Dend woord toeroepen, als hij een kind bij zich heeft. De India Times publiceert eenige bizonderheden betreflende den sultan van Zanzibar. Deze is op het oogenblik 37 jaren oud. Hij heeft 57 broeders en zusters gehad, die echter, op 5 zusters na, overleden zijn. De sul tan is zeer intelligent, maar bezit niet die energie, waarvan zijn broeder Saïd- Bargash zoo dikwijls blijk heeft gege ven. Tijdens de regoering van dezen laatste, werd hij zeer krap gehouden. Hij ontving elke maand slechts vijftig dollars oio van te leven ea moest zich steeds tot in de geringste bizonderheden bij zijn broeder komen verantwoorden. In de Academie veor genees kunde te Pair's heeft dr. Geriaanséo verklaard dat de «riep-epidemie, wel verre van te zij a verdwenen, voortdurend heericht en allee* van vorm is veran derd, Tegenwoordig doet zich de ziekte in de gedaante van angina (keelziekte) voor, gelukkig van eest goedaardig ka rakter. De bewering dat de choltra een gevolg van de griep zou zijn, werd door dr. Germansée onjuist genoemd en hij geloofde dat men in Frankrijk *ieta van die ziokte had te vreezee. Een correspondent der Laii~ terne heelt onlangs de begraafplaats van Sedan en Baaailles bezocht en klaagt over den tlcsolateiï toestand der velden, waar de geanauvelden van 1870 liggen. Alle graven zijn vervallen ©d met gras begroeid en sedert 10 jaar heeft niemand er een enkele krans meer nedergelegd. De 20e verjaardag van den Moedigen veldslag' by Gravelette is den 16a te Nancy op buitengewone wijze gevierd. Meer dan 20,000 personen, voor namelijk uit de nabijgelegen dorpen in de geannexeerde provincie, waren saam- gekomen op de plaats van het dicht bij de grenzen opgerichte mo*ument ter eere der gevallen Franechen. Het stoffelijk overschot van twe© soldaten, dat eerst onlangs werd gevonden ia het veld, werd onder het gedenkteeken ter aarde besteld. De muziek van het le bat. jagers van Verdun luisterde de plechtigheid op, dia ook werd bygewooad door een groot aantal soldaten van de naburige garni zoenen, generaals, senatoren, afgevaar digden enz. De bisschop va» Nancy hield eeu treffende redevoering. Uit de gemeentel ij ke bibli- otheek te Rouaan zijn verscheidene oude gouden medailles en drie manuscripten van onschatbare waarde gestolen. De dief, die tot heden onbekend is, heeft een lade open moeten breken, om zijn daad te volvoeren. Keizer Wilhelm SCliOiili aan de ingezetenen te Hammerfest, die bij den brand schade hebben geleden, Dy zijn verblyf in Zweden 10,000 mark. ILURLE&iMEil HALLETJES. Een Zatsrdagaïondpraatje. LXXXIV. Mijn vriend Jansen had mij een dienst bewezen, en een dienst van beteekenis nog wel. De zaak was n. i. deze De lieve jeugd, de hoop van Haarlem, en wel dat gedeelte daarvan, dat zich het liefst in de open lucht pleegt te bewegen, onverschillig of het stortregent of niet, die lieve jeugd daa had de aardigheid gehad, om vlak vóór mijn stoep in het trottoir een gat te maken en wel een gat van zulke afmetingen, dat men de schoonste gelegenheid had er zijn hals te breken. Toen ik eergisteren 'a avonds thuis kwam en, wegens het eenigszins gevor derde uur, met spoed den sleutel uit den zak haalde en vlug op mijn stoep stap pen wou, raakte mijn voet in de kuil en daar ging ik met een smak voorover op mijn aeus. Gelukkig dat de natuur iemands nekbeen niet vooraan, maar ach teraan zijn lichaam heeft geplaatst maar al brak ik den hals niet, ik be zeerde wel mijn neus en wel zoodanig, dat die ferm begon te bloade». Ik ver loor meer van dat kostbare levensvocht, dan ik dacht te kunnen misses on ieder een zal begrijpen, dat ik, waran op dat oogenblik die stratenbrekers in mijne handen gevallen, hun mijn bloedverlies duur zou hebben laten