NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Maandag
1 September 1890.
No. 2197.
AD7ER7EITJÉS:
Dit Hum instaat it twee Waden.
B S N N E IV L ,4 N
FEUILLETON.
De Familie Caussoii.
8e Jaargang.
HAAHLEBTS DAGBLAD
ABOHFEHEITSPEIJS:
Voor Haarlem per 3 maanden 1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65
Afzonderlijke hummers-0 05
Dit blad verschynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem, 'ffeaftfirwsimwwiwsase!? JLS9.
Ten 15 reg-els SO Cent.; iede?e rog-el meer 10 -sen's
Groots letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen eo Advertent*©» woeden aangenome® door
ons© agent8D en door allo boekhandelaren ea cocrantiera.
Directeuren-Uitgevers J. C. PESBEBOOM J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie GenéraU de Fuhlicitê Etrangère G. L. DA V£Jk Co^ JOHN I. J0NJS8, SuccjVarjgt 31 bit Fauèourj Montmartre
EERSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
Haarlem 30 Augustus 1890.
VERGADERING van den Raad der ge
meente Haarlemop Dinsdag 2 Sept.
1890, des namiddags ten 1 ure.
De volgende stukken en punten zullen
aan de orde worden gesteld.
1. Brief van Dr. D. de Haan, hou
dende bericht van aanneming zijner be
noeming van Wethouder; 2, Benoeming
Wethouder wegens periodieke aftreding
van den Heer M. O. de Kaoter3. Idem
Ambtenaar Burg. Stand; 4. Voordracht
bevordering oaderwijzeres 3e kl. Oplei
dingsschool voor meisjes; 5. Idem be
noeming onderwijzeressen openb. scholen
6. Aanbevelingslijst benoembare nieuwe
leeraar Geschiedenis en Nederl. taal H.
B. School met 5-jarigen cursus; 7. Be
noeming vaste cemmissiën; 8. Verzoek
om ontslag van Dr. P. M. Heringa,
leeraar aan het Gymnasium; 9. Voorstel
B. en WW. vaststelling rekening der
gemeente over 1889, met advies com
missie van financiën.
Naar men verneemt, bestaat bij den
heer dr. Rudolf Pfleiderer, predikant te
Ulm, het voornemen om, met toestem
ming van het gemeentebestuur van Haar
lem, eene phetografie te does maken van
twee schilderijen, aanwezig in het mu
seum op het Raadhuis, teneinde die in
houtsnede te plaatsen in een door hem
uitgegeven wordenden bijbel met prenten
van christelijke kunst.
Vrijdagavond te halfacht werd het
feest van den Volksbond, ep «de Phoe-
nix// voortgezet met een concert door het
Stedelijk Muziekkorps en eene uitvoering
van de gymnastiekverenigingen //Mars"
en //Sparta". De toeren aan rekstok en
handbrug van deze vereenigingen en niet
minder de chineesche dans van //Mars"
werden zeer toegejuicht.
Met een fraai vuurwerk werd het feest
besloten. Gelukkig begon het eerst kort
vóór het afsteken daarvan te regenen,
anders ware alles bedorven geworden.
Nu echter leed het geene schade van den
regen en slaagden bijaa al de stukken
uitmuntend.
Vooral het slotstuk, het beeld van
Prinses Wilhelmina tusschen piramiden,
sterren, fonteinen en draaiende zonnen
nog opgeluisterd door luchtzwermers
en kogels en vuurpijlen, was zeer ver
dienstelijk te noemen.
Het publiek was, het weer in aanmer-
King nemende, talrijk, hoewel niet zoo
groot als het vorig jaar.
Mej. Wed. van Bijlevelt, bestuurster
van een depót der broodfabriek ,/de
Volharding," op den Kruisweg No. 35
verzoekt ons, te vermelden, dat op den
verjaardag van ons Prinsesje in hare
winkelkast een portret van de jarige
zal zijn aangebracht, in eene fraaie ver
siering van groen en bloemen.
Vrijdagavond omstreeks 9 ure is van
trein n. 45, gaande Daar Rotterdam, op
de hoogte van de Brouwersvaart alhier,
een glasruit stukgeschoten, gelukkig zon
der dat een der reizigers is getroffen.
Door de politie alhier is aangehouden en
Baar het huis van bewaring overgebracht,
W. E. Smit, oud 35 jaren, vroeger
colporteur, thans zonder middel van
bestaan, wegens landlooperij en tevens
verdacht van diefstal van een zilveren
clinder horloge en eene portemonnaie met
geld.
Te Bennebroek is tot onderwijzeres
benoemd Mej. A. van Slooten te Har-
lingen.
