en begint het voor te lezen, maar dit
gaat voor hem met zooveel moeite ge
paard, dat de president hem toestaat het
stuk over te leggen.
De subst.-officier van justitie, mr. Joh.
P. v. OutereD, toetst de verklaringen der
getuigen d charge, welke hij niet ont
zenuwd acht door die der getuigen
d dechargeaan de eischen welke de be
trekkelijke verordeningen der gemeente
Leeuwarden stelt -en vordert dat de
recktb&nk den appelant veroordeele tot
dezelfde straf, als waartoe de kanton
rechter hem veroordeelde, en het vleesch
verbeurd verklare.
De rechtbank heeft het vonnis be
vestigd. (dV. RCt.)
zyn er niet in de kerk," zei mijn reis-ter Oostkust alleen bepale, maar tevens
genoot. //Doet men de deur toe danjeene, zij het ook globale, aanwijzing
PARTICULIERE CORRESPONDENTIE.
Christiania Sept. 1890.
Toen ik in de oude „Stave-kirJee"
(balken kerk) van Gol stond, liepen
mijne gedachten onwillekeurig terug naar
den tijd toen zij voor de eerste maal de
geloovigen binnen hare wanden zag
samenstroomen. Ik stelde mij de ruwe.
twistgierige en onbeschaafde Noormannen
voor, die onder haar dak voor een
oogenblik hunne veeten ter zijde stellend,
de knieën bogen voor dat eenvoudige
rustieke altaar, waarboven een voorstelling
van het eerste avondmaal was af'gebee
Als men zich dien tijd van ruw
geweld, van moord en doodslag te binnen
brengt, kan men niet anders dan de
verandering zegenen, die er in den loop
der eeuwen in het karakter en de zeden
van het noorsche volk heeft plaats gehad,
Toen waren dronkenschap en bloedige
vechtpartijen aan de orde van den da]
En al werd daar ook het christendom
beleden, 't had er in het jaar twaalf
honderd nog zoo weinig tot verzachting
der zeden bijgedragen, dat priestermoord
tot de gewone gebeurtenissen werd
Als overal bestond en bestaat
natuurlijk ook in Noorwegen do begeerte
om rijk te worden. Volgens de meening,
die in enkele bergstreken gold, was dit
geluk alleen voor hen weggelegd, die
minstens 2 menschen gedood en daarvoor
geldboeten betaald hadden. Het wekte
dan ook een storm van verontwaardiging,
toen Chriatiaan de Vde ie 1687 een wet
uitvaardigde, waarbij bepaald werd, dat
op een manslag niet meer een geldboete,
maar de doodstraf gesteld werd. Een
doodslag in dronkenschap of in een
vechtpartij kon immers den besten
beuren
Doch er is meer. Twisten met daaruit
voortvloeiende gevechten waren zoo al
gemeen, dat de vrouwen bij bruiloften
het doodshemd hunner mannen mede
namen en steeds voorzien waren van het
noodige linnen om de gewonden te kun
nen verbinden.
Ieder, die Ferdinand Huyck gelezen
heeft, herinnert zich hoe deze jongeling
in de herberg te Zoest door den matroos
Andrïes Matthijssen op het mes werd
gedaagd en ter nauwernood aan de
vechtlust van dezen bekkesnijder ont
snapte. Welnu, de Noren deden het nog
een beetje gruwelyker dan de „Gooiers"
van de vorige eeuw. Bizonder geacht
waren zij, die in den „Ktiivgang" ui -
muntten. Dezen plaatsten zich rug aan
rug, lieten zith met een gordel samen
snoeren en vochten dan met messen, die
precies even lang en breed moesten zijn,
tot een der partijen zich overwonnen
verklaarde of het leven er hij inschoot.
Dan werd de gordel losgemaakt. De
kunst was mee de linkerhand de gewa
pende rechterhand der tegenpartij te
vatten en met de rechterhand zooveel
mogelyk te snijden en te kerven.
Aan licht schijnt men geen be
hoefte gehad te hebbenwant ramen
kan men geen hand veor oogen zien." 1
De bezoekers van deze kerk
hadden genoeg aan het licht, dat van
de kaarsen voor het altaar scheen,
want kerkboeken gebruikten ze niet en
psalmen worden door hen niet gezongen.
Trouwens in een tijd, toen glas zoo
sohaars en duur was, vooral hier in
het noorden, had het bezwaar veel ven
sters aan te brengen en in de kerk
openingen te maken, zonder hen van
te voorzien, was, met het oog op
het klimaat, nog minder aaa te bevelen.
De kerk maakt met haar vijf boven
elkaar uitstekende daken, haar gaanderij,
die haar geheel omringt en de hoorn
achtige, draakvormige versierselen een
zeer eigenaardige» indruk. Geheel past
zij niet in de omgaving, die behoorlijk is
aangelegd ais eeu welonderhouden tuin
al heeft men dan ook uit hot noorden
nog een paar typisch noorsche woningen
b. v. een stabur, overgebracht en in het
gezelschap der kerk geplaatst. Toch is
hst geheel schilderachtig en der bezich
tiging zeer waard. De kerk heeft geen
zolder. By het opwaarts zien kykt men
onmiddellijk tegen de daksparren, waarop
de houteu pannen met dito pinnen
bevestigd zijn. Versierselen zijn er weinig
igebracht, alleen de stijlen van de
hoofddeur er is ook in iederen zij wand
een deur aangebracht zijn prachtig
uitgesneden.
In elkander gekronkelde slangen en
vleugels van vogels met een paar wèl
gesneden menschenhoofden, wekken het
eerst onze aandacht, terwijl het geheel
doer de sierlijkheid der lijnen e«u zeer
aangeiiamen indruk maakt.
