POLITIEK OVERZICHT.
11., aangeboden, en als blijk van hulde'
der Stenografen VereoDiging voornoemd
gaarne aangenomen.
de Adjudant
Particulier Secretaris des Koning
(w. gS. M. J. de RANITZ.
Aan
de Nederlandsche Stenografenvereeniging
voornoemd.
Op den 15n October a. 8.,
zijnde de dag waarop het bedrijf van de
Rijnspoorwegmaatschappij aan den daar
toe aangewezen vertegenwoordiger van
de regeering zal worden overgedragen,
moet de koopsom en schadeloosstelling
ten bedrage van ƒ37,276,496 worden
betaald.
Deze uitgaaf wordt als eene verhoo
ging en aanvulling der staatsspoorweg-
begrooving, dienst 1890, aan de Staten-
Generaal aangevraagd, zoomede een post
van 800,000, bestemd voor de ver
nieuwing van baan en bovenbouw van
den Rijnspoorweg, uit te betalen naar
mate de vorderingen van het werk.
Bij dezelfde wetsvoordracht wordt
voorzien in de betaling van de vergoe
ding aan de Holi. IJzeren Spoorweg
maatschappij, voor zooveel betreft de
spoorwegen: DordrechtEist, Vork-
RessenBemmel, AmersfoortKesteren
en StavorenLeeuwarden, waarvoor in
totaal is uit te keeren 246,725.47)^, te
betalen drie maanden na 15 Oct., dag
van aanvang der exploitatie.
De bijdrage aan het fonds voor aaa-
leg van staatsspoorwegen moet dienten
gevolge eene aanvulling ontvangen van
ƒ38,316,800.
De aanwijzing der middelen tot be
strijding van die uitgaaf heeft plaats bij
een door den minister van Financiën
voorgedragen ontwerp van wee tot aan
vulling der wet op de middelen voor
den dienst 1890.
In het Dagblad voor N ede r-
land van 3 September komt een artikel
voor over de rijkstelegraaf. De schrijver
vestigt daarin de opmerkzaamheid op
het feit, dat do drukte aan de telegraaf
kantoren met den dag toeneemt, maar
dat de spoedige overbrenging van tele
grammen geen gelijken tred houdt met
voorheen, omdat niet voorzien werd in
de noodzakelijke uitgaven en het perso
neel niet in verhouding tot het werk
werd uitgebreid. In de laatste vijf, zes
jaren werden geen examens meer ge
houden, zoo min voor den technisch-
practi8chen, als voor den administratie
ven dienst. Een gevolg daarvan is het
toenemen van de werkzaamheden en
vermeerdering van diensturen, met dit
resultaat dat, waar vroeger twee ambte
naren voor werden aangewezen, thans
één zich met dit werk ziet belast. Aan
één ambtenaar zijn vier, somtijds zeven
toestellen ter bedieuing opgedragen. De
schrijver zet de nadeelige gevolgen hier
van uiteen, terwijl het ook voor de
ambtenaren te afmattend en uitputtend
is. Bovendien beloopen dezen menige
boete, daar bij zulk eene inspanning
licht feilen worden gemaakt.
Een der redeneD waarom hierin
geene verbetering komt, ligt volgens
den schrijver daarin, dat zij, van wie de
verbetering moet uitgaan, zich geen re
kenschap geven van den tegenwoordigen
toestandzoo geheel verschillend van
dien, waarin zij zeiven, jaren geleden,
met den practischen telegrafischen dienst
waren belast.
De hoer Croll spreekt het
bericht tegen als zoude hij weder zijn
aangesteld als ambtenaar bij het depar
tement van Binnenlandsche Zaken. Wel
heeft hij ettelijke weken kaarten geteld
van de volkstelling, maar dit is een ar
beid, die door een ambtenaar van het
departementbuiten den minister om,
kan worden gegund aan particluieren.
Deze arbeid werd hem door tusschen-
ter Veiligheids- tentoonstelling geëxpo
seerde statistiek van brandoorzaken, in
ons vorig nummer, werd de naam der
Maatschappij, die de statistiek iozond,
niet volledig genoemd. Deze is: //Assu
rantie-Maatschappij tegen Brandschade
De Nederlanden van 1845, te Zutphen,
en het kantoor Sophiaplein, hoek Kal-
verstr&at, is dat barer amsterdamsche
afdeeling.
