tiESENGD NIEUWS. zilv., zilv. en bronzen medaille, terwijl eene extra gouden medaille wordt uit geloofd voor hem die het 50 K.M. re cord verbetert. De wedstrijd zal plaats hebben uitslui tend op veiligheids-tweewielers, die het gewicht vau 15 K.G. te boven gaan. Bij den Woensdag gehouden zeilwedstrijd is de Champion-cub aange boden door de „Holland Society" te New-York, gewonnen door „De Sper wer", van den heer C. Jurrjens, lid van de zeil- en roeivereeniging „De Amstel", te Amsterdam. De premio werd gewon nen door de Catharina Elisabethvan den heer T. van Campen,' van de zoilveree- niging „Het IJ". Omtrent het overlijden van den heer Van Pallandt worde uit Ommen nog het volgende gemeld De heer Van Pallandt ging Dinsdagmiddag half drie achter het kasteel „Eerde" langs de Regge jagen, om watersnippen te schieten, en zou tegen etenstijd terug zijn. Men verwonderde zich, dat hij, als man van de klok, tegen dien tijd niet verscheer?, zoodat men heaa om zes uur ging zoeken. Orn half vier had men hem dicht bii de Regge zien schieten daar gekomen, vond men in een aan het water staand koepeltje het geweer hangen. In de daarbij liggende boot lagen zijn hoed en zakdoek. Natuurlek ver moedde men een ongeluk, en hoewel dadelijk de Regge werd afgezocht en met een net afgesloten, ontdekte men dien avond niets van den drenkeling. Den volgenden ochtend te zes uur werd we der in booten met dreggen en haken begonnen, en vond men om 8 uur zijn lijk, ongeveer 80 meter stroomafwaarts van de boot. Hij schijnt zich in de boot eerst te hebben willen wasschen en is toen waarsehijlijk, door eene duizeling overvallen, overboord geslagen. De heer Van Pallandt leed in den laatsten tijd meermjlen aan duizelingen en neusbloe ding en had er reeds over gesproken, daarover een speciaal advies in te winnen. De Société f r an^aise d'hy- giène zal in 1891 eene gouden, twee zilveren en twee bronzen medailles toe kennen aan de schrijvers der baste ver handelingen ter zake van „Beschrijving der hulpmiddelen en zorgen, aan te wen den bij het voorkomen van ongelukken op den openbaren weg en in de fabrie ken, vóór de komst van den genees heer." Te Amsterdam nam een diamantwerker in een barbierswinkel vergift in. Op last van een dokter werd hij naar het Israël, ziekenhuis overge bracht. Aan het politie-bureau in de Muiderpoort te Amsterdam is aangifte gedaan van het vermissen van een blauw linnen enveloppe, inhoudende vier pakjes (2 grootere en 2 kleinere) met deels ruwe en deels gekloofde diamanten, elk pakje gewikkeld in een zoogenaamd par tijbriefje. De op die briefjes gestelde cijfers hebben echter geen betrekking op den inhoud daarvan; de waarde wordt begroot op f 12,000 of f 15.000. Van den wedstrijdte s-Hage van den Nederlandschen Schaakbond is thans voor de eerste klasso de uitslag bekend geworden. De lste prijs in die klasse werd verworven door den heer R. J. Lohman, van Amsterdamde 2de prijs werd behaald door jhr. A. E. Van Foreest. Omtrent den uitslag van het onderzoek der haagsche politie in zake het valsche telegram, meldende de inhechtenisneming van mevrouw Bulkley, meldt men nog, dat niet alleen bekend was, dat een jongentje van omstreeks 10 jaren dit bericht had aangeboden, maar ook hoe dit ventje heette. De tole- graatbeambte te Arnhem, die het be doelde telegram in ontvangst nam, scheen reeds te hebben vermoed, dat er daarmee iets niet ia den haak was en vroeg daarom naam en woonplaats van den jongen, toen deze zeide het van een op den Singel loopend heer te hebben ont vangen. Aan het opgegeven en gevonden adres: Jan Dijkman, Heijenoord, was evenwel geen jongentje te