De volgende week wordt in IJ- en
Haarlemmermeerpolders begonnen met
het delven der beetwortelen, die vrij
gunstig te veld staan. De aanhoudende
regens der laatste dagen werken zeer
nadeelig op de aan schoven staande land-
bouw-producten.
Naar wij vernemen is door den mi
nister van Waterstaat enz. gunstig be
schikt op het verzoek van de vereeniging
tot verlichten der visscherssteigers te
IJmniden. {Hbl.)
Letteren en Knnst.
Volgens de te Chicago verschijnende
derlanderzal het kunstlievend pu
bliek aldaar in de gelegenheid gesteld
worden kennis te maken met vijftien
der beste stukken van de hollandsehe
meesters Rembrandt, Rubens, Jan Steen,
Hobbema, Van Ostade, Van Dijk, de
Van de Velde's, Ruysdael en andere
groote kunstenaars. Deze stukken zijn
door de heeren Charles Hutchinson en
Martin A. Ryerson gekocht uit de na
latenschap van den russischen prins
Demidoff voor 200.000 doll. In het art-
institute van Chicago zullen ze dadelijk
na aankomst tentoongesteld worden en,
indien er genoeg medewerking is om
de kosten te helpen dragen, aan dat ge
nootschap ten geschenke worden gege-
Naar wij van welingelichte
zijde vernemeo, zal het bezoek van H.
M. de Koningin en van H. K. H.
Prinses Wilhelmina aan Arnuem alsnog
plaats hebben, en wel hoogst waarschijn
lijk tusschen 8 en 13 September.
{A. C.)
Uit Sehereningen wordt
gemeld: De Koniogin van llumenië
(Carmen Sylva) wordt na haar bezoek
in Engeland alhier veawaeht. Waarschijn
lijk zal de Koningin in deze badplaats
haren gemaal, koning Karei, en diens
neef, den vermoedolijken troonopvolger,
ontmoeten.
De minister van Oorlog
heeft bepaalt dat, wanneer ee» militair,
die in een militair hospitaal verpleegd
wordt, zich schuldig maakt aan eene
overtreding, waarvoor hij //krijgstuchte-
lijk" behoort te worden gestraft, de chef
van het hospitaal daarvan mededeeling
moet doen aan den chef van het corps,
waartoe de verpleegde behoort. Deze
laatste zal daarna door zijn chef, over
eenkomstig de bepaling van het reglement
van krijgstucht, kunnen gestraft worden
en zijne straf ondergaan by zyne terug
komst bij het korps.
Het straffen van de zieken met diëet
(onthouding van voedsel) opsluiting in
het lijkenkamertje, enz.,) zal dus niet
meer geschieden.
De heeren Frans Netscher,
D. Wiggers en P. De Moor uit Rot
terdam, die te Delft den cursus tot op
leiding voor militair wielrijder gevolgd
hadden, hebben examen afgelegd, en het
getuigschrift van geschiktheid voor mi
litair wielrijder verkregen.
Door wijlen mevrouw N. H.
E. S. Presburg, echtgenoote van den
heer A. G. van Anrooij, te Kampen, is
bij testamentaire beschikking gelegateerd
aan de geneeskundige badinrichting en
het herstellingsoord //Laag-Soeren", bij
Dieren, een som van ƒ12,000, onder
den last om uit de revenuen daarvan
onbemiddelde onderwijzeressen, of gewe
zen onderwijzeressen, die genoodzaakt
zijn geworden door zwakke gezondheid
en overspanning haren werkkring op te
geven, ter verpleging aldaar op te ne
men. Verder is nog gelegateerd ten
eeuwige dage eene jaarlijkseke som van
100, om te dienen als bijdrage tot de
revenuen van het door de erflaatster
gestichte //Van Anrooy Presburg Fonds."
Generaal Joubert bracht
Vrijdagochtend, vergezeld van zijn secre
taris en eenige anderen, een bezoek aan
's rijks marinewerf te Amsterdam en be
zichtigde onder geleide van kapt.-luit.
t z. C. Hoffman de verschillende inrich
tingen en schepen.
Aan de suikerraffinaderij
z/De Amstel", te Amsterdam, zijn 100
man wegens slapte van werkzaamheden
tegen Zaterdag 6 Sept. afgedankt.
kaB ij het ongeluk op het fort
Reinauwen zijn ook de luitenant D. der
artillerie, een onderofficier en 5 minderen
licht gekwetst.
Vrijdagochtend ontstond
er te Uitgeest brand in een woonhuis,
staande in de Langebuurt, en bewoond
door 2 gezinnen. Ofschoon 2 brandspui-
teu heel spoedig water gaven, is het huis
toch grootendeels vernield.