Voor het Veiligheidsmu
seum, uitvloeisel der tentoonstelling, zijn
reeds 40 inzendingen atgestaan. Daar
onder verdient in de eerste plaats ge
noemd to worden de gezamenlijke inzen
ding van de ingenieurs van het stoom
wezen, de keeren Piepers, Van Dissel,
Kooy en Hesseling, eene verzameling
eenig in haren aard, en daarnaast de
inzending der Nederl. Gist- en Spiritus
fabriek en negen anderen, die in de
groepen 315 en 17 waren ingezonden
Do Vereeniging tot bevordering van
fabrieks- en handwerksnijverheid in Ne
derland, van welke het rauseumplan is
uitgegaaD, heeft, in afwachting der voor
stellen omtrent de plaatsing van het
museum, een der lokalen in het Paleis
voor Volksvlijt tot voorloopige berging
verkregen.
Het dagolijk8ch bestuur van Amster
dam had zich ook bereid verklaard,
lokalen in het voormalige rectorshuis
aan den Singel beschikbaar te stellen.
Ruim twee jaar geleden
werd eene dame, die met hare dochter
op de Bloemgracht te Amsterdam wooüde,
op een avond door een onbekend man
overvallen en voor een aanzienlijk
bedrag aan effecten bestolen. Tegelijker
tijd verdween spoorloos haar neef, zekere
Strüben,van wien men nu korten tijd gele
den vernam dat hij, beschuldigd van
diefstal, te Brussel gevangen werd ge
houden. De amsterdamsche politie stelde
zich daarop met die te Brussel iu be
trekking, en bij onderzoek werden te
zijnen huize nog effecten gevonden van
den diefstal op de Bloemgracht afkom
stig, alsmede de valsche bakkebaarden,
waarmede de neef vermond zijne tante
overviel en bestal. Na zijne straf in
België te hebben ondergaan, is hij dezer
dagen aan de nederl. justitie overge
leverd.
Men meldt uit Groesbeek:
Omtrent de bekende douane-kwestie
kan gemeld worden. Het plan van eene
visitatiezaal is in het ODtwerp van het
nieuwe station te Nijmegen opgenomen.
De sneltreinen zou men dan te Nijme
gen willen visiteeren, de andere treinen
alhier. Het zou nu nog een onderwerp
van overweging zijn, waar dit nu voor
de pleizier- en Kevelaartreinen moet ge
schieden. Of de hooge regeering nu in
een en ander zal toestemmen is geheel
onbekend. Met dat al zullen de reizigers in
ieder geval nog eenige jaren aan de dou
ane hier onderworpen worden, en het
station wordt slechter dan ooit. In som
mige lokalen zijn de vloerplanken ge
heel vergaan. Consumptie is er niet, of
schoon onze plaats de eenige tusschen
Keulen en Amsterdam is, waar de rei
zigers eenigen tijd hebben om iets te ge
bruiken. Wordt het nu toch waarlijk
niet eens tijd dat de Maatschappij der
H. IJ. S. M. deze zaak eens aanpakt?
Te Dokkum heeft men tegen
zes schutters, die een uur nadat de
schutterij was ingerukt en na een kroeg
te hebben bezocht, zich met hun kleiD
kaliber geweer in uniform op straat be
gaven, proces-verbaal opgemaakt wegens
het ongeoorloofd dragen van wapenen.
De knecht van den landbou
wer De Ruiter, van Zuiderveen, onder
Winschoten, was door aijn meester afge
zonden om een paard uit bet land te
halen. Op zijn terugreis was hij op het
dier gaan zitten, toen bij onverwachts
door de stoomtram tusschen Winschoten
en Oude Pekela werd ingehaald, waar
komst van zijn broeder, ambtonaar bij door het paard begon te steigeren en
Reuter seint dd. Vrijdag uitSelzaete:
„De nederlandsche gendarmerie heeft
het duel tusschen Rochefort en Thiébaud
verhinderd. De beide partijen zijn met
de getuigen naar Gent teruggegaan."
Labiche zou een aardige klucht ervan
hebben geborduurd. Het ligt voor de
hand, dat hij de maréchaussée als zon
debok er in zou hebben laten dienst
doen.
B. v. zou een dialoog er in kunnen
hebben voorkomen als deze
Rochefort. Hé! psstvriend. Gij
zijt van de hollandsche politie, niet
waar?
Marechaussee. Om u te dienen,
mijn heer
R. Mag ik mij cian eens voorstel
len: Rochefort en deze heermijn vijand
Thiébaud.
