een ander patroon ten slotte heeft het
aantal werkuren van 11 tot 10 per dag
teruggebracht. Van verschillende andere
patroons waren brieven ingekomen
waarin bezwaren tegen de inwilliging
van de wenschen dar gezellen geopperd
werden, en die o. a. gegrond waren op
de onmogelijkheid van het op zich ne
men eener verbindtenis met het oog op
de concurrentie. Van eene der groote
drukkerijen kwam een schrijven in,
houdende mededeeling dat hare directie
de loonsverhooging in beginsel goed
keurde en billijk acht, maar dat zij den
datum van het in werking treden der
verhooging in overleg met de gezellen
zeiven wenschte vast te stellen. Samen-
spreking met een 6-tal patroons leidde
tot geen resultaat, ook na eene herhaalde
vergadering niet. Ook de secretaris-gezel
Weelink gal een uitvoerig verslag van
de bemoeiingen van dat comité, waarna
de voorzitter uit een en ander de ge
volgtrekking maakte, dat het noodig is
dat alle gezellen over het gansche laod
zich organiseeren tot een verbond met
eene algemeene weerstandskas. Hij stelde
dus voor dat allen zich zouden aansluï
ten aan den in de Paaschdagen te
Utrecht opgerichten typografenbond
welks weerstandkas zich over het ge-
heele land zal uitstrekken. Zonder discus
sie werd dit voorstel met twee stemmen
tegen aangenomen en, verklaarde de ver
gadering daarmede dat vereeniging over
het geheele land het eenige middel is
om de wenschen der typografen op den
duur ingewilligd te krijgen. Aan het
tegenwoordig comité, van zijn mandaat
ontslagen, werd bij acclamatie opgedra
gen de verdere beweging te leiden, ter
wijl er twee zetters aan werden toege
voegd. Hierna ging de vergadering
uiteen.
Zaterdagmiddag te 5 uren
is met uitstekend gevolg van de werf
der Nederlandsche Stoombootmaatschappij
te water gelaten hei stoomschip 4de kl.
Zeeduif j gebouwd voor de goevernements-
marine in Nederlandsch-Indië.
Het kleine maar sierlijke vaartuig
heeft eene lengte tusschen de loodlijnen
van 40 M., eene grootste wijdte van
7.35 M. en eene holto van de buiten
spanning tot de rechte lijubalken van
3.70 M. Het vaartuig is voorzien van
een stel verticale, direct werkende stoom
werktuigen van 400 I. P. K.
Het schip is gebouwd van staal. Daar
omheen is het houtwerk aangebracht,
terwijl de houten kiel daarna is geko
perd. De soliditeit van het vaartuig laat
diensvolgens niets te wenschen over.
Op het terrein voor de aan
staande landbouw-tentoonstelling te Dor
drecht is Zaterdagnacht de groote houten
loods geheel tegen den grond gewaaid.
Zondagochtend was men echter reeds
bezig aan het herstellen der schade.
Uit Berkel en Rodenrijs
wordt geschreven
Vrijdag had alhier het volgende ODge-
luk plaats. De landbouwer A. van Vliet
bracht met eene drïewielige kar mest
naar zijn land en passeerde daarmede
den Klapwijkschen weg, toen het paard
eensklaps schrikte en op hol sloeg. Het
paard haalde het rijtuig van den veearts
R. de Heer, wonende alhier, in, reed
dit aan, zoodat het rijtuig omsloeg en de
beer R. de H. door zijn val het wiel
van de geladen mestkar over zijne borst
kreeg. Hij is inwendig zwaar gekneusd.
Te Puttershoek is Vrijdag-
avond te ongeveer half negen ure bij
zwaar on weder de bliksem geslagen in
eene schuur, in eigendom toebehoorende
aan C. Vogelaar. Zij is met de daar-
aanstaande drie woningen tot den grond
toe afgebrand. Het huis is verzekerd,
terwijl de inboedels der arbeiderswo
ningen onverzekerd waren.
Voorts is de bliksem geslagen op eene
roede van den korenmolen van den heer
Spruitenburg te Alblasserdam. Een stuk
van de roe is weggeslagen, en hoewel
ook in den molen eenige schade veroor
zaakt werd, heeft de bliksem geen brand
veroorzaakt.
Te Rijp en omstreken ging het onweder
gepaard met zwaren slagregen,
Twee koeien van den heer J. S. te
doodelijk getroffen.
