ADVERTENTIEBLAD. NIEUWS- EN 8 e Jaargang. Donderdag 18 September 1890. Hoofdagenienfvuur het Buitenland: Compagnie OenéroU de Publicita Strang#** O L ZljSlI&M J CoJOB*N F. JONES, SuccJParps 31ó»s Va (.our# Jtfmtmavtrt s 1' h I) S IE I] S. Haarlem 17 September 1890. f De begrooting dezer gemeente voor 1891 ia den Gemeenteraad aangeboden sluit in ontvangst en uitbaat tot :en bedrag van 970.198.22^. Yoor jpbrengst van belastingen en heffingen is geraamd 587.491.05, waaronder voor plaatselijke directe belasting f 195000. Woor kosten van het onderwys i« uit getrokken 224.814.71i en voor renten ■en aflossingen 124.867. I Voor de aanbesteding van foarages ten behoeve van de troepen te paard hier, is als volgt ingeschreven Per 10 K.G. hooi 30 cent. stroo 20 ii haver 81£ Aannemer ie geworden Johs. Vermeu len Zoon, te Waspik, die het laagst had ingeschreven. wsla» van dei Toestand der Gemeente Haarlem, ar 1889. orer in. Aan het verslag van den toestand van Ëandel en Nijverheid in de gemeente gedurende 1889 en van de omstandig heden, die daarop van invloed zijn ge- tyeest, is verder het volgende ontleend: De toestand der ambachtsnijverheid locht gedurende het jaar 1889 over het igemeen niet ongunsiig genoemd wor- [en. Vooral in het bouwvak ging in dat lar weder veel om. Getuige hiervan de nbouw van vele nieuwe huizen, zoowel de gemeente zelve als in hare on- tiddellijke nabijheid. De Kamer doelt !er op de stichting van een groot aantal toon huizen in het westelijk gedeelte der kd nabij de Leidsche vaart, alsmede vao de vele woningen, buiten de Am- irdamsche poort aan en nabij den [eeresingel, welke met d« reeds meer moemde het 100tal te bovengaan en Sna uitsluitend voor den werkmansstand zyn bestemd. Voorts wordt hier melding kt van den aanbouw van verschil de meer aanzienlijke huizen aan den Zylweg en in de daaraan grenzende raten. Aan tal van personen gaf dit iyederom werk en wij achten het voor leze gemeente en hare ambachtsnijver heid een gunstig verschijnsel, dat nog eds de lost tot aanbouwen blijft voort- luren, vooral omdat de nieuw gebouwde ■ceelen in den regel spoedig koopers <p huurders vinden. ft De prijzen der bouwmaterialen zijn over het algemeen belangrijk gestegen. In de werkloonen is sedert de vorige opgave weinig verandering gekomen. Ten einde eenigszins nader op de hoogte te komen van den toestand der ambachtsnijverheid in deze gemeente besloot de Kamer aan eenigo alhier be staande werklieden- of vak-vereenigingen eene circulaire te zenden behelzende het verzoek haar op dit punt eenigszins ia bizonderheden te willen inlichten. Voor zoover daaraan gevolg is ge geven, laten wij de ontvangen opgaven hierna genoegzaam woordelijk volgen. De Timmerliedon-vereeniging De toestand van het timmervak was in 1889 aanmerkelijk beter dan in het voorafgaande jaar, hetgeen hierdoor voor namelijk werd veroorzaakt dat er voor particulieren meer gewerkt was dan vroeger. Het bedrag der loonen achtte men echter niet in verhouding te staan tot de behoefte vau den werkman. Daar onder werden genoemd de ko3ten van eigen onderhoud, die van 't gezin, waar onder schoolgeld, belasting, contributie voor ondersteuning-en ziekenfondsen enz., welke geen gelijken tred houden met de ontrangen loonen. Verder wordt gewezen op de groote behoefte aan practisch on derricht in de verschillende vakken van het ambtsbedrijf, voor jongelieden die in de eerste jaren nog niets kunnen ver dienen en ten gevolge van den behoef- tigen toestand der ouders, bij gebrek aan het noodig practisch onderwijs, nimmer tot hunne bestemming kunnen komen. Meerdere toenadering tusschen patroons en werklieden wordt wenschelijk geacht. Men wijst daarbij op Amsterdam, waar onlangs een 45tal werkbazen met de drie aldaar bestaande timmerlieden-vereeni- gingen zijn overeengekomen bet loon met 2 cent per uur te verhoogen, hetgeen naar men meent, getuigenis geeft dat aldaar meerdere eenstemmigheid bestaat en de belangen der werklieden meer be hartigd worden. Verder wordt gewezen op de wensche- lijkheid