met tot stand gekomen, wijl de bruide gom, na nog Woensdagmorgen een be zoek bij zijn aanstaande te hebben ge bracht, niet meer terugkeerde van den barbier, waarheen hij voorgaf even te gaan om zich te laten scheren. Van de trouwrijtuigen, die op tijd aanwezig wa ren, werd dus geen gebruik gemaakt. De portefeuille met gelds waarde, die een badgast aan bet Kurhaua te Scheveningen vermiste, is in de Was- senaarschestraat teruggevonden. Alle pa pieren bevonden er zich nog in, behalve het bankpapier. Het meisje dat bij de gas ontploffing bij de firma van Laer op de Hoogstraat te Rotterdam, nu twee jaar geleden, de beide handen verloor, is thans in zooverre hersteld dat zij binnen eenige dagen in den kring harer familie zal terugkeeren. Zij is voorzien van 2 kunsthanden, en schrijft daarmede een zeer duidelijk lees baren brief. (N. R. C.) Maandagmiddag te onge veer 2 uur zijn op het stations-empla cement te Utrecht nabij den leidschen overweg, bij het binnenkomen vaa een extra-goederentrein uit Rotterdam, de machine en vier wagens ijzererts gede railleerd. De personentreinen ondervon den hierdoor geene vertraging. Persoon lijke ongelukken kwamen niet voor. Alleen is schade aan materieel en weg toegebracht. Te Maastricht gebeurde het Woensdag dat de hoed van een wan delaar in het kanaal viel. De eigenaar begaf zich te water om zijn hoofddeksel te redden en werd daarin door een ka meraad gevolgd. Deze laat9te werd ech ter in zijne bewegingen verhinderd door den eerste, die zich aan hem vastklemde. Dit werd opgemerkt door een derden persoon, die ook in het water sprong, doch ook op zijne beurt door de drenke lingen werd vastgegrepen. Alle drie zou den er slecht zijn afgekomen, zoo niet de hulpsluiswachter hen door het toewer pen van een reddingsboei op het droge had gebracht. Alleen de eerste dren keling had geneeskundige behandeling noodig. Op het werk van den heer J. Smit VII, aannemer van het ge deelte spoorlijn, MaassluisHoek van Holland, waar men thans druk bezig is, met bet leggen eener baan, afgraven van duinzand, metselen van duikers, bouwen van eene brug over de toekomstige nieuwe uitmonding der Oranjesluis, enz enz.j gebruikte men in het begin geen groote zandkarren, voortgetrokken door een locomotief, maar zoogenaamde kip karretjes, die door paarden ia beweging gebracht worden. Zooals alle paarden door hunne eigenaar met een bijnaam vereerd word n, zooals Jan, Trui, Bles, Witvoet, enz., heeft éen dezer paarden ook zulk een naam, en wel dien van Blazer. En waaraan ontleent dit dier dien naam? Aan het bizonder sterke geluid, dat het maakt bij het ademhalen. Dit komt, doordat het dier niet op de gewone wijze door neus en mond maar door een kunstmatig aange brachte, zilveren buis van minstens 2 c.M. diameter, ademhaalt. //Heeft dan dit dier ook eene keelziekte gehad?" zal misschien de een of ander vragen. Neen, voor zoover ik weet niet, maar het beest was zeer kortademig en daardoor buitengewoon gauw vermoeid, Op advies van eenen veearts werd het paard dan ook te Rotterdam van een zilveren luchtbuis voorzien en het dier werkt thans ©ven goed als andere paardenalleen gebruikt men het niet voor het zwaarste werk. (KL Ct. van R.) Toen de laatste trein der Geldersch-Overijselseho Loeaalspoorweg- Maatschappij, Woensdagavond van Zeve naar komende, de halte Wijnbergen (tusschen Wekl en Deutichem) naderde, bevond zich op de rails een waarschijn lijk door kwaadwilligen daar neergelegde haltepaal. Gelukkig