POLITIEK OVERZICHT. 11., aangeboden, en als blijk van hulde' der Stenografen VereoDiging voornoemd gaarne aangenomen. de Adjudant Particulier Secretaris des Koning (w. gS. M. J. de RANITZ. Aan de Nederlandsche Stenografenvereeniging voornoemd. Op den 15n October a. 8., zijnde de dag waarop het bedrijf van de Rijnspoorwegmaatschappij aan den daar toe aangewezen vertegenwoordiger van de regeering zal worden overgedragen, moet de koopsom en schadeloosstelling ten bedrage van ƒ37,276,496 worden betaald. Deze uitgaaf wordt als eene verhoo ging en aanvulling der staatsspoorweg- begrooving, dienst 1890, aan de Staten- Generaal aangevraagd, zoomede een post van 800,000, bestemd voor de ver nieuwing van baan en bovenbouw van den Rijnspoorweg, uit te betalen naar mate de vorderingen van het werk. Bij dezelfde wetsvoordracht wordt voorzien in de betaling van de vergoe ding aan de Holi. IJzeren Spoorweg maatschappij, voor zooveel betreft de spoorwegen: DordrechtEist, Vork- RessenBemmel, AmersfoortKesteren en StavorenLeeuwarden, waarvoor in totaal is uit te keeren 246,725.47)^, te betalen drie maanden na 15 Oct., dag van aanvang der exploitatie. De bijdrage aan het fonds voor aaa- leg van staatsspoorwegen moet dienten gevolge eene aanvulling ontvangen van ƒ38,316,800. De aanwijzing der middelen tot be strijding van die uitgaaf heeft plaats bij een door den minister van Financiën voorgedragen ontwerp van wee tot aan vulling der wet op de middelen voor den dienst 1890. In het Dagblad voor N ede r- land van 3 September komt een artikel voor over de rijkstelegraaf. De schrijver vestigt daarin de opmerkzaamheid op het feit, dat do drukte aan de telegraaf kantoren met den dag toeneemt, maar dat de spoedige overbrenging van tele grammen geen gelijken tred houdt met voorheen, omdat niet voorzien werd in de noodzakelijke uitgaven en het perso neel niet in verhouding tot het werk werd uitgebreid. In de laatste vijf, zes jaren werden geen examens meer ge houden, zoo min voor den technisch- practi8chen, als voor den administratie ven dienst. Een gevolg daarvan is het toenemen van de werkzaamheden en vermeerdering van diensturen, met dit resultaat dat, waar vroeger twee ambte naren voor werden aangewezen, thans één zich met dit werk ziet belast. Aan één ambtenaar zijn vier, somtijds zeven toestellen ter bedieuing opgedragen. De schrijver zet de nadeelige gevolgen hier van uiteen, terwijl het ook voor de ambtenaren te afmattend en uitputtend is. Bovendien beloopen dezen menige boete, daar bij zulk eene inspanning licht feilen worden gemaakt. Een der redeneD waarom hierin geene verbetering komt, ligt volgens den schrijver daarin, dat zij, van wie de verbetering moet uitgaan, zich geen re kenschap geven van den tegenwoordigen toestandzoo geheel verschillend van dien, waarin zij zeiven, jaren geleden, met den practischen telegrafischen dienst waren belast. De hoer Croll spreekt het bericht tegen als zoude hij weder zijn aangesteld als ambtenaar bij het depar tement van Binnenlandsche Zaken. Wel heeft hij ettelijke weken kaarten geteld van de volkstelling, maar dit is een ar beid, die door een ambtenaar van het departementbuiten den minister om, kan worden gegund aan particluieren. Deze arbeid werd hem door tusschen- ter Veiligheids- tentoonstelling geëxpo seerde statistiek van brandoorzaken, in ons vorig nummer, werd de naam der Maatschappij, die de statistiek iozond, niet volledig genoemd. Deze is: //Assu rantie-Maatschappij tegen Brandschade De Nederlanden van 1845, te Zutphen, en het kantoor Sophiaplein, hoek Kal- verstr&at, is dat barer amsterdamsche