naar 15 E N N SS N I I). echtgenoote van den heer Fleur gaf zulke duidelijke verklaringen, dat aan de sthuld niet getwijfeld kon worden. Het hoogst ernstige van het misdrijf in aanmerking nemende, eischte de off. van justitie twee jaar gevangenisstraf, terwijl de toege voegde verdediger, mr. Kronenberg, de clementie der rechtbank inriep. Bij de Yereeniging hebben zich de volgende personen voor werk aangemeld Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser. - Een voor ziekenoppasser. - Drie voor kantoorlooper. - Een voor portier. - Een voor schoenmaker. - Een voor metselaars- kecht. - Een voor broodbakkersknecht. - Twee voor tuinmansknecht. - Een voor op zichter. - Vijf voor aardwerkers of los werkman. - Tien voor werkster of schoon maakster. - Een voor burgerwaschvrouw. - Een voor hulpkookster. - Drie voor burgernaaister. - Drie voor breister. - Twee voor mangelwerk. - Een voor strijkster, Particulieren en werkgevers, die van deze aanbiedingen wenschen gebruik te makenwordt beleefd verzocht zich schriftelijk tot het Bestuur der Yereeni ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen). Letteren en Kunst. De Nederlandsehe Etsclub is uitge- noodigd tegen Januari een tentoonstel ling van etsen te houden te New-Yerk. (N.R.C.) Het Vaderland bericht, dat aan Mesdag eene groote onderscheiding ten deel gevallen is. Op voordracht van den directeur des Beaux-Arts heeft de fransche regeering besloten voor rekening van den staat a«n te koopen: „Avant l'Orage," de schilderij die Mesdag op den Salon du Champ de Mars (den nieuwen Salon) had ingezon den en die men zal zich dat nog wel herinneren door Paul Mantz in de Temps zoo warm was geprezen. „Avant l'Orage" zal eene plaats krij gen in het //Luxembourg." Men meldt uit Apeldoorn, van 10 Juli. Heden ochtend acht uur is uit Bentheim op het paleis //Het Loo" aangekomen de erfprins Frederik van Waldeck Pyrmont, broeder van H. M. de Koningin. Naar wij vernemen, is d ex-koningin van Servië Nathalia voor nemens, weder eenigen tijd te Scheve- ningen te komen vertoeven. Avp De h e e r e n m r. Th. M. V e r- ster, advocaat, S. Boom, J. W. van Vooren, L. C. van VleuteD, H. W. Golbach, G. A. Herklots, R. L. Keiler man, J. Barthélémy, B. van Erp Taal man Kip, J. G. J. van Oppenraay en A. C. Eyssel, allen oud-officieren van het Ned. of Ned.-Indische leger, hebben aan de Eerste en de Tweede Kamer we der adressen gericht over de zaak Willink Ketjen. Zij deelen mede, dat zij, na aan den raad van ministers een adres gericht te hebben, een onderhoud gehad hebben met den minister van koloniën. Deze heeft verklaard, dat de regeering niet voornemens was, aan de bezwaren van adressanten te gemoet te komen. Zij vroegen toen in eene oproeping aan het nederlandsehe volk geldelijken steun, om de regeering langs gereehtelijken weg te noodzaken het onrecht, dat den heer Ketjen aagedaan zou zijn, te herstellen in de eerste plaats door de afgifte van de door hem geëischte stukken. Die steun is echter niet voldoende verleend, zoodat de heer Ketjen buiten Nederland een werkkring heeft gezocht en adres santen verzocht hunne pogingen te staken. Aan dit verzook hebben zij voldaan, doch zij verzoeken nu aan de Kamer, bij de regeering aan te dringen lo. als nog eene schadeloosstelling voor het door hem thans gederfde volle pensioen uit te keeren en 2o. zoodanige wijzigingen te brengen in de regeling van het ont- der N.-I. officieren, dat nimmer meer op deze wijze een braaf en dapper officier, in de kracht van zyn leven, aan het leger en het vaderland kan worden ontrukt. Als een ongewoon verschyn- sel meldt men, dat tot hiertoe van de 166 gekeurde adsp.