bh mim. *2210. NIEUWS- EN ADVERTED -IEBLAD. 8e Jaargang'. Dinsdag 16 September 18D0. hl Stukken van den laad. Schermconcaurs „Ripperda". FEUILLETON. BI VBOÏÏW HAARLEM ABeSÏEHEÏIÏSraiJS:: Voor Haarlem per A maanden1.20. Franco door liet g-eheela Rijk, per 3 maanden. - 1.G5. Afzonderlijke nummers-0.05. Dit blad verschijnt dageiyha, behalve op Zen- en Feestdagen. Bureau: Kleine Honfcstraat No. r, Rsarlem. TS'elefooamattatneB' ÉSS. jU I "L>| ®^6ESÏfe^tóS>tt£S^-. AD7SETEIT1I1; ran 3-5 regele 50 Cents; iedsra reg*el maar 10 sentg Groot* letters nas,? pl&atmm&te. Bij Abonnement aanzienlijk ?abat. AboïïD.emeDteB e& Adverteatiëm wordoK &sjmgeno:oje& door ouzo agenten es door alle boekhandelaren en eonrastiej^ Direefc©mreii'»lJitgeY©FS J, C„ FEEREBOGM ,'w <J. B. AYM, £ioo fdagetiienfvour hei Buitenland; Compagnie Gêné relt ie PubliclU Mtrangh® &B L BA UBM Oc*» S GMN I. JONMft, Succ-i Far$r$ 81ès« Fauboarg Monimwtr®. Wij hebben het genoegen onzen Lezers snede te «2 eel eis, dat de redevoeringen, «eisouden bij de overgave van liet Paleis van <j title alhier, door Z. E. den Minister van Justitie en den WelEdelgcstr. lieer President der Arrondissements- Reebtbank, die wij heden niet meer uitvoerig* konden opnemen wegens liet vergevorderde uur dat die beide redevoeringen door ons 1 n Si n m g e- li e c I in een afzonderlijk gratis Bij voegsel, bij ons volgend Nummer zui len worden gevoegd. Directe uren- U itge v ers. STADSNIEUW S. Haarlem 15 September 1890. Wegens het bedanken voor de benoe ming van 3e onderwijzer aan de oplei dingsschool van K. de Boer te Hengeloo, stellen B. en W. aan den Raad het na volgende drietal voor: 1. C. W. B. Ingenhoes, Voorburg. 2. C. W. Lancel, Rijnöburg. 3. J. de Voogd, Alfen a/R. Yerslag ran den Toestand der Gemeente Haarlem, over liet jaar 1889. XI. Aan het verslag van den tee3tand van Handel en Nijverheid in de gemeente, gedurende 1889 en van de omstandig heden, die daarop van invloed zijn ge weest, is het volg?nde ontleend Fabrieksnijverheid. Met leedwezen maakt de Kamer van Koophandel en Fabrieken hier in de eerste plaats mel ding van de opheffing en sluiting der belangrijke iadustriëele inrichting (stoom drukkerij) van de heeren L. van Leer Co., welke sedert vele jaren in deze gemeente was gevestigd en aan een groot getal personen werk en brood ver schafte. In 1889 verplaatste genoemde firma hare fabriek naar Amsterdam. Behoefte aan ruimere lokaliteit schijnt de oorzéiak van deze veranderde vesti ging gefeest te zijn. Ook nog ©ene oude bekende firma, die van de heeren P. Vos Zonen, garen en lintwevers, alhier, heeft hare fabriek in den loop van 1889 gesloten, terwijl de daarin voorhanden werktuigen en machinerieën onlangs in het openbaar zijn verkocht. Als naar gewoonte is van wege onze Kamer eene circulaire aan heeren fabri kanten gezonden, houdende verzoek om opgaven omtrent den toestand hunner jabrieken gedurende het afgeloopen jaar en van do bezwaren, die zij in de uit oefening hunner beroepen mochten heb ben ondervonden. Voor zoover die opgaven bij de Kamer zijn ingekomen, laat zij daarvan een kort overzicht hierna volgen. Be fabriek van de Haarlemsche Katoen maatschappij directeur de heer jhr. C. F. van de Poll.) Deze gaf woordelijk het volgende te kennen //Wat de NederL Indische markten //aangaat oefent de steeds toeuemende //verarming der inlandsehe bevolking, uit ,/den aard der zaak, een ongunstigen //invloed uit op den afzet der voor die z/inarkten gefabriceerd wordende goe- wderen." z/Op de overige overzeescho markten, z/waarmode wij zaken doen, was in den z/regel eenige meerdere vraag te bespeu- f/ren. Deze vraag ging evenwel niet „altijd gepaard met verbetering van „prijzen". Be weverij van zijden buil- en kappen-gazen genaamd fiet Anker" van de firma de wed. Abrah. Ie Grand et Belain eenig firmant de lieer Mr. R. H. J. Gallandat Huct). De toestand dezer fabriek was in het geloopen jaar iets gunstiger dan in het vorige. De zijdemarkt hield zich op eenigszins hoogere prijzen flink staande. De afzet naar het buitenland was ruimer; de afzet in