Thiebaud. en gij heet?
Brigadier Van Vlijmen, Jan Wil
lem.
R. Beste heer Van Vlijmen, zeg
eens; staat gij toe, dat wij hier duel-
leeren
De brigadier zet groote oogen op.
Watte? mijnheer?
Duelleeren, vriend. Zie ik ga hier
staan, Thiébaud ginds een tien meter
verder en dan trekken we van leer
fransche methode.
Dus je wilt vechten
Zoo iets ten minste.
Dat mag ik niet toelaten maar,
mijnheer Rochefort, wat hebt ge daar?
En gij ook al, mijnheer, wat is dat?
Beiden: Dat zyn degens!
Dan zijt ge mijn arrestanten. Het
is hier te lande verboden wapens te
dragen
De maréchaussée pakt beide heeren
zacht bij den kraag. Zij laten zich lei
den als lammetjes en Rochefort fluistert
onderweg tot Thiébaud, terwijl hij tegen
hem een oogje knipt
Een best land voor onze nationale
duels, dat Nederland! Hier kom je
eerst met goed fatsoen vau zoo'n duel
letje at.
En met ernstige gezichten, als onder
vinden ze de grootste teleurstelling
loopen ze zwijgend voor den brigadier
uit.
de heer v. Eelde tot de gevolgtrekking,
dat: 1. de noodige vermeerdering van
het aantal reizigers, wil men met het
gordeltarief' dezelfde opbrengst bereiken
als met het tegenwoordige tarief, in beide
maanden percentsgewijze nagenoeg gelijk
is2. dat, vergelijkt men de totaalcijfers,
het aantal reizigers, die te Zutfen in
Aug. 1889 meer moesten plaats nemen
om dezelfde opbrengst als tegenwoordig
te ontvangen, per dag nog geen 19 be
draagt. In de drie richtingen, zijnde oor
elke richting zes treinen, zou dat voor
eiken trein ongeveer ©én zijn.
Toch verheelt de schrijver niet, dat
de invoering van het gordeltarief, voor
de maatschappij, die dit doet, een groot
waagstuk blijft. Er zijn wel voorbeelden,
dat de invoering «en buitengewoon groote
vermeerdering van het aantal reizigers
volge had. Men neme maar Hon
garije. Op de spoorwegen aldaar reisden
van 1 Augustus 1888 tot 31 Maart 1889
2,893,320 personen. Den lsten Augus
tus 1889 werd het gordeltarief ingevoerd;
nu was het aantal reizigers van 1 Au
gustus 1889 tot 31 Maart 1890 bijna
acht millioen. Een zoo groote vermeer
dc-riog zal in ons land echter wel niet
voorkomen en daarom blijft de risico, dat
de tegenwoordige opbrengst met het gor
deltarief niet wordt bereikt. Overigens
is het een voordeel, dat ook bij een zeer
groote vermeerdering der reizigers voors
hands aan geen uïtbreidiug van materieel
behoeft gedacht. Volgens het verslag van
de Exploitatie Maatschappij over 1889
was slechts 16.71 pet. der beschikbare
plaatsruimte in de rijtuigen bezet.
1 cadet van het 2e jaar art. h. t. 1., 1
cadet van het ie jaar, inf. h. t. 1. en i
cadet vao het le jaar inf. O.-I. ander
maal de lessen van hun studiejaar zul-
len moeten volgen.
ministerie, aangeboden.
De heer Oscar Carré ont
ving voor de gala - voorstelling van
Maandag jl. eene vergoeding van ƒ5000,
terwijl H. M. bovendien de kosten van
gas-aanleg, ten bedrage van 600, voor
haar rekening nam.
In het bericht omtrent eene
zijn ruiter van zich wierp, die nu vlak
voor de tram neerkwam en dermate ge
kwetst werd, dat hij onmiddellijk den
geest gaf.
jEen kluchtspel aan onze gren
zen. Zooals men weet, zou Vrijdag een
duel tusschen Rochefort en Thiébaud
aan onze grenzen plaats hebben.
liet Zónen-tarief op de spoorwegen.
In het September-nummer van de
Vragen des tijds zijn eenige beschouwingen
opgenomen van den civiel-ingenieur A.
C. J. Van Eelde over het zoogenaamde
zónen- of gordeltarief.