betalen. Maar de deugnieten waren allen al lang naar bed en sliepen een diepen slaap, denkelijk zonder wroeging over hun misdrijf. De avondwind nam mijne uitingen van toorn, waaronder naar ik vrees, hier en daar een wel wat erg aangedikt woord voorkwam, zaehtkens op zijne vleugelen mede en alleen de lantaarnopsteker (op dat oogenblik lan- taarnuitdraaier) die juist daarlangs ging, zei lakoniek: „kwaaie jongens, meneer op een toon alsof hij zeggen wou„kom, kom, het is zoo heel erg niet, misschien heb je het vroeger in je jeugd ook wel eens gedaan!" Maar ik zet het iemand in zoovelen als hijzelf maar wil, om met een bloedenden neus nog zachtmoedig te wezen en ik bromde den man dus een: „loop naar de maanna, dat van ach teren bekeken, weinig ad rem was. Want wat zou een opBteker van gasiantarens op de maan uitvoeren Toen ik naar bed ging, had ik niet De Justice beweert dat de Hohenzollern, de boot, waarmede de kei zer van Duitschland na zijn noordsche reis een bezoek braebt aan den koning van België, letterlijk ffeplnnderd is. Kort na het ontschepen van den keizer verkreeg het publiek verlof om het jacht te bezoeken. Het schip is van buiten geel geschilderd de salons zijn gemeu beld met gepolitoerd notenhout. Toen het belgisch publiek in de salon kwam, waar de keizer den koning van België, zijn broeder den graaf van Vlaanderen en diens zoon Boudewijn ontvangen had, begon een ware plundering. Alle eetwaren, vervolgens de sigaren, cigaretten, lucifersdoosjes, kopjes, asch- bakjes, pennenhouders, inktkokers, zand kokers, zelfs het kwispeldoor, alles werd door de elegante bezoeksters meegeno men. Er waren er die zich gereed maak ten om zelfs de stoffen der meubels stuk te snijden, alleen om een „souvenir" vaa den keizer te hebbeD, toen er een paar schildwachten in den salon geplaatst wer den, om het vernielingswerk te beletten. Toen keizer Wilhelm vernam, wat er gebeurd was, verzocht hij glimlachend zijn koninklijken gastheer, hem eenige sigaren over te doen, daar de zijne, ge lijk hij er byvoegde, waarschijnlijk dooi de Belgen „als contrabande" waren in beslag genomen. Op een der oosten r ij ksche spoorwegen, Aussee-Ischl, is jl. Zondag een conducteur, die ee» paar stukken bagage uit den goederenwagen afgaf, door een sl;iu<>', die onder de colli van daan kroop, zoo lievig' in den vï*ger gebeten, dat hij in zwijm viel en er dadelijk geaeeskundigo hulp moest wor den ingeroepen. Men weet niet, hoe bot ondier ïn den wagen gekomen kan zyn. De kleine spaaiisclie ko- niüg maakt op 't oogenblik kennis met de genoegens van het zeebad. Hij is met aijn moeder en zusjes te San- Sebastian, en wordt daar eiken morgen door de gespierde armen van een bas- kischen badman door de golven ge dragen. VARIA. De geest van tegenspraak. Dame (in den tramwagen tot haar echtgenoot)„de rit kost tien cent." Echtgenoot. Neen, vrouw, vijftien cent. Dame. Ik zeg tien Conducteur, wat kost de rit Conducteur. Vijftien cent, mevrouw. Dame. Wat zijn toch al die mannen valsche schepsels. Vader. Wel, Jan, wat heb je vandaag geleerd voldaan aan het voorschrift van ik weet niet meer wien die zegt, dat Men nooit moet gaan slapen voordat men iedereen die ons dien dag iets kwaads heeft ge daan, vergiffenis heeft geschonken. De aanbrekende dag bracht evenmin vergif fenis voor de boosdoeners mede, want toen ik te zes uur wakker werd en op mijn horloge keek om te zien hoe laat het was, toen ontwaarde ik in het kleine spiegeltje dat «in den horlogestander zit, dat.... o woede!.... dat mijn neus... ha, die kwade rakkersdat mijn neus.... enfin, dat hij er uitzag als een overrijpe komkommer. Mijn lichaam had dien Dacht gerust, alleen mijn neus had daarin *iet mogen deeleD, hij was