een ander patroon ten slotte heeft het aantal werkuren van 11 tot 10 per dag teruggebracht. Van verschillende andere patroons waren brieven ingekomen waarin bezwaren tegen de inwilliging van de wenschen dar gezellen geopperd werden, en die o. a. gegrond waren op de onmogelijkheid van het op zich ne men eener verbindtenis met het oog op de concurrentie. Van eene der groote drukkerijen kwam een schrijven in, houdende mededeeling dat hare directie de loonsverhooging in beginsel goed keurde en billijk acht, maar dat zij den datum van het in werking treden der verhooging in overleg met de gezellen zeiven wenschte vast te stellen. Samen- spreking met een 6-tal patroons leidde tot geen resultaat, ook na eene herhaalde vergadering niet. Ook de secretaris-gezel Weelink gal een uitvoerig verslag van de bemoeiingen van dat comité, waarna de voorzitter uit een en ander de ge volgtrekking maakte, dat het noodig is dat alle gezellen over het gansche laod zich organiseeren tot een verbond met eene algemeene weerstandskas. Hij stelde dus voor dat allen zich zouden aansluï ten aan den in de Paaschdagen te Utrecht opgerichten typografenbond welks weerstandkas zich over het ge- heele land zal uitstrekken. Zonder discus sie werd dit voorstel met twee stemmen tegen aangenomen en, verklaarde de ver gadering daarmede dat vereeniging over het geheele land het eenige middel is om de wenschen der typografen op den duur ingewilligd te krijgen. Aan het tegenwoordig comité, van zijn mandaat ontslagen, werd bij acclamatie opgedra gen de verdere beweging te leiden, ter wijl er twee zetters aan werden toege voegd. Hierna ging de vergadering uiteen. Zaterdagmiddag te 5 uren is met uitstekend gevolg van de werf der Nederlandsche Stoombootmaatschappij te water gelaten hei stoomschip 4de kl. Zeeduif j gebouwd voor de goevernements- marine in Nederlandsch-Indië. Het kleine maar sierlijke vaartuig heeft eene lengte tusschen de loodlijnen van 40 M., eene grootste wijdte van 7.35 M. en eene holto van de buiten spanning tot de rechte lijubalken van 3.70 M. Het vaartuig is voorzien van een stel verticale, direct werkende stoom werktuigen van 400 I. P. K. Het schip is gebouwd van staal. Daar omheen is het houtwerk aangebracht, terwijl de houten kiel daarna is geko perd. De soliditeit van het vaartuig laat diensvolgens niets te wenschen over. Op het terrein voor de aan staande landbouw-tentoonstelling te Dor drecht is Zaterdagnacht de groote houten loods geheel tegen den grond gewaaid. Zondagochtend was men echter reeds bezig aan het herstellen der schade. Uit Berkel en Rodenrijs wordt geschreven Vrijdag had alhier het volgende ODge- luk plaats. De landbouwer A. van Vliet bracht met eene drïewielige kar mest naar zijn land en passeerde daarmede den Klapwijkschen weg, toen het paard eensklaps schrikte en op hol sloeg. Het paard haalde het rijtuig van den veearts R. de Heer, wonende alhier, in, reed dit aan, zoodat het rijtuig omsloeg en de beer R. de H. door zijn val het wiel van de geladen mestkar over zijne borst kreeg. Hij is inwendig zwaar gekneusd. Te Puttershoek is Vrijdag- avond te ongeveer half negen ure bij zwaar on weder de bliksem geslagen in eene schuur, in eigendom toebehoorende aan C. Vogelaar. Zij is met de daar- aanstaande drie woningen tot den grond toe afgebrand. Het huis is verzekerd, terwijl de inboedels der arbeiderswo ningen onverzekerd waren. Voorts is de bliksem geslagen op eene roede van den korenmolen van den heer Spruitenburg te Alblasserdam. Een stuk van de roe is weggeslagen, en hoewel ook in den molen eenige schade veroor zaakt werd, heeft de bliksem geen brand veroorzaakt. Te Rijp en omstreken ging het onweder