het binnenland leed door het Btilstaan van enkele groote meelfa brieken wegens brand of verbouwing. De vooruitzichten zijn intusschen gunstiger geworden. Be seheepswerf ude Conrad", tevens bestemd tot vervaardigingstoombaggermolens en andere dergelijke werktuigen voorheen van de firma Thomas Figée Sr Cothans Birecteur de heer F. Goedkoop Bz. In de eerste maanden van 1889 duur de de reeds lang bestaan hebbende mal aise in de zaak nog voort, totdat in den zomer de algemeene toestand der ijzer industrie zich verbeterde ea er allengs meerdere orders inkwamen. Zelfs eindigde het jaar met de uitvoering van zeer be langrijke bestellingen, waaronder vooral dient te worden vermeld eene bestelling van vijf baggermolens voor de Bremer havenwerken. Nog steeds ondervond deze fabriek een groot bezwaar door de onvoldoende af meting van de schutsluis te Spaarndam. Deze maakt het haar moeielijk zoo niet onmogelijk met gunstiger gelegen fabrie ken te kunnen concurreeren. Daartoe werkt mede de omstandigheid, dat de werk tuigen voor grondverplaatsing steeds groo- ter afmeting verkrijgen. Men acht dan ook het tijdstip niet ver verwijderd, waarop slechts zeer weinige der bestelde werktuigen aan deze fabriek zullen kun nen worden vervaardigd of gemonteerd. Daarvan zal bf het te gronde gaan öf het verplaatsen dezer inrichting het on vermijdelijk gevolg zijn. Be fabriek van stoom- en andere werktuigen van de heeren Gebroeders Figee Deze fabriek had in den loop vaa 1889 eene belangrijke uitbreiding onder gaan. De toestand dezer inrichting was alleszins bevredigend geweest. Even als vroeger werd oek thaas door genoemde êrma gewezen op het onvol doend» der los- en ladiogplaats voor zware voorwerpen aan het station der H. IJ. Spoorwegmaatschappij alhier. Be machinefabriek en ketelmakerij van de firma W. H. Jacobs aan het N oorder-Spaarne. De toestand dezer fabriek was gedu rende het afgeloopen jaar vrij wel ge lijk aan dien van 1888, toen die niet ongunstig was geweest. Het getal werk lieden bleef onveranderd. Ook deze firma klaagt bij vernieuwing over hot groot bezwaar, dat de fabriek ondervindt door de onvoldoende afme ting van de schutsluis te Spaarndam. Daardoor gingen belangrijke bestellingen zoowel van nieuw als van reparatie werk dikwijls verloren, omdat eenigszins groote stoombooten, baggermolens «nz. niet door die sluis kunnen, noch de fabriek berei ken kunnen. Ook wordt het door deze firma be treurd, dat tot beden niet zyn tot stand tomen, de reeds voor langen tijd ge projecteerde nieuwe spoorwegwerken, met daartoe beboorende spoorweghaven en flinke los- ea ladingplaatsen enz., daar de tegenwoordige genoegzaam onbruik baar zijn. Be rijtuigenspoorwagen- en tramwagen- fabrfo/c van de firma J. J. Beynes. De toestand dezer fabriek gedurende het afgeloopen jaar was vrij gunstig te noemen. Evenals in 1888 konden ook nu weder 140 personen aan het werk wor den gehouden. Behalve voor onderscheidene Tram wegmaatschappijen hier te lande, werden voornamelijk bestellingen uitgevoerd tea behoeve van dergelijke maatschappijen op Java, ais ook voor de Deli-spoor- wegmaatschappij. Ook aan de hanoversche Tramweg maatschappij werden eenige tramwagens geleverd, welke zoodanig voldeden dat er nog eene niet onbelangrijke nabestel ling volgde. Ook naar Buenos-Ayres werdeu eenige tramweg-rijtuigen verzon den. Voor de Nederlandsche Spoorweg maatschappijen viel er echter weinig werk te verrichten. Wel werden er eenige aanvragen voor te leveren goe derenwagens ontvangen, doch ten ge volge dar buitenlandsche concurrentie, vooral van België, bepaalde zich de levering slechts tot dit weinige en word er eene aanzienlijke hoeveelheid spoov- wegmaterieel ten behoeve van gezegde maatschappijen weder als vroeger ia het buitenland vervaardigd. Hedenmiddag te half twee had de plechtige eerste zitting van de Arron- dissements-rechtbank in het fraaie Paleis van Justitie in de Jansstraat alhier plaats. De geheele Rechtbank was tegenwoor dig, alsook de plaatsvervangend-rechüers verder de leden der balie, allen in ambts gewaad. Voorts zag