opgezwollen tot ongelooflijke afmetingen en ik had, ik moet het erkennen, veel weg van een amsterdam8chen Hartjesdagvierder, zooals die wanneer hij wat strijdlustig van aard is, op den dag i«a dat morawaardige feest, er pleegt uit te zien. Mijn toorn klom tot den hoogsten graad. Hadde ik de oorzaken van mijn opzwelling, toen in handen gehad, ik geloof dat geen hunner er het leven zou hebben afgebracht. Ik kookte letterlijk van woede. De zon scheen zoo volop en zoo warm in de kamer, 't was alsof ze grijnsde ik kon toch zóo niet uitgaan. Ik wierp zulk een barren blik op een kleinen jongeu die juist voorbij de ven sters kwam en denkelijk aan het geval geheel onschuldig was, dat hij in huilen uitbarstte en het op een loopen zette. Ik vermoed, dat hij mij voor den boeman hield en er was reden voor mei zoo'n neus. Regende het tenminste maar, dan be hoefde het mij niet te spijten dat ik huisarrest had maar plagend en sar rend scheen de zon op mijn hatelijken neus. Maar ik zou de booswichten straf fen, die mij dat hadden aangedaan. Ik ging op de loer liggen. Ze zouden wel terugkomen. Welke joegen zou weer stand kunnen bieden aan de verzoeking, om een groot gat nog grooter te maken En als ze verschenen, ha, dan zouden ze voelen dat men niet straffeloos een mensch met een gewoon menschengezicht, toeta kelt met een neus van olifants-afme- tingen. Maar de uren gingen voorbij en nog kwam het uur der wrake niet. 't Was alsof er geen jongens meer op de wereld waren ik zag alleen volwassenen voorbijkomen en zelfs een politïe-agent. De laatste keek eens naar het gat in mijn trottoir en wandelde toen verder; blijkbaar raakte het hem even weinig Jan. Dat de zijdewormen heel nuttige diertjes zijn. Vader. Zoo! Laat dan den meester de rekening maar eens zien van uw moeders costumes. Rechterdie uit gewoonte voortdurend met het linkeroog kniptBeken maar, gij kunt het toch niet loochenen. De beschuldigde bekent en wordt tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld, waarop hij met groet misbaar beweert onschuldig te zijn. Rechter. En je hebt zelf bekend. Beschuldigde. Jaomdat u mij een oogje gaaft. Eéne vorstengril. Het was in bet jaar, dat de Fran- schen op huu zegenrijken tocht door Europa, in Filoit halt hielden. De halve wereld sidderde voor Napoleons macht. Alles boog voor hem in 't stof en overal, waar hij verscheen, begroette men hem als overwinnaar. Gedurende den korten wapenstilstand, dien hij met Pruisen sloot, kreeg hij het op zekeren dag in het hoofd zijn tegenstanders te Filoit bij zich aan het ootbijt te noodigea. Slechts twee hadden den moed aan deze uitnoo- diging gevolir te geven de kooing van Pruisen en de keizer van Rusland. Zij kwamen, door een sterk escorte bege leid bij den keizer der Franschen, die hen in zyn gewonen grijzen rok en met zijn vierkanten steek ontving. De tafel was gedekt in eene kamer der vijfde etage van het slot, omdat men van daar uit een vergezicht had op de omgeving, waar de troepen gelegerd waren. Het gesprek aan tafel was, zooals men den ken kan, niet zeer levendig en gedwon gen; het liep hoofdzakelijk over het leger en ieder prees het zijne om het zeerst. Opeens stelde een der drie vorsten welke der drie is onbekend de vraag wie van hen het meest op den trouw zijner manschappen zou kunnen rekenen. „Mijne soldaten gehoorzamen mij blindelings," riep keizer Alexander uit. „En de mijoe," riep Napoleon uit, „zijn ieder oogenblik bereid voor mij r,e sterven „Late* we daarvan eens een proef nemen," zeide de koning van Pruisen voor. Daarop wenkte Napoleon een lakei en beval hem een zijner gardes, Marcan, te roepen. Na eenige oogenhlikken verscheen de geroepene, wiens dapperheid in het fransche leger spreekwoordelyk