afdeeling. Voor het Veiligheidsmu seum, uitvloeisel der tentoonstelling, zijn reeds 40 inzendingen atgestaan. Daar onder verdient in de eerste plaats ge noemd to worden de gezamenlijke inzen ding van de ingenieurs van het stoom wezen, de keeren Piepers, Van Dissel, Kooy en Hesseling, eene verzameling eenig in haren aard, en daarnaast de inzending der Nederl. Gist- en Spiritus fabriek en negen anderen, die in de groepen 315 en 17 waren ingezonden Do Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerksnijverheid in Ne derland, van welke het rauseumplan is uitgegaaD, heeft, in afwachting der voor stellen omtrent de plaatsing van het museum, een der lokalen in het Paleis voor Volksvlijt tot voorloopige berging verkregen. Het dagolijk8ch bestuur van Amster dam had zich ook bereid verklaard, lokalen in het voormalige rectorshuis aan den Singel beschikbaar te stellen. Ruim twee jaar geleden werd eene dame, die met hare dochter op de Bloemgracht te Amsterdam wooüde, op een avond door een onbekend man overvallen en voor een aanzienlijk bedrag aan effecten bestolen. Tegelijker tijd verdween spoorloos haar neef, zekere Strüben,van wien men nu korten tijd gele den vernam dat hij, beschuldigd van diefstal, te Brussel gevangen werd ge houden. De amsterdamsche politie stelde zich daarop met die te Brussel iu be trekking, en bij onderzoek werden te zijnen huize nog effecten gevonden van den diefstal op de Bloemgracht afkom stig, alsmede de valsche bakkebaarden, waarmede de neef vermond zijne tante overviel en bestal. Na zijne straf in België te hebben ondergaan, is hij dezer dagen aan de nederl. justitie overge leverd. Men meldt uit Groesbeek: Omtrent de bekende douane-kwestie kan gemeld worden. Het plan van eene visitatiezaal is in het ODtwerp van het nieuwe station te Nijmegen opgenomen. De sneltreinen zou men dan te Nijme gen willen visiteeren, de andere treinen alhier. Het zou nu nog een onderwerp van overweging zijn, waar dit nu voor de pleizier- en Kevelaartreinen moet ge schieden. Of de hooge regeering nu in een en ander zal toestemmen is geheel onbekend. Met dat al zullen de reizigers in ieder geval nog eenige jaren aan de dou ane hier onderworpen worden, en het station wordt slechter dan ooit. In som mige lokalen zijn de vloerplanken ge heel vergaan. Consumptie is er niet, of schoon onze plaats de eenige tusschen Keulen en Amsterdam is, waar de rei zigers eenigen tijd hebben om iets te ge bruiken. Wordt het nu toch waarlijk niet eens tijd dat de Maatschappij der H. IJ. S. M. deze zaak eens aanpakt? Te Dokkum heeft men tegen zes schutters, die een uur nadat de schutterij was ingerukt en na een kroeg te hebben bezocht, zich met hun kleiD kaliber geweer in uniform op straat be gaven, proces-verbaal opgemaakt wegens het ongeoorloofd dragen van wapenen. De knecht van den landbou wer De Ruiter, van Zuiderveen, onder Winschoten, was door aijn meester afge zonden om een paard uit bet land te halen. Op zijn terugreis was hij op het dier gaan zitten, toen bij onverwachts door de stoomtram tusschen Winschoten en Oude Pekela werd ingehaald, waar komst van zijn broeder, ambtonaar bij door het paard begon te steigeren en Reuter seint dd. Vrijdag uitSelzaete: „De nederlandsche gendarmerie heeft het duel tusschen Rochefort en Thiébaud verhinderd. De beide partijen zijn met de getuigen naar Gent teruggegaan." Labiche zou een aardige klucht ervan hebben geborduurd. Het ligt voor de hand, dat hij de maréchaussée als zon debok er in zou hebben laten dienst doen. B. v. zou een dialoog er in kunnen hebben voorkomen als deze Rochefort. Hé! psstvriend. Gij