naar
15 E N N SS N I I).
echtgenoote van den heer Fleur gaf zulke
duidelijke verklaringen, dat aan de sthuld
niet getwijfeld kon worden. Het hoogst
ernstige van het misdrijf in aanmerking
nemende, eischte de off. van justitie twee
jaar gevangenisstraf, terwijl de toege
voegde verdediger, mr. Kronenberg, de
clementie der rechtbank inriep.
Bij de Yereeniging
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser.
- Een voor ziekenoppasser. - Drie voor
kantoorlooper. - Een voor portier. - Een
voor schoenmaker. - Een voor metselaars-
kecht. - Een voor broodbakkersknecht.
- Twee voor tuinmansknecht. - Een voor op
zichter. - Vijf voor aardwerkers of los
werkman. - Tien voor werkster of schoon
maakster. - Een voor burgerwaschvrouw.
- Een voor hulpkookster. - Drie voor
burgernaaister. - Drie voor breister. - Twee
voor mangelwerk. - Een voor strijkster,
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wenschen gebruik te
makenwordt beleefd verzocht zich
schriftelijk tot het Bestuur der Yereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
Letteren en Kunst.
De Nederlandsehe Etsclub is uitge-
noodigd tegen Januari een tentoonstel
ling van etsen te houden te New-Yerk.
(N.R.C.)
Het Vaderland bericht, dat aan
Mesdag eene groote onderscheiding ten
deel gevallen is.
Op voordracht van den directeur des
Beaux-Arts heeft de fransche regeering
besloten voor rekening van den staat a«n
te koopen: „Avant l'Orage," de schilderij
die Mesdag op den Salon du Champ de
Mars (den nieuwen Salon) had ingezon
den en die men zal zich dat nog wel
herinneren door Paul Mantz in de
Temps zoo warm was geprezen.
„Avant l'Orage" zal eene plaats krij
gen in het //Luxembourg."
Men meldt uit Apeldoorn,
van 10 Juli. Heden ochtend acht uur is
uit Bentheim op het paleis //Het Loo"
aangekomen de erfprins Frederik van
Waldeck Pyrmont, broeder van H. M.
de Koningin.
Naar wij vernemen, is d
ex-koningin van Servië Nathalia voor
nemens, weder eenigen tijd te Scheve-
ningen te komen vertoeven. Avp
De h e e r e n m r. Th. M. V e r-
ster, advocaat, S. Boom, J. W. van
Vooren, L. C. van VleuteD, H. W.
Golbach, G. A. Herklots, R. L. Keiler
man, J. Barthélémy, B. van Erp Taal
man Kip, J. G. J. van Oppenraay en
A. C. Eyssel, allen oud-officieren van
het Ned. of Ned.-Indische leger, hebben
aan de Eerste en de Tweede Kamer we
der adressen gericht over de zaak Willink
Ketjen. Zij deelen mede, dat zij, na aan
den raad van ministers een adres gericht
te hebben, een onderhoud gehad hebben
met den minister van koloniën. Deze
heeft verklaard, dat de regeering niet
voornemens was, aan de bezwaren van
adressanten te gemoet te komen. Zij
vroegen toen in eene oproeping aan het
nederlandsehe volk geldelijken steun, om
de regeering langs gereehtelijken weg te
noodzaken het onrecht, dat den heer
Ketjen aagedaan zou zijn, te herstellen
in de eerste plaats door de afgifte van
de door hem geëischte stukken. Die
steun is echter niet voldoende verleend,
zoodat de heer Ketjen buiten Nederland
een werkkring heeft gezocht en adres
santen verzocht hunne pogingen te staken.
Aan dit verzook hebben zij voldaan,
doch zij verzoeken nu aan de Kamer,
bij de regeering aan te dringen lo. als
nog eene schadeloosstelling voor het door
hem thans gederfde volle pensioen uit
te keeren en 2o. zoodanige wijzigingen
te brengen in de regeling van het ont-
der N.-I. officieren, dat nimmer
meer op deze wijze een braaf en dapper
officier, in de kracht van zyn leven, aan
het leger en het vaderland kan worden
ontrukt.
Als een ongewoon verschyn-
sel meldt men, dat tot hiertoe van de
166 gekeurde adsp.-cadets voor de Kon,
Mil. Academie te Breda, reeds 37 ge
neeskundig zijn afgekeurd.
