Dend woord toeroepen, als hij een kind
bij zich heeft.
De India Times publiceert
eenige bizonderheden betreflende den
sultan van Zanzibar. Deze is op het
oogenblik 37 jaren oud. Hij heeft 57
broeders en zusters gehad, die echter,
op 5 zusters na, overleden zijn. De sul
tan is zeer intelligent, maar bezit niet
die energie, waarvan zijn broeder Saïd-
Bargash zoo dikwijls blijk heeft gege
ven. Tijdens de regoering van dezen
laatste, werd hij zeer krap gehouden.
Hij ontving elke maand slechts vijftig
dollars oio van te leven ea moest zich
steeds tot in de geringste bizonderheden
bij zijn broeder komen verantwoorden.
In de Academie veor genees
kunde te Pair's heeft dr. Geriaanséo
verklaard dat de «riep-epidemie, wel
verre van te zij a verdwenen, voortdurend
heericht en allee* van vorm is veran
derd, Tegenwoordig doet zich de ziekte
in de gedaante van angina (keelziekte)
voor, gelukkig van eest goedaardig ka
rakter. De bewering dat de choltra een
gevolg van de griep zou zijn, werd door
dr. Germansée onjuist genoemd en hij
geloofde dat men in Frankrijk *ieta van die
ziokte had te vreezee.
Een correspondent der Laii~
terne heelt onlangs de begraafplaats van
Sedan en Baaailles bezocht en klaagt
over den tlcsolateiï toestand der velden,
waar de geanauvelden van 1870 liggen.
Alle graven zijn vervallen ©d met gras
begroeid en sedert 10 jaar heeft niemand
er een enkele krans meer nedergelegd.
De 20e verjaardag van den
Moedigen veldslag' by Gravelette is
den 16a te Nancy op buitengewone wijze
gevierd. Meer dan 20,000 personen, voor
namelijk uit de nabijgelegen dorpen in
de geannexeerde provincie, waren saam-
gekomen op de plaats van het dicht bij
de grenzen opgerichte mo*ument ter eere
der gevallen Franechen. Het stoffelijk
overschot van twe© soldaten, dat eerst
onlangs werd gevonden ia het veld, werd
onder het gedenkteeken ter aarde besteld.
De muziek van het le bat. jagers van
Verdun luisterde de plechtigheid op, dia
ook werd bygewooad door een groot
aantal soldaten van de naburige garni
zoenen, generaals, senatoren, afgevaar
digden enz. De bisschop va» Nancy hield
eeu treffende redevoering.
Uit de gemeentel ij ke bibli-
otheek te Rouaan zijn verscheidene oude
gouden medailles en drie manuscripten
van onschatbare waarde gestolen. De
dief, die tot heden onbekend is, heeft
een lade open moeten breken, om zijn
daad te volvoeren.
Keizer Wilhelm SCliOiili
aan de ingezetenen te Hammerfest, die
bij den brand schade hebben geleden, Dy
zijn verblyf in Zweden 10,000 mark.
ILURLE&iMEil HALLETJES.
Een Zatsrdagaïondpraatje.
LXXXIV.
Mijn vriend Jansen had mij een dienst
bewezen, en een dienst van beteekenis
nog wel. De zaak was n. i. deze De
lieve jeugd, de hoop van Haarlem, en
wel dat gedeelte daarvan, dat zich het
liefst in de open lucht pleegt te bewegen,
onverschillig of het stortregent of niet,
die lieve jeugd daa had de aardigheid
gehad, om vlak vóór mijn stoep in het
trottoir een gat te maken en wel
een gat van zulke afmetingen, dat men
de schoonste gelegenheid had er zijn hals
te breken.