men op de gereser veerde plaatsén den Commissaris des Koniogs in de provincie Noord-Holland, den burgemeester, vele hoofdofficieren, den majoor-commandant der plaatselijke schutterij, en voorts vele civiele autori teiten, terwijl niet vergeten mag worden dat ook tal van dames de plechtigheid bijwoonden. Toen de leden der Rechtbankbij wier binnentreden alle aanwezigen zich verhieven, hunne zetels hadden ingeno men, verzocht de president mr. S. J. A. Vaa Walchren den vice-president mr. L. E. A. baron Sloet tot Olthuis, om zijn© Excellentie den minister van Justitie, jhr. mr. G. L. M. H. Ruys van Bee- renbroek, binnen te leiden. Ook bij het binnentreden van dezen hoogen ambtenaar verhieven zich de aanwezigen van hunne zetels. Zijne Excellentie nam plaats aan de rechter hand van den officier van justitie jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré. Nadat de President met hamerslag deze eerste zitting der Arrond.-Reeht- bank had geopend, gaf hij het woord aan den minister, die daarop in eene boeiende rede de geschiedenis van het ontstaan der rechtbanken in het alge meen en die van Haarlem in het bizon der, naging, en ten slotte met deze woorden eindigde „Wanneer ten allen tyde de neder- „landsche magistratuur de haar opge legde taak met ©ere heeft vervuld en „nóg vervult, dan geeft dat het recht, „om het vertrouwen, ja de zekerheid uit „te spreken, dat ook in de toekomst de „nederlandsche magistraat datzelfde stand- „punt zal blyven innemen. Mogen er „al in den laatsten tijd hier en daar „stemmen zijn opgegaan die hare „onkreukbaarheid en onpartijdigheid in „twijfel trekken, dan kan dit geen „ander gevolg hebben, dan dat ieder lid „daarvan mot nóg meer toewijding „zijne taak vervult en dat aldus de „rechtspraak, al is ze niet geheel vol- „komen, als trouwens iedere mensche- „lijke arbeid, dan toch zooveel mogelijk „de volkomenheid, de volmaaktheid nabij „komt. Het is daarom, dat ik namens fa Konings Regeering met vertrouwen „dit rechtsgebouw aan de haarlemsche „Rechtbank en aan het haarlemsche Kan- „tongereeht overgeef, ten einde daarin „van heden af in naam des Konings „worde reeht gesproken!" Nadat het applaus, gewijd aan 's Mi nisters rede, was weggestorven, nam de President der Rechtbank het woord en gaf een welsprekend overzicht van de geschiedenis der haarlemsche rechtbank en van de wijze waarop allengs het thans verlaten gebouw ongeschikt wa3 gewor den voor den dienst. 's Presidents slotwoorden luidden als volgt „Mocht ik bij u allen de overtuiging „hebben gevestigddat de overdracht „van dit Paleis van Justitie een belang rijk feit is, omdat daardoor het voort durend bestaan der haarlemsche recht- „bank is verzekerd. Mogen allen die „werkzaam zyn bij de Rechtbank of bij „het Kantongerecht, zich door getrouwe „plichtsbetrachting het bezit daarvan „alleszins waardig toonen en daardoor „nuttig werkzaam zijn ten dienste van „Koning en Vaderland. „En hiermede sluit ik deze eerste, „openbare, plechtige zitting l Ook deze rede verwierf grooten bijval. Het Paleis van Justitie zelf, benevens eenige naburige huizen in de Jansstraat, waren gevlagd. Te 4 uur had in Hótel Funckler een déjeutier-dinatoire plaats waaraan de Minister, de rechterlijke ambtenaren en anderen deelnamen, Het gezelschap be stond uit 32 personen. Bij den voortgezetten wedstrijd werden Zaterdagmiddag de navolgende prijzen behaald Afd. B. Roll. MethBegen le prijs S. D. Hamburger „Vrije wapenbr.", Amster dam; 2e pr. Van Dael van „Progressus", Rotterdam3e pr. F. Kuyper van „Pro- gressus", Rotterdam. Sabel Roll. Meth. lo pr. J. Van der Loo van „Excelsior" Haag2e pr. G. Sloot van „Excels.", den Haag 3e pr. A. F. Lippitz Jr. van „O. D. A. S. T. A'", van Amsterdam. Lange Stok Roll. Meth. le prijs L. van Workum van „Vrije Wapenbr", 2e pry's C. Dreese van „Vrije Wapenbr.", 3e prijs G. P. Kievenaar van „Progres- sus", Rotterdam. Geweer RollMeth. le prijs M. Th. C. E. Broers van „Mars" Haarlem 2e Naar het eng else h van JAMES WYTTON. 