Een zeer lezenswaardige
brochure, getiteld: De Anti-Slavernij
Conferentie en Invoerrechten in den Con
go-Staat^ door //Een Koooman," is te
Rotterdam verschenen. Glashelder wordt
er de kwestie, waarover reeds zooveel te
koop is geweest, in behandeld en aan
de hand van onwederlegbare cijfers
o. a. in het licht gesteld, dat, ten minste
voorloopig, van den handel toch geen
genoegzame bijdragen te wachten zijn
om de uitgaven van den Vrijen Congo-
staat te dekken.
De schrijver eindigt zijne degelijke
studie, voor welker vermelding wij tot
ons leedwezen slechts een klein gedeelte
van onze plaatsruimte kunnen afstaan,
met hulde te brengen aan de Regeering
voor hare ferme houding in deze zaak
en de hoop uit te spreken, dat van wij
ziging der Berlijnsche Algemeene Congo-
akte vooreerst geen sprake meer zal
zijn.
Uit 'sHage wordt aan de
N. R. GtgemeldDoor eenige ingeze
tenen is thans ter onderteekening bij de
burgerij in omloop gebracht een alge
meen verzoekschrift aan Z. M. den Ko
ning ia zake de waterverversching.
In het adres wordt o. a. het vertrou
wen uitgesproken, dat requestranten geen
ij del beroep doen op Zr. Ms. bekende
groote rechtvaardigheid, vooral daar waar
het geldt het welzijn van 's Konings
onderdanen, wanneer zij Z. M. eerbiedig
naderen met het innige verzoek, een
einde te doen maken aan den gezond
heid van burgerij bödreigenden toestand,
De adressan ton spreken ook het ver
moeden uit, dat H. K. H. mevrouw de
groothertogin van Saksen, Prinses Sophia
der Nederlanden, het grootste gedeelte
der voor het kanaal benoodigde terreinen
kosteloos aan het gemeentebestuur af
stond in de overtuiging daarmede te
handelen tot heil van de gezondheid der
residentiebewoners.
Bij het 10 Deutsche Bundes-
8chiessen te Berlijn, bedraagt tot heden
het getal der winnaars van prijsbekers
circa 60 op 300 meter, en 60 op 17"
meter. Hierbij zyn onze landgeaooten de
heeren J. van Mens uit Rotterdam en
H. van Wijugaarden uit Gouda, beiden
op 300 meter.
Dinsdagmiddag te 3 uren begon de
voor de overwinnaars roemrykste wed
strijd op 300 meter en 175 meter, om
de 20 eerebekers, 10 op eiken afstand.
Bij dezen wedstrijd kon uit elke stad
slechts een en wel de beste schutter
mededingen, met toestemmieg en op
wijzing van het bestuur der vereaniging,
waarvan hij lid is. Deze keurbende
kampte nu onderelkander om in den
kortst mogelijken tijd 180 punten te be
halen (maximum der schyf, centrum telt
4.) Zoodra 10 schutters op elk der af
standen het benoodigde getal punten
hebben geschoten, is de wedstrijd ge
sloten.
Overwinnaars waren naar volgorde:
Op 300 meter. 1. Hinach uit Hamburg
2. Elmer uit St. Gallen, 3. Schwerin
uit Berlijn, 4. Von Dall Armi uit Mün-
chen, 5. Ganzlofer uit Deehinge;
Oehring uit Eisleben, 7. Ziekenheimer
uit Mainz, 8. Möller uit Altona, 9. Her
telt uit Liegnietz, 10. Eugen Ritzl uit
Fügen (Tirol.)
Op 175 meter. 1. Heinze uit Söbau,
2. Franz Ritzl uit Fügen (Tirol), 3
Foitzieek uit Liegnitz, 4. Von Nessel-
rode uit Tegernsee, 5. Keseberg uit
Weissenfels, 6. Hermann uit Dillingen,
7. Zimmermann uit New-York, 8. Ja-
notta uit Troppau, 9. Glass uit Zwickau,
10. Dr. Rummal uit Halle a/S.
Woensdag werden nog door de vol
gende Hollanders prijsbekers behaald
de heeren J. van den Donker, Rotter
dam J. H. Schreuder, RotterdamF.