-cadets voor de Kon, Mil. Academie te Breda, reeds 37 ge neeskundig zijn afgekeurd. Een zeer lezenswaardige brochure, getiteld: De Anti-Slavernij Conferentie en Invoerrechten in den Con go-Staat^ door //Een Koooman," is te Rotterdam verschenen. Glashelder wordt er de kwestie, waarover reeds zooveel te koop is geweest, in behandeld en aan de hand van onwederlegbare cijfers o. a. in het licht gesteld, dat, ten minste voorloopig, van den handel toch geen genoegzame bijdragen te wachten zijn om de uitgaven van den Vrijen Congo- staat te dekken. De schrijver eindigt zijne degelijke studie, voor welker vermelding wij tot ons leedwezen slechts een klein gedeelte van onze plaatsruimte kunnen afstaan, met hulde te brengen aan de Regeering voor hare ferme houding in deze zaak en de hoop uit te spreken, dat van wij ziging der Berlijnsche Algemeene Congo- akte vooreerst geen sprake meer zal zijn. Uit 'sHage wordt aan de N. R. GtgemeldDoor eenige ingeze tenen is thans ter onderteekening bij de burgerij in omloop gebracht een alge meen verzoekschrift aan Z. M. den Ko ning ia zake de waterverversching. In het adres wordt o. a. het vertrou wen uitgesproken, dat requestranten geen ij del beroep doen op Zr. Ms. bekende groote rechtvaardigheid, vooral daar waar het geldt het welzijn van 's Konings onderdanen, wanneer zij Z. M. eerbiedig naderen met het innige verzoek, een einde te doen maken aan den gezond heid van burgerij bödreigenden toestand, De adressan ton spreken ook het ver moeden uit, dat H. K. H. mevrouw de groothertogin van Saksen, Prinses Sophia der Nederlanden, het grootste gedeelte der voor het kanaal benoodigde terreinen kosteloos aan het gemeentebestuur af stond in de overtuiging daarmede te handelen tot heil van de gezondheid der residentiebewoners. Bij het 10 Deutsche Bundes- 8chiessen te Berlijn, bedraagt tot heden het getal der winnaars van prijsbekers circa 60 op 300 meter, en 60 op 17" meter. Hierbij zyn onze landgeaooten de heeren J. van Mens uit Rotterdam en H. van Wijugaarden uit Gouda, beiden op 300 meter. Dinsdagmiddag te 3 uren begon de voor de overwinnaars roemrykste wed strijd op 300 meter en 175 meter, om de 20 eerebekers, 10 op eiken afstand. Bij dezen wedstrijd kon uit elke stad slechts een en wel de beste schutter mededingen, met toestemmieg en op wijzing van het bestuur der vereaniging, waarvan hij lid is. Deze keurbende kampte nu onderelkander om in den kortst mogelijken tijd 180 punten te be halen (maximum der schyf, centrum telt 4.) Zoodra 10 schutters op elk der af standen het benoodigde getal punten hebben geschoten, is de wedstrijd ge sloten. Overwinnaars waren naar volgorde: Op 300 meter. 1. Hinach uit Hamburg 2. Elmer uit St. Gallen, 3. Schwerin uit Berlijn, 4. Von Dall Armi uit Mün- chen, 5. Ganzlofer uit Deehinge; Oehring uit Eisleben, 7. Ziekenheimer uit Mainz, 8. Möller uit Altona, 9. Her telt uit Liegnietz, 10. Eugen Ritzl uit Fügen (Tirol.) Op 175 meter. 