gepaard met zwaren slagregen, Twee koeien van den heer J. S. te doodelijk getroffen. Te Bus en Dam (gemeente Uitgeest) is door het inslaan van den bliksem eene groote boerderij, bewoond door den land bouwer Kleijne, en toebehoorende aan den heer Laan van Wormerveer, ia de asch gelegd. Te Graftdijk is, ook tengevolge van het onweder, de houtzaagmolen van den heer G. afgebrand. Omtrent het inslaan van den bliksem te Kattendijke wordt ons nader gemeld, dat do hoeve toebehoort aan jhr. Ridder Huyssen van Kattendijke en eerst sedert Vrijdag door een nieuwen pachter was betrokken. Deze heeft groote schade ge leden, daar hij zijne bezittingen (de roe rende have, enz.) nog niet verzekerd had De pastorie der doleerenden te Heeg werd insgelijks door den bliksem getroffen. Het huis is aanmerkelijk beschadigd. De bewoners bleven ongedeerd. In den nacht vanZaterd op Zondag brak in de kom der gemeente Zeist een hevige brand uit in de fabriek van terra-eotta-artikelen van den heer M. aldaar. Door het krachtdadig optre den der brandweer bleef de brand tot een houten gebouw beperkt en leden de aangrenzende, mede behoorende tot noemde, fabriek betrekkelijk slechts weinig schade. Naar aanleiding van he bericht betreffende den knaap, wiens arm zou ziju afgezet omdat er bloed vergiftiging was ingetreden na den slan- geheet, wordt ons uit Arnhem gemeld, dat de knaap vier weken geleden ge beten, en vervolgens ook in het Saint- Elizabeth's gesticht verpleegd, maar zoo als hersteld is, dank zij de flinke doeltreffende voorzorgsmaatregelen tegen het vergiftigen van het bloed, ter stond nadat hij gebeten was. NR. Ct.) Te Deventer werd in des week van acht heerenhuizen het lood weggenomen. Bij verschillende kooplie den aldaar werd door de politie eene hoeveelheid van ruim 100 Kg. aan stuk ken gesneden lood in beslag genomen, De vermoedelijke dader is door haar op gespoord. Te Maastricht werd dez week een schutter, die nog geen uniform had ontvangen en zich naar het exer citieplein begaf, door een agent van politie gesommeerd, zijn geweer naar huis te brengen, als zijnde het dragen daarvan in strijd met de wet. De schut ter, tusschen wet en plicht moetende kiezen, voldeed aan de wet en kwam zonder geweer bij de oefeningen. Rechtszaken. Op 3 October 1889 strandde het schip de Vrouw Annaschipper Moraal, met eene lading rogge op reis van Amster dam naar Almeloo, onder stormweder op de steenen kribben bij den vuurtoren van Urk. Nadat eerst de opvarenden waren gered, hebben een aantal Urkers het meerendeel van de lading rogge ge borgen en zijn er vervolgens in geslaagd, het schip met het restant lading, die be schadigd was, af en binnen te brengen De geconsigneerden der lading zonden een gemachtigde naar Urk om hunne belangen waar to nemen, welke een berg loon van f 400 voor de lading aanbood. De Urkers weigerden echter iets af te geven zonder betaling van f 1300, zijnde f 900 bergloon voor de lading en f 400 voor het schip. Na lang onderhandelen, waarbij twee der Urkers zich als woordvoerders en bestierders der geheele bergingsope ratie voordeden, werd het aanbod tot f 500 verhoogd en de ei.ch verlaagd tot f 1200, waaronder 1 800 bergloon voor de lading. Hierop is door de gecoüsig- neerden der lading, die noch de roeping noch de verplichting hadden, bergloon veor het schip te betalen, aangeboden om f 800, het bedrag van den eisch voor de lading, bij den raadsman te Kampen van de bergers te deponeeren, waartegen deze de rogge moesten afgeven, terwijl ver volgens het bedrag van het hun eompe- teerende door arbiters of de rechtbank kon worden bepaald. De Urkers wilden Grootschermer werden door den bliksem echter van zoodanige regeling