Kesting, Kralingen; J. van Sillevoldt
Kralingen, allen loden der scherpschut*
tersvereeniging //Rotterdam."
(JV. R. C
Naar uit Bielefeld gemeld
wordt, wil de Allgemeene Fleischer Zei-
tung uit betrouwbare bron weten, dat
serdert Dinsdag jl. de invoer van Hol-
landsch spek in Duitschland verboden
is.
De gemeenteraad van A m-
sterdam heeft ƒ700,000 beschikbaar ge
steld tot het maken van een golfbreken-
den dam aan de Handelskade en de op
richting van loodsen enz. Het besluit
werd genomen met 21 tegen 2 stemmen,
na verwerping, met 16 tegen 7 stemmen,
van oen voorstel tot uitstel van behan
deling.
De voordracht om volgens een over
gelegd plan over te gaan tot de vernieu
wing der bestrating en den aanleg van
verhoogde voetpaden op den Dam, werd
aangenomen met 19 tegen 3 stemmen.
Benoemd is tot leeraar in de oude talen
aan het gymnasium aldaar, de heer A.
Poutsma te Tiel.
Aan dr. C. Kerbert is op zijn verzoek
eervol onslag verleend als leeraar in de
natuurlijke geschiedenis aan de kweek
school voor onderwijzers en onderwijze
ressen te Amsterdam.
Zaterdagavond is te A m-
sterdam een ongeval gebeurd, dat zeer
ernstige gevolgen had kunnen hebben.
Om half elf viel, zonder dat daarvoor
eenige reden kon opgegeven worden
(wind was er niet), eensklaps, oader
hevig kraken, de schutting van het in
aanbouw zijnde café Suisse in de Kal-
verstraat te Amsterdam omver. Gelukkig
brachten het late uur en het regen
achtige weder mede, dat, toen het onge
val plaats had, niet veel menschen pas
seerden. Yan deze weinigen kwamen
echter een man en een vrouw onder de
planken, welke nog aan elkander beves
tigd waren, daar de schutting in haar
geheelen omvang (slechts één door het
zy perceel geschutte paal bleef overeind
staan) om verviel. Hoewel dit met zeer
veel moeite gepaard ging, werd hot ge
vaarte door een honderdtal rappe armen
zoover omhoog gelicht, dat men de er
onder liggende gewaar werd en hulp
koQ bieden.
De vrouw bleek er hot best te zijn
afgekomen do man was bewusteloos en
werd in Dick's schoenenmagazijn bin
nengedragen, bijgemaakt en naar het
;asthui8 gebracht. Op het algemeen ge
schreeuw men dacht dat er nog meer
menschen onder het hout lagen kwam
de officier van de hoofdwacht met zijn
mannen te hulp gesneld en een poosje
later ook de inmiddels gealarmeerde
brandweer. Door de soldaten en eenige
naderbij gekomen politieagenten werd
het terrein afgezet, waarna de brand
weer met het opruimen begon. Van de
perceelen bewoond door de heeren
Dickhoff en Salm en Dick's schoenen
magazijn, zijn de glazen en de roeden
voor de vensters der bovenverdieping
verbrijzeld door de daartegen
len palen.
De fransche marineschepen
MoueiteSardina en Kar eng zijn Woens
dag en Donderdag in de haven van
Nieuwediep gekomen, ten einde eenige
dagen aldaar door te brengen en de
tochten op de Noordzee ter bescherming
der visschersvloot voort te zetten. Aan
boord van die vaartuigen werden door
de zee-officieren uit de marine-directie
te Willemsoord bezoeken afgelegd.
Een uitzondering op den re-
gel. Een 15jarigen jongen te Breda, die
gaarne in dienst wilde doch was afge
keurd wegens een vroeger gebroken en
thans krommen vinger, heeft dien op
nieuw doen breken en recht zetten.
Behelzen zoo bericht men
aan de N. Oron. Crt. de geruchten
waarheid, dan is tegenwoordig bij de
rechtbank te Winschoten eene zaak in
onderzoek, waarvoor de aanleiding ge
lukkig tot de zeldzaamheden behoort.
Halverwege de maand Juni van dit
jaar werd in de gemeenteraadszitting te
Oude-Pekela, méér druk dan waardig,
gediscussiëerd over het weerstandsver
mogen van den onderbouw eener bij die
gemeente in onderhoud zbnde draaibrug.