echter passeerde do trein, zonder dat er ongeluk of schade aan materieel berokkend werd. Het is te hopen dat de politie de daders spoedig ontdekt. Woensdagavond heeft de justitie uit 's-Bosek te Yucht een on derzoek ingesteld op het lijk van zekeren De Werdt, die 11. Zondagavond bij eene vechtpartij zoo geslagen, anderen zeggen, gevallen is, dat hij zonder weder bij bewustzijn te zyn geweest, overleden is. De vermoedelijke dader is in arrest. Een ingezetene van Middel- burg heeft aan H. K. H. Prinses Wil- heltnina een door hem vervaardigd prachtig mahoniehouten zilverkasje ten geschenke aangeboden. Door den wachtmeester der kon. maréchaussée te Roermond werd Woensdag de stembus der gemeente Herten in beslag genomen en ter beschik king der justitie gesteld. Dit, is geschied naar aanleiding van ingekomen klachten over onrechtmatige handelingen bij de verkiezing van een lid voor den gemeenteraad. Ook een surprise. Een sur prise van het jongste St. Nicolaasfeest, die thans hare nawerking heeft, wordt uit Zeelst bericht: Iu het naburige Wiutelre woont eene landbouwster, de wed. H. Deze had sedert lang een oogje op oen der knechts. Even voor het jongste St. Nicolaasfeest, zegt ze leukweg.- „Ik zou bij u ook een klompje willen zetten en zult ge 't ne men, wat ik er in leg?" „Zeker", zegt Hannes. Den volgenden morgen, op St. Nicolaasdag, ontwaakt Hannes en ziet het weeuvrke in zijn klompen voor zijn bed staan.! De vorige week is het bruilofstfeest onder de meeste opgewektheid door bei den gevierd. Financieele Mededeeliagen. Het Weekblad van Broekman en Hou ders bevat o. a. de volgende opgave van minder courante of incourante fondsen, in de week, tot den datum van 2 Sept. loopende, door hun tussehonkomst ver handeld. Aand. Drentsche Kan.- Mpij. (zwart) a n pet Oblig. Pal. voor Volksvl. (Uitgestelde Schuld) 16 u Aaud. Witwatersr.mynb. Mpij. Elsburg Serie B. u 7 tt Aand. Amst. Koffie-Cult. Maatschappij. ii 120 ii Aand. British Deli Langk. Tobakko Cy Limited. ii 139 ii Oblig. N.-Ind. Cult.-Mij. n 103 n Aaud. West-Java Kina- Cultuur-Maatschappij. ii 41X tt Scrip, Boxtel-Wezel Spw. (van le Hyp. Oblig.) ii 8 ii Opricht.-Aand. Kon. Ned. Paketvaart-Mpij ii f 100. Aand. Holl. suikerraffinn. ti 104^ n Aand. Ned. Stoombl. te Nijverdal u 107 ii Aand. Concertgebouw te Amsterdam (Het) ii 16 ii Obiig. Idem. Idem u 35 ti Aand. Algem. Mpij. van Levensverz. en Lijfrente ii 115 u Aand. Nederl. Lloyd. ii 93y2 li VISSGHERIJ. Nieuwediep, 8 September. Door 140 borders en beugers werden heden 5 tot 40 groote-, 10 tot 80 kl. tongen, 3 tot 40 roggen, 2 steuren, 3 tarbotten, 1 tot 5 mandjes kl. sehol en 1 tot 5 manden schar aangevoerd; gr. tong gold 80 a 85 cent, kl. id. 30 cent, rog 1.25 a 1.30, de steur ƒ22.50, tarbot 9a 10 per stuk, kl. schol 3 a 3.50 per mandje en schar 5 k 5.50 per mand. Nieuwediep, 4 Sept. Door 23 korder8 en beugers werden heden 10 tot 40 tongen, 4 tot 23 roggeü, 1 tarbot, 1 tot 4 mandjes kl. schol en 1 tot 5 man den schar aangevoerd; gr. tong gold 90 k 95 c., rog 1.10 per stuk, de tarbot ƒ8, kl. schol 3 a 4 per mandje en schar 5 per mand. Bij het debat, door de reden van den heer mr. Snijder van Wiasenkerke, in de 4de sectie van het Congres Woens dag gehouden, uitgelokt, wees de heer Schook erop, dat bij de vakken, die door de Arbeidswet zyn uitgesloten, de landbouw en de veeteelt behooreu, hoe wel daar juist de meeste kinderen werk zaam zijn, die do school verzuimen. De heer Stork verklaarde er de voor