6) HOOFDSTUK IV. Met ontzetting las ik wanhoop en gebrek op baar gelaat, maar ik ben niet bij machte om een beschrijving te geven van den doods angst, waardoor haar gelaat geheel verwrongen was. In mijne ontsteltenis dacht ik: „wat kan ik gedaan hebben, om zulk een hevige ontroering en overweldigende smart te veroorza ken Ik vervloekte inwendig mijn ontstuimigheid. Beschaamd en verslagen zeide ik op smeekenden toon „miss Fowler, gij schijnt diep bedroefd. Heb ik u in mijne zelfzuchtige bewondering doen schrikken Kan ik iets doen om het kwaad, dat ik aangericht heb, te herstellen Zij gaf geen antwoord, maar stond mij met wijdgeopende oogen aan te staren, haar borst ging onstuimig op en neer door de snelle ademhaling. Ik dacht, dat zij het bewustzijn zou verliezen en wer- kelyk scheen zij een oogenblik te wankelen, maar zij herstelde zich en leunde met den rug tegen eon boom. Ik had mijne armen naar haar willen uitstrekken, maar met. zulk een welsprekend ge baar wees zij mij van zich, dat ik van mijn voornomen afzag. Ik trachtte echter haar hand te grijpen, met het onzinnige voorne men om voor haar neer te knielen en haar vergiffenis te vragen, maar nauwelijks had ik haar aangeraakt (deze was koud als die van een doode), of zy trok deze plotseling terug, alsof mijne aan raking haar besmette. Wij stonden elkaar nu een oogenblik aan te staren en de duisternis om ons heen nam meer en meer toe. Eindelijk verbrak zij met een van ontroering bevende stem de pijnlijke stilte; het kostte haar groote inspanning om haar smart en aandoening te bedwingen. „Mijnheer Fowler, gij weet niet wat gij gedaan hebt. Hoe diep hebt gij my in het hart gewond en mijn eer met voeten getreden. Wat gij daar gezegd heb kan nooit door u teruggenomen worden. Uwe woorden en uw handelwijze zal ik nooit kunnen vergeven, noch vergeten. Gij hebt mij een bittere les geleerd. Hoe hebt gij ©en heer hoe hebt gij u zoo kunnen misdragen tegen een een zame vrouw zonder bescherming en zijt gij zoo lafhartig geweest om gebruik te maken van een gelegenheid, die ik u in een oogen blik van zwakheid en in mijn onschuld heb gegeven en u aldus te verlagen Heb den moed niet, mijnheer, mij ooit weer te nade ren of aan te spreken. Ik heb veel te dragen, maar ik ben niet zoo laag gezonken om nay kalm een boieediging te laten wel gevallen." „Miss Fowler!" aldus viel ik haar in de rede. „Geen woord meer, mijnheer. Ik zal het nooit kunnen vergeten op welke wijze gij mij dezen avond hebt behandeld. Laat mij als 't u blieft gaan." „Miss Fowler," smeekte ik, met wanhopigen ernst. „O ver geef het mij, wees niet zoo wreed. Mijn vurige liefde en harts tochtelijk gestel moeten in mijn voordeel pleiten. Waarom zoudt gy, een vrouw, vertoornd zyn op een man, wiens eenige misdaad is, dat hij u lief heeft en uw wederliefde afsmeekt Eerder zoudt gij het dan aan uw sehoonheid moeten wyten, die voor u een bron van kwelling en voor mij een bron van ellende is. Gij zijt een bekoorlijke vrouw. Is het mij dan euvel to duiden, dat ik geen hart van steen heb Dat ik, als alle menschen, een hart heb, dat naar liefde zoekt Dat ik overijld en onstuimig was en handelde zonder na te denken, geef ik toe en daarvoor smeek ik uw ver giffenis af; maar zonder den eerbied voor u uit het oog te verlie zen, geloof ik, dat gij mij van alle mensehen het zachtst moest beoordeelen, daar uw schoonheid mij tot die daad aanspoorde. Ik vroeg u, of gij mijn vrouw wildet worden was dat beleedigend Geloof my, mijn aanzoek was dat van een eerlijk man. Zeg ja en wanneer gij het wilt, hetzij morgen, de volgende week, do vol gende maand zult gij mijn echtgenoote, mijn inniggeliefde vrouw worden. Ik heb een tamelijk goed inkomen ruim voldoende zelfs en wil voor u werken, desnoods dag en nacht en zal mij als den gelukkigsten man beschouwen, als gij slechts het tiende gedeelte van mijn liefde voor u beantwoordt. Als ik u beleedigd heb, dan vraag ik er u nu vergiffenis voor. Ik zal voortaan met meer nadenken te werk gaan, maar zeg mij niet, miss Fowler, dat mijn liefde of mijne woorden u beleedigen. Ik ben, naar ik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1