niets weten I makende en bleven afgifte van het geborgene an ders dan tegen betaling weigeren. Onder deze omstandigheden zagen de eigenaars der lading zich genoodzaakt, den rechts weg in te slaan; doar storting van het bedrag verschaften zij zich eenen borg tocht ten beloope van f 800 voor de riehtige betaling van het door hen ver- ichuldigd te blijken bergloon, afgegeven door eene solide kassiersfirma te Alkmaar. Bij deurwaardersexploot lieten zij daar op aan de beide hoofden der bergers het cognossement, dat aan hen luidde, ver- toonen om zich als rechthebbenden op de lading te legitimeeren, den borgtocht aan bieden en tegen overgave daarvan tot igifte van de rogge sommeeren. De deur waarder beteekende, gelijk hem was op gedragen, het exploot aan de beide Ur kers in persoon, doch zag zijn aanbod niet aangenomen, noch aan zijne som matie voldaan. Als eenig antwoord wer den na een paar dagen de geconsigneer den door de beide hoofden der bergers gesommeerd om aan hen ƒ800 bergloon te betalen, waartegen hun de rogge zou worden afgegeven. Hieraan voldeden op hunne beurt de geconsigneerden niet, doch dagvaardden de beide Urkers voor do rechtbank te Alkmaar tot afgifte der rogge zonder betaling van bergloon, sus- tineerende dat de bergers door te weige ren, het geborgene tegen voldoende borg tocht aan de rechthebbenden af te geven, volgens art,. 548 W. v. K. alle aanspraak daarop hadden verloren. Niettegenstaande hunne evengemelde sommatie lieten de Urkers ten processe beweren, vooreerst dat zy niet de eenigen waren, die de rogge hadden en konden afgeven, want dat er wel honderd bergers waren; wij ders dat de borgtocht niet ruim genoeg was gesteld, want dat die ook bergloon voor het schip had moeten omvatteD, en eindelijk dat het bedrag van den berj tocht onvoldoende was. Do rechtbank wees hierop een inter locutoir vonnis, waarbij zij de exceptie van de gedaagden op grond van de door hen gedane sommatie verwierp, en even- zeer het eerste bezwaar tegen den borg tocht ongegrond verklaarde, daar het tot de ongerijmdheid zoude leiden, dat een eigenaar, om zijn goed terug te krijgen, ook borg zoude moeten stellen voor ber^ loon voor goed van een ander. Bleef dus als eenige vraag over of het bedrag vol doende was, waaromtrent de rechtbank een deskundig onderzoek beval. De des kundigen, drie oud-gezagvoerders, rap porteerden dat den bergers een loon van ƒ600 zoude hebben gecompeteerd en dat alzoo een borgtocht van /'800 ruim vol doende was te achten. Na dit rapport werd de zaak door de eischers vervolgd en door de gedaagden geen verder ver weer gevoerd, zoodat de eisch werd toe gewezen. Toen dit eindvonnis aan do beide was beteekend, wilden deze nog niet de rogge afgeven, zonder beta ling te krijgen van ƒ600 bergloon, in stede van zeiven bij de afgifde de pro ceskosten te betalen, waarin z:j waren gecondemneerd. Deze weigering deed de eischers besluiten, den bij het vonnis toe passelijk verklaarden lijfsdwang uit te oefenen, en zulks te eerder, naardien zij van de gecondemneerden, die zich eerst samen f 800 wilden laten betalen en later beweerden eigenlijk niet over de afgifte te zeggen te hebben, meer onaangename verrassingen mochten verwachten. Op eene daartoe gehuurde stoomboot nam de deurwaarder de noodige zakken enz. mede, om niet in verlegenheid te zijn, waüneer de Urkers op het herhaald bevel de rogge eens mochten afgeven, alsmede 5 rijks veldwachters, door den officier van jus titie ter assistentie medegegeven. De ge condemneerden voldeden niet aan het herhaald bevel en werden, na eenig ver zet van de overige bewoners, aan boord gevoerd en te Alkmaar in gijzeling ge steld. Na eenige dagen werden zij daaruit ontslagen, daar inmiddels de zaak was beëindigd met eene schikking, waarbij de Urkers de rogge behielden en een bedrag voor de waarde daarvan en de proces kosten betaalden. Voor de vacantiekamer der arrond.