keur aan te geven om den invloed af te wachten van het nu ingestelde on derzoek in plaats van nu reeds op ver betering van de pas ingevoerde wet aan te dringen. De heer Fortuyn achtte het gewenscht dat de inspecteurs gekozen worden door de arbeiders zeiven. De heer mr. Goeman Borgesius stelde aanvullingsmotie voor, de wensche- lijkheid uit te spreken, dat in onze wet ook bepalingen voor de veiligheid mogen opgenomen worden. Nadat nog de heer dr. Ruysch had opgemerkt, dat z. i. het vaststellen van een bepaalden leeftijd voor jeugdig: personen onvoldoende i3 en de geschikt heid moet worden afhankelijk gesteld van lichaamsbouw, werd het woord ver leend aan den inleider tot het geven vaD repliek. Hij gaf' toe, dat eene be perking van het landbouwbedrijf in de toekomst mogelijk zal wezen doch niet zoo ver uitgebreid als de heer Schook bedoelde. Met den wensch des heeren Borgesius verklaarde spr. zich te kun nen vereenigen. Na sluiting van het debat wordt be sloten, de conclusion van den heer Snij der onder 1, 2a, 3a, 4 en 5 voor ken nisgeving aan te nemen. Verworpen wordt eene motie van den heer Stork, om zich nog niet uit te laten over de wij ziging der wetidem het amendement van den heer Schook om ook de uitge sloten vakken op te doen nemen. Aan genomen worden de conclusies sub 2b 3b van den heer Snijder van Wis- senkerke, en de motie van den heer Borgesius, tot het doeu opnemen van bepalingen voor de veiligheidde laatste met algemeene stemmen. Over de conclusie des heeren mr, Borret, gelijk wij gisteren meldden, lui dende, dat Zondagrust geen nadeel be dreigt voor de industrie, maar dat af zonderlijke wetgeving niet noodig ontspon zich een debat, waarbij dr, Ruysch wees op het belang voor de Zondagsrust, om den arbeid op den Zaterdag vroegtijdig te doen staken. De heer mr. J. Heemskerk Az. had be zwaar tegen het verklaren, dat uit een economisch oogpunt het vaststellen van een enkelen gelijktijdigen rustdag wen- 8chelijk is, daar dit in strijd komt met de godsdienstige gewoonte van vele land- genooten. Voor het genieten van de Zondagsrust is de arbeid van velen onvermijdelijk. Men zal dezen menschen dus wel een andere rustdag moeten aan wijzen. De Algemeene Vergadering werd be sloten met eene voordracht van dr. J. Th. Mouton ovor de vraag „op wien de verplichting rust, voor de veiligheid en gezondheid dor werklieden in fabrie ken en werkplaatsen te zorgen". Een blik slaande op hetgeen de Veiligsheids- tentoonsüelling te aanschouwen geeft, wees spr. op hetgeen ten ontzent nog ontbreektlicht en lucht in de machine kamers en werkzalen, waarbij het in brengen van vorache lucht beter is dan het alleen verwijderen van de slechte; ventilatie en verwarminghet beschut ten der oogen tegen stof, waarvoor het be3te middel nog niet is gevonden. De patroon zal bij het vele dat hem nog te doen blijft, hulp moeten zoeken bij archi tecten, ingenieurs, hygiënisten. Aan het slot van deze rede gaf spr. de volgende conclusies: „De zorg voor de gezondheid en de veiligheid der werk lieden is de plicht van den industrieel en van zijn ondergeschikten. Bij de vervuiling van dezen plicht moet hij kunnen rekenen op de voorlichting van den architect, den ingenieur, den ma- chine-fabrikaut. Het is de plicht van deze laatsten, den industrieel opmerk zaam te maken op de gevolgen, die bij den bouw der fabriek, de plaatsing der werktuigen, de inrichting en het gebruik daarvan de werklieden dreigen en hen de middelen aan de hand te