vinden. Blijk baar had de afzender zoozeer met sluw overleg gehandeld, dat hij zelfs dit kind een valschen, ".maar bestaanden naam in den mond had gegeven, voor het men hem moeht vragen wie hij was. Bij een twist te Koudekerk a/d. Rijn tusschen twee bejaarde vrou wen heeft de eeae de andere met eene i zware handbijl eene wonde aan het voorhoofd toegebracut van 3.5 centime ter lengte en waarbij de hersenpan werd blootgelegd. De beschuldigde verklaart hare tegen standster wel met beide handen aan het hoofd gegrepen, maar geen byl gehan teerd te hebben. Op de vraag „van waar oie geweldige wond was het antwoord: „Het kan zijn, dat ik haar even gekrabd heb." De verwonde is niet buiten levens gevaar. Onder de nieuwe school- meubeien aan de 2e openbare school te Berg-Ambacht trekt vooral de aaadaeht eene schoolbank, vervaardigd ten behoeve van een kind zonder armen, dat genoemde school bezoekt, e« dia hoegst waarschijn lijk in Nederlaad hare wederga niet vindt. Genoemde baak bestaat uit eeae zit- nk, die getoakkelijk aehterait gescho ven kan worda», waardoor het hind in de gelegenheid ie met hare voeten te schrijven. Het tafelblad is beweegbaar in verticale richting, waardoor do bank voor lezen ea ochryron fcsveas, kan dienen. Ook de voetenplank is verstelbaar, zoodat de leerling gedurende den gaa- schen leertijd vaa het meubel gebruik kan maken. Do baak is vervaardigd naar eene teexeaing vaa den hyhiënist Coro- nel, te Loeuwardo*. Aan bedoelden heer komt zeker dank toe voor zijne belanglooze medewerking, terwijl niet minder het gemeentebestuur is te prijzea, dat geene opoffering ontziet om het ouderwijs dienstbaar te maken aan alle leerlingen, zelfs aan misdeelden. Deutichem gepleogde diefstallen. Zij werden nog in het bezit gevonden van gestolen goed, en hebben wegens vroe gere diefstallen nog gevangenisstraf te ondergaan. L. 1. Zondag vroeg, naar de Ct. meldt, een reiziger aan het station te Zwolle aan het loket voor plaatskaarten, een kaartje naar IJmuideu. Een jongmensch, dat het loket bediende, zeido, dat aiet te kunnen geven en vroeg waar IJmuideu lag en, of er een spoor baan heenleidde. Eindeljjk, nadat de rei ziger eenige malen verteld had, waar dit belangrijk plaatsje ligt, en het jong mensch op een lijst zag, dat dit station bestond, werd een kaartje naar IJ taaiden verstrekt. Toch geen Kamper-ui Te Harlingen is het bericht ontvangen, dat ter hoogte van Skagen (Denemarken) een jongeling van 19 jaar, B. v. d. W., te Harlingen tehuis be- hoorende, bij hevigen wind over boord van het schip Jacoba Allegondakapt. H. Ebes, is geslagen en verdronken. De persoon, die Dinsdag j 1. op een overweg van den locaalspoorweg in de gemeente Lonneker door een trein is aangereden, is aan de gevolgen over leden. Naar men verneemt worden er door het gemeentebestuur bij gemelde spoor wegmaatschappij pogingen aangewend tot het verkrijgen van afsluitingen aan de groote overwegen, daar Donderdag op dezelfde plaats bijna een paard en wagen, waarin een boer gezeten was, aangere den zijn. ZO IV DAGSRUS T. Naar aanleiding van de bekende cir culaire der friesche Handels vereen, waarin aangedrongen wordt op bestrijding van verdere inkrimping der Zondag- diensten van de posterijen, meldt een der bladen „Hoevele visitekaartjes, circulaires en couranten, hoeveel briejes en briefkaar ten izouden er wel op een enkelen Zon dag door het land reizen, die evengoed tot Maandag hadden kunnen wachten of die reeds vroeger hadden kunnen ver zonden worden Hoevele dépêches vliegen er nog, zelfs bij beperkten dienst, op Zondag langs de telegraaflya, die slechts kattebelletjes en onbeduidende