Toen ik eergisteren 'a avonds thuis
kwam en, wegens het eenigszins gevor
derde uur, met spoed den sleutel uit den
zak haalde en vlug op mijn stoep stap
pen wou, raakte mijn voet in de kuil en
daar ging ik met een smak voorover
op mijn aeus. Gelukkig dat de natuur
iemands nekbeen niet vooraan, maar ach
teraan zijn lichaam heeft geplaatst
maar al brak ik den hals niet, ik be
zeerde wel mijn neus en wel zoodanig,
dat die ferm begon te bloade». Ik ver
loor meer van dat kostbare levensvocht,
dan ik dacht te kunnen misses on ieder
een zal begrijpen, dat ik, waran op dat
oogenblik die stratenbrekers in mijne
handen gevallen, hun mijn bloedverlies
duur zou hebben laten betalen.
Maar de deugnieten waren allen al
lang naar bed en sliepen een diepen
slaap, denkelijk zonder wroeging over
hun misdrijf. De avondwind nam mijne
uitingen van toorn, waaronder naar ik
vrees, hier en daar een wel wat erg
aangedikt woord voorkwam, zaehtkens
op zijne vleugelen mede en alleen de
lantaarnopsteker (op dat oogenblik lan-
taarnuitdraaier) die juist daarlangs ging,
zei lakoniek: „kwaaie jongens, meneer
op een toon alsof hij zeggen wou„kom,
kom, het is zoo heel erg niet, misschien
heb je het vroeger in je jeugd ook wel
eens gedaan!" Maar ik zet het iemand
in zoovelen als hijzelf maar wil, om met
een bloedenden neus nog zachtmoedig te
wezen en ik bromde den man dus een:
„loop naar de maanna, dat van ach
teren bekeken, weinig ad rem was. Want
wat zou een opBteker van gasiantarens
op de maan uitvoeren
Toen ik naar bed ging, had ik niet
De Justice beweert dat de
Hohenzollern, de boot, waarmede de kei
zer van Duitschland na zijn noordsche
reis een bezoek braebt aan den koning
van België, letterlijk ffeplnnderd is.
Kort na het ontschepen van den keizer
verkreeg het publiek verlof om het jacht
te bezoeken. Het schip is van buiten
geel geschilderd de salons zijn gemeu
beld met gepolitoerd notenhout. Toen
het belgisch publiek in de salon kwam,
waar de keizer den koning van België,
zijn broeder den graaf van Vlaanderen
en diens zoon Boudewijn ontvangen had,
begon een ware plundering.
Alle eetwaren, vervolgens de sigaren,
cigaretten, lucifersdoosjes, kopjes, asch-
bakjes, pennenhouders, inktkokers, zand
kokers, zelfs het kwispeldoor, alles werd
door de elegante bezoeksters meegeno
men. Er waren er die zich gereed maak
ten om zelfs de stoffen der meubels stuk
te snijden, alleen om een „souvenir" vaa
den keizer te hebbeD, toen er een paar
schildwachten in den salon geplaatst wer
den, om het vernielingswerk te beletten.
Toen keizer Wilhelm vernam, wat er
gebeurd was, verzocht hij glimlachend
zijn koninklijken gastheer, hem eenige
sigaren over te doen, daar de zijne, ge
lijk hij er byvoegde, waarschijnlijk dooi
de Belgen „als contrabande" waren in
beslag genomen.
Op een der oosten r ij ksche
spoorwegen, Aussee-Ischl, is jl. Zondag
een conducteur, die ee» paar stukken
bagage uit den goederenwagen afgaf,
door een sl;iu<>', die onder de colli van
daan kroop, zoo lievig' in den vï*ger
gebeten, dat hij in zwijm viel en er
dadelijk geaeeskundigo hulp moest wor
den ingeroepen.
Men weet niet, hoe bot ondier ïn den
wagen gekomen kan zyn.
De kleine spaaiisclie ko-
niüg maakt op 't oogenblik kennis met
de genoegens van het zeebad. Hij is
met aijn moeder en zusjes te San-
Sebastian, en wordt daar eiken morgen
door de gespierde armen van een bas-
kischen badman door de golven ge
dragen.
VARIA.
De geest van tegenspraak.
Dame (in den tramwagen tot haar
echtgenoot)„de rit kost tien cent."
Echtgenoot. Neen, vrouw, vijftien cent.
Dame. Ik zeg tien Conducteur,
wat kost de rit
Conducteur. Vijftien cent, mevrouw.