zijt van de hollandsche politie, niet waar? Marechaussee. Om u te dienen, mijn heer R. Mag ik mij cian eens voorstel len: Rochefort en deze heermijn vijand Thiébaud. Thiebaud. en gij heet? Brigadier Van Vlijmen, Jan Wil lem. R. Beste heer Van Vlijmen, zeg eens; staat gij toe, dat wij hier duel- leeren De brigadier zet groote oogen op. Watte? mijnheer? Duelleeren, vriend. Zie ik ga hier staan, Thiébaud ginds een tien meter verder en dan trekken we van leer fransche methode. Dus je wilt vechten Zoo iets ten minste. Dat mag ik niet toelaten maar, mijnheer Rochefort, wat hebt ge daar? En gij ook al, mijnheer, wat is dat? Beiden: Dat zyn degens! Dan zijt ge mijn arrestanten. Het is hier te lande verboden wapens te dragen De maréchaussée pakt beide heeren zacht bij den kraag. Zij laten zich lei den als lammetjes en Rochefort fluistert onderweg tot Thiébaud, terwijl hij tegen hem een oogje knipt Een best land voor onze nationale duels, dat Nederland! Hier kom je eerst met goed fatsoen vau zoo'n duel letje at. En met ernstige gezichten, als onder vinden ze de grootste teleurstelling loopen ze zwijgend voor den brigadier uit. de heer v. Eelde tot de gevolgtrekking, dat: 1. de noodige vermeerdering van het aantal reizigers, wil men met het gordeltarief' dezelfde opbrengst bereiken als met het tegenwoordige tarief, in beide maanden percentsgewijze nagenoeg gelijk is2. dat, vergelijkt men de totaalcijfers, het aantal reizigers, die te Zutfen in Aug. 1889 meer moesten plaats nemen om dezelfde opbrengst als tegenwoordig te ontvangen, per dag nog geen 19 be draagt. In de drie richtingen, zijnde oor elke richting zes treinen, zou dat voor eiken trein ongeveer ©én zijn. Toch verheelt de schrijver niet, dat de invoering van het gordeltarief, voor de maatschappij, die dit doet, een groot waagstuk blijft. Er zijn wel voorbeelden, dat de invoering «en buitengewoon groote vermeerdering van het aantal reizigers volge had. Men neme maar Hon garije. Op de spoorwegen aldaar reisden van 1 Augustus 1888 tot 31 Maart 1889 2,893,320 personen. Den lsten Augus tus 1889 werd het gordeltarief ingevoerd; nu was het aantal reizigers van 1 Au gustus 1889 tot 31 Maart 1890 bijna acht millioen. Een zoo groote vermeer dc-riog zal in ons land echter wel niet voorkomen en daarom blijft de risico, dat de tegenwoordige opbrengst met het gor deltarief niet wordt bereikt. Overigens is het een voordeel, dat ook bij een zeer groote vermeerdering der reizigers voors hands aan geen uïtbreidiug van materieel behoeft gedacht. Volgens het verslag van de Exploitatie Maatschappij over 1889 was slechts 16.71 pet. der beschikbare plaatsruimte in de rijtuigen bezet. 1 cadet van het 2e jaar art. h. t. 1., 1 cadet van het ie jaar, inf. h. t. 1. en i cadet vao het le jaar inf. O.-I. ander maal de lessen van hun studiejaar zul- len moeten volgen. ministerie, aangeboden. De heer Oscar Carré ont ving voor de gala - voorstelling van Maandag jl. eene vergoeding van ƒ5000, terwijl H. M. bovendien de kosten van gas-aanleg, ten bedrage van 600, voor haar rekening nam. In het bericht omtrent eene zijn ruiter van zich wierp, die nu vlak voor de tram neerkwam en dermate ge kwetst werd, dat hij onmiddellijk den geest gaf. jEen kluchtspel aan onze gren zen. Zooals men weet, zou Vrijdag een duel tusschen Rochefort en Thiébaud aan onze grenzen plaats hebben. liet Zónen-tarief op de spoorwegen. In het September-nummer van de Vragen des tijds zijn eenige beschouwingen opgenomen van den civiel-ingenieur A. C. J. Van Eelde over het zoogenaamde zónen- of gordeltarief. Men wete, wat met die uitdrukking