1. Heinze uit Söbau, 2. Franz Ritzl uit Fügen (Tirol), 3 Foitzieek uit Liegnitz, 4. Von Nessel- rode uit Tegernsee, 5. Keseberg uit Weissenfels, 6. Hermann uit Dillingen, 7. Zimmermann uit New-York, 8. Ja- notta uit Troppau, 9. Glass uit Zwickau, 10. Dr. Rummal uit Halle a/S. Woensdag werden nog door de vol gende Hollanders prijsbekers behaald de heeren J. van den Donker, Rotter dam J. H. Schreuder, RotterdamF. Kesting, Kralingen; J. van Sillevoldt Kralingen, allen loden der scherpschut* tersvereeniging //Rotterdam." (JV. R. C Naar uit Bielefeld gemeld wordt, wil de Allgemeene Fleischer Zei- tung uit betrouwbare bron weten, dat serdert Dinsdag jl. de invoer van Hol- landsch spek in Duitschland verboden is. De gemeenteraad van A m- sterdam heeft ƒ700,000 beschikbaar ge steld tot het maken van een golfbreken- den dam aan de Handelskade en de op richting van loodsen enz. Het besluit werd genomen met 21 tegen 2 stemmen, na verwerping, met 16 tegen 7 stemmen, van oen voorstel tot uitstel van behan deling. De voordracht om volgens een over gelegd plan over te gaan tot de vernieu wing der bestrating en den aanleg van verhoogde voetpaden op den Dam, werd aangenomen met 19 tegen 3 stemmen. Benoemd is tot leeraar in de oude talen aan het gymnasium aldaar, de heer A. Poutsma te Tiel. Aan dr. C. Kerbert is op zijn verzoek eervol onslag verleend als leeraar in de natuurlijke geschiedenis aan de kweek school voor onderwijzers en onderwijze ressen te Amsterdam. Zaterdagavond is te A m- sterdam een ongeval gebeurd, dat zeer ernstige gevolgen had kunnen hebben. Om half elf viel, zonder dat daarvoor eenige reden kon opgegeven worden (wind was er niet), eensklaps, oader hevig kraken, de schutting van het in aanbouw zijnde café Suisse in de Kal- verstraat te Amsterdam omver. Gelukkig brachten het late uur en het regen achtige weder mede, dat, toen het onge val plaats had, niet veel menschen pas seerden. Yan deze weinigen kwamen echter een man en een vrouw onder de planken, welke nog aan elkander beves tigd waren, daar de schutting in haar geheelen omvang (slechts één door het zy perceel geschutte paal bleef overeind staan) om verviel. Hoewel dit met zeer veel moeite gepaard ging, werd hot ge vaarte door een honderdtal rappe armen zoover omhoog gelicht, dat men de er onder liggende gewaar werd en hulp koQ bieden. De vrouw bleek er hot best te zijn afgekomen do man was bewusteloos en werd in Dick's schoenenmagazijn bin nengedragen, bijgemaakt en naar het ;asthui8 gebracht. Op het algemeen ge schreeuw men dacht dat er nog meer menschen onder het hout lagen kwam de officier van de hoofdwacht met zijn mannen te hulp gesneld en een poosje later ook de inmiddels gealarmeerde brandweer. Door de soldaten en eenige naderbij gekomen politieagenten werd het terrein afgezet, waarna de brand weer met het opruimen begon. Van de perceelen bewoond door de heeren Dickhoff en Salm en Dick's schoenen magazijn, zijn de glazen en de roeden voor de vensters der bovenverdieping verbrijzeld door de daartegen len palen. De fransche marineschepen MoueiteSardina en Kar eng zijn Woens dag en Donderdag in de haven van Nieuwediep gekomen, ten einde eenige dagen aldaar door te brengen en de tochten op de Noordzee ter bescherming der visschersvloot voort te zetten. Aan boord van die vaartuigen werden door de zee-officieren uit de marine-directie te Willemsoord bezoeken afgelegd. Een uitzondering op den re- gel. Een 15jarigen jongen te Breda, die gaarne in dienst wilde doch was afge keurd wegens een vroeger gebroken en thans krommen vinger, heeft dien op nieuw doen breken en recht zetten. Behelzen zoo bericht men aan de N. Oron. Crt. de geruchten waarheid, dan is tegenwoordig bij de rechtbank te Winschoten eene zaak in onderzoek, waarvoor de aanleiding ge lukkig tot de zeldzaamheden behoort. Halverwege de maand Juni van dit jaar werd in de gemeenteraadszitting te Oude-Pekela, méér druk dan waardig, gediscussiëerd over het weerstandsver mogen van den onderbouw eener bij die gemeente in onderhoud zbnde draaibrug. Volgens