Te Bus en Dam (gemeente Uitgeest)
is door het inslaan van den bliksem eene
groote boerderij, bewoond door den land
bouwer Kleijne, en toebehoorende aan
den heer Laan van Wormerveer, ia de
asch gelegd.
Te Graftdijk is, ook tengevolge van
het onweder, de houtzaagmolen van den
heer G. afgebrand.
Omtrent het inslaan van den bliksem
te Kattendijke wordt ons nader gemeld,
dat do hoeve toebehoort aan jhr. Ridder
Huyssen van Kattendijke en eerst sedert
Vrijdag door een nieuwen pachter was
betrokken. Deze heeft groote schade ge
leden, daar hij zijne bezittingen (de roe
rende have, enz.) nog niet verzekerd had
De pastorie der doleerenden te Heeg
werd insgelijks door den bliksem getroffen.
Het huis is aanmerkelijk beschadigd. De
bewoners bleven ongedeerd.
In den nacht vanZaterd
op Zondag brak in de kom der gemeente
Zeist een hevige brand uit in de fabriek
van terra-eotta-artikelen van den heer
M. aldaar. Door het krachtdadig optre
den der brandweer bleef de brand tot
een houten gebouw beperkt en leden de
aangrenzende, mede behoorende tot
noemde, fabriek betrekkelijk slechts weinig
schade.
Naar aanleiding van he
bericht betreffende den knaap, wiens
arm zou ziju afgezet omdat er bloed
vergiftiging was ingetreden na den slan-
geheet, wordt ons uit Arnhem gemeld,
dat de knaap vier weken geleden ge
beten, en vervolgens ook in het Saint-
Elizabeth's gesticht verpleegd, maar zoo
als hersteld is, dank zij de flinke
doeltreffende voorzorgsmaatregelen
tegen het vergiftigen van het bloed, ter
stond nadat hij gebeten was.
NR. Ct.)
Te Deventer werd in des
week van acht heerenhuizen het lood
weggenomen. Bij verschillende kooplie
den aldaar werd door de politie eene
hoeveelheid van ruim 100 Kg. aan stuk
ken gesneden lood in beslag genomen,
De vermoedelijke dader is door haar op
gespoord.
Te Maastricht werd dez
week een schutter, die nog geen uniform
had ontvangen en zich naar het exer
citieplein begaf, door een agent van
politie gesommeerd, zijn geweer naar
huis te brengen, als zijnde het dragen
daarvan in strijd met de wet. De schut
ter, tusschen wet en plicht moetende
kiezen, voldeed aan de wet en kwam
zonder geweer bij de oefeningen.
Rechtszaken.
Op 3 October 1889 strandde het schip
de Vrouw Annaschipper Moraal, met
eene lading rogge op reis van Amster
dam naar Almeloo, onder stormweder op
de steenen kribben bij den vuurtoren
van Urk. Nadat eerst de opvarenden
waren gered, hebben een aantal Urkers
het meerendeel van de lading rogge ge
borgen en zijn er vervolgens in geslaagd,
het schip met het restant lading, die be
schadigd was, af en binnen te brengen
De geconsigneerden der lading zonden
een gemachtigde naar Urk om hunne
belangen waar to nemen, welke een berg
loon van f 400 voor de lading aanbood.
De Urkers weigerden echter iets af te
geven zonder betaling van f 1300, zijnde
f 900 bergloon voor de lading en f 400 voor
het schip. Na lang onderhandelen, waarbij
twee der Urkers zich als woordvoerders
en bestierders der geheele bergingsope
ratie voordeden, werd het aanbod tot
f 500 verhoogd en de ei.ch verlaagd tot
f 1200, waaronder 1 800 bergloon voor
de lading. Hierop is door de gecoüsig-
neerden der lading, die noch de roeping
noch de verplichting hadden, bergloon
veor het schip te betalen, aangeboden om
f 800, het bedrag van den eisch voor de
lading, bij den raadsman te Kampen van
de bergers te deponeeren, waartegen deze
de rogge moesten afgeven, terwijl ver
volgens het bedrag van het hun eompe-
teerende door arbiters of de rechtbank
kon worden bepaald. De Urkers wilden
Grootschermer werden door den bliksem echter van zoodanige regeling niets weten I makende
en bleven afgifte van het geborgene an
ders dan tegen betaling weigeren. Onder
deze omstandigheden zagen de eigenaars
der lading zich genoodzaakt, den rechts
weg in te slaan; doar storting van het
bedrag verschaften zij zich eenen borg
tocht ten beloope van f 800 voor de
riehtige betaling van het door hen ver-
ichuldigd te blijken bergloon, afgegeven
door eene solide kassiersfirma te Alkmaar.