bedoeld wordt: Dit tarief heeft tot grond slag, dat men voor elke plaats, in een zelfden kring gelegen, hetzelfde betaalt. Men verdeelt dus, voor eik station, de andere stations, naar gelang van hun afstand in bepaalde kringen of gordels, en voor elk statioD, binnen zulk eer gordel gelegen, ook voor het verste, be taalt men denzelfden vrachtprijs als voor het naastbijgelegen station. De heer v. Eelde heeft nu berekend, welk verschil de twee stelsels van ta rieven onder de tegenwoordige omstan digheden zouden geven. Hij nam daartoe het station Zutfen gedurende een stille en een drukke maand, te weten gedurende Januari en Augustus en verdeelde ons land in zeven kringen, de eerste tot 25 KM., de tweede 2540 KM. eDz. tot den zevenden boven 200 KM. Hij vond nu, volgens het tegenwoordig tarief van het binnenverkeer op de staatsspoorwe gen Aantal plaatskaartenin Jan. 1889, 1732; in Aug. 1889 3000. En het bedrag was f 3522.40 en f 6350.25. Volgens het gordeltarief daarentegen zou het zijD: In Jan. 1889, 1732; in Aug. 1889, 3000. En de opbrengst: f2943.05 en f5328.65. Indieu men bet totaal bedrag der op brengst, die bij de toepassing van het gordeltarief in de maanden Januari en Augustus 1889 zou zijn verkregen als grondslag aanneemt, ziet men, dat Ja nuari met f 579.35 of 19,7 pet. en Au gustus met f 1021.60 of 19,2 pet. ver meerderd had moeten worden, om de werkelijk verkregen ontvangsten te be reiken. Dit laatste punt uitwerkende, komt de Letteren en Kunst. De jongstverschenen aflevering van de ,/Nederlandsche Illustratie geiilustreerd Nieuws van den Dag", bevat den na volgenden inhoud De cyclonen (met twee illustraties). Het spoorwegongeluk bij Zand voort (met illustratie). Buffalo Bill (met twee por tretten.) Cubiculum locandum, geïllus treerde novelle (met twee illustraties.) Een kijkje op de tentoonstelling tot be vordering van veiligheid en gezondheid in fabrieken en werkplaatsen te Amster dam (met illustratie). In een gesticht voor oude vrouwen (met illustratie.) De brand van het panorama van de Bastille (met illustratie.) Eea fabriek van schil derijen. Voor dames. De verleving van prins Alfons van Beieren met de her togin Louise Victoria van Alen§on (met portret). Wekelijksch kijkje.Nederlandsch Panopticum Jan Rap en zijne Maat, Humor en satyre (met vier illustraties.) Schaakrubriek. Inhoud Sempervirens No. 36. Op 26 Augustus in „Artis". Montbre- tin's anet ee» afbeelding. De Hippe- astrum Amaryllis door Harry Veitch, vervolg van bladz. 413. Ingezonden Een Afiourtit?prijs. Rotterdam-Co lony. Een werkende reclame. Weeknieuws. Verschillende mededee- lingen. Vraagbord. Leger enVloot. an de is als De uitslag van na-examen Kon. Mil. Academie te Breda volgt; Overgegaan in het 4de jaar: Infante rie: Backer, Duburg, Gefken Hilwig, Makkink, Inf. O.-I: Hirschmann, Krij ger, Rippe. Valkenburg. Art.Hirschig, Perk. Art. O. I. Castensjbr. J. Wiehors. In het 3e jaar: Inf.: Tenbruggencate, Dudok van Heel, Holle Waldeck. Inf. O.-IDinger, Doer- leben, Haarman, Van der Heijden, Van Hoogstraten, Jooaten Prager. Cavalerie: Van Haeften, Van den Huevel, Juckema Van Burmania, baron Rongers van Warmenhuizen, Von Römer Cavalerie O.-I.: Rongers, Hora Sicca- ma, Tergast, Art.: Rijnders, Art. O.-I. Brewer. In het 2e studiejaar, inf.Canters, Dierkens, Jans, Klercq Tersteeg, Wij- aaendts; cav. O. I. De Waal; art.: Vaneijk, Feikema Tondu. Terwijl 1 cadet van het 3e jaar inf. O.-L, 1 cadet van het 3e ;jaar genie O.-I., I cadet van het 2e jaar inf. O.