der invoering van eenen unifor men arbeidsdag en van het verzekeren der werklieden tegen ongelukken bij publiek aan te besteden werkeQ. De onderlinge Schildersen Behang ers- vereeniging „Hulp lenigt den Nood." Naar het oordeel dezer Vereeniging was het met deze beide vakken voor den werkman over het algemeen treurig gesteld. De loonstandaard was laag en werd dikwijls nog meer verlaagd door de groote hoeveelheid werklieden, die zich aanmeldden en door den nood ge dreven beneden het gewone loon aan het werk gingen. Bekwame werklieden kon den somtijds niet meer verdienen dan .10 a .12 per uur en toch liepen er van tijd tot tijd nog velen zonder werk. Door deze Vereeniging wordt de wensch geuit dat bij de publieke aanbesteding van gemeente-werken een vaste loon standaard mocht worden aangegeven, opdat de soliede bazen in staat zouden zijn te kunnen concurreeren met die per sonen, welke als minder soliede, van de groote nooddruft der werklieden misbruik maken. De meubelmakers-vereeniging Haar lems Hendracht." Door bestuurders dezer Vereeniging wordt gezegd, dat de toestand der am bachtsnijverheid onvoldoende was, omdat in geen enkel vak aan de werklieden zooveel aan loon kon worden betaald, als voor de eerste levensbehoefte noodig was. Men laat daarop echter volgen, dat wat het meubelmakersvak betreft, die toestand voor den bekwamen werkman niet zoo onrustbarend is als in andere vakkeD, en dat vooral bet jaar 1890 voor hem gunstiger is geweest dan de vier daaraan voorafgaande jaren. Men acht het een belangrijk feit dat door de meubelmakers alhier alléén voor de stad zelve wordt gewerkt en slechts zelden voor den vreemde, terwijl van elders vele meubelen alhier worden in gevoerd. Door deze Vereeniging wordt krachtig aangedrongen op verbeterd teekenonder- wijs en de wensch te kennen gegeven, dat dit onder het bereik van alle jonge lieden worde gesteld. De Haarlemsche Schoenmakers vere&niging. De toestand van het schoenmakers bedrijf mocht ODgunstig genoemd worden. Dit werd veroorzaakt, eerstens door den invoer van schoeisel uit het buitenland en ten tweede door de omstandigheid' dat de winkeliers zich meester maken van het herstelwerk en dit tegen een minimum loon aan derden uitbesteden, terwijl zij (de winkeliers) en niet de eigenlijke schoenmakers de winsten ge nieten. Door genoemde Vereeniging wordt het wenschelyke betoogd der oprichting al hier ter stede eener Ambachtsschool waarin ook leerlingen voor het schoen makersvak zouden kunnen worden toege laten. Men wyst hierbij op eene in de gemeente Hertogenbosch bestaande vak- j school, waar joegelieden uitf luitend voor het schoenmakersbedrijf worden opgeleid j en waar het onderwijs zoodanig is in gericht dat degene, die daarvan het ver- 1 eischte gebruik heeft gemaakt, later met I den buitenlandschen industrieel kan wed- ijveren. j De schepen- en schuitenmakerij van de heer en Péltênburg en Zonen. Het afgeloopen jaar bracht in den toestand van dezen tak van industrie weinig verandering. De Haarlemsche stoomv er fabriek. Direc teur de heer D. de Clercq). Do vraag naar het fabrikaat is in 1889 zóó ongeregeld geweest als in de laatste jaren niet was voorgekomen. Nu eens was het zeer druk, dan weer slap. Na tuurlijk was dit voor de productie zeer bezwarend. De afzet was in het binnenland, bij gelyk blijvende lage prijzen, iets grooter dan in 1888. Het buitenland trok aan merkelijk meer dan vroeger, doch tot dalende prijzen. De arbeidsloonen verminderden nog steeds. Voortdurend bood zich werkvolk tegen lager loon aan. Zoolang dit blijft aanhouden behoeft men, aldus zegt ge noemde Directeur, niet op gezonder toe stand te rekenen. Eerst als de loonstandaard weder stijgt kan men meur afzet tegen beter prijzen verwachten. De concurrentie van Duitsch- land is groot. Deze bepaalt zich niet tot de aanzienlijke plaatsen, maar strekt zich zelfs uit tot de dorpen, waar voor duit- sche huizen aanbiedingen worden gedaan, terwijl dan dikwijls de artikelen franco thuis per postpakket worden geleverd. De