- rechtbank te Maastricht zal Dinsdag 12 Augustus worden behandeld de gerucht zaak tegen Joseph Claasen, kleermaker, wonende te Aken, thans ge detineerd, beschuldigd van diefstal en poging tot moord onder de volgende om standigheden. Bekl. was in den voor middag van 24 Maart 11. met nog twee andere personen in de herberg van Jo- han Lintzen, te Holzet-Vaals gekomen, en had daar in de gelagkamer plaatst genomen. Ben hunner vroeg aan de vrouw, die alleen thuis was en ook winkel houdt, iets te koopen. Terwijl zij tot dat einde met hem naar den winkel ging, begaven zich de beide an deren naar boven, doorsnuffelden daar kisten en kasten en namen alles van hun gading aan goud, zilver en gereed geld mede. De vrouw, die boven geraas hoorde, spoedde zich derwaarts, doch werd door de beide onverlaten zoo deer lijk mishandeld, dat men aanvankelijk voor haar behoud vreesde en zij ook thans nog lijdende is. Op haar hulpge roep kwam een buurman toeschieten, die echter op dolksteken onthaald werd. Middelerwijl waren ook andere buren komen aanloopen, bij wier komst het drietal de vlucht nam. De beklaagde werd echter achterhaald en aan de ma réchaussee overgeleverd. Van de beide anderen is er een te Aken gevat en wordt de derde, wiens naam bekend is, ijverig opgespoord. tament te vermaken. Gewezen slaven mogen in geen geval slavenhouders zijü. Allen mogen zich vrij koopen, en de Sultan neemt aan, hen die zich vrij ge kocht hebben, bizonder te beschermen. Tijdingen uit La Libertad ontvangen te New-York bevestigen dat generaal Rivas, die het goeveraement verraden had. gefusilleerd is geworden. Het beleg van San Salvador door generaal Ezeta duurde 48 uren. In de straten werden een honderdtal personen gedood. De rust is thans hersteld. VISSCHERIi. Nieuwediep, 2 Aug. Door 54 korders en beugers werden heden 5 tot 50 groote, 10 tot 20 kleine tongen, 3 tarbotten, 3 tot 15 roggen, 1 tot 3 manden schar aangevoerd; gr. tong gold 55 a 60 cent, kl. id. 25 cent, tarbot 9 a 10, rog 80 cent per stuk, kl. schol f 2.50 k 3 per mandje en schar ƒ6 per mand. s'üLIllEk ijtEfiZiOlU'. De RoJienzollernmet den duitschen koizer, prins Henrich en gevolg aan boord liep Zaterdag om kwartier voor twee te Ostende binnen. Koning Leopold, de graaf' van Vlaanderen en prins Boudewijn gingen aan boord den keizer begroeten. De beide vorsten onderhielden ziGh gedurende een half uur met elkan der. Na het aan wal gaan had de voor stelling der ministers en hoogeplaatste burgelijke en militaire overheden plaats. Bij den rit naar het chalet werd de keizer door eene ontzaglijke menigte met daverende hoera's begroet. De geruchten omtrent de ziekte van den jeugdigen koning van Spanje zijn te eenenmale valsch. De minister van Buitenlandsche Zaken is van San Sebastian teruggekomen. Hij verzekert dat de gezondheidstoestand van den koning en de koningin-regentes uit nemend is. Een telegram uit Trente meldt, dat aldaar ongeregeldheden hebben plaats gehad tengevolge der weigering van de politie om een gedenksteen te laten ont hullen ter cere van Bertolilni, stichter van de vereeniging Pro Patria. Le XIX Siècle deelt in tijdingen uit Lamberg mede, dat er volgens berichten uit St. Petersburg een nieuw komplot van nihilisten is ontdekt en dat vele personen in hechtenis zijn genomen. Uit Bnenos-Ayres wordt aan de Times geseind, dat er in den stand van zaken nog geen verbetering is gekomen. De "koers is wel gunstiger geworden, doch dit is alleen het gevolg van gebrek