Men wete, wat met die uitdrukking
bedoeld wordt: Dit tarief heeft tot grond
slag, dat men voor elke plaats, in een
zelfden kring gelegen, hetzelfde betaalt.
Men verdeelt dus, voor eik station, de
andere stations, naar gelang van hun
afstand in bepaalde kringen of gordels,
en voor elk statioD, binnen zulk eer
gordel gelegen, ook voor het verste, be
taalt men denzelfden vrachtprijs als voor
het naastbijgelegen station.
De heer v. Eelde heeft nu berekend,
welk verschil de twee stelsels van ta
rieven onder de tegenwoordige omstan
digheden zouden geven. Hij nam daartoe
het station Zutfen gedurende een stille
en een drukke maand, te weten gedurende
Januari en Augustus en verdeelde ons
land in zeven kringen, de eerste tot 25
KM., de tweede 2540 KM. eDz. tot
den zevenden boven 200 KM. Hij vond
nu, volgens het tegenwoordig tarief van
het binnenverkeer op de staatsspoorwe
gen
Aantal plaatskaartenin Jan. 1889,
1732; in Aug. 1889 3000. En het bedrag
was f 3522.40 en f 6350.25.
Volgens het gordeltarief daarentegen
zou het zijD: In Jan. 1889, 1732; in
Aug. 1889, 3000. En de opbrengst:
f2943.05 en f5328.65.
Indieu men bet totaal bedrag der op
brengst, die bij de toepassing van het
gordeltarief in de maanden Januari en
Augustus 1889 zou zijn verkregen als
grondslag aanneemt, ziet men, dat Ja
nuari met f 579.35 of 19,7 pet. en Au
gustus met f 1021.60 of 19,2 pet. ver
meerderd had moeten worden, om de
werkelijk verkregen ontvangsten te be
reiken.
Dit laatste punt uitwerkende, komt de
Letteren en Kunst.
De jongstverschenen aflevering van
de ,/Nederlandsche Illustratie geiilustreerd
Nieuws van den Dag", bevat den na
volgenden inhoud
De cyclonen (met twee illustraties). Het
spoorwegongeluk bij Zand voort (met
illustratie). Buffalo Bill (met twee por
tretten.) Cubiculum locandum, geïllus
treerde novelle (met twee illustraties.)
Een kijkje op de tentoonstelling tot be
vordering van veiligheid en gezondheid
in fabrieken en werkplaatsen te Amster
dam (met illustratie). In een gesticht
voor oude vrouwen (met illustratie.) De
brand van het panorama van de Bastille
(met illustratie.) Eea fabriek van schil
derijen. Voor dames. De verleving van
prins Alfons van Beieren met de her
togin Louise Victoria van Alen§on (met
portret). Wekelijksch kijkje.Nederlandsch
Panopticum Jan Rap en zijne Maat,
Humor en satyre (met vier illustraties.)
Schaakrubriek.
Inhoud Sempervirens No. 36. Op
26 Augustus in „Artis". Montbre-
tin's anet ee» afbeelding. De Hippe-
astrum Amaryllis door Harry Veitch,
vervolg van bladz. 413. Ingezonden
Een Afiourtit?prijs. Rotterdam-Co
lony. Een werkende reclame.
Weeknieuws. Verschillende mededee-
lingen. Vraagbord.
Leger enVloot.
an de
is als
De uitslag van na-examen
Kon. Mil. Academie te Breda
volgt;
Overgegaan in het 4de jaar: Infante
rie: Backer, Duburg, Gefken Hilwig,
Makkink, Inf. O.-I: Hirschmann, Krij
ger, Rippe. Valkenburg. Art.Hirschig,
Perk. Art. O. I. Castensjbr. J.
Wiehors.
In het 3e jaar:
Inf.: Tenbruggencate, Dudok van Heel,
Holle Waldeck. Inf. O.-IDinger, Doer-
leben, Haarman, Van der Heijden, Van
Hoogstraten, Jooaten Prager.
Cavalerie: Van Haeften, Van den
Huevel, Juckema Van Burmania, baron
Rongers van Warmenhuizen, Von Römer
Cavalerie O.-I.: Rongers, Hora Sicca-
ma, Tergast, Art.: Rijnders, Art. O.-I.
Brewer.
In het 2e studiejaar, inf.Canters,
Dierkens, Jans, Klercq Tersteeg, Wij-
aaendts; cav. O. I. De Waal; art.:
Vaneijk, Feikema Tondu.