Dame. Wat zijn toch al die mannen
valsche schepsels.
Vader. Wel, Jan, wat heb je vandaag
geleerd
voldaan aan het voorschrift van ik weet
niet meer wien die zegt, dat Men nooit
moet gaan slapen voordat men iedereen
die ons dien dag iets kwaads heeft ge
daan, vergiffenis heeft geschonken. De
aanbrekende dag bracht evenmin vergif
fenis voor de boosdoeners mede, want
toen ik te zes uur wakker werd en op
mijn horloge keek om te zien hoe laat
het was, toen ontwaarde ik in het kleine
spiegeltje dat «in den horlogestander zit,
dat.... o woede!.... dat mijn neus... ha,
die kwade rakkersdat mijn neus....
enfin, dat hij er uitzag als een overrijpe
komkommer. Mijn lichaam had dien Dacht
gerust, alleen mijn neus had daarin *iet
mogen deeleD, hij was opgezwollen tot
ongelooflijke afmetingen en ik had, ik
moet het erkennen, veel weg van een
amsterdam8chen Hartjesdagvierder, zooals
die wanneer hij wat strijdlustig van aard
is, op den dag i«a dat morawaardige
feest, er pleegt uit te zien.
Mijn toorn klom tot den hoogsten
graad. Hadde ik de oorzaken van mijn
opzwelling, toen in handen gehad, ik
geloof dat geen hunner er het leven zou
hebben afgebracht. Ik kookte letterlijk
van woede. De zon scheen zoo volop en
zoo warm in de kamer, 't was alsof ze
grijnsde ik kon toch zóo niet uitgaan.
Ik wierp zulk een barren blik op een
kleinen jongeu die juist voorbij de ven
sters kwam en denkelijk aan het geval
geheel onschuldig was, dat hij in huilen
uitbarstte en het op een loopen zette.
Ik vermoed, dat hij mij voor den boeman
hield en er was reden voor mei zoo'n
neus.
Regende het tenminste maar, dan be
hoefde het mij niet te spijten dat ik
huisarrest had maar plagend en sar
rend scheen de zon op mijn hatelijken
neus. Maar ik zou de booswichten straf
fen, die mij dat hadden aangedaan.
Ik ging op de loer liggen. Ze zouden
wel terugkomen. Welke joegen zou weer
stand kunnen bieden aan de verzoeking,
om een groot gat nog grooter te maken
En als ze verschenen, ha, dan zouden ze
voelen dat men niet straffeloos een mensch
met een gewoon menschengezicht, toeta
kelt met een neus van olifants-afme-
tingen.
Maar de uren gingen voorbij en nog
kwam het uur der wrake niet. 't Was
alsof er geen jongens meer op de wereld
waren ik zag alleen volwassenen
voorbijkomen en zelfs een politïe-agent.
De laatste keek eens naar het gat in
mijn trottoir en wandelde toen verder;
blijkbaar raakte het hem even weinig
Jan. Dat de zijdewormen heel nuttige
diertjes zijn.
Vader. Zoo! Laat dan den meester de
rekening maar eens zien van uw moeders
costumes.
Rechterdie uit gewoonte voortdurend
met het linkeroog kniptBeken maar,
gij kunt het toch niet loochenen.
De beschuldigde bekent en wordt tot
zes maanden gevangenisstraf veroordeeld,
waarop hij met groet misbaar beweert
onschuldig te zijn.
Rechter. En je hebt zelf bekend.
Beschuldigde. Jaomdat u mij een
oogje gaaft.
Eéne vorstengril.
Het was in bet jaar, dat de Fran-
schen op huu zegenrijken tocht door
Europa, in Filoit halt hielden. De halve
wereld sidderde voor Napoleons macht.