Bij deurwaardersexploot lieten zij daar
op aan de beide hoofden der bergers het
cognossement, dat aan hen luidde, ver-
toonen om zich als rechthebbenden op de
lading te legitimeeren, den borgtocht aan
bieden en tegen overgave daarvan tot
igifte van de rogge sommeeren. De deur
waarder beteekende, gelijk hem was op
gedragen, het exploot aan de beide Ur
kers in persoon, doch zag zijn aanbod
niet aangenomen, noch aan zijne som
matie voldaan. Als eenig antwoord wer
den na een paar dagen de geconsigneer
den door de beide hoofden der bergers
gesommeerd om aan hen ƒ800 bergloon
te betalen, waartegen hun de rogge zou
worden afgegeven. Hieraan voldeden op
hunne beurt de geconsigneerden niet,
doch dagvaardden de beide Urkers voor
do rechtbank te Alkmaar tot afgifte der
rogge zonder betaling van bergloon, sus-
tineerende dat de bergers door te weige
ren, het geborgene tegen voldoende borg
tocht aan de rechthebbenden af te geven,
volgens art,. 548 W. v. K. alle aanspraak
daarop hadden verloren. Niettegenstaande
hunne evengemelde sommatie lieten de
Urkers ten processe beweren, vooreerst
dat zy niet de eenigen waren, die de
rogge hadden en konden afgeven, want
dat er wel honderd bergers waren; wij
ders dat de borgtocht niet ruim genoeg
was gesteld, want dat die ook bergloon
voor het schip had moeten omvatteD, en
eindelijk dat het bedrag van den berj
tocht onvoldoende was.
Do rechtbank wees hierop een inter
locutoir vonnis, waarbij zij de exceptie
van de gedaagden op grond van de door
hen gedane sommatie verwierp, en even-
zeer het eerste bezwaar tegen den borg
tocht ongegrond verklaarde, daar het tot
de ongerijmdheid zoude leiden, dat een
eigenaar, om zijn goed terug te krijgen,
ook borg zoude moeten stellen voor ber^
loon voor goed van een ander. Bleef dus
als eenige vraag over of het bedrag vol
doende was, waaromtrent de rechtbank
een deskundig onderzoek beval. De des
kundigen, drie oud-gezagvoerders, rap
porteerden dat den bergers een loon van
ƒ600 zoude hebben gecompeteerd en dat
alzoo een borgtocht van /'800 ruim vol
doende was te achten. Na dit rapport
werd de zaak door de eischers vervolgd
en door de gedaagden geen verder ver
weer gevoerd, zoodat de eisch werd toe
gewezen. Toen dit eindvonnis aan do beide
was beteekend, wilden deze
nog niet de rogge afgeven, zonder beta
ling te krijgen van ƒ600 bergloon, in
stede van zeiven bij de afgifde de pro
ceskosten te betalen, waarin z:j waren
gecondemneerd. Deze weigering deed de
eischers besluiten, den bij het vonnis toe
passelijk verklaarden lijfsdwang uit te
oefenen, en zulks te eerder, naardien zij
van de gecondemneerden, die zich eerst
samen f 800 wilden laten betalen en later
beweerden eigenlijk niet over de afgifte
te zeggen te hebben, meer onaangename
verrassingen mochten verwachten. Op
eene daartoe gehuurde stoomboot nam de
deurwaarder de noodige zakken enz. mede,
om niet in verlegenheid te zijn, waüneer
de Urkers op het herhaald bevel de rogge
eens mochten afgeven, alsmede 5 rijks
veldwachters, door den officier van jus
titie ter assistentie medegegeven. De ge
condemneerden voldeden niet aan het
herhaald bevel en werden, na eenig ver
zet van de overige bewoners, aan boord
gevoerd en te Alkmaar in gijzeling ge
steld. Na eenige dagen werden zij daaruit
ontslagen, daar inmiddels de zaak was
beëindigd met eene schikking, waarbij de
Urkers de rogge behielden en een bedrag
voor de waarde daarvan en de proces
kosten betaalden.