zaken betreffen? „Heb je goed geslapen?" „Ja, heel wel!" „Van harte gefeliciteerd met kleine Jo." „Kom Donderdag eten!" „Mama vreeselijke hoofdpijn, kom spoedig". - „Parapluie vergeten, Dazenden!" dienstbode bij den heer A. Buemnck tfVeel pret adieu!" „Mimi aan de Wijnstraat te Dordt, terwijl zij eg mooie jongens." En voor al die op het plankier bezig was de ruiten te belangwekkende mededeelingen zitten do wasschen, het ongeluk in de Voorstraat- telegrafigteD bun Zondag te vertikken en haven te vallen, doordien het trapje, i00pen bestellers zich het vuur uit Donderdagvoormiddag om- streeks 10 uur had de 20-jarigo A. B., waarop zij stond, uitgleed. Gelukkig werd het ongeval terstond opgemerkt, zoodat spoedig van verschillende zijden hulp kwam opdagen. Het meisje was echter onder het plankier gedreven eu de hooge waterstand maakte het bijna onmogelijk haar te bereiken, maar toch slaagde men er in, haar, hoewel bewus teloos en reeds geheel blauw door ver stikking, op het droge te brengen. Na dat slechts enkele minuten de voorschrif ten tot redding van drenkelingen op haar waren toegepast, kwam zij weder tot bewustzijn. Reeds des namiddags kon zij haar werkzaamheden hervatten. Een paar jongelingen te Deutichem, de gebroeders B., zijn door de politie aangehouden en naar Arnhem vervoerd, verdacht van te zijn de daders van verschillende in de omstreken van de sloffen". Rechtszaken. Voor de Amsterdamsche rechtbank stond Vrijdag terecht een zeer berucht redicivist, reeds herhaalde malen ter zake van inbraak veroordeeld, do 26jarige bakker Hendrik August Frederik Wede- meijer, geboren te Hannover, die zich te verantwoorden had voor het na volgende dat hij in den nacht van 30 op 31 Juli jl. te Amsterdam heeft gepoogd ïn de woning van den restau rateur Smith in de .Plantage, deel uit makende van de gebouwen van het ge- noo.schap Natuia Artis Magistragoede ren aan dezen restaurateur toebehoorende weg te nemen, doordat bij met voor schreven oogmerk een glasruit van een der keukenramen van genoemde woning heeft verbrijzeld, nadat hij zich binnen do omheinining dier woniug had begeven, terwijl hij bij gemelde poging om in genoemde woning diefstal te plegen, zich den toegang tot die woning heeft ver schaft, althans gepoogd heeft zich dien to gang te verschaffen door bovenbe doelde glu-sruit van een der keukenramen te verbrijzelen, zijnde hij in de uitvoe ring van zijn voornemen, om zich door de ontstane opening naar binnen te be geven en in bedoelde woning diefstal to plegen, alleen verhinderd door de komst van agenten van politie. Ter terechtziting, waar eene met zeep besmeerde glasruit, een beitel en dergelijk inbrekerswerktuig als stukken van over tuiging prijkten, ontkende beklaagde het oogmerk te hebben gehad om in te bre ken of te stelenhy wilde eenvoudig io Artis gaan slapenomdat hij uit de plantsoenen des nachts stoeds verjaagd werd. De voorzitter, mr. Pareau, wees den bekl. dan ook op het onmogelijke zijner verwering; hij heeft toeh vooraf zeep gekocht, en, erger nog, de politie was vooruit gewaarschuwd dat hij voor nemens was daar dien nacht in te bre ken. Overigens erkent Wedenaeijer, dat hij vroeger eenige dagen bediende in Artis is geweest en dat, toen hij des avonds om 12 uur over de omheining den tuin binnengekomen was, de lichten daar nog brandden, zoodat hij begrijpen moest, dat het personeel den tuin nog moest verlaten. Uit de verklaiiDg van den restaura teur Smith blijkt, dat er des nachts om half drie eene ruit in het keukenraam verbrijzeld werd, twee buiten geposteerde rechercheurs waarschuwden hem, voegden zich toen bij twee andere