doen om die gevaren tot een minimum te her leiden". Spr. voegt daarbij thans nog niet deze stelling: Het is de plicht van den Sta&t, hem, die dit verzuimt, daar toe te dwingen". De Congresleden werden Woensdag avond door het gemeentebestuur van Amsterdam ontvangen ten Raadhuize. Velen hunner waren aanwezig, waar onder de afgevaardigden der besturen van het Noderl. Werkliedenverbond en zijne afdeelingen. Er heerschte een onge dwongen, aangename toon, en nadat de ververschingen waren rondgediend, schetste de burgemeester in een too- praak, met een welkom ten stedehuizo van Amsterdam, de eigenaardige botee- kenis van Tentoonstelling en Congres. Hij deed de taak uitkomen der gemeen tebesturen tegenover de belangrijke on derwerpen van algemeen volksbelang, wees op hetgeen in de hoofdstad op dit gebied is gedaan en besprak het toene mende besef van aller solidariteit voor aller gemeenschappelijke belangen. Hij begroette speciaal mr. J. Heemskerk Azn., een der eere-voorzitters der Ten toonstelling, in dezelfde zaal waar deze vroeger deelnam aan de beraadslagingen. Mr. Heemskerk herinnerde aan de tra ditioneels beteekenis van Amsterdam als handelsstad en stad van wetenschap en kunst, door Van Baerlo al voor meer dau twee eeuwen in een rede geschetst. Hij wees op de omvangrijke taak van het gemeentebestuur, dat zoo dikwijls verwijten heeft to verduren, niet alle even ongegrond, hetgeen ook niet anders kan. In alle groote steden tracht men hooger eischen op elk gebied te gemoet te komen en niet altijd gaat dut zoo snel als velen wel zouden weu- 8chen. Hij hoopte, dat Amsterdam het voorrecht van een gemeentebestuur als het tegenwoordige lang mocht blijven smaken. Eenige uren bleven de gasten van Amsterdam in het Raadhuis bijeen. In de 1ste sectie van het Congres voerden Donderdag het woord: de hh. E. H. Begeman, te Helmond, 07er: „Middelen tot bev. der veiligheid in de metaalindustrie", en P. H. ter Meulen, ingenieur te Amsterdam, over: „De midelen tot bevordering van de veilig heid bij aanleg en gebruik van elee trische leidingen". In de 4de sectie sprak de heer Menno Huizinga, geneesk. inspecteur te Gronin gen, Donderdag overDe geneeskundige verzorging van den werkman". Zij conclusie, dat „de geneeskundige behan deling van den werkman, in zijn huis gezin behoort tot de zaken, waarvan het genot het best door den werkgever in natura kan worden gelevord", werd verworpen en aangenomen eene conclusie van mr. Z. v. d. Berg uit Amsterdam dat „de werklieden onderling zich be- hooren te voorzien vau goneeskundigo hulp met betaling van dokter en apo theker per consult en recept". De heer M. Henriqaez Pimentel, van 'a-Hage, sprak Donderdag „Over arbei ders-verzekering". Zyne conclusiën luid den „Aabeïdersverzekering in haar ver schillende onderdeelen is in Nederland op verre na nog niet afgemeon genoeg. Wettelijke regeling der begrafenisfond sen is dringend noodig. Verzekering tegen ongelukken moet beschouwd worden als noodzakelijke aan vulling van maatregelen ter bevordering van veiligheid in fabrieken en werk plaatsen. ^Arbeidersverzekering behoort van over heidswege te worden bevorderd, niet als tak van openbaren dienst to worden geëxploiteerd." Dit werd bestreden door de hh. Heldt, mr. Kalf, Fortuijn en de Jong. De heer Heldt wilde, dat de verzekering van werklieden tegen invaliditeit en ouder dom en vergoeding tegen ongelukken een onderwerp zij van staatszorg. De heer Kalf weuschte dwangverzekering tegen