vracht van Cöln (een hoofdplaats voor den verfhandel) naar Rotterdam is slechts een weinig hooger dan die van Haarlem Daar laatstgenoemde plaats. De grofsmederij van den heer J. Graaf, ook met stoom werkende. De toestand dezer inrichting was niet ongunstiger geweest dan in vorige jaren. De biérbrouwerij van de firma H. Lans 8f Zoon. De toestand was redelijk. De bierbrouwerijen van de firma van der AaSchmidt en Co. en van Dr. D de Haan. De toestand van de eerste was be vredigend, die van de laatste gelijk aan dien van het vorige jaar. De azijnmaker ij van defirma L. Reekers enCo. De toestand was gelijk aan dien van het vorige jaar. De azijnmakerij van den heer C. WSchënhuth. De toestand dezer fabriek kon bevre digend genoemd worden. Zelfs gaf deze er aanleiding toe, dat men het voor nemen heeft opgevat om de fabriek in 1890 belangrijk te vergrooten. De ver hooging der invoerrechten op de azijn zal naar de meening van dezen fabrikant aaD den bloei der nederlandsche azijn makeryen bevorderlijk zijn. Door den heer Schönhuth wordt in zijne opgave met erkentelijkheid melding ge maakt van de verbetering der bestrating der in de nabijheid zijner fabriek gele gen Hagestraat, waarop vroeger door hem bij onze Kamer was aangedrongen. De wensch wordt hierbij door hem geuit dat weldra ook de bestraling van de Beeksteeg eene verbetering moge on dergaan. De steendrukkerij van de firma Emrik 8f Dinger. Deze werd in het afgeloopen jaar be langrijk uitgebreid. Machines van grootere afmeting en nieuwe constructie werden aangeschaft. Ook werd aan deze druk kerij eene inrichting verbonden ter uit oefening der lineographio en phototypie. Het bezwarende der patentbelasting doet zich voor deze industrie nog steeds gevoelen. De Haarlemsche Brood- en Meelfabriek. Omtrent deze fabriek zijne geene bi zonderheden opgegeven. De brood- en meelfabriek „de Volharding" Het resultaat dezer fabriek kon niet ongunstig genoemd worden. Hierbij werd echter opgemerkt, dat de broodprijzen, in vergelijking met die in andere ge meenten bv. Rotterdam en 's Gravenhage, te laag zijn in verhouding tot die der grondstoffen. De fabriek der Maatschappij tot verduur zaming van levensmiddelen. Directeur de heer Joh. de Breuk). De toestand dezer fabriek was vol doende te noemen. Door het slechte ge was van verschillende peulvruchten, waar door de oogst dezer zomergroenten schraal mocht heeten, werden daarvan mindere hoeveelheden ala in het vorige jaar aan de fabriek afgeleverd. Twee a, vier ar beiders vonden er vast werk, terwijl ge durende den inmaaktijd 20 a 50 vrouwen bezig waren met het schoonmaken en bereiden der groenten. In 1889 is aan deze Maatschappij bjj aanbesteding de levering opgedragen van eene belaDgryke hoeveelheid bussen met ingemaakte spijs ten dienste van het leger, waarvoor ge durende den winter ook groote hoeveel heden vleesch in bussen zijn verduur zaamd. De fabriek tot verduurzaming van levens middelen van den heer Sipkes. De toestand dezer tabriek geduiende 1889 mocht alleszins gunstig genoemd worden. Ten aanzien van de in deze fa briek te verkrijgen ingemaakte vruchten enz. werd het volgende opgegeven. Was in 1888 de suikeraccijns voorde uitoefening van dezen tak van industrie een groot bezwaar en een hinderpaal om bij uitvoer met het buitenland te kunnen concurreereD, in 1889 liet dit zich beter aanzien. Immersna daartoe van de zijde van dezen fabrikant aangewende pogingen, werd in October van dat jaar eene gunstige beschikking op zijn ver zoek om restitutie van den suikerac cijns bij uitvoer, van de Rijksadminis- f U i L L E T O IS. Naar het engelse h van JAMES WYTTON. HOOFDSTUK VI. s: Verbaasd over de woorden van dezen man, waaraan bij een schiju van waarheid wist te geven, riep ik uit //Het is toch uwe bedoeling niet, mijnheer, om dobbelen en Weddingschappen te verdedigenZij, die zich daarop toeleggen, zyn berucht wegens hunne oneerlijkheid en zedeloosheid. Boven dien zijn zij schadelijke woekerplanten, die hun voedsel putten uit ■menschelijke zwakheid. Wanneer