Terwijl 1 cadet van het 3e jaar inf.
O.-L, 1 cadet van het 3e ;jaar genie
O.-I., I cadet van het 2e jaar inf. O.-I.,
De ontsteltenis, die de geheele boulangis-
tische partij, na de onthullingen van
Mermeix in de Figaroheeft aangegre
pen, heeft Donderdagavond geleid tot
eene vergadering der boulaagistische
leiders. Tegenwoordig waren onder an
deren Aimel, Castelain, Chiche, Dumon-
teil, Gabriel Gou.sot, Jourde, Laguerre,
Laur, Léveillé, Millevoye, Paulin Méry,
Revest, Richard en Mermeix. Afwezig
waren onder meer: Naquet, Laisant,
Paul Déroulède, ie Hérissé en Ernest
Roche. De beraadslaging is in het ge
heim gehouden (hetgeen niet belet heeft
dat een en ander daarvan is uitgelekt).
Mermeix heeft beweerd, dat hij tot op
de algemeene verkiezingen niets gewe
ten heeft van de kuiperijen van Bou-
langer met de rechterzyde. Eerst later
bemerkte hij dat hij bedrogen was. Per
soonlijk heeft hij onderzoek gedaan voor
de artikelen die hij geschreven heeft, en
uit niets is hem gebleken, dat wat hij
heeft geopenbaard, niet alles zuivere
waarheid was, en dat hij door zijne
zegslieden niet gemachtigd was het be-
bekend te maken. Indien de algemeene
verkiezingen ten gunste van BoulaDger
waren uitgevallen, dan zou óf de mo
narchie hersteld zijn, indieu Bouianger
zijne verbintenis met de rechterzyde
ware nagekomen, óf de burgeroorlog zou
ontstaa» zyn, indien hij ontrouw aan
zijne verbintenis ware geworden.
In een nieuw artikel geeft Mermeix
nog meer onthullingen omtrent het Bou-
langisme in de Figaro. De graaf van
Pariis was in Spanje, toen Arthur Meyer
het verbond tusschen de royalisten en
Bouianger ontwierp. In Engeland terug-
•d, nam de graaf van Parijs zelf
de leiding der zaak op zich. De royalisten
waren verdeeld in twee kampen de
oude parlementairen, die een verbond met
het Cosarisme eene schande vonden en
den hertog van Aumale beschouwden
als den aangewezen generaal der mo
narchie, en de jonge monarchalen, dio
handelend wilden optreden door Bou
ianger als werktuig te gebruiken. De
graaf van Parijs, onterfd door den hertog
van Aumale wat diens kasteel te Chan-
tilly aangaatluisterde niet naar de
ouden maar naar de jongeren, die ge
steund werden door den gravin van Pa
rijs, die voor eene energieke handeling
pleitte. De graaf van Parijs dacht aan
de onvruchtbaarheid der teruggetrokken
houding van Chambord en aan Lodewijk
XVIII, die iu overleg trad met Barras
en Fouché en Koning werdhij vreesde
door werkeloosheid de Bonapartisten van
zich te vervreemden, die na den dood
van den keizerlijken prins tot de mo
narchie gekomen waren: Vele monarcha
len zouden toch Bouianger volgen en
zouden voor de monarchie verloren zyn,
als de Graaf van Parijs zelf niet mede-
ging-
Sommige oude Orleanieten, als Bocher
en d'Haussonville, gaven toe, vooral de
adellijke; maar anderen, als Cochin, Duval,
Calla, Pa8quier, Keiler en Hervé bleven
het Boulangisme bestrijden, en beweerden
dat Bouianger de republiek herstelde juist
nu zij vallen ging. De graaf van Parijs
schreef om allen te bevredigen in April
1888 zijn manifest, dat echter weinig
indruk maakte.
Dillon pleitte bij Bouianger voor het
verbond met de royalisten, die geld gaven
voor de partieele verkiezingen, als weder
zijds de caodidaten elkander niet bestre
den. Die overeenkomst werd tromw op
gevolgd. Na den triumftocht van Bou
ianger in het departement du Nord werd
door de royalisten in het Hotel Conti
nental het bekende Comité des douze ge
vormd onder leiding van De Mun, dat
aanvankelijk per maand fr. 55.000 voor de
bladen, de verkiezingen en de persoonlyke
uitgaven voor Bouianger had uitgegeven.