Voor de vacantiekamer der arrond.-
rechtbank te Maastricht zal Dinsdag 12
Augustus worden behandeld de gerucht
zaak tegen Joseph Claasen,
kleermaker, wonende te Aken, thans ge
detineerd, beschuldigd van diefstal en
poging tot moord onder de volgende om
standigheden. Bekl. was in den voor
middag van 24 Maart 11. met nog twee
andere personen in de herberg van Jo-
han Lintzen, te Holzet-Vaals gekomen,
en had daar in de gelagkamer plaatst
genomen. Ben hunner vroeg aan de
vrouw, die alleen thuis was en ook
winkel houdt, iets te koopen. Terwijl
zij tot dat einde met hem naar den
winkel ging, begaven zich de beide an
deren naar boven, doorsnuffelden daar
kisten en kasten en namen alles van
hun gading aan goud, zilver en gereed
geld mede. De vrouw, die boven geraas
hoorde, spoedde zich derwaarts, doch
werd door de beide onverlaten zoo deer
lijk mishandeld, dat men aanvankelijk
voor haar behoud vreesde en zij ook
thans nog lijdende is. Op haar hulpge
roep kwam een buurman toeschieten, die
echter op dolksteken onthaald werd.
Middelerwijl waren ook andere buren
komen aanloopen, bij wier komst het
drietal de vlucht nam. De beklaagde
werd echter achterhaald en aan de ma
réchaussee overgeleverd. Van de beide
anderen is er een te Aken gevat en wordt
de derde, wiens naam bekend is, ijverig
opgespoord.
tament te vermaken. Gewezen slaven
mogen in geen geval slavenhouders zijü.
Allen mogen zich vrij koopen, en de
Sultan neemt aan, hen die zich vrij ge
kocht hebben, bizonder te beschermen.
Tijdingen uit La Libertad ontvangen
te New-York bevestigen dat generaal
Rivas, die het goeveraement verraden
had. gefusilleerd is geworden. Het beleg
van San Salvador door generaal Ezeta
duurde 48 uren. In de straten werden
een honderdtal personen gedood. De rust
is thans hersteld.
VISSCHERIi.
Nieuwediep, 2 Aug. Door 54
korders en beugers werden heden 5 tot
50 groote, 10 tot 20 kleine tongen, 3
tarbotten, 3 tot 15 roggen, 1 tot 3
manden schar aangevoerd; gr. tong gold
55 a 60 cent, kl. id. 25 cent, tarbot 9
a 10, rog 80 cent per stuk, kl. schol
f 2.50 k 3 per mandje en schar ƒ6 per
mand.
s'üLIllEk ijtEfiZiOlU'.
De RoJienzollernmet den duitschen
koizer, prins Henrich en gevolg aan
boord liep Zaterdag om kwartier voor
twee te Ostende binnen. Koning Leopold,
de graaf' van Vlaanderen en prins
Boudewijn gingen aan boord den keizer
begroeten. De beide vorsten onderhielden
ziGh gedurende een half uur met elkan
der. Na het aan wal gaan had de voor
stelling der ministers en hoogeplaatste
burgelijke en militaire overheden plaats.
Bij den rit naar het chalet werd de
keizer door eene ontzaglijke menigte met
daverende hoera's begroet.
De geruchten omtrent de ziekte van
den jeugdigen koning van Spanje zijn te
eenenmale valsch.
De minister van Buitenlandsche Zaken
is van San Sebastian teruggekomen. Hij
verzekert dat de gezondheidstoestand van
den koning en de koningin-regentes uit
nemend is.
Een telegram uit Trente meldt, dat
aldaar ongeregeldheden hebben plaats
gehad tengevolge der weigering van de
politie om een gedenksteen te laten ont
hullen ter cere van Bertolilni, stichter
van de vereeniging Pro Patria.
Le XIX Siècle deelt in tijdingen uit
Lamberg mede, dat er volgens berichten
uit St. Petersburg een nieuw komplot
van nihilisten is ontdekt en dat vele
personen in hechtenis zijn genomen.