ik somtijds een sierlijk ge- ■HÉleeden bookmaker zie, dan komt mij steeds een regel uit een der bakerrijmpjes in de gedachte: Okom binnen, zeide de spin tot de vlieg." Mijne meening hieromtrent is zeer beslist. Wanneer \^mij groote macht ware toebedeeld, dan zou een van mijne rste daden zijn om het wedden af te schaffen en de bookmakers en dobbelaars te verbannen." z/Er is veel waars in hetgeen gij daar zegt," zeide de man met het bleeke gelaat en haalde de schouders op. „Ik moet beken nen, dat ik zelf een zwerveling ben en mijDe inzichten en begrip pen over het een en ander zijn verkeerd; tenminste aldus zullen verscheidene eerbiedwaardige, welgestelde menschen er over oor- deelen, die zich nooit om geldgebrek behoeven te bekommeren, thuis blijven of slechts bezoeken afleggen bij en gedachten wisse len met menschen, die evenals zij eerbiedwaardig en welgesteld, maar, en dit moet ik er nog bijvoegen, die naar mijn oordeel ook even bekrompen van geest zijn als zij. Zoo lang er een wereld en een maatschappij zijn, zullen de schurken de onnoozelen bedriegen. Maar de door u gehate en verachte oplichter, die zich voor zijne ondeugden niet schaamt, is in ieder geval beter, dan die brave, schijnheilige zwendelaars; tenminste, volgens mijn meening." Na deze woorden gezegd te hebben, stond de woordenrijke, maar zonderlinge man op, nam zijn hoed af, maakte een be leefde buiging, zeide kortaf //goedendag" en verliet oogenblikkelijk de restauratie. Weldra volgde ik zijn voorbeeld. Ik kwam tot de gevolgtrek king, dat hij mij niet beviel. De kalme, wereldsche manier, waar mee hij over het ten en ander sprak en zijn oordeel te kennen gaf, wekte weerzin bij m;j op en ik dacht bij mijzelf: „met al mijn moedeloosheid zou ik niet willen ruilen met iemand, die in zijn oordeel zoo cynisch is, dat hij het leven slechts beschouwt als een strijd, waarin de listige bedriegers in ieder opzicht zegevieren over de menschelijke lichtgeloovigheid en zwakheid." Ik was toor nig en verslagen. Had hij eigenlijk ook niet gelijk Was de men schelijke natuur aan den eenen kant niet zwak en aan den ande ren kant verdorven Ik beken, dat, toen ik het kantoor weer bin nentrad, ik neerslachtiger was dan ooit. HOOFDSTUK VII. Nauwelijks had ik mijn plaats weer ingenomen of een der jongste bedienden kwam naar mij toe en zeide mij, dat de heer Brown mij wilde spreken. „JTij heeft reeds twee keer naar u ge vraagd en ik vermoed, dat er iets niet in orde is. Zijn gelaat stond zoo somber, toen ik voor de tweede maal op zijn bellen binnentrad. Hy zag er zeer ontdaan uit." De heer Brown was het hoofd der firma; ik begaf mij dus oogenblikkelijk naar zija kantoor en trad binneD, na geklopt te hebben, zonder af te wachten tot hij „binnen" geroepen had, daar deze vrijheid mij, als een zijner vertrouwdste bedienden, veroor loofd was. De heer Brown liep de kamer op en neer, blijkbaar in een toe stand van de hevigste opwinding. Ik zag aan de doodsche bleekheid van zijn gelaat en aan het klamme zweet, dat op zijn voorhoofd stond, dat er iets verschrik kelijks was voorgevallen. Mijn eerste gedachte was, dat de firma failliet was gegaaü, maar ik kende al te goed den toestand van de zaak om die gedachte niet oogenblikkelijk te verwerpen. Dat er evenwel een ongeluk was gebeurd, bleek duidelijk genoeg. Ik aarzelde een oogenblik, niet wetende wat te zeggen of wat te Direotovuren-mtgevers J. O. PSESSBOOII ®n J. B. A1 AB0-«ISMIïrTSPRIJS:„ Voor Haarlem per 3 maanden 1.20 1' ran co door het geheel? Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0 05. Dit blad verschijnt dage!{jka, behalve op Zen- en Feestdagen. Burean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ^elfp'ai&oracitaaavaKMr 335$. ADVERTElTTIÊir: van 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 Groote letter» naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnemectoa et; Advertentie» worden esngeBorDetr. do ome agenten en door alle boekhandelaren en cooraetie-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1