-I., De ontsteltenis, die de geheele boulangis- tische partij, na de onthullingen van Mermeix in de Figaroheeft aangegre pen, heeft Donderdagavond geleid tot eene vergadering der boulaagistische leiders. Tegenwoordig waren onder an deren Aimel, Castelain, Chiche, Dumon- teil, Gabriel Gou.sot, Jourde, Laguerre, Laur, Léveillé, Millevoye, Paulin Méry, Revest, Richard en Mermeix. Afwezig waren onder meer: Naquet, Laisant, Paul Déroulède, ie Hérissé en Ernest Roche. De beraadslaging is in het ge heim gehouden (hetgeen niet belet heeft dat een en ander daarvan is uitgelekt). Mermeix heeft beweerd, dat hij tot op de algemeene verkiezingen niets gewe ten heeft van de kuiperijen van Bou- langer met de rechterzyde. Eerst later bemerkte hij dat hij bedrogen was. Per soonlijk heeft hij onderzoek gedaan voor de artikelen die hij geschreven heeft, en uit niets is hem gebleken, dat wat hij heeft geopenbaard, niet alles zuivere waarheid was, en dat hij door zijne zegslieden niet gemachtigd was het be- bekend te maken. Indien de algemeene verkiezingen ten gunste van BoulaDger waren uitgevallen, dan zou óf de mo narchie hersteld zijn, indieu Bouianger zijne verbintenis met de rechterzyde ware nagekomen, óf de burgeroorlog zou ontstaa» zyn, indien hij ontrouw aan zijne verbintenis ware geworden. In een nieuw artikel geeft Mermeix nog meer onthullingen omtrent het Bou- langisme in de Figaro. De graaf van Pariis was in Spanje, toen Arthur Meyer het verbond tusschen de royalisten en Bouianger ontwierp. In Engeland terug- •d, nam de graaf van Parijs zelf de leiding der zaak op zich. De royalisten waren verdeeld in twee kampen de oude parlementairen, die een verbond met het Cosarisme eene schande vonden en den hertog van Aumale beschouwden als den aangewezen generaal der mo narchie, en de jonge monarchalen, dio handelend wilden optreden door Bou ianger als werktuig te gebruiken. De graaf van Parijs, onterfd door den hertog van Aumale wat diens kasteel te Chan- tilly aangaatluisterde niet naar de ouden maar naar de jongeren, die ge steund werden door den gravin van Pa rijs, die voor eene energieke handeling pleitte. De graaf van Parijs dacht aan de onvruchtbaarheid der teruggetrokken houding van Chambord en aan Lodewijk XVIII, die iu overleg trad met Barras en Fouché en Koning werdhij vreesde door werkeloosheid de Bonapartisten van zich te vervreemden, die na den dood van den keizerlijken prins tot de mo narchie gekomen waren: Vele monarcha len zouden toch Bouianger volgen en zouden voor de monarchie verloren zyn, als de Graaf van Parijs zelf niet mede- ging- Sommige oude Orleanieten, als Bocher en d'Haussonville, gaven toe, vooral de adellijke; maar anderen, als Cochin, Duval, Calla, Pa8quier, Keiler en Hervé bleven het Boulangisme bestrijden, en beweerden dat Bouianger de republiek herstelde juist nu zij vallen ging. De graaf van Parijs schreef om allen te bevredigen in April 1888 zijn manifest, dat echter weinig indruk maakte. Dillon pleitte bij Bouianger voor het verbond met de royalisten, die geld gaven voor de partieele verkiezingen, als weder zijds de caodidaten elkander niet bestre den. Die overeenkomst werd tromw op gevolgd. Na den triumftocht van Bou ianger in het departement du Nord werd door de royalisten in het Hotel Conti nental het bekende Comité des douze ge vormd onder leiding van De Mun, dat aanvankelijk per maand fr. 55.000 voor de bladen, de verkiezingen en de persoonlyke uitgaven voor Bouianger had uitgegeven. Dillon had als gezant van Bouianger te Lon den oen geheim onderhoud met een graaf van Parijs, waarvan de in acht te nemen lucht geven, zonder gehoord of ondervraagd te worden; hij kon nu vrij zuchten en schreien. Wanneer zijne