Alles boog voor hem in 't stof en overal,
waar hij verscheen, begroette men hem
als overwinnaar. Gedurende den korten
wapenstilstand, dien hij met Pruisen
sloot, kreeg hij het op zekeren dag in
het hoofd zijn tegenstanders te Filoit bij
zich aan het ootbijt te noodigea. Slechts
twee hadden den moed aan deze uitnoo-
diging gevolir te geven de kooing van
Pruisen en de keizer van Rusland. Zij
kwamen, door een sterk escorte bege
leid bij den keizer der Franschen, die
hen in zyn gewonen grijzen rok en met
zijn vierkanten steek ontving. De tafel
was gedekt in eene kamer der vijfde
etage van het slot, omdat men van daar
uit een vergezicht had op de omgeving,
waar de troepen gelegerd waren. Het
gesprek aan tafel was, zooals men den
ken kan, niet zeer levendig en gedwon
gen; het liep hoofdzakelijk over het leger
en ieder prees het zijne om het zeerst.
Opeens stelde een der drie vorsten
welke der drie is onbekend de vraag
wie van hen het meest op den trouw
zijner manschappen zou kunnen rekenen.
„Mijne soldaten gehoorzamen mij
blindelings," riep keizer Alexander uit.
„En de mijoe," riep Napoleon uit,
„zijn ieder oogenblik bereid voor mij r,e
sterven
„Late* we daarvan eens een proef
nemen," zeide de koning van Pruisen
voor.
Daarop wenkte Napoleon een lakei
en beval hem een zijner gardes, Marcan,
te roepen.
Na eenige oogenhlikken verscheen de
geroepene, wiens dapperheid in het
fransche leger spreekwoordelyk gewor
den was.
Marcan,zoo sprak Napoleon hem
toe, „wilt ge alles doen, wat ik je beveel
„Ja, Sire
„Blindelings, wat het ©ok zij vroeg
de keizer, terwijl hij hem scherp aan-
als het een homeopaatlx gedaan zou heb
beD, die getrouw aan zijn „similia
similibus", gedacht zou hebben „'t is er
zonder mij in gekomen't zal er ook
zonder mij wel weer uitraken
Benijdenswaardige zielsrust!
Inmiddels bleef de baldadige jeugd
weg. Nu en dan scheen het alsof mijn
wraakzucht door het wachten wat zou
slinkeD, maar wanneer ik dan een blik
in don spiegel wierp, kwam mijn toorn
opnieuw weer boven. En ik tuurde op
nieuw of ik, als een mannelijke zus
ter Anna, nog niets komen zag.
Toen we aan de koffietafel zaten had
ik nog niets gezien, toen plotseling een
diepe stem, die ik herkende als het ei
gendom van mijn vriend Jassen, voor
liet venster zei: „Wil je dat wel eens
laten, jongen?" Ik vlieg naar het raam
en jawel daar staat een opgeschoten
jongen inet twee steenen in ei&e hand,
die hij uit het trottoir had gehaaid. Jan
sen had hem in dat werk zeker verrast,
want hij stond perplex en liep niet weg.
„JaDsen, Jansen!" riep ik uit, „sla
hem om de ooren!" en JaDsen, dadelijk
den jongen vastgrijpende, gat hem een
draai om de ©oren en wilde dien door
een tweeden laten volgen, toen de jongen
zich losrukte en het op een loopen zette
met een vaart, waartegen onze oude bee-
nen toch niet konden concurreeren.
Inmiddels had ik Jansen de voordeur
ontsloten en hem tot binnentreden ge-
noodigd. Men moge het onedel vinden,
maar ik was in mijn schik, dat die
deugniet althans eén klap om de ooren
had gehad. O, wie mij wreed en onge
voelig noeme, niet hij, die bij onder
vinding weet hoe iemands bloed kan ko
ken bij de streken van de straatjeugd,
waartegen de rustige burger eigenlijk
zoo goed als weerloos is. Tegenover
dezen vijand is de wraak zoo zoet
Jansen zag dan ook zóo goed aan mij,
dat ik in mijn schik was over de ver
gelding aan den jongen uitgeoefend, dat
hij zei: „Hoor eens, ik heb jou nu een
dienst bewezeD, maar voor wat hoort
wat, zooals men zegt. Het leven is nu
eenmaal een groote ruilhandelonder
allerlei vorm wel is waar, maar toch een
handel, waarbij niemand iets doet voor
niemendal en er altijd op uit is, om
meer terug te krijgen, dan hij gegeven
heeft.