aan papiergeld. De Nationale Bank en andere plaatselijke instellingen weigeren de vervallen wissels te betalen, zich be roepende op de wet bij welke de beta ling der schulden geschorst wordt. De fiuancieele crisis drijft velon er toe, maatregelen te overwegen om Celman te dwingen, af te treden als President, Uit Zanzibar wordt aan de Times ge meld dat een decreet van den sultan tegen het verhandelen en verruilen van slaven, in de engelsche en arabische ta len gesteld, overal aangeplakt is ge worden. Het decreet behelst 9 artikelen. Het heeft onder de Arabieren weinig opzien verwekt, omdat het verwacht werd. Het verbiedt o. a. slaven bij tes- Treurighemeltergend zelfs zijn de ongerechtigheden, waaraan in don laat- steD tijd de joden in Rusland weder blootstaan. Het is moeilijk zegt de Jewish Chronicle kalm by de bespre king daarvan te blijven; toch is dit noo dig groote woorden vermogen niets, alleen het tijdig doordringen van de'stem der rede tot het Kabinet van den Czaar kan baten. Welke is de oorzaak (van de tegen woordige reactie tegenover de russische joden Sedert lang wilde de Czaar de joodsche inwoners van ziju Rijk russiani- seeren een goed en prijzenswaardig streven ongetwijfeld, waartegen echter t orthodoxe rabbinisme zich verzette. Niettemin drongen de moderne begrip pen door; de invloed van de Mendels- sohn-school, de bemoeiingen van wijlen Sir Mozes Montefiore deden de joden meer en meer met de overige bevolking samengaan en de Regeering stond dit niet in den weg, maar hief vroeger in gevoerde beperkingen in hun bewegingen op, door verwaarlooziDg van de desbe treffende wetten. Wel werd ook nu nog Rusland niet voor de joden opengesteld, maar in vele steden begon nen zij zich te vestigen en werden niet verjaagd. Bij de invoering der spoorwe gen werd bepaald, dat in elke aan die wegen gelegen plaatsen drie joodsche fa milies zich mochten vestigen. Allengs kwamen or ook joden naar de Univer siteiten en velen leerden russisch. Doch van vrijheid was nog geen zweem. De joodsche kinderen, die slechts met groote offers konden worden opgeleid, werden vaak uitgesloten van mededinging naar betrekkingen, waarin hun dikwerf bizon- dere bekwaamheden van groot nut zou den zijn geweest; en zoo werden de jongelingen als 't ware tot armoede en afhankelijkheid gedoemd. Inmiddels stak het nihilisme het hoofd op. Was het wonder, dat velen van de ontmoedigde en hongerende joodsche studenten zich bij de droomers van een naderende toe komst van volkomen vrijheid aansloten zich met de geestdrift, die 't gevoel van humaniteit steeds wekt, voor den strijd naar eene staatkundige revolutie aangordden? Daar in Rusland alles on der den indruk van vrees geschiedt en vrees is een slechte raadgeefster en daar vele halfonderwezen en halfgeëma- nicipeerde joden zich allengs ook bij het nihilisme aansloten, kwamen de als door een paniek aangegrepen russische auto riteiten tot de onjuiste conclusie dat, vermits deze lieden vroeger nooit tegen 't gezag waren opgestaan, de russificatie, de emancipatie hen in de armen van het nihilisme had geworpen en derhalve moest met het stelsel van emancipatie worden gebroken en elke jood voortaan als een verrader worden beschouwd. Dat de nadeelen oener onvolmaakte emancipatie 't best konden worden ver holpen door vrijheid en volledig burger recht aan de joden, daaraan dacht de bureaucratie niet en men ging er dus toe over de halve gunsten, hen vroeger toegestaan, voor en na in te trekken. Thans zyn weder nieuwe ukase3 ont worpen, die, al heeft de engelsche regee- riDg in het Parlement ook verklaard er niets van te weten, met September drei gen te zullen worden afgekondigd en waarvan, volgens