Volgens een rapport van den gemeente-'
opzichter zou het voldoende volgens
een lid vau dien raad, nl. den heer
Croese, directeur van het post en tele
graafkantoor, echter on\oldoende zijn,
teu bewyze waarvan door dat raadslid
tegelijkertijd boorsel werd overgelegd,
hetwelk volgens door den aannemer van
openbare werken aldaar, den heer H.,
bij onderzoek en boring van den brug-
stoel op drie onderscheidenen plaatsen
zou verkregen.
Volgens een voorzitter had die aan
nemer voer het doen van die boriDgen
of dat onderzoek geene opdracha vanwe
ge het gemeentebestuur ontvangeo, was
dus daartoe niet bevoegd en handelde
derhalve wederreohtelijk. hetgeen, vol
gens het verslag van die zitting, aan het
raadslid voornoemd de verklaring ont
lokte dat die handeling behoorde te wor
den vervolgd.
Daargelaten of dit laatste gemeend
was of niet eene vervolging is, naar men
verzekert, ingesteld, terwijl als waar
schijnlijk gevolg daarvan twee leden van
van gemelden raad, w.o. de heer C„
alsmede de gemeente-opzichter, door den
heer rechter commissaris bij gemelde
rechtbank zijn gehoord.
Woensdag is by het kers-
bergsche veer een tjalkschipper oen reef'
touw willende vastmaken, over boord
gevallen en verdronken. Zijne vrouw
was niet bij machte hem te helpen, maar
er kwam spoedig hulp opdagen; toen
men echter zoo nabij genaderd was, dat
men de hand naar hem kon uitsteken,
zonk hij plotseling in de diepte. Zijn
lijk is nog niet gevonden.
Woensdagavond werd J. D.,
daglooner te Posterholt, na eene woor
denwisseling in de herberg van J,
d. V. aldaar, door dezen met een mes
den arm bij deu schouder totaal door
boord. Den gewonde zijn de laatste sa
cramenten toegediend es de herbergier is
gevankelijk naar Roermond overgebracht.
Twee verpleegden in het
Groene Weeshuis te Groningen, die se
dert 18 Juni 11. dat gesticht waren ont
lucht en zich nu ophielden in het lo
gement //Het Vosje," in da Foeliedvrars-
straat te Amsterdam, zijn aangehouden
en aan de politie overgeleverd.
Woensdagv oormiddag zijn
op de algemeene begraafplaats te
Leeuwarden ter aarde besteld de lijken
van de schippersvrouw met drie harer
kinderen, die Zaterdagnacht by het
zinken van hun vaartuig om het leven
waren gekomen. Het was een hoogst
aandoenlijk gezicht: de vier lijkkisten
en daarachter de treurende vader met de
hem overgebleven kindoren, twee jon
gens van 10 en 12 en een meisje van
13 jaar. Ds. J. P. Romijn sprak een
hoogst treffend woord, dat op alle
aanwezigen een diepen indruk maakte.
Kort vóór de begrafenis was ook het
vijfde lijk, dat van een meisje van
jaar, dat nog altoos werd vermist, uit
eene der stadsgrachten opgehaald.
verbinding tusschen Hoorn en Sehagen
besproken en de vraag gedaan, of die
var binding wellicht uit een provinciaal
oogpunt zou te verkiezen zijn boven de
verbinding AlkmaarHoorn. Men stel-
zieh de mogelijkheid voor, Jdat de
provincie bereid zou zijn voor één dezer
verbindingen gelden beschikbaar te stel
len. Eene kleine minderheid zou de lijn
HoornSehagen zelfs verkiezen. De
meerderheid dier afdeeling echter
wenschte, ook met het oog op de direc
te verbinding tusschen de beide steden
Hoorn en Alkmaar, den lokaalspoor
weg tusschen deze steden te verkiezen.
Algemeen werd eene provinciale sub
sidie noodig geacht. De groote uitgaven,
die vereischt worden voor onteigening
by de stijgende landprijzen, voor aan
leg over een gedeelte slappen bodem,
voor het maken van talrijke kunstwer
ken in een door slooten doorsneden ter
rein, vertegedwoordigden zulk een hoog
cijfer, dat zelfs oader de meest gunstige
omstandigheden, zonder subsidie, aan
billijke winst voor den ondernemer
te denken valt.
