Hohenforst. Ik vernam, dat gij beiden naar
z,de Roos" gegaan waart, en nu was ik benieuwd te vernemen,
of hier werkelijk de sekt beter is dan de mijne. Nu schijn ik
juist bijtijds gekomen te zyn, om u uit eene kleine verlegenheid
te redden. Wat is hier voorgevallen?"
De graaf en de wachtmeester berichtten, wat zy wisten.
z/Dan heeft onze arme landstalmeester toch leelijk in de klem
gezeten," zeide de hertog medelijdend. //Verberg u maar niet,
landstalmeester, ik heb u reeds gezien en vind onder zulke om
standigheden naar uw uiterlijk slechts aanleiding, medelijden met
u te gevoelen. Vertel ook gij my thans eens van de avonturen
van dezen avond."
«Wat? Aan al die fraaie dingen heeft ook baron von Piffer-
ling deelgenomen," zeide de hertog, toen het verhaal geëindigd
was, en een verachtelijke blik van den hoogen heer trof den gear
resteerde. „Met zulke lieden heeft hij zich ingelaten? En wij
dachten er waarlyk reeds aan, dezen heer
De hertog voleindigde den zin niet, maar wendde zich tot den
wachtmeester.
z/Ik zelf legitimeer den graaf flans von Hohenforst, dien ik
sedert lange jaren ken en hoogacht. Is dat genoeg, mijnheer de
wachtmeester ï*t
De wachtmeester salueerde eerbiedig en verwijderde zich daar
na met zyn ondergeschikte en de arrestanten, de hertog echter
trad met de overige aanwezigen een zijkamer binnen.
z/Gy, mijnheer de landstalmeester, dankt uw redding uit dit
gevaar grootendeels aan den heer von Muller hier en zijn zoon,"
ging de hertog voort. //Naar ik hoop is dat voldoende om alien
tot nu toe gekoesterden wrok, wat daarvan ook de reden moge
zyn, voor goed te doen verdwijnen. Twee zulke verdienstelijke
mannen mogen niet langer vijanden zijn. Niet waar, mijne
heeren
Mynheer von Maller? Vrouwe Hildegard hoorde, toen de her
tog ook haar buurman het predikaat van den adel verleende, hoog
op, haar gemaal greep de bandon van den man, die tot nog toe
zijn tegenstander was geweest en van diens zoon en drukte ze
hartelijk.
z/Uwe hoogheid, alles wat achter ons lag ia reeds op't oogenblk
begraven geworden, toen ikmynen redder herkende,"zeide hy ernstig.
Wij' hebben beiden een gevaarlijken stryd doorstaan en dat
bindt ons voor altyd. Naar ik hoop, denkt gy evenzoo, baste neef,
en gy ook, Heinrieh
Wel wis en zeker," verklaarde de voormalige paardenhande
laar. //Ge hadt ons al lang kunnen hebben meepak en zak, als
ge maar gewild had, neef. Ja, we zullen nu goede buren zyn, uw
Hoogheid."
z/Bravo, het zy zoo. Om nu alle oorzaken van toekomstige ver
wisselingen te vermijden en daar de verleende titel van landstal
meester in waarheid niet geheel passend schijnt te zijn, zoo ver-
leenen wy hem uwen neef en zoeken voor u een beteren. Han-
delsraad von Muller klinkt naar myn oordeel nog zoo kwaad niet.
Wat dunkt u, Hohenforst
//Tot uw dienst, Uwe Hoogheid zeide de graaf, uit de ven
sternis toesnellende, waar hy infcusschen zachtjes en vertrouwelijk
met Anna een onderhoud had gehad.
De hertog wierp glimlachend een blik op de beide jongelieden,
waardoor Anna's wangen zich met een hoogrood kleurden.
//Pardon wanneer ik u stoor. Ik vraag of de titel van* han-
delsraad von Müller u voor den gemaal uwer tante geschikt
voorkomt."
//Dien titel neem ik met ouderdanigen dank aan," verklaarde
de kleine rentenier in de plaats van den graaf. ;/Wat echter den
adel betrelt, dien u mij in 't vooruitzicht stelt...."
z/Emilzeide vrouwe Hildegard op zoo waarschuwenden en
klagenden toon, dat het in de diepste diepten der harten doordrong.
Slechts de //gemaal" der dame bleef ongeroerd.
z/Neen, neen zeide hij, //de adel past mij niet meer, Uwe
Hoogheid. Een week geleden nog zoude ik tien jaar van mijn
leven met vreugde daarvoor gegeven hebben, maar nu ben ik,
Goddank, wat verstandiger geworden. Ik ben het voorname leven
van harte moede, Uwe Hoogheid. Ik wil weder eten, drinken,
rooken en slapen, zooals ik het van mijn jeugd af gewoon ben,
Uwe Hoogheid zal mij genadiglijk vergeven
z/Emilklonk het nog eenmaal en zoo mogelijk op nog roe
render en harfcverscheurender toon dan te voren.
„Denk aan uw vrouw en aan het geluk onzer kinderen, neef,"
fluisterde de nieuwbenoemde landstalmeester den handelsraad
zachtjes in 't oor. //Ik en Heinrieh hebben daarom ook juist de
gave aangenomen. Wilt gij u zulk een doorn in 't vleesch steken
Want deze streep door de rekening vergaf vrouwe Hildegard u
nooit."
De handelsraad krabde zich verlegen achter de ooren.
z/Wel aan dan", zeide hij eindelijk aarzelend. //Maar onder
voorwaarde, Hildegard, dat gij mij geen baron Pifferling en geen
kapitein von Brindisius weder in huis brengt en dat ik overigens
leven mag, zooals het mij behaagt. Wilt ge mij dat toestaan?"
z,Of ik wil?" zeide vrouwe Hildegard met geestdriftvol fonke
lende oogen. //Alles, alles beloof ik met vreugde, als gij hier
toegeeft."
z/Wel aan, wy zijn het op alle punten eens," verklaarde de
hertog, die zwijgend en vroolijk glimlachend de laatste tooqeelen
had aangezien. //Dan zullen wij 'c ook op dat punt zijn, dat de
beide vyandige machten den vrede door den bond der kinderen
nog hechter bevestigen. //Hotellier een mand van uw sekl. Ik
moet toch weten of hij werkelyk beter is dan de mijne