een rapport van den gemeente-' opzichter zou het voldoende volgens een lid vau dien raad, nl. den heer Croese, directeur van het post en tele graafkantoor, echter on\oldoende zijn, teu bewyze waarvan door dat raadslid tegelijkertijd boorsel werd overgelegd, hetwelk volgens door den aannemer van openbare werken aldaar, den heer H., bij onderzoek en boring van den brug- stoel op drie onderscheidenen plaatsen zou verkregen. Volgens een voorzitter had die aan nemer voer het doen van die boriDgen of dat onderzoek geene opdracha vanwe ge het gemeentebestuur ontvangeo, was dus daartoe niet bevoegd en handelde derhalve wederreohtelijk. hetgeen, vol gens het verslag van die zitting, aan het raadslid voornoemd de verklaring ont lokte dat die handeling behoorde te wor den vervolgd. Daargelaten of dit laatste gemeend was of niet eene vervolging is, naar men verzekert, ingesteld, terwijl als waar schijnlijk gevolg daarvan twee leden van van gemelden raad, w.o. de heer C„ alsmede de gemeente-opzichter, door den heer rechter commissaris bij gemelde rechtbank zijn gehoord. Woensdag is by het kers- bergsche veer een tjalkschipper oen reef' touw willende vastmaken, over boord gevallen en verdronken. Zijne vrouw was niet bij machte hem te helpen, maar er kwam spoedig hulp opdagen; toen men echter zoo nabij genaderd was, dat men de hand naar hem kon uitsteken, zonk hij plotseling in de diepte. Zijn lijk is nog niet gevonden. Woensdagavond werd J. D., daglooner te Posterholt, na eene woor denwisseling in de herberg van J, d. V. aldaar, door dezen met een mes den arm bij deu schouder totaal door boord. Den gewonde zijn de laatste sa cramenten toegediend es de herbergier is gevankelijk naar Roermond overgebracht. Twee verpleegden in het Groene Weeshuis te Groningen, die se dert 18 Juni 11. dat gesticht waren ont lucht en zich nu ophielden in het lo gement //Het Vosje," in da Foeliedvrars- straat te Amsterdam, zijn aangehouden en aan de politie overgeleverd. Woensdagv oormiddag zijn op de algemeene begraafplaats te Leeuwarden ter aarde besteld de lijken van de schippersvrouw met drie harer kinderen, die Zaterdagnacht by het zinken van hun vaartuig om het leven waren gekomen. Het was een hoogst aandoenlijk gezicht: de vier lijkkisten en daarachter de treurende vader met de hem overgebleven kindoren, twee jon gens van 10 en 12 en een meisje van 13 jaar. Ds. J. P. Romijn sprak een hoogst treffend woord, dat op alle aanwezigen een diepen indruk maakte. Kort vóór de begrafenis was ook het vijfde lijk, dat van een meisje van jaar, dat nog altoos werd vermist, uit eene der stadsgrachten opgehaald. verbinding tusschen Hoorn en Sehagen besproken en de vraag gedaan, of die var binding wellicht uit een provinciaal oogpunt zou te verkiezen zijn boven de verbinding AlkmaarHoorn. Men stel- zieh de mogelijkheid voor, Jdat de provincie bereid zou zijn voor één dezer verbindingen gelden beschikbaar te stel len. Eene kleine minderheid zou de lijn HoornSehagen zelfs verkiezen. De meerderheid dier afdeeling echter wenschte, ook met het oog op de direc te verbinding tusschen de beide steden Hoorn en Alkmaar, den lokaalspoor weg tusschen deze steden te verkiezen. Algemeen werd eene provinciale sub sidie noodig geacht. De groote uitgaven, die vereischt worden voor onteigening by de stijgende landprijzen, voor aan leg over een gedeelte slappen bodem, voor het maken van talrijke kunstwer ken in een door slooten doorsneden ter rein, vertegedwoordigden zulk een hoog cijfer, dat zelfs oader de meest gunstige