Omtrent het bedrag d<»r te verleenen
subsidie en ten aanzien van den vorm,
waaronder deze zou moeten worden
verleend, liepen de meenïngen uiteen.
In alle afdeelingen was de overgroote
meerderheid van gevoelen, dat de som
van ƒ100,000, door Gedeputeerde Sta
ten voorgedragen, onvoldoende zou blij
ken om het werk tot stand te brengen.
In drie atdeelingen werd eenparig het
gevoelen uitgesproken, dat om de zaak
tot stand te breDgen, eene provinciale
bijdrage van ƒ200,000 moest worden
Uit het algemeen verslag der afdee
lingen over de van Gedeputeerde Staten
tot toezegging van een subsidie van
10,0000 uit de provinciale fondsen voor
den aanleg van een lokaal-spoorweg
volgens het door de heeren C. Bosman
en mr. A. P. de Lange, te Alkmaar
aangeboden plan, blijkt in hoofdzaak:
In alle afdeelingen was men eenstem
mig van gevoelen, dat deze lokaalspoor
weg is eene zaak van provinciaal belang.
In twee afdeelingen werd ook het rijk
als bepaald belanghebbende aangewezen.
Behalve dat in ééoe afdeeling door de
minderheid werd opgemerkt dat de stel
ling nog onbewezen is, wat betreft het
verkiezen van een lokaalspoorweg boven
een stoomtramweg, werd in geene af
deeling de juistheid van het oordeel van
Gedeputeerde Staten omtrent de voor
keur, die aan een lokaalspoorweg moet
worden gegeven, in twijfel getrokken.
In twee afdeelingen werd die voorkeur
uitdrukkelijk door de groote meerder
heid geconstateerd.
In eene afdeeling werd de stoomtram-
Alléén over den vorm, waaronder die
zou moeten verstrekt worden, waren de
opinies verdeeld. Een dezer afdeelingen
wensehte deze bijdrage van twee ton op
dezelfde voorwaarde tee te zeggen als
Gedeputeerde Staten bij hunne voor
dracht hebben gesteld. De beide andere
afdeelingen zouden die subsidie willen
verleenen in den vorm van een rente
loos voorschot, dat geleidelijk zou worden
terugbetaald, wanneer de winsten door
de eventueel op te richten Maatschappij
verkregen, meer dan vier procent 'sjaars
bedroegen. In eene dezer beide afdeelin
gen was men van meening, dat die
vier proeent moest berekend worden
van af het eerste jaar der exploi
tatie.
In eene der afdeelingen werd door de
heeren Den Tex, Loman, Yan Nierop
i Coninck Westenberg een voorstel
igediend en met algemeene stemmen
goedgekeurd, strekkende om voor den
aanleg van dezen locaal-spoorweg een
renteloos voorschot uit de provinciale
fondsen toe te zeggen, tot een bedrag
der Jkosten van onteigening, verminderd
met 40,000, zijnde de door Alkmaar
toegezegde bijdrage, doch hoogstens tot
een bedrag van 200,000 en op voor
waarde
lo. dat de aanleg geschiedde door eene
naamlooze vennootschap, waarvan de
statuten door Gedeputeerde Stoten zijn
edgekeurd
2o. dat aan deze vennootschap het
voorschot zal worden verleend
3o. dat indien in eenig jaar do winst
der Maatschappy meer dan 4pct. mocht
bedragen de helft van zoodanig meerder
bedrag zal strekken tot aflossing van het
voorcchot, tot dat de geheele schuld zal
ziju gedelgd;
4o. dat ïn geval van liquidatie het
voorschot invorderbaar zijn zal
5o. dat de uitbetaling zal geschieden
enz. gelijkluidend met de voordracht
sub. 4o.
6o. dat de .subsidie vervalt enz., ge-
gelijkluidend met de voordracht sub. 4o.
De commissie van rapporteurs is van
oordeel, dat de bijdrage door de provin
cie te verleenen, behoort te worden
verhoogd, en wel tot een maximum van
200,000, evenwel niet als subsidie,
maar als renteloos voorschot, onder de
voorwaarden in genoemd voorstel opge
nomen.