gewor den was. Marcan,zoo sprak Napoleon hem toe, „wilt ge alles doen, wat ik je beveel „Ja, Sire „Blindelings, wat het ©ok zij vroeg de keizer, terwijl hij hem scherp aan- als het een homeopaatlx gedaan zou heb beD, die getrouw aan zijn „similia similibus", gedacht zou hebben „'t is er zonder mij in gekomen't zal er ook zonder mij wel weer uitraken Benijdenswaardige zielsrust! Inmiddels bleef de baldadige jeugd weg. Nu en dan scheen het alsof mijn wraakzucht door het wachten wat zou slinkeD, maar wanneer ik dan een blik in don spiegel wierp, kwam mijn toorn opnieuw weer boven. En ik tuurde op nieuw of ik, als een mannelijke zus ter Anna, nog niets komen zag. Toen we aan de koffietafel zaten had ik nog niets gezien, toen plotseling een diepe stem, die ik herkende als het ei gendom van mijn vriend Jassen, voor liet venster zei: „Wil je dat wel eens laten, jongen?" Ik vlieg naar het raam en jawel daar staat een opgeschoten jongen inet twee steenen in ei&e hand, die hij uit het trottoir had gehaaid. Jan sen had hem in dat werk zeker verrast, want hij stond perplex en liep niet weg. „JaDsen, Jansen!" riep ik uit, „sla hem om de ooren!" en JaDsen, dadelijk den jongen vastgrijpende, gat hem een draai om de ©oren en wilde dien door een tweeden laten volgen, toen de jongen zich losrukte en het op een loopen zette met een vaart, waartegen onze oude bee- nen toch niet konden concurreeren. Inmiddels had ik Jansen de voordeur ontsloten en hem tot binnentreden ge- noodigd. Men moge het onedel vinden, maar ik was in mijn schik, dat die deugniet althans eén klap om de ooren had gehad. O, wie mij wreed en onge voelig noeme, niet hij, die bij onder vinding weet hoe iemands bloed kan ko ken bij de streken van de straatjeugd, waartegen de rustige burger eigenlijk zoo goed als weerloos is. Tegenover dezen vijand is de wraak zoo zoet Jansen zag dan ook zóo goed aan mij, dat ik in mijn schik was over de ver gelding aan den jongen uitgeoefend, dat hij zei: „Hoor eens, ik heb jou nu een dienst bewezeD, maar voor wat hoort wat, zooals men zegt. Het leven is nu eenmaal een groote ruilhandelonder allerlei vorm wel is waar, maar toch een handel, waarbij niemand iets doet voor niemendal en er altijd op uit is, om meer terug te krijgen, dan hij gegeven heeft. „Wil je een sigaar? twee sigaren? w'l je een boek ter leen?" „Bah!" zei hij minachtend, „de ruil zou slecht wezen. Neen vrindje, ik wil mijn meeniDg over eene Haarlem be keek. „Blindelings, sireantwoordde de krijgsman, zonder aarzelen. „Welnu, spring dan daarginds uit het venster Marcan schrikte merkbaar, doch hij wist zich te beheerschen en sprak „U weet, sire, dat ik een vrouw heb en twee kinderen; ik beveel hen in uwer majesteits zorg aan." Daarop maakte hij een militair saluut, begaf zich naar het venster en sprong zonder aarzelen naar buiten. „N« is de beurt aan mg riep Alexan der. „Roep een mijner lijfwachten beval hij. „Den eersten den beste Na eenige minuten verscheen een gre nadier. „Hoe heet ge vroeg de Czaar. „Iwan Iwanowitsch, sire." „Goed, Iwan, spring daarginds uit het ven8ter „Ja, sire." En zonder een woord te spreken begaf hij zich naar het aange duide venster en sprong naar beneden. Daarna wendde zich de kooing van Pruisen tot een zijner dienaren „Verzoek den dappersten mijner sol daten hier te komen." Een forsche uhlaan van zes voet hoogte verscheen, de borst bedekt met eere- teekeeen. „Mijn vriend," zoo sprak de koniög hem toe, op bevel hunner monarchen en om haar steeds gehoorzaamheid te too- nen, zijn een fransche en een russiache soldaat hier uit dit venster gesprongen. Hebt gij den moed hetzelfde te doen „Is het voer het vaderland vroeg de soldaat onmiddellijk. „Neen antwoordde de koning. „Dan doe ik het niet!" was het een voudige, maar besliste antwoord. Op den avond van de première van La Dame aux Camélias liep Alexandre Dumas, vader, opgetogen door den schouw burg toen een kennis hem staande hield met de vraagGij hebt toch waarlijk niet aan het werk meegeholpen? Wel zeker, riep de gelukkige vader, de schrij ver is van mij I Haagsche kwestieMamaatje, moet ik me wasschen voor een lage of voor een hooge jurk MaSKïBERiCfiTES. M8TKK.DAM 23 Aug. Dc prijzen der A&ruappclen waren al» voj-i.