ongelukken. Wat de begrafenis5- fondsen betreft, diende men z. i. het verslag der commissie af te wachten. De heer Fortuijn wensohte, dat arbei ders-verzekering in haar geheehn om vang een onderwerp van staatszorg zij, met reserve voor verschillende arbeiders verzekeringen, onder contröle van staatB- wege. De heer De Jong wensch te aan het derde punt der conclusiënPimentel toe te voegen„zij moet door den Staat verplichtend warden gesteld." Óp voorstel des voorzitters dr. Schaepman, werd geen conclusie geno men, maar de behandeling van dit veel omvattend vraagstuk aangehouden tot een volgend Congres. In de 2de sectie sprak de heer P. Bal, van Rotterdam„Over filters en de wijze van filtreeren." Omtre: t zijne conclusie, dat, naar aanleiding der be schouwingen van den geheimraad prof. Koch, dr. Plugge en meerdere autoritei ten op hygiënisch gebied, hst den heer Piefke gelukt is, een voldoend apparaat I te construëeren, dat aan alle verwach- I tingen der hygiëne voldoet, werd geen besluit genomen, omdat de sectie het on bevoegd achtte in deze to beslissen. De hoer prof. dr. G. van Ov«rbeek i de Meijer, hoogleeraar te Utrecht, sprak over de vraag, welke maatregelen bc- hooren voorgeschreven te worden tor beveiliging van hot persone-1 in fabrie ken en werkplaatsen tegen de overbren ging van smetstoffen. Zijne conclusiën luidden: „Verplichte opgave van gevallen van besmettelijke ziekten, wering van personen op fabrieken uit besmette gezinnen. Groote reinheid van personen en lokalen, snelle vorwij- dering van schadelijk vuildesnoods na behandeling met ontsmettingsmiddelen of' andere bewerkingaanhoudende en krachtige luchtverversching onder regeling van den warmtegraad en het waterge- I halte dor aaugevoerde lucht. Zuivering van het drinkwater. Bij het bewerken van grondstoffenwaaraan smetstoffen kunnen klevenbizondere maatregelen naar omstandigheden: het dragen van respiratoren, doelmatige overklee leren herhaalde reiniging der onbedekte lich- aamsdeelen in de eerste plaats met spi ritus van 80 pet. en warm zeepsop met overmaat van loog, in de tweede plaats met eene oplossing van sublimaat of creolin. Bij het bewerken van lompen, verplichte vaccinatie ea revaecinatie van alle werklieden. A's ontsmettingsmiddelen behooreu gebruikt te wordena. Oplos singen van chloot verscli bereidof van sublimaat (met keukenzout of chloor- ammonium), creolin, phenylzuur of kalk, naar omstandigheden, b. Kokend water met keukenzout, c. Stroomende, verza- zadigde stooom van 100° C. iu geBlotene toeswellen (ontsmettingsovens). Het ge bruik van stroomeuden verzadigden stoom onder Y* aim. of hoogeren overdruk ver schaft geen noemenswaardig voordeel. Berookingen met carbolzuur, zwavelig zuur, chloor, enz. verdienen geen ver trouwen. Daarover werd echter niet ge stemd. In de derde sectie sprak de heer G. Barger, van 's-Hage, over: „Automa tische brandblussching", Zijne conclusie luidde: „Brandbluschmiddelen behooren, om aan de hoogste eischen te voldoen, zooveel mogelijk zelfwerkend te zijn". Op voorstel van den hoer Serruricr, wethouder van Amsterdam, werd deze conclusie aldus gewijzigd„Bij invoering van een systeem van brandbluseching dienen de zelfwerkende middelen een voorname plaats in te nemen" De heer Barger verdedigde de aanwending van Grinne's automatischen brandblusscher, zooals deze door de firma Stieltjes en Co. is tentoongesteld en reeds in Amerika in 6000 gebouwen werd aangebracht en ia het begin 635 branden heeft