die binnens huis waren en doorzochten de struiken ter zijde van het gebouw. Men vond daar bekl. en dicht bij hein in dea grond verborgen een beitel; voorts had hij bij zich oen buitengewoon scherp geslepen mes. Bekl. kon als gewezen huisknecht weten dat de restaurateur eiken avond een trommel met geld naar zyne slaapkamer medeneemt en waarschijnlijk ook, dat hij den volgenden dag een kwartaal pacht moest betalen, waarvoor het geld op oene bovenkamer gereed lag. De rechercheur Peters verklaart dat hij, gewaarschuwd zijnde wat Wedemeijers plannen waren, hem in den bovrusten avond heeft gesurveilleerd. Om half twaalf vond hij hem op den Zeedijk, vandaar ging hij tegen twaalf uur langs de Prias Hendrikkade tot aan den Schreiersfceron, waar hij een tweede persoon ontmoette, met wien hij voortliep tot aan den Park schouwburg. Van daar ging bekl. alleen door de Doklaan, Kerklaa», lang» den ingang van Artis naar de Middellaan, bleef eenigen tijd voor de kenken van den heer Smith dralen en ging zich toen in een boscbje bij het Panorama verschuilen. Tot des nachts half drie is bekl. meer daa eens naar de keuken teruggegaan, steeds naar binnen glurende, tot hij eindelijk tegen drie uur aver het hek klom. Kort daarna hoorden de re chercheurs, die op den hoek van Mid dellaau en Kerklaan stonden, twee dofie slagen ©n daarna het kraken van glat zij snelden toe en vonden in de struiken den beklaagde, die veinsde te en beweerde daar reeds van half twaalf af te liggen, hetgeen onwaar was, im mers de rechercheurs hadden hem op dat tijdstip op den Zeedijk gezien. Bij foailleering bleek beklaagde slechts aeno belgische courant en een ledig geldzakje bij zich te hebben. Dichtbij de plaats waar hij gevonden was, lag de beitel. Den volgenden dag gelukte het der po litie den winkel te ontdekken waar be klaagde zeep gekocht had, zoowels als den koopman van wien bekl. op de Nieuwmarkt denzelfden beitel gekocht had, die onder het keukenraam is ge vonden. Deze beide feiten worden echter door bekl. ontkend, hij heeft geen beitel gekocht en bij den kruidenier op den Zeedijk geen zeep maar broed gekregen. Do eubst.-officier mr. Lulofs requireerde wegens poging tot diefstal mot braak 1 jaar gevangenisstraf. Do toegevoegde verdediger, mr. Blij. denstoijn, betwistte het bewijs en ver wachtte vrijspraak. Twee loopjongens, 13 es 14 jaar oud, hadden zich Vrijdag voor de recht bank te 's Hage te verantwoorden ter van het door schuld gevaar doen ontstaan voor het verkeer door stoom- vermogen. Zij zouden namelijk in den avond van 30 Mei jl. de draaischijf op het Rijnspoorstation aldaar, waarmede de locomotieven van het eeee spoor op het andore worden gebracht, verdraaid hebben uit de richting, waarin zij te voren in verband met aankomende trei- Den gesteld was. De beklaagden ont kenden, aan de schyf gedraaid te heb ben, hetgeen evenwel door twee getui gen, beambt-n van het Rbijnspoorsta tion, werd tegengesproken. Als getuigen-desk. wordtn vöorts ge hoord de onder-stationschef en een opz.- machinist, volgens wier verklaringen er door de handeling van bekl. alleen ge vaar had kunnen ontstaan voor verwon ding van don machinist en den stoker, die zich op den uit Voorburg komenden lecaaltrein bevonden, terwijl ook materi- eele schade kon veroo:zaakt zijn. Voor den 9 minuten later aankomenden snel trein bestond evenwel geen gevaar. De subsistuut-offieier van justitie, mr. v. Buttingha Wichers, vorderde voor de beide knapen wegens het zich zonder daartoe gereehtigd te zijn zich bevinden op den spoorweg 1 boete of 1 dag hechtenis, en voor het verzetten van de draaischijf twintig dagen