- Geld. kralen f 0.ik 0.Katwijker Z:ml i 3.- 5. -. Andijker Muisjes 0.-- u 0- Blauwe a U. Fr. Dokk. Jammeu f2.75 a 8.20, id. Saayers f 1.50 a 1.65, idem Klei in manden f 0.a idem losse f 0.a 0. Bitle- gommer Zand f 1.50 a 4.50, allea per dect. Leiden 22 Aug. Aangevoerd 80 partijen. Goudsehe Kaas f 20,a 29, Derbj 26.50 Leidsclie, de 150 kilo f 4S a 54, Edammer Kaas 2e kwal. f0,a 0,—. treffende zaak eens in de krant hebben en natuurlijk in Haarlem's Dagbladom dat dat het mooiste en beste stadsnieuws heeft. Zet dus ons gesprek in je Zater- dagavoudpraatje en ik ben tevreden. Neen, zet nu maar niet zoo'n onnoozel gezicht, want ik weet zeker dat jij die geheim zinnige Fidelio bent." Ik trok de schouders op, ontkennen zou mij Diet gebaat hebben. „Aangenomen „Aangenomen." „Goed dan. Vertel mij eens, hoe staat het nu toch eigenlijk met de zaak van de staalwaterbron. Heeft de zomerhitte die misschien opgedroogd? „Dat juist niet, maar ik geef too, dat het wei wat lang duurt vóór we er iets van hooren en ik zou mij kunnen voor stellen, dat sommige menschen met een niet al te sterk geheugen, straks wan neer de zaak eindelijk weer in den Raad komt, zeggen „Staulbron staaibron wat is dat ook weer daarmêe?" „Juist, maar hoe staat het er nu eigen lijk mee „Naar het schijnt zal het Comité zijn zin wel krijgen en zal de speciale com missie den Raad voorstellenom het Frederikspark af te staan." „Waar wachtte men dan toch op „Op de terugkomst van den Burge meester, denk ik." „Hm!" zei Jansen, „ja, ja, dat zal 't wezen. En wat denk jij nu wel van het kapitaal Waar dat vandaan moet ko men, meen ik „Waar vandaan?" riep ik uit. „Uit Nederland natuurlijk, waar anders van daan Wel man, als een der leden van het Comité op een zonnigen morgen met den trein van 10 uur naar Amsterdam gaat en drie goede adressen heeft op de Heerengracht of Keizersgracht, dan kan hij te 12 uur aan zijn koffietafel te Haar lem terug wezen en tot zijn vrouw zeg gen „Lieve, de heele leening is ge plaatst." „Onpraktisch menschriep Jansen uit, „ik „Stil eens eventjes. Denk jij, daè die drie of vier ton niet in Amsterdam te vinden zijn Obé, met gemak. Hollandsch geld behoort in eene hollandsche onderne ming. Wij kunnen dit dan toch eindelijk wel eens zonder het buitenland klaar krijgen." „Je kijkt niet verder dan je neus lang is," hernam JanseD. „Keek «je nu maar zoover als hij breed is, dan zou het wat anders wezen." „Flauwe aardigheid," bromde ik. „Neen, maar luister nu toch eens. Lsidbh, 22 Aug. De en aanvoer prijzen ter Veemarkt vau lieden wareu als volgt: 88 Stieten 62 a 2-i8, 165 vette Ossen cn Koeien f 142 a 292 ol t 0,62 a 0,74 per Kg., 70 Vare id. f 95 t 240, 64 Graskaiveren 17.a 43, 61 vatte ia. f34 a 71 of f 0,55 a 0,75 per Kg., j9 nuentere id. f *,50 a 22,1240 vette Schapen f SS a 33, of t 0,5© a 0,60 per Kg., 676 weide do. 13,-- a 28,402 Lammeren t'1U,50 a 20, 16'J magere Varkens f j 6 a 33, 338 -Biggen t 9.50 a 16,OPaarden f a llê Kalf-oa Melkkoeien f 105 a 270. Sonik.DA.ii, 23 Aug. Moatw\jn f 10.Jenevei 1.5.50, Aanst. Proef f 16.75 Prft&Ntftevi 381' itetf. fisrc. ih-rieu te haarlem, op ZONDAG 24 Aug, 1890. Groote Kerk. Vroegpr. 