familieleden uit Parijs hem bezochten, dan werd hun geen vriendelijke ontvangst bereid; toornig beantwoordde hij de smeekingen van zijn vrouw en zoon om bij hen terug te keeren. Waarom liet men hem niet met rust? Had hy dan niet het recht om zijn eigen weg te volgen Men zou gezegd hebben, dat hij hen haatte en hunne aanwezigheid hem hinderlijk was. En toch ging er bijna geen dag voorbij, of een man, in een langen jas gehuld, doolde, by het vallen van den avond, in den omtrek van het huis, in de rue Notre-Dame-des- Champs, rond; de gestalte sloop langs het huis, bleef dan staan, hief het hoofd op en na het venster van de tweede verdieping te hebben gadegeslagen, verwijderde zij zich en slaakte een diepe zucht. De portier had dezen man reeds eenige keeren gezien, de inbraak van Lentague en Léonce had hem schrik aangejaagd, zoodat hij zich ongerust begon te maken. Omstreeks tegen het einde van Juli verscheen de geheimzinnige wandelaar niet meer. Zonder dat Clémence en Richard er iets van wisten, lag Caussoa ziek to bed. Hij voelde wel, dat zyn dood nabij was en dat verheugde hem. //Eindelijk kunnen zij dan gelukkig van schande bevrijd leven," zeide hfj, met een glimlach. //Als zij hier maar niet komen voor dat alles is afgeloopen!" I Voortilurend herinnerue hij zich de laatste woorden, die hij uit den mond van Maheurtïer had gehoord. wEn ook ik," zeide hy, verricht een weldaad door te sterven. Ik ben ook te veel op deze wereld De oude boerin, die zijn huishouding waarnam, wilde een ge neesheer laten ODtbieden; daartegen verzette hij zich. //Bovendien," voegde hij er by, wzou het toch niet helpen, goddank." Aan de zorg van deze vrouw werd vooral een bundel papieren aanbevo len, die hij in de laatste dagen had nagezien en gerangschikt. //Zorg er voor, dat dit pakket aan den heer Syramin wordt over handigd, wanneer hij hier komt." Het waren de aanteekeningen en herinneringen, in beknopten vorm, welke wij in het begin van dit verhaal hebben opgenomen en die hij een jaar geleden ter zijner verdediging had geschreven. In den nacht van den eersten op den tweeden Augustus ge voelde hij, dat het uur der verlossing voor hem gekomen was; hij zeide tot de huishoudster met zulk een zwakke stem, dat zij hem nauwelijks kon verstaan //Laat mevrouw Syramin ontbieden." Hy begreep wel, dat bij vóór de komst van zyn zoon den laatsten adem zou hebben uitgeblazen. Toen dan ook op den middag van den volgenden dag Richard, Antoinette en Clémenoe aangekomen waren, vonden zij nog slechts een lijk. Aan de wanhoop ten prooi, wierp Clémence zich op hem; Richard, in tranen badende, hield de koude, levenlooze hand ia de zijne geklemd. Den volgenden dag, na afloop van de begrafenis, verdiepte Ri chard zich in de droove levensgeschiedenis van zijn vader. Daarna sloot hij de papieren weg en, in somber gepeins verzonken, maakte hij een wandeling door heft huis. Toen hij zich op de slaapkamer bevond, opende hij gedachtenloos een kast, maar deinsde plotseling hevig verrast, achteruit. De planken waren weggenomen en tegen den achterkant stond eene prachtige schilderij. //Is het dan toch waar riep hij uit. *Was het dus geen her senschim Hij zag voor zich het tooneel van verwoesting te midden van den storm. Hij bleef een oogenblik in bewondering voor de schil derij staan. Zijn oog schitterde, zijne tranen verdroogden, zijn bloed joeg ontstuimig door zijn aderen en trotsch op het Ijjden, dat zijn talent verdubbeld had, riep hij uit//Maar zoo iets schoons heb ik nog nooit gemaakt De kunstenaar had tenminste alles vergeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2