„Wil je een sigaar? twee sigaren? w'l
je een boek ter leen?"
„Bah!" zei hij minachtend, „de ruil
zou slecht wezen. Neen vrindje, ik wil
mijn meeniDg over eene Haarlem be
keek.
„Blindelings, sireantwoordde de
krijgsman, zonder aarzelen.
„Welnu, spring dan daarginds uit het
venster
Marcan schrikte merkbaar, doch hij
wist zich te beheerschen en sprak
„U weet, sire, dat ik een vrouw heb
en twee kinderen; ik beveel hen in
uwer majesteits zorg aan."
Daarop maakte hij een militair saluut,
begaf zich naar het venster en sprong
zonder aarzelen naar buiten.
„N« is de beurt aan mg riep Alexan
der. „Roep een mijner lijfwachten
beval hij. „Den eersten den beste
Na eenige minuten verscheen een gre
nadier.
„Hoe heet ge vroeg de Czaar.
„Iwan Iwanowitsch, sire."
„Goed, Iwan, spring daarginds uit het
ven8ter
„Ja, sire." En zonder een woord te
spreken begaf hij zich naar het aange
duide venster en sprong naar beneden.
Daarna wendde zich de kooing van
Pruisen tot een zijner dienaren
„Verzoek den dappersten mijner sol
daten hier te komen."
Een forsche uhlaan van zes voet hoogte
verscheen, de borst bedekt met eere-
teekeeen.
„Mijn vriend," zoo sprak de koniög
hem toe, op bevel hunner monarchen en
om haar steeds gehoorzaamheid te too-
nen, zijn een fransche en een russiache
soldaat hier uit dit venster gesprongen.
Hebt gij den moed hetzelfde te doen
„Is het voer het vaderland vroeg
de soldaat onmiddellijk.
„Neen antwoordde de koning.
„Dan doe ik het niet!" was het een
voudige, maar besliste antwoord.
Op den avond van de première van
La Dame aux Camélias liep Alexandre
Dumas, vader, opgetogen door den schouw
burg toen een kennis hem staande hield
met de vraagGij hebt toch waarlijk
niet aan het werk meegeholpen? Wel
zeker, riep de gelukkige vader, de schrij
ver is van mij I
Haagsche kwestieMamaatje, moet ik
me wasschen voor een lage of voor een
hooge jurk
MaSKïBERiCfiTES.
M8TKK.DAM 23 Aug.
Dc prijzen der A&ruappclen waren al» voj-i.-
Geld. kralen f 0.ik 0.Katwijker Z:ml i 3.-
5. -. Andijker Muisjes 0.-- u 0- Blauwe
a U. Fr. Dokk. Jammeu f2.75 a 8.20,
id. Saayers f 1.50 a 1.65, idem Klei in manden
f 0.a idem losse f 0.a 0. Bitle-
gommer Zand f 1.50 a 4.50, allea per dect.
Leiden 22 Aug. Aangevoerd 80 partijen.
Goudsehe Kaas f 20,a 29, Derbj 26.50
Leidsclie, de 150 kilo f 4S a 54, Edammer Kaas
2e kwal. f0,a 0,—.
treffende zaak eens in de krant hebben
en natuurlijk in Haarlem's Dagbladom
dat dat het mooiste en beste stadsnieuws
heeft. Zet dus ons gesprek in je Zater-
dagavoudpraatje en ik ben tevreden. Neen,
zet nu maar niet zoo'n onnoozel gezicht,
want ik weet zeker dat jij die geheim
zinnige Fidelio bent."
Ik trok de schouders op, ontkennen
zou mij Diet gebaat hebben.
„Aangenomen
„Aangenomen."
„Goed dan. Vertel mij eens, hoe staat
het nu toch eigenlijk met de zaak van
de staalwaterbron. Heeft de zomerhitte
die misschien opgedroogd?