Zoowel woning als inboedels zijn ge
assureerd.
Het voornemen bestaat bij
het gemeentebestuur in Den Haag om
in het volgend jaar in nader te bepalen
straten proeven te nemen met eene be
strating van caoutchouc en met eene
van scoriaebricks. Eene som van ƒ5000
is daartoe op de begrooting uitgetrok
ken.
In het Advertentieblad
voor Maastricht leest men de volgende
annonce: Reuzenspin, 2j KG., afkomstig
was den ingestorten toren te Heer, te
bezichtigen bij den heer Roiser Groote
Gracht, Maastricht.
Men schrijft uit St. Jacobi
Parochie.
De toestand in deze gemeente blijft
dezelfdede rust blyft ongestoord, doch
hiermede is ©ok meest alles gezegd. Met
de 19 uit Gaasterland, zijn er thans
omstreeks 100 arbeiders uit andere ge
meenten bij de geboycotte boeren. Waren
er daar nog zooveel bijgekomen, dan zou
waarschijnlijk de oogst zoo niet geheel,
dan toch voor het grootste gedeelte tydig
zijn binnengehaald. Het bestuur van
//Broedertrouw" heeft echter met vrucht
gewerkt, om meer arbeiders tegen te
houden, over te komen. Onder de ar
beiders, uit Schoterland hier overgeko
men, heerseht een goede geest; zij blijven
aan het werk, in weerwil van dreig
brieven uit hunne gemeente. Zij doen
echter lang niet zooveel werk af als de
arbeiders van hier. Men heeft den werk
stakers ook al verteld, dat er geldelijke
hulp zou komen uit Engeland, doch die
laat steeds op zich wachten. Op de
groote meeting van pl. m. 12,000 per
sonen is niet meer dan ƒ250 voor de
werkstakers ingezameld.
Te Appelscha komeninde
laatste dagen vele gevallen van eholera
voor. De patiënten herstellen uiterst
langzaam. Eene bejaarde vrouw is aan
de ziekte bezweken.
POLITIEK OVERZICHT.
Over de verhouding tusschen Stan
ley en Emin-pacha, komen van tyd tot
tijd mededeelingen in de bladen voor,
die, zoo ze waarheid behelzen een eigen
aardig licht verspreiden over het karak
ter dezer beide mannen.
Zoo geeft de Köln. Zeitung een brief
van Emin-pacha, geschreven aan een
vriend en gedateerd M'pouapoua 30 Juni.
Deze brief bevat eenige bizonderheden
omtrent de aanleiding, die den Pacha
den egyptisehen dienst deed verlaten, om
in duit8cken dienst over te gaan.
//Daags na mijn ongelukkigen val"
schrijft hij //liet Stanley mijn lie
den inschepen, onder bedreiging, dat hij
ze zou laten ketenen, en gaf bevel hen
naar Mombassa te geleiden, zonder hun
te vergunnen zich op de een of andere
wijze met mij in verbinding to stellen.
Een egyptische stoomboot, die ik had
laten overkomeD, werd door Stanley
in beslag genomen om mijn lied ;n te
vervoeren. Ik zelf ontving omtrent hen
tijdingen en berichten die ik niet an
ders dan onwelvoegelijk kon noemen
ik lag toen, tengevolge mijner schedel
breuk, ziek. Gedurende mijn verblijf in
het hospitaal, heeft Wissmann mij de
meest ondubbelzinnige blijken zijner
vriendschap gegeven. Aan de kust ge
komen, bezaten wij geen stuiver meer.
Het egyptische goevernement heeft me
nooit gevraagd of ik aan iets behoefte
had en bekommerde zich nooit over mijn
toestand, uitgenomen eenige waardeeren-
de vragen omtrent myn gezondheidstoe
stand van den Khedive, vragen, waar-
voer ik hem nog steeds dankbaar ben,
hoewel de antwoorden daarop mij zeer
veel geld gekost hebben.
Aabas Pacha en sir John Kirk had
den my vroeger al eens officieel mede
gedeeld, dat ik mij steeds op den laatste
kon beroepen, wanneer ik in verlegen
heid was. Vertrouwende op dezo belofte
kocht ik eenige noodzakelijke dingen en
gaf een wissel af op het engelscho con
sulaat van 157 dollars. Deze wissel werd
geweigerd, waardoor ik een netelige
positie kwam.
Gedorende mijn ziekte had Wissmann
mij in den loop van een gesprek gevraagd,
of ik in engelschen dienst zou willen
tre len.