een brief van een voornaam Israëliet aan een der rabbijnen te Londen, de voornaamste bepalingen hierop neerkomen Telkens weer moest Antoinette deze vragen tot zichzelf richten. En toch was het haar onmogelijk daarover inlichtingen te gaan inwinnen. z/Ja, toch," zeide zij op zekeren dag, bij zichzelf, nQT is één middel. Hij heeft haar ongetwijfeld over onze ontmoeting gespro ken. Mevrouw Syramin zal mij dat gedeelte van den brief wel licht voorlezen of er mij tenminste met een enkel woord over spreken, of wel, wanneer zij zich over dat onderwerp niet uitlaat, dan weet ik wat ik ervan moet denken. Bovendien kon zij zonder eenig gevaar dit bezoek afleggen; reeds drie maanden geleden had zy dat ook gedaan en niemand had er iets van vermoed. Deze gedachte kwam in haar brein op, op hetzelfde oogenblik, dat Richard zich had laten aanmelden aan het hotel in de rue Montaigne. Binnen eenige minuten was haar plan gemaakt. Zij zou zich naar haar echtgenoot begeven en hem mededeelen, dat zij ver plicht was naar Parijs terug te keeren, om daar eenige noodza kelijke inkoopen te doen. Ma'neurtier was uitgeput en ongesteld. z/Ja, mijn beste Antoinette," zeide hij, //Ondanks mijn goeden wil zal het mij zeer moeielijk vallen u te vergezellen." z/Dafi verlang ik ook niet van u. U vermoeien, uw ongesteld heid nog verergeren Dat wil ik volstrekt niet. Ik zal alleen gaan, dat wil zeggen, met Marie. Ik heb haar reeds gezegd, dat zij zich klaar moest maken." z/Het zij zoo, lief kiod, ga dan uw gang." Een oogenblik later stapte zy in het rijtuig, vergezeld van Marie, haar kamenier. Toen zij vertrokken was, bekroop Maheurtier de vrees, dat zij zich bij haar aankomst te Parijs in verlegenheid zou bevinden, wanneer zij door niemand werd afgehaald; daarom haastte hij zich met het volgende te schrijven, dat hij aan Iriël adresseerde z/Myne vrouw is op weg naar Parijs. Ga haar afhalen. Geen minuut te verliezen." Bij het station aangekomen, liet Antoinette Marie een huurrij tuig bestellen. Op het oogenhlik dat zij instegen, scheen zij zich eensklaps de vriendin van haar overleden moeder te herinneren. //Het is nu reeds drie maanden geleden, dat ik haar niet ge zien heb," zeide zij. ,/Ik vrees, dat zij ziek is. Als ik haar eens ging bezoeken Ik heb tijd genoeg. Bovendien ligt het bijna in onzen wegRue Notre-Dame-des-Champs," zeide zij tot den koetsier. Het rijtuig sloeg links af, in de richting van de boulevard Mazas. Op het oogenblik, dat het een bocht maakte om de pont d'Aus- terlitz over te steken, moest het een paar minuten blijven stil staan, daar eenige vrachtwagens den weg versperden. Marie stak het hoofd uit het veneter om te zien wat de reden van dit oponthoud was. Dat oogenblik duurde juist lang genoeg, dat een man, die in een rijtuig gezeten langs de kade reed, haar kon herkennen. Het was Iriël. Hij had zooeven het telegram van Maheurtier ontvangen. In allerijl had hij laten inspannen en was de twee reizigsters tegemoet gereden. Toen hij Marie herkende, ontsnapte hem een kreet van verbazing. Hij opende reeds de lippen, om haar te roepen, maar een plotselinge gedachte schoot door zijn brein. Waar gaat zij heen Zij is met haar meesteres. Waarom hebben zij mij niet gewacht en waartoe dat huurrijtuig Waarom rijden zij de brug over z/Jan," zeide hij tot den koetsier, //Steek de brug over. Ziet gij daar, ongeveer in het midden, dat rijtuig, dat wegrijdt?" ,/Ja, mijnheer Iriël." //Achtervolg dat op een afstand, zoodat men ons niet opmerkt." De koetsier gehoorzaamde. Aldus reden de beide rijtuigen ach ter elkaar, door de wijk Saint-Victor en de wijk des Ecoles. Wordt vervólgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2