„Dat juist niet, maar ik geef too, dat
het wei wat lang duurt vóór we er iets
van hooren en ik zou mij kunnen voor
stellen, dat sommige menschen met een
niet al te sterk geheugen, straks wan
neer de zaak eindelijk weer in den Raad
komt, zeggen „Staulbron staaibron
wat is dat ook weer daarmêe?"
„Juist, maar hoe staat het er nu eigen
lijk mee
„Naar het schijnt zal het Comité zijn
zin wel krijgen en zal de speciale com
missie den Raad voorstellenom het
Frederikspark af te staan."
„Waar wachtte men dan toch op
„Op de terugkomst van den Burge
meester, denk ik."
„Hm!" zei Jansen, „ja, ja, dat zal 't
wezen. En wat denk jij nu wel van het
kapitaal Waar dat vandaan moet ko
men, meen ik
„Waar vandaan?" riep ik uit. „Uit
Nederland natuurlijk, waar anders van
daan Wel man, als een der leden van
het Comité op een zonnigen morgen met
den trein van 10 uur naar Amsterdam
gaat en drie goede adressen heeft op de
Heerengracht of Keizersgracht, dan kan
hij te 12 uur aan zijn koffietafel te Haar
lem terug wezen en tot zijn vrouw zeg
gen „Lieve, de heele leening is ge
plaatst."
„Onpraktisch menschriep Jansen
uit, „ik
„Stil eens eventjes. Denk jij, daè die
drie of vier ton niet in Amsterdam te
vinden zijn Obé, met gemak. Hollandsch
geld behoort in eene hollandsche onderne
ming. Wij kunnen dit dan toch eindelijk wel
eens zonder het buitenland klaar krijgen."
„Je kijkt niet verder dan je neus lang
is," hernam JanseD. „Keek «je nu maar
zoover als hij breed is, dan zou het wat
anders wezen."
„Flauwe aardigheid," bromde ik.
„Neen, maar luister nu toch eens.
Lsidbh, 22 Aug. De en aanvoer prijzen ter
Veemarkt vau lieden wareu als volgt: 88 Stieten
62 a 2-i8, 165 vette Ossen cn Koeien f 142 a
292 ol t 0,62 a 0,74 per Kg., 70 Vare id. f 95
t 240, 64 Graskaiveren 17.a 43, 61 vatte ia.
f34 a 71 of f 0,55 a 0,75 per Kg., j9 nuentere
id. f *,50 a 22,1240 vette Schapen f SS a 33,
of t 0,5© a 0,60 per Kg., 676 weide do. 13,--
a 28,402 Lammeren t'1U,50 a 20, 16'J
magere Varkens f j 6 a 33, 338 -Biggen t 9.50 a
16,OPaarden f a llê Kalf-oa
Melkkoeien f 105 a 270.
Sonik.DA.ii, 23 Aug. Moatw\jn f 10.Jenevei
1.5.50, Aanst. Proef f 16.75
Prft&Ntftevi 381' itetf. fisrc. ih-rieu
te haarlem,
op ZONDAG 24 Aug, 1890.
Groote Kerk.
Vroegpr. 7 ure, Van Arkel, pred. te Bloeinen-
daal. (Voor Barbas.)
Voorin, iü ure, J. Knottenbelt, pred. te Gro
ningen. (Voor Knottenbelt.)
Nam. 2 ure-, Moeton. ye Zondag.
's Avonds 6 ure, Swaan.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ure, Hoog.
JanS'Keri.
Voormiddag 10 ure, Moeton.
Bak6nesser Kerk.
(Voor de Kinderen.)
Voorm. 10 ure, Hilbcauder,
godsdienstonderwijzer.
Waalsche Kerk.
Voorm. j.') ure, Al. Perk, past. 2 Amsterdam.
Gkristetij/s Gere/ormeti He b -.me ene*
Gedempte Oude GT&cht.
Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Mulder.
Klein Heiligland.
Voorm. 10 ure, 's Avonds b ure, Schoten
Lathersche Kerk.
Vooral. 10 ure, K. A. Gonlag.
pred. te Beverwijk.