Ik antwoordde hem, dat ik liever voor
myn land bleef werken. Wissmann vroeg
machtiging dit antwoord aan Z. M. mede
te deelen, die hem deze gaarne ver
leende. Weinigen tijd later kreeg ik van
Z. M. de opdracht, Wissmann naar het
binnenland te vergezellen, met geheele
volmacht verdragen te sluiten ,met in-
landsehe opperhoofden tusschen het Vic
toria en Taganyikameer. Den 20sten
April vertrok ik uit Bogamoyo."
In de belgische mijndistricten is het
in den laatsten tijd weder vrij woelig,
ofscoon de toestand geen aanleiding heeft
gegeven tot ernstige rustverstoring. De
laatste berichten maken echter melding
dat men zich eenigszins beangst begint t'
Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Dautin.
82)
TWEEDE GEDEELTE.
HOOFDSTUK XVIII.
Eene kwitantie van 400.000 francs.
En nog voor dat Léonce, verbaasd over dit onbegrypelijke ge
drag, hem kon weerhouden, sprong hij uit het rijtuig en kwam
bij geluk op zijne beenen op het trottoir terecht.
Richard reed oogenblikkelijk Léonce achterna, maar weldra had
hij hem uit het oog verloren, zoodat hij van de vervolging moest
afzien. Somber gestemd keerde hij naar de rue Saint Honoré terug,
waar bij Iriël ontmoette.
//Gij behoeft u niet ongerust te makenriep deze hem toe,
//er is niets verloren."
z/Hoe is dat mogelijk?"
;/De notaris heeft nog niets uitbetaald."
z/Zoudt gij dat denken?"
z/Ik weet het zeker; hij heeft het mij zooeven verteld."
hO, mijn beste vriend!"
Hij drukte hem do hand. Toen herinnerde hij zich plotseling de
zonderlinge houding van Iriël.
//Wat scheelde u toch zooeven?"
z/Wat mij scheelde?"
z/Ja, waarom zijt gij uit het rijtuig gesprongen, zoodat ik op
onthoud had
z/Ik wilde den notaris spreken, om te weten of die schurk zijn
slag reeds had geslagen."
//Niets was dunkt mij eenvoudiger, dan hem gevangen to nemen."
z/Dat is waar, maar men denkt in zulke omstandigheden meestal
niet aan alles."
Zij keerden naar den notaris X. terug, die hun mededeelde wat
er gebeurd was. Iriël vertelde wat hij van Léonce wist. Men
wenschte elkaar wederkeerig geluk. De notaris verzocht toen of
hij het geld aan mevrouw Maheurtier in eigen persoon zou kun
nen uitbetalen. Richard begaf zich naar de jonge vrouw en keerde
weldra met haar terug.
z/Wat zal ik met dit geld doen!" zeide zij.
Richard wilde er zich mee belasten.
z/BreDg dat geld morgen oogenblikkelijk naar de Bank," zeide
de notaris, //gij kunt niet beter doen."
z/Dat zal geschieden.
z/En wat betreft de wijze waarop gij uw geld wilt beleggen,
vertrouw u dan nooit toe aan mensehen, van wier eerlijkheid gij
nog geen bewijzen hebt."
z/Maak u daarover niet ongerust. Deze les zal ik mij ten nutte
Léonce had het voorwendsel van den notaris voor waarheid op -
genomen en geen achterdocht opgevat; hij was er van overtuigd,
dat hij dien avond zijn prooi zou vangen. Toen hy naar de rue
des Prouvaires was teruggekeerd, ging hij op zyn gemak een
8poorweggids raadplegen; stelde zijn reisplan vast en begon zijne
toebereidselen te maken. Hij dacht er juist rijpelijk over na, of hij
Angélina zou meenemen et aan haar lot zou overlaten, toen er
aan de deur werd geklopt: het was Lentague. Léonce ontmoette
hem nu en dan, maar hy behandelde hem zeer uit de hoogte en
alsof hy zijn meerdere was, keek hij minachtend op hem neer.
z/Wat komt gij hier doen, arme vent?" vroeg hij aan hem.
z/Ik kom u vragen, of gij mij tien francs kunt leenen."
//Ziehier, daar hebt gij er twintig."
Hij wierp een goudstuk op de tafel, waarvan Lentague zich
oogenblikkelijk meester maakte. Vervolgens noodigde hij hem uit
met hem te gaan dineeren. Lentague nam deze uitnoodiging gre
tig aan.
Zij gingen naar een der meest bekende restauraties van het
quartier des Halles en begaven zich met hun beiden in een af
zonderlijk kabinet. Lentague was somber en gemelykLéonce vroo-
lijk, blufferig en spotziek.
Wordtvervolgd.)