Uit Bnenos-Ayres wordt aan de Times
geseind, dat er in den stand van zaken
nog geen verbetering is gekomen. De
"koers is wel gunstiger geworden,
doch dit is alleen het gevolg van gebrek
aan papiergeld. De Nationale Bank en
andere plaatselijke instellingen weigeren
de vervallen wissels te betalen, zich be
roepende op de wet bij welke de beta
ling der schulden geschorst wordt. De
fiuancieele crisis drijft velon er toe,
maatregelen te overwegen om Celman
te dwingen, af te treden als President,
Uit Zanzibar wordt aan de Times ge
meld dat een decreet van den sultan
tegen het verhandelen en verruilen van
slaven, in de engelsche en arabische ta
len gesteld, overal aangeplakt is ge
worden. Het decreet behelst 9 artikelen.
Het heeft onder de Arabieren weinig
opzien verwekt, omdat het verwacht
werd. Het verbiedt o. a. slaven bij tes-
Treurighemeltergend zelfs zijn de
ongerechtigheden, waaraan in don laat-
steD tijd de joden in Rusland weder
blootstaan. Het is moeilijk zegt de
Jewish Chronicle kalm by de bespre
king daarvan te blijven; toch is dit noo
dig groote woorden vermogen niets,
alleen het tijdig doordringen van de'stem
der rede tot het Kabinet van den Czaar
kan baten.
Welke is de oorzaak (van de tegen
woordige reactie tegenover de russische
joden Sedert lang wilde de Czaar de
joodsche inwoners van ziju Rijk russiani-
seeren een goed en prijzenswaardig
streven ongetwijfeld, waartegen echter
t orthodoxe rabbinisme zich verzette.
Niettemin drongen de moderne begrip
pen door; de invloed van de Mendels-
sohn-school, de bemoeiingen van wijlen
Sir Mozes Montefiore deden de joden
meer en meer met de overige bevolking
samengaan en de Regeering stond dit
niet in den weg, maar hief vroeger in
gevoerde beperkingen in hun bewegingen
op, door verwaarlooziDg van de desbe
treffende wetten. Wel werd ook nu nog
Rusland niet voor de joden
opengesteld, maar in vele steden begon
nen zij zich te vestigen en werden niet
verjaagd. Bij de invoering der spoorwe
gen werd bepaald, dat in elke aan die
wegen gelegen plaatsen drie joodsche fa
milies zich mochten vestigen. Allengs
kwamen or ook joden naar de Univer
siteiten en velen leerden russisch. Doch
van vrijheid was nog geen zweem. De
joodsche kinderen, die slechts met groote
offers konden worden opgeleid, werden
vaak uitgesloten van mededinging naar
betrekkingen, waarin hun dikwerf bizon-
dere bekwaamheden van groot nut zou
den zijn geweest; en zoo werden de
jongelingen als 't ware tot armoede en
afhankelijkheid gedoemd. Inmiddels stak
het nihilisme het hoofd op. Was het
wonder, dat velen van de ontmoedigde
en hongerende joodsche studenten zich
bij de droomers van een naderende toe
komst van volkomen vrijheid aansloten
zich met de geestdrift, die 't gevoel
van humaniteit steeds wekt, voor den
strijd naar eene staatkundige revolutie
aangordden? Daar in Rusland alles on
der den indruk van vrees geschiedt en
vrees is een slechte raadgeefster en
daar vele halfonderwezen en halfgeëma-
nicipeerde joden zich allengs ook bij het
nihilisme aansloten, kwamen de als door
een paniek aangegrepen russische auto
riteiten tot de onjuiste conclusie dat,
vermits deze lieden vroeger nooit tegen
't gezag waren opgestaan, de russificatie,
de emancipatie hen in de armen van het
nihilisme had geworpen en derhalve
moest met het stelsel van emancipatie
worden gebroken en elke jood voortaan
als een verrader worden beschouwd.
Dat de nadeelen oener onvolmaakte
emancipatie 't best konden worden ver
holpen door vrijheid en volledig burger
recht aan de joden, daaraan dacht
de bureaucratie niet en men ging er dus
toe over de halve gunsten, hen vroeger
toegestaan, voor en na in te trekken.
Thans zyn weder nieuwe ukase3 ont
worpen, die, al heeft de engelsche regee-
riDg in het Parlement ook verklaard er
niets van te weten, met September drei
gen te zullen worden afgekondigd en
waarvan, volgens een brief van een
voornaam Israëliet aan een der rabbijnen
te Londen, de voornaamste bepalingen
hierop neerkomen
Telkens weer moest Antoinette deze vragen tot zichzelf richten.