7 ure, Van Arkel, pred. te Bloeinen- daal. (Voor Barbas.) Voorin, iü ure, J. Knottenbelt, pred. te Gro ningen. (Voor Knottenbelt.) Nam. 2 ure-, Moeton. ye Zondag. 's Avonds 6 ure, Swaan. Nieuwe Kerk. Voorm. 10 ure, Hoog. JanS'Keri. Voormiddag 10 ure, Moeton. Bak6nesser Kerk. (Voor de Kinderen.) Voorm. 10 ure, Hilbcauder, godsdienstonderwijzer. Waalsche Kerk. Voorm. j.') ure, Al. Perk, past. 2 Amsterdam. Gkristetij/s Gere/ormeti He b -.me ene* Gedempte Oude GT&cht. Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Mulder. Klein Heiligland. Voorm. 10 ure, 's Avonds b ure, Schoten Lathersche Kerk. Vooral. 10 ure, K. A. Gonlag. pred. te Beverwijk. Kerk der Ve feeni-j.ee i)ujpsg:*eniar>. Voorin. 10 ure, Craamiyk. Rerujustruntscke Kerk. Geen dienst. Kerk der Broedergemeente. Voorm. 10 ure, Weiss. Noerderkerte Ridderstraat Neuerd. GereJCrem. (d«ieerende). Vooral. 10 ure, 'a Av. 6 ure, J. J. A. Ploos van Amotel. pred. te tteitsum. Naaara. jierv. Kern.. S3 e u tie A» r o&fa. Voorm. 10 ure, van Koetsveld, pred. te lloutr. en Polaueu. Hcverwyk. Voorm. 10 ure. J. C. Boon. Eoiituj. Luthersche Kerk. Voorm. 10 ure, geen dienst. Doopsgezinde Kerk. Voorm. 10 ure, J. öepp. töioemcudanL Voorin. 10 are, J. .au Arkel. Nam. 2% ure, geen dienst. fificemstede. Voorin 10 ure, J. Kuylman. üliilcgom. Voorm. 9^ ure, Al. bu-jili Feat. Houtrijk en Folaneii. Voorm. i0 ure, geen dienst. Nam. 2)4 ure-, U. van Koetsveld C.Ez. Zandpoort. Voorm. 10 ure, J. van Loeneu Martinet. &gm&rndam- Voorm. 10 ure, H. J. iiergsma. Velsen- Vooren. 9^ ure, H. W aardenburg. 's Avonds 6j£ ure, H. VVaardeuburg. Welk© lui wou jij naar Haarlem zien kom©*, om stsalwaier te drinken en ba den t© nemen Onze landgenooten Die ga** naar Duitschland. De Daitschers en anéero buitenlanders dns. Welnu, stel nu, dat eenige berlijnsche bankiers het geld gevendan zijn zij belangheb benden geworden en zenden du» ieder uit hwia kring die naar een staalbad wil gaan, naar Haarlem. Ze deen *og meer, ze geven eenige doktoren êon kleinen wenk, dat het haarlemsche staalwater zoo uitstekend is en als ze dien wenk op ©ea handige manier geven, dan zen den ai© doktoren al hunne patiënten naar Ilaarl©». Begrijp je, dan wordt het mode, om naar Haarlem te gaan. Mijn waarde, een badplaats, een kurort, zyn mode- artikalen, net zoo goed als veeren of pluimea of gitten." „Jansen!" riep ik, „schei uit, wat een akelige scepticus bv-n jij Maar hij praatte door. „Wat gebeurt er, wanneer je met hollandsch geld werkt? Je krijgt geen gasten, je komt niet in de made en de zaak reüsseert niet „Onzin, onzin! En het water op zich zelf danAlsof dat niet het voornaamste was. Vreeselijk mensch, dat vergeet je maar heelemaal „Ik zal er verder niets van zeggen," antw©«rdde hij, „ik ben al tevreden als je dat in je Zaterdagavondpraatje zet..." „In mijn praatje? dat nooit, neen,dat doe ik niet!" „En je belofte? Als j© die niet na komt, dan adverteer ik in Haarlem's Dag- blad, dat ze je geen krediet, wel te ver staan g©en zedelijk krediet meer moeten ?erle©*en. Alzookies, Dorothea, kies, 't staat n«g in uwe macht!" Er was niets anders te d©e* dan toe- gnven. „Nu, ik zal het doen, maar ik verzeker je, dat ik er myn protest tegen je beschouwing naast zet!" „Je moogt er naast zette» wat je wilt. Adieu. Ik wensch je van harte spoedige vermagering van je neus te©!" Toen ik Jansen uitliet, zag ik tot miju groot© woede, dat die rakkers van straat jongens van ons gesprek haddcD gebruik gemaakt, om het gat nog grooter tema ken en het eenige wat ik van de boosdoeners gewaar werd, was de laat ste klomp aan den laatston voet van het laatste been van den laatsten jongen, die den hoek van de aangrenzende straat omvluchttc. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 7