Dillon had als gezant van Bouianger te Lon
den oen geheim onderhoud met een graaf
van Parijs, waarvan de in acht te nemen
lucht geven, zonder gehoord of ondervraagd te worden; hij kon
nu vrij zuchten en schreien. Wanneer zijne familieleden uit Parijs
hem bezochten, dan werd hun geen vriendelijke ontvangst bereid;
toornig beantwoordde hij de smeekingen van zijn vrouw en zoon
om bij hen terug te keeren. Waarom liet men hem niet met rust?
Had hy dan niet het recht om zijn eigen weg te volgen Men
zou gezegd hebben, dat hij hen haatte en hunne aanwezigheid hem
hinderlijk was. En toch ging er bijna geen dag voorbij, of een
man, in een langen jas gehuld, doolde, by het vallen van den
avond, in den omtrek van het huis, in de rue Notre-Dame-des-
Champs, rond; de gestalte sloop langs het huis, bleef dan staan,
hief het hoofd op en na het venster van de tweede verdieping te
hebben gadegeslagen, verwijderde zij zich en slaakte een diepe zucht.
De portier had dezen man reeds eenige keeren gezien, de inbraak
van Lentague en Léonce had hem schrik aangejaagd, zoodat hij
zich ongerust begon te maken.
Omstreeks tegen het einde van Juli verscheen de geheimzinnige
wandelaar niet meer. Zonder dat Clémence en Richard er iets van
wisten, lag Caussoa ziek to bed. Hij voelde wel, dat zyn dood
nabij was en dat verheugde hem.
//Eindelijk kunnen zij dan gelukkig van schande bevrijd leven,"
zeide hfj, met een glimlach. //Als zij hier maar niet komen voor
dat alles is afgeloopen!"
I Voortilurend herinnerue hij zich de laatste woorden, die hij uit
den mond van Maheurtïer had gehoord. wEn ook ik," zeide hy,
verricht een weldaad door te sterven. Ik ben ook te veel op deze
wereld
De oude boerin, die zijn huishouding waarnam, wilde een ge
neesheer laten ODtbieden; daartegen verzette hij zich. //Bovendien,"
voegde hij er by, wzou het toch niet helpen, goddank." Aan de
zorg van deze vrouw werd vooral een bundel papieren aanbevo
len, die hij in de laatste dagen had nagezien en gerangschikt.
//Zorg er voor, dat dit pakket aan den heer Syramin wordt over
handigd, wanneer hij hier komt." Het waren de aanteekeningen en
herinneringen, in beknopten vorm, welke wij in het begin van dit
verhaal hebben opgenomen en die hij een jaar geleden ter zijner
verdediging had geschreven.
In den nacht van den eersten op den tweeden Augustus ge
voelde hij, dat het uur der verlossing voor hem gekomen was; hij
zeide tot de huishoudster met zulk een zwakke stem, dat zij hem
nauwelijks kon verstaan //Laat mevrouw Syramin ontbieden." Hy
begreep wel, dat bij vóór de komst van zyn zoon den laatsten
adem zou hebben uitgeblazen.
Toen dan ook op den middag van den volgenden dag Richard,
Antoinette en Clémenoe aangekomen waren, vonden zij nog slechts
een lijk. Aan de wanhoop ten prooi, wierp Clémence zich op hem;
Richard, in tranen badende, hield de koude, levenlooze hand ia
de zijne geklemd.
Den volgenden dag, na afloop van de begrafenis, verdiepte Ri
chard zich in de droove levensgeschiedenis van zijn vader. Daarna
sloot hij de papieren weg en, in somber gepeins verzonken, maakte
hij een wandeling door heft huis. Toen hij zich op de slaapkamer
bevond, opende hij gedachtenloos een kast, maar deinsde plotseling
hevig verrast, achteruit. De planken waren weggenomen en tegen
den achterkant stond eene prachtige schilderij.
//Is het dan toch waar riep hij uit. *Was het dus geen her
senschim
Hij zag voor zich het tooneel van verwoesting te midden van
den storm. Hij bleef een oogenblik in bewondering voor de schil
derij staan. Zijn oog schitterde, zijne tranen verdroogden, zijn
bloed joeg ontstuimig door zijn aderen en trotsch op het Ijjden,
dat zijn talent verdubbeld had, riep hij uit//Maar zoo iets schoons
heb ik nog nooit gemaakt
De kunstenaar had tenminste alles vergeven.