hechtenis. Over dagen uitspraak. Bij een onweder, dat zich, volgens bericht uit Luxemburg, des nachts boven Wilwerwiltz ontlastte, trof eesi Slag* de woning van den land- bon wer Peter Schwinnen. Toen na den hevigen slag de ontstelde bewoners bij eengekomen waren, werd de 21 jarige dochter van Schwinnen vermist. Men vond hot meisje, door den bliksem ge troffen, als lijk te bed liggen. Een liefderijk gebruik. Als in Bratagne de moeder van een zuige ling sterft, wordt het kind door de an dere moeders in de gemeente als kaar eigen kiwd aangenomen.. De priester kiest eene moeder uit, in wie hij bi- zonder vertrouwen stelt en haar wordt als eene heilige taak opgedragen, voor het kind te zorgen, als een geschenk van den almachtige. Is zij te arm om het kind alleen te kunnen onderhouden, dan vereenigen zich verscheidenen tot dat doel. Eene der moeders neemt het kind in hare woning op en de anderen bewaken en verzorgen het, ieder op hare beurt, om het uur. Aan alles wat op een kind betrekking heeft, zijn in Bretagne vrome gebruiken verbonden. Niemand zal eene vrouw, die een kind op den arm heeft, voor bijgaan, zonder te zeggen: „God zegene u!" Zelfs ingewortelde haat wordt door dit gebruik ontwapend. De onverzoen- lijkste mensch zal zijn vijand een zege- Met twintig bloeddroppels is dan de zwaarste beleediging vergeven en vergeten! Hier was het een eenigszins ander geval. Belzoni moest wel haten den man, die hem door een lage list zijn bruid ontroggeld en deze laatste bovendien ongelukkig gemaakt had. Zoolang Von Reitner leefde, zou Belzoni het wraakgevoel in zijn hart omdragen, vooral ook omdat zijne hem ontstolen verloofde, Erwine, elk oogenblik blootstond aan de hatelijke vervolgingen van haren eehtgenoot. Don volgenden morgen liet ik mij te vijf uur roepen. Het was nog donker en somber weer. Nu en dan kwam er een naargees tige regenbui, die de onaangename stemming, waarmede ik was opgestaan, niet kon verbeteren. Te kwartier voor zessen ging ik op weg. Het begon allengs te dagen, hoewel er geen zonne straaltje door de zwartgrijze wolken brak. Er waren nog slechts weinig mcnschen op de van modder glibberige straten, alleen zag men hier en daar werklieden in hun kraag gedoken, met haastige schreden naar hunnen arbeid gaan. Ik was de eerste die op de plaats van het tweegevecht aanwe zig was. Men had daarvoor een goed plekje uitgekozen. In een kring van tien meter middellijn stonden zware boomen en dicht struikgewas om de plaats heen, zoodat er niet veel gevaar be stond voor stoornis. Bijna onmiddellijk na mijn aankomst hoorde ik een rijtuig rollen en weldra verscheen von Reitner met zijne twee secondanten, oostenrijksche officieren, die toevallig te Parijs vertoefde. Ik stelde mijzelven voor en wij wisselden de gebruike lijke beleefdheden. Daarop trad een gedwongen stilzwijgen in, onder zulke omstandig heden gevoelt niemand lust in een banaal praatje over de dingeD, die gewoonlijk het onderwerp van de gezelschapsgesprekken uit maken. Ik had toen gelegenheid Von Reitner nauwkeurig op te nemen. Hij zag er uit als een man, die in zijn jeugd een goed voorkomen gehad, maar dat bij slemp- en braspartijen ingeboet heeft. Hij had groote blauwe kringen onder de oogen en zijne handen beefden ietwat, terwijl hij onophoudelijk plukte aan zijn zakdoek, die in zijn borstzak zat. Geen vijf minuten later verscheen ook Belzoni met zijn secon dant, een jongen Hongaar met een levendig gezicht. Deze had pistolen medegebracht. Belzoni was niet minder bleek dan zijn tegenstander, maar welk een verschil in de uitdrukking van beider gelaat. Bij von Reitner niets dan loszinnige