gebluscht. In de Algemeene Vergadering sprak Donderdag de heer dr. W. P. Ruijsch: „Over organisatie van het geneeskundig staatstoezicht" en vroeg eenheid van staatstoezicht onder een ministerie en eon rijtuig was hij vervolgens weggereden. Hoogstwaarschynlijk bad hij Parijs verlaten en trachtte hij in allerijl over de grenzen te vluchten. Maar in welke richting was hij gevlucht? Zijn sig nalement en een bevel tot in hechtenisneming werden onmiddellijk per telegraaf naar alle richtingen overgeseind. In een der laatste dagen van Februari werd hij aangehouden te Straatsburg, nog in het bezit van de gestolen vierhonderd dui zend francs, en vervolgens naar Parijs overgebracht. Het voorloopig onderzoek volgde geregeld zijn gang. Dit was geëindigd omstreeks in het midden van April en de zaak werd ïn het begin van Juni voor de rechtbank van de Seine gebracht. Voor de rechtbank verklaarden de drie beschuldigden hetzelfde, wat zy den rechter van instructie gezegd hadden. Lentague bleef hardnekkig bij zijn beweren, dat hy het slachtoffer was geworden van een nachtelijke overrompeling en dat hij geheel onschuldig was aan den diefstal van de vierhonderd duizend francs; wat de vroegere feiten betreft, daarvan was hem niets bekend en wierp hij allen schuld op Causson. Dezelfde gedragslyn volgde Léonce, wat betreft zijn medeplich tigheid inzake het proces Causson. Het was hem echter natuurlyk onmogelyk, om zijn onschuld aan den diefstal te ontkennen, nu men hem had gevangen genomen en de vierhonderd duizend francs in zijn bezit had gevonden. Hy deed toch echter een poging daar toe; met zijn onbeschaamdheid, sluwheid en leugens, kon hij de rechters evenwel niet misleiden. Wat Causson betreft, hij bekende openhartig de misdaad, die hij, meer dan twintig jaar geleden, had bedreven en die hij zoo duur had moeten boeten; hij vertelde, met een ontroering, waarin al zijn toehoorders met hem deelden, welke eerzucht hij had ge koesterd zijne zwakheden, de verfoeielijke inblazingen, waarvoor hij was bezweken en vervolgens zijn zwervend leven iu het vreemde laad, hoe hij eindelijk was teruggekeerd, de edelmoedige Ma- henrtier hem vergiffenis had geschonken en hy nu uit de armen van zijn vrouw en kind was weggesleurd.... Allen waren bewogen; de bede tot vrijspraak en herstel van eer van den ongelukkige las men in allor oog. De uitspraak van de rechters voldeed aan de wenschen van het publiek. Causson werd op vrye voeten gesteld, Lentague tot levenslangen en Léonce tot twintig jaar dwangar beid veroordeeld. HOOFDSTUK XXI. Scheiding Van dezen dag af omringden Clémence en Richard Causson met hunne teedore zorgen; zij deden al hun best, om hem het verle den te doen vergeten. Hij aanvaardde hunne oplettendheden me dankbaarheid, beantwoordde ze, wanneer hij daartoe in de gele genheid kon zyn, maar toch was hij steeds somber en stil. Het verleden vergetenwas dat niet onmogelyk voor hen evei.als voor hemzelf? „Maar wat scheelt u toch vroeg Richard hem dikwijls. „Mij niets," zeide hij en poogde te glimlachen. „Wel! zyt gij ontevreden op een onzer hier?.... op mij, of op mijn moeder?" „O, beste jongen, g$ weot, dat ik u beiden zoo innig liefheb." „Misschien is het niet naar bw genoegen, dat ik zoo wei nig werk „Ik verzeker u van niet." „Wel, is dat de reden. Ja, gij hebt gelijk; ik zal mij weer met ijver op mijn werk gaan toeleggen. Ik begon bijna reeds ontevre den op myzelf te worden." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2