En toch was het haar onmogelijk daarover inlichtingen te gaan
inwinnen.
z/Ja, toch," zeide zij op zekeren dag, bij zichzelf, nQT is één
middel. Hij heeft haar ongetwijfeld over onze ontmoeting gespro
ken. Mevrouw Syramin zal mij dat gedeelte van den brief wel
licht voorlezen of er mij tenminste met een enkel woord over
spreken, of wel, wanneer zij zich over dat onderwerp niet uitlaat,
dan weet ik wat ik ervan moet denken.
Bovendien kon zij zonder eenig gevaar dit bezoek afleggen; reeds
drie maanden geleden had zy dat ook gedaan en niemand had er
iets van vermoed.
Deze gedachte kwam in haar brein op, op hetzelfde oogenblik,
dat Richard zich had laten aanmelden aan het hotel in de rue
Montaigne.
Binnen eenige minuten was haar plan gemaakt. Zij zou zich
naar haar echtgenoot begeven en hem mededeelen, dat zij ver
plicht was naar Parijs terug te keeren, om daar eenige noodza
kelijke inkoopen te doen.
Ma'neurtier was uitgeput en ongesteld.
z/Ja, mijn beste Antoinette," zeide hij, //Ondanks mijn goeden
wil zal het mij zeer moeielijk vallen u te vergezellen."
z/Dafi verlang ik ook niet van u. U vermoeien, uw ongesteld
heid nog verergeren Dat wil ik volstrekt niet. Ik zal alleen gaan,
dat wil zeggen, met Marie. Ik heb haar reeds gezegd, dat zij zich
klaar moest maken."
z/Het zij zoo, lief kiod, ga dan uw gang."
Een oogenblik later stapte zy in het rijtuig, vergezeld van
Marie, haar kamenier.
Toen zij vertrokken was, bekroop Maheurtier de vrees, dat zij
zich bij haar aankomst te Parijs in verlegenheid zou bevinden,
wanneer zij door niemand werd afgehaald; daarom haastte hij zich
met het volgende te schrijven, dat hij aan Iriël adresseerde
z/Myne vrouw is op weg naar Parijs. Ga haar afhalen. Geen
minuut te verliezen."
Bij het station aangekomen, liet Antoinette Marie een huurrij
tuig bestellen. Op het oogenhlik dat zij instegen, scheen zij zich
eensklaps de vriendin van haar overleden moeder te herinneren.
//Het is nu reeds drie maanden geleden, dat ik haar niet ge
zien heb," zeide zij. ,/Ik vrees, dat zij ziek is. Als ik haar eens
ging bezoeken Ik heb tijd genoeg. Bovendien ligt het bijna in
onzen wegRue Notre-Dame-des-Champs," zeide zij tot den
koetsier.
Het rijtuig sloeg links af, in de richting van de boulevard Mazas.
Op het oogenblik, dat het een bocht maakte om de pont d'Aus-
terlitz over te steken, moest het een paar minuten blijven stil
staan, daar eenige vrachtwagens den weg versperden.
Marie stak het hoofd uit het veneter om te zien wat de reden
van dit oponthoud was. Dat oogenblik duurde juist lang genoeg,
dat een man, die in een rijtuig gezeten langs de kade reed, haar
kon herkennen.
Het was Iriël. Hij had zooeven het telegram van Maheurtier
ontvangen. In allerijl had hij laten inspannen en was de twee
reizigsters tegemoet gereden. Toen hij Marie herkende, ontsnapte
hem een kreet van verbazing. Hij opende reeds de lippen, om
haar te roepen, maar een plotselinge gedachte schoot door zijn
brein. Waar gaat zij heen Zij is met haar meesteres. Waarom
hebben zij mij niet gewacht en waartoe dat huurrijtuig Waarom
rijden zij de brug over
z/Jan," zeide hij tot den koetsier, //Steek de brug over. Ziet gij
daar, ongeveer in het midden, dat rijtuig, dat wegrijdt?"
,/Ja, mijnheer Iriël."
//Achtervolg dat op een afstand, zoodat men ons niet opmerkt."
De koetsier gehoorzaamde. Aldus reden de beide rijtuigen ach
ter elkaar, door de wijk Saint-Victor en de wijk des Ecoles.
Wordt vervólgd.)