hartstochten, bij Bel zoni de uitdrukking van fiere mannelijke kracht en waren adeltrots. Men groette elkander, wij maten den afstand, tien passen. Belzoni keek mij aan, ik begreep dat hij mij met dien blik de zorg voor de mij toevertrouwde brieven wilde aanbevelen, en knikte hem geruststellend toe. Daarop laadden wij de pistolen en stelden die aan de beide kampioenen ter hand. Toen traden wij ter zijde. Von Reitner en Belzoni stonden beide recht overeind, maar terwijl mijn vriend zijn tegenpartij onverschrokken en kalm aan keek, staarde deze boven Belzoni's hoofd naar een boom; blijk baar bezat hij den moed niet, den man dien hij zoo diep had be- leedigd, in de oogen te zien. „Eén riep een der secondanten van von Reitner. Beiden stelden zich in positie. „Twee!" Hunne rechterarm met het pistool ge wapend uitstrekkende, wachtten zij. „Drie!" Er klonk slechts één knal, het geluid der schoten was in elkander gevloeid. Angstig keek ik naar Belzoni, ik zag dadelijk dat hij gewond was. Het bloed drong door een wonde aan den hals. „Een schamp schot", zeide hij toen wij ons naar hem toe begaven. „Laadt de pistolen weer!" Von Reitner was niet getroffen, met een trotschen glimlach leunde hij tegen een boom en wachtte op het laden der pistolen. Op dat oogenblik meende ik geritsel te hooren in het bosch, alsof een mensch door het kreupelhout drong. Ik keek rond, maar zag niets en achtte het daarom beter, er maar niet van te reppen tegen mijn mede-secondant. Spoedig stonden de beide kampioenen met het wapen in de hand weer tegenover elkander. „Een!" Ik zag hoe von Reitner zocht naar de beste plek om zijn tegenstander te treffen en rilde. „Twee!" Maar verder kwam het niet. „In naam der wetdonderde het ons op eens van uit het struikgewas in de ooren. Twee gendarmes drongen door het lage hout heen. Von Reitner en Belzoüi be hadden hun wapen laten zakken. Ik wierp toevallig een blik op dea eerste en zag, dat hij doodsbleek was. „Wie uwer is de baron von Reitner?" vroeg een der gendarmen. Wij antwoordden geen van allen, maar richtten onzen ver baasden blik op von Reitner, die als aan den grond genageld bleef staan, en, nog steeds met het pistool in de hand, hem wezenloos aanstaande. Geleid door onze blikken gingen de twee gendarmes haastig ons voorbij en vatten den baron ieder by een arm. „In naam dor wet!" „Wat beteekent dat?" vroeg een zijner secondanten. „Weet gij wei wien gij voor hebt „Beschuldiging van valschen wissel gemaakt te hebben," zei de eene gendarme lakoniek en daarop tot von Reitner: „Geef af dat pistool en volg ons goedschiks." Toen zagen wij iets, dat niemand verwacht had. Zich met kraeht losrukkende uit do handen der gendarmes, zette hij de loop van het pistool in den mond en vuurde dat af. Toen wij hem oprichtten was hij reeds dood. Zijn hoofd bijna geheel verbrijzeld. Wij gingen allen naar het politiebureau en daar werd de wonde van Belzoni, die gelukkig niet ernstig was, verbonden. Met een niet weinig verlicht hart keerde ik naar mijne woning terug. Des avonds bracht ik Belzoni zijne brieven terug. De indruk van de vreeselijke gebeurtenis van dien morgen was bij ons beiden nog te versch, dan dat wij een van beiden over zijn thans 5 geheel veranderde toekomst zouden hebben gesproken. Maar zijne oogen schitterden, toen ik des avonds hem verliet. Na zijn herstel trad Belzoni als officier in fraaschen dienst, onder zijn hongaarschen naam, en een jaar daarna deelde hij naij mede, dat zijn huwelyk bepaald was op een zeer nabijzijnden datum en noodigde mij uit, die plechtigheid bij te wonen. Einde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 6