Na discussie werd de volgende motie
aangenomen
z/De Staten, de wenschelijkheid erken
nende van het ondersteunen van den aan-
z,En gij hebt nog niets gedaan Den ganschen dag heb ik den
omtrek doorkruist, maar u heb ik nergens gezien
z/Vraag wel excuus, wy hebben ook overal gezocht. Wij bevon
den ons te Ch...., waarheen Causson zich zou begeven, volgens de
woorden van het telegram, en waar hij ons vanavond ongetwijfeld
in handen had moeten vallen."
„Dat doet niets ter zake; mij dunkt, dat gij uwe paarden meer
spaart, dan ik mijne beenen.... En zie eens hierzeide hij en
toonde hun zijn verscheurde handen, wzie eens, wat het mij ge
kost heeft, om dien schelm te vattenMaar nu is hij gevangen."
En ik vrees, dat hij het niet moeïelijk zal maken aan de rech
ters!" zeide een van de gendarmen, die naast Moule was neer
geknield en zijne levensgeesten trachtte op te wekken, door hem
te schudden en te wrijven.
/,Zoudt gij dat denken zeide Causson, op angstigen toon, dit
maal zonder te veinzen.
z/Wij zullen zien,... Gij handelt echter verkeerd, door hier in
dezen toestand te blijveD, gij zy t druipnat. Gij moet u zoo spoedig
mogelijk bij den warmen haard gaan koesteren."
Een hunner deed Causson de noodige aanwijzingen. Het sche
merde nog, zoodat hij de heuvels aan den horizont duidelijk kon
onderscheiden.
z/Kijk, ziet gy daarginds dien weg langs de helling zeide hij.
//Ja."
//Welnu, dien moet gij volgen; wanneer gij een halven kilome
ter hebt afgelegd, slaat gij rechts af en dan een honderd en vijf
tig schreden verder vindt gij een voetpad, dat u naar een boer
derij voert."
//Juist, begrepen."
z/Over een half uur, zoo spoedig mogelijk zullen wij u volgen;
wij kunnen onmogelijk met u gaan, nu wij met dezen schelm op
gescheept zijn. Hij ziet er uit, alsof hij reeds een lijk was."
z/Hoe het ook zij, het zal u minder moeite kosten, hem te be
waken, dan mij, om hem gevangen te nemen. Tot straks."
z/Gij vergeet mijn mantel 1"
,/Ja, die is mij te lastig. Onder het loopen zal ik wel warm
worden."
En Causson vertrok dan ook werkelijk in de hem aangegeven
richting, terwijl de twee gendarmen achterbleven, die hunne zor
gen wijdden aan don drenkeling.
Na vier en vijfhonderd schreden te hebben afgelegd, sloeg Caus
son links af inplaats van rechts, zooals de gendarmen het hem
hadden aangeraden. Hij zou een gevaar ontloopen, dat hem ern
stig bedreigde namelijk om een nieuwen vijand te gemoet te
loopen. Bij iedere beweging, welke hij deed, kwamen zijne lede
maten in aanraking met zijn bevroren kleederen en hy verstijfde.
Het zou voor hem onmogelijk zijn, dien nacht door te brengen
als den voorgaande, want den volgenden dag zou hij dan onge
twijfeld niet meer ontwaken.
Hij staarde in de duisternis voor zich uit, om te zien, of bij
geen huis kon vinden, waar men hem gastvrijheid zou willen bie-
den; hij had vooraf reeds vastgesteld, dat hij een verhaal zou op-
disschen, waarin hij zou mededeelen, een ongeluk te hebben ge
had, zoodat de menschen dan ongetwijfeld wel medelijden mat hem
zouden hebben. Eindelijk, na weer driehonderd schreden te hebben
afgelegd, zag hij een helder licht, waar hij recht op afging. Hij
trad voorzichtig naderbij en kwam voor een hek. Het was geen
boerderij, zooals hij eerst had gemeend, maar een burgerhuis. Met
angstige spanning vroeg hij zich af, welke ontvangst hem daar zou
wachten, of hij moest schellen, of dat men hem zou afwijzen; toen
hij achter zich de voetstappen van twee mannen hoorden. Hy
luisterde.... de voetstappen kwamen naderbij.
Wordt vervolgd