omstandigheden, zonder subsidie, aan billijke winst voor den ondernemer te denken valt. Omtrent het bedrag d<»r te verleenen subsidie en ten aanzien van den vorm, waaronder deze zou moeten worden verleend, liepen de meenïngen uiteen. In alle afdeelingen was de overgroote meerderheid van gevoelen, dat de som van ƒ100,000, door Gedeputeerde Sta ten voorgedragen, onvoldoende zou blij ken om het werk tot stand te brengen. In drie atdeelingen werd eenparig het gevoelen uitgesproken, dat om de zaak tot stand te breDgen, eene provinciale bijdrage van ƒ200,000 moest worden Uit het algemeen verslag der afdee lingen over de van Gedeputeerde Staten tot toezegging van een subsidie van 10,0000 uit de provinciale fondsen voor den aanleg van een lokaal-spoorweg volgens het door de heeren C. Bosman en mr. A. P. de Lange, te Alkmaar aangeboden plan, blijkt in hoofdzaak: In alle afdeelingen was men eenstem mig van gevoelen, dat deze lokaalspoor weg is eene zaak van provinciaal belang. In twee afdeelingen werd ook het rijk als bepaald belanghebbende aangewezen. Behalve dat in ééoe afdeeling door de minderheid werd opgemerkt dat de stel ling nog onbewezen is, wat betreft het verkiezen van een lokaalspoorweg boven een stoomtramweg, werd in geene af deeling de juistheid van het oordeel van Gedeputeerde Staten omtrent de voor keur, die aan een lokaalspoorweg moet worden gegeven, in twijfel getrokken. In twee afdeelingen werd die voorkeur uitdrukkelijk door de groote meerder heid geconstateerd. In eene afdeeling werd de stoomtram- Alléén over den vorm, waaronder die zou moeten verstrekt worden, waren de opinies verdeeld. Een dezer afdeelingen wensehte deze bijdrage van twee ton op dezelfde voorwaarde tee te zeggen als Gedeputeerde Staten bij hunne voor dracht hebben gesteld. De beide andere afdeelingen zouden die subsidie willen verleenen in den vorm van een rente loos voorschot, dat geleidelijk zou worden terugbetaald, wanneer de winsten door de eventueel op te richten Maatschappij verkregen, meer dan vier procent 'sjaars bedroegen. In eene dezer beide afdeelin gen was men van meening, dat die vier proeent moest berekend worden van af het eerste jaar der exploi tatie. In eene der afdeelingen werd door de heeren Den Tex, Loman, Yan Nierop i Coninck Westenberg een voorstel igediend en met algemeene stemmen goedgekeurd, strekkende om voor den aanleg van dezen locaal-spoorweg een renteloos voorschot uit de provinciale fondsen toe te zeggen, tot een bedrag der Jkosten van onteigening, verminderd met 40,000, zijnde de door Alkmaar toegezegde bijdrage, doch hoogstens tot een bedrag van 200,000 en op voor waarde lo. dat de aanleg geschiedde door eene naamlooze vennootschap, waarvan de statuten door Gedeputeerde Stoten zijn edgekeurd 2o. dat aan deze vennootschap het voorschot zal worden verleend 3o. dat indien in eenig jaar do winst der Maatschappy meer dan 4pct. mocht bedragen de helft van zoodanig meerder bedrag zal strekken tot aflossing van het voorcchot, tot dat de geheele schuld zal ziju gedelgd; 4o. dat ïn geval van liquidatie het voorschot invorderbaar zijn zal 5o. dat de uitbetaling zal geschieden enz. gelijkluidend met de voordracht sub. 4o. 6o. dat de .subsidie vervalt enz., ge- gelijkluidend met de voordracht sub. 4o. De commissie van rapporteurs is van oordeel, dat de bijdrage door de provin cie te verleenen, behoort te worden verhoogd, en wel tot een maximum van 200,000, evenwel niet als subsidie, maar als renteloos voorschot, onder de voorwaarden in genoemd voorstel opge nomen. Na discussie werd