Kerk der Ve feeni-j.ee i)ujpsg:*eniar>.
Voorin. 10 ure, Craamiyk.
Rerujustruntscke Kerk.
Geen dienst.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Weiss.
Noerderkerte Ridderstraat
Neuerd. GereJCrem. (d«ieerende).
Vooral. 10 ure, 'a Av. 6 ure, J. J. A. Ploos
van Amotel. pred. te tteitsum.
Naaara. jierv. Kern..
S3 e u tie A» r o&fa.
Voorm. 10 ure, van Koetsveld, pred. te lloutr.
en Polaueu.
Hcverwyk.
Voorm. 10 ure. J. C. Boon.
Eoiituj. Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, geen dienst.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, J. öepp.
töioemcudanL
Voorin. 10 are, J. .au Arkel.
Nam. 2% ure, geen dienst.
fificemstede.
Voorin 10 ure, J. Kuylman.
üliilcgom.
Voorm. 9^ ure, Al. bu-jili Feat.
Houtrijk en Folaneii.
Voorm. i0 ure, geen dienst.
Nam. 2)4 ure-, U. van Koetsveld C.Ez.
Zandpoort.
Voorm. 10 ure, J. van Loeneu Martinet.
&gm&rndam-
Voorm. 10 ure, H. J. iiergsma.
Velsen-
Vooren. 9^ ure, H. W aardenburg.
's Avonds 6j£ ure, H. VVaardeuburg.
Welk© lui wou jij naar Haarlem zien
kom©*, om stsalwaier te drinken en ba
den t© nemen Onze landgenooten Die
ga** naar Duitschland. De Daitschers
en anéero buitenlanders dns. Welnu,
stel nu, dat eenige berlijnsche bankiers
het geld gevendan zijn zij belangheb
benden geworden en zenden du» ieder
uit hwia kring die naar een staalbad wil
gaan, naar Haarlem. Ze deen *og meer,
ze geven eenige doktoren êon kleinen
wenk, dat het haarlemsche staalwater
zoo uitstekend is en als ze dien wenk
op ©ea handige manier geven, dan zen
den ai© doktoren al hunne patiënten naar
Ilaarl©». Begrijp je, dan wordt het mode,
om naar Haarlem te gaan. Mijn waarde,
een badplaats, een kurort, zyn mode-
artikalen, net zoo goed als veeren of
pluimea of gitten."
„Jansen!" riep ik, „schei uit, wat een
akelige scepticus bv-n jij
Maar hij praatte door. „Wat gebeurt
er, wanneer je met hollandsch geld werkt?
Je krijgt geen gasten, je komt niet in
de made en de zaak reüsseert niet
„Onzin, onzin! En het water op zich
zelf danAlsof dat niet het voornaamste
was. Vreeselijk mensch, dat vergeet je
maar heelemaal
„Ik zal er verder niets van zeggen,"
antw©«rdde hij, „ik ben al tevreden als
je dat in je Zaterdagavondpraatje zet..."
„In mijn praatje? dat nooit, neen,dat
doe ik niet!"
„En je belofte? Als j© die niet na
komt, dan adverteer ik in Haarlem's Dag-
blad, dat ze je geen krediet, wel te ver
staan g©en zedelijk krediet meer moeten
?erle©*en. Alzookies, Dorothea, kies,
't staat n«g in uwe macht!"
Er was niets anders te d©e* dan toe-
gnven. „Nu, ik zal het doen, maar ik
verzeker je, dat ik er myn protest tegen
je beschouwing naast zet!"
„Je moogt er naast zette» wat je wilt.
Adieu. Ik wensch je van harte spoedige
vermagering van je neus te©!"
Toen ik Jansen uitliet, zag ik tot miju
groot© woede, dat die rakkers van straat
jongens van ons gesprek haddcD gebruik
gemaakt, om het gat nog grooter tema
ken en het eenige wat ik van de
boosdoeners gewaar werd, was de laat
ste klomp aan den laatston voet van
het laatste been van den laatsten jongen,
die den hoek van de aangrenzende straat
omvluchttc.
FIDELIO.