de volgende motie aangenomen z/De Staten, de wenschelijkheid erken nende van het ondersteunen van den aan- z,En gij hebt nog niets gedaan Den ganschen dag heb ik den omtrek doorkruist, maar u heb ik nergens gezien z/Vraag wel excuus, wy hebben ook overal gezocht. Wij bevon den ons te Ch...., waarheen Causson zich zou begeven, volgens de woorden van het telegram, en waar hij ons vanavond ongetwijfeld in handen had moeten vallen." „Dat doet niets ter zake; mij dunkt, dat gij uwe paarden meer spaart, dan ik mijne beenen.... En zie eens hierzeide hij en toonde hun zijn verscheurde handen, wzie eens, wat het mij ge kost heeft, om dien schelm te vattenMaar nu is hij gevangen." En ik vrees, dat hij het niet moeïelijk zal maken aan de rech ters!" zeide een van de gendarmen, die naast Moule was neer geknield en zijne levensgeesten trachtte op te wekken, door hem te schudden en te wrijven. /,Zoudt gij dat denken zeide Causson, op angstigen toon, dit maal zonder te veinzen. z/Wij zullen zien,... Gij handelt echter verkeerd, door hier in dezen toestand te blijveD, gij zy t druipnat. Gij moet u zoo spoedig mogelijk bij den warmen haard gaan koesteren." Een hunner deed Causson de noodige aanwijzingen. Het sche merde nog, zoodat hij de heuvels aan den horizont duidelijk kon onderscheiden. z/Kijk, ziet gy daarginds dien weg langs de helling zeide hij. //Ja." //Welnu, dien moet gij volgen; wanneer gij een halven kilome ter hebt afgelegd, slaat gij rechts af en dan een honderd en vijf tig schreden verder vindt gij een voetpad, dat u naar een boer derij voert." //Juist, begrepen." z/Over een half uur, zoo spoedig mogelijk zullen wij u volgen; wij kunnen onmogelijk met u gaan, nu wij met dezen schelm op gescheept zijn. Hij ziet er uit, alsof hij reeds een lijk was." z/Hoe het ook zij, het zal u minder moeite kosten, hem te be waken, dan mij, om hem gevangen te nemen. Tot straks." z/Gij vergeet mijn mantel 1" ,/Ja, die is mij te lastig. Onder het loopen zal ik wel warm worden." En Causson vertrok dan ook werkelijk in de hem aangegeven richting, terwijl de twee gendarmen achterbleven, die hunne zor gen wijdden aan don drenkeling. Na vier en vijfhonderd schreden te hebben afgelegd, sloeg Caus son links af inplaats van rechts, zooals de gendarmen het hem hadden aangeraden. Hij zou een gevaar ontloopen, dat hem ern stig bedreigde namelijk om een nieuwen vijand te gemoet te loopen. Bij iedere beweging, welke hij deed, kwamen zijne lede maten in aanraking met zijn bevroren kleederen en hy verstijfde. Het zou voor hem onmogelijk zijn, dien nacht door te brengen als den voorgaande, want den volgenden dag zou hij dan onge twijfeld niet meer ontwaken. Hij staarde in de duisternis voor zich uit, om te zien, of bij geen huis kon vinden, waar men hem gastvrijheid zou willen bie- den; hij had vooraf reeds vastgesteld, dat hij een verhaal zou op- disschen, waarin hij zou mededeelen, een ongeluk te hebben ge had, zoodat de menschen dan ongetwijfeld wel medelijden mat hem zouden hebben. Eindelijk, na weer driehonderd schreden te hebben afgelegd, zag hij een helder licht, waar hij recht op afging. Hij trad voorzichtig naderbij en kwam voor een hek. Het was geen boerderij, zooals hij eerst had gemeend, maar een burgerhuis. Met angstige spanning vroeg hij zich af, welke ontvangst hem daar zou wachten, of hij moest schellen, of dat men hem zou afwijzen; toen hij achter zich de voetstappen van twee mannen hoorden. Hy luisterde.... de voetstappen kwamen naderbij. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2