Ijzer is er by den bouw weinig ge
bruikt, slechts da hengsels en het slot
van de deur benevens de kroon, die de
kaarsen moet dragen, zyn van ijzer.
Het weinig fraaie doopbekken is van
brons en hangt aan den wand onmiddel
lijk by de hoofddeur. Een toren heeft
de kerk niet. Zij zou er ook niet door
versierd worden, daar het geheel door
de vele verdiepingen van kappen
daken, die naar boven in afmeting afne
men reeds iets torenachtigs hseft.
Het hout heeft het goed uitgehouden,
De zware balken aooit zag ik er
dikker zyn nog ongeschonden, al zijn
ze ilechts aan de buitenzijde geteerd, en
zullen dat zeker nog jaren lang blijven,
De koude van het klimaat is de duur
zaamheid van het materiaal bevorderlik.
Meublement is er weinig in de kerk.
Een prachtig gesneden bruidsbank was
het eenige, dat onze aandacht trok en
waardig was.
Saiut 1 Steeds de uwe
A. VAN ALTENA.
omvatte van de grenzen van het weder-
zydsch gebied over de geheele breedte
van Borneo.
Tusschon den onderkoning van Britsch-
Indië en den Goeverneur-Generaal had
in 1889 een briefwisseling plaats over
de voorwaarden eener eventueel met
Engeland te sluiten conventie nopens de
emigratie van britsch-indische koelies
naar Nederl.-Indië, maar het blijkt niet,
dat daardoor de zaak voorshands verder
is gebracht.
Java en Madura. In de ros. Ban
tam bleef, na het herstel der door de
tjilegonsche onlusten van Juli 1888
verstoorde rust, het bestuur voortdurend
een wakend oog houden op hen, die ge
acht kondon worden met de door de
Regeering tot onderdrukking van de op
roerige beweging genomen maatregelen
niet ingenomen De zijn,
De volksgezondheid gedurende 1889
ia op Java eu Madura over 'tgeheel
minder gunstig 6e noeman. Gedurende
de maanden Mei tot medio Ocï, heeracht©
van de resideutiën Sa-
marang en Japara eens koorts-epidemie,
welke meer bizouder in d© tot eerstge-
meld gewest behoorende afd. Denaak
buitengewone geneeskundig® maatregelen
noodzakelijk maakte, die veel nut heb
ben opgeleverd en door de bevolking
(waarvan het gezonde deel tevens in het
praesteeren van heerendienst werd ver
licht) blijkbaar zeer gewaardeerd zijn
geworden.
Vee-typkus vertoonde zich in eenige
gedeelten der resideotiën Bantam, Bata
via, Krawang en Rembang, doch over
t geheel niet in onrustbarende mate,
door hare eigene hoofden verongelijkt t» i wa8 gebleken, zonder de minste voront-
wordeu. Ofschoon algemeen onder het i sehuldigiug in vrijheid hersteld. Naluur-
Wetgeveilde Maelit.
TWEEDE KAMER.
Koloniaal Venlag van 1890.
Hierin komt o. a. het volgende voor
Eene stijging van het bevolkingscijfer der
inlanders met ruim 1.7 pet., namelijk
van 22.189.624 tot 22.526.885 zielen,
valt te constateeren. In mededeelingen
van staatkundigen en algemeenen aard
wordt ten aanzien van de betrekkingen
met het buitenland vermeld
Sedert de mededeelingen in 't vorig
verslag betreffende onze aanrakingen
met Engeland in zake Borneo, is van
engelsche zijde een voorstel ontvangen
betreffende de regeling der grens tusschen
het nederl. gebied ter Oostkust en dat
der ■British North Borneo Company.
Onzerzijds zijn by de beantwoording van
dit voorstel eenige voorwaarden gesteld,
waartoe o. a. deze bekoort, dat de te
Over het algemeen mochten de uitkom
sten van den rijstbouw bevredigend
worden genoemd, ofschoon op eeniga
plaatsen veel misgewas voorkwam ten
gevolge van de zeer abnormale weers-
gasteldheid, waardoor het jaar 1889 zich
onderscheidde.
Atjeh en Onderhoorigheden.
Na afloop van het tijdvak, waarop de
mededeelingen in het vorig verslag be
trekking hadden, kenmerkte de toestand
Groot-Atjeh zich voornamelijk door
de hevigheid, waarmede de vijand onze
posten beschoot, waartoe hij zien al meer
en meer van geschut bediende, terwijl
hij op verschillende plaatsen versterkin
gen opwierp om van daar uit ons te be
stoken. De politieke gebeurtenissen in
Groot-Atjeh buiten het door ons bezet
terrain bleven grootendeels beheerscht
door den in het vorig verslag vermelden
naijver tussckea de adat-hoofden en de
priesterpartij, van welke laatste Tengkoe
di Tiroe nog steeds de ziel is.
De blijkens de beide laatste verslagen,
zoowel op de Noordkust als op de West
kust toegepaste dwangmaatregel van
sluiting van eenige landschappen voor
allen in- en uitvoer werd aanmerkelijk
uitgebreid. De gezouduoidstoestand in het
gewest was gedurende 1889 vry gunstig.
Wel bleven berr.i-berri en malaria, tij
delijk ook cholera en pokken heerschen,
doch de eerste ziekte in geringere mate
dan gedurende voorafgegane jaren, zooals
kan blijken uit de cijfers der gedurende
1886 t/m. 1889 in het militair hospitaal
te Panteh-Perak opgenomen lijders, te
weten respectievelyk 6008, 3545, 4168
en 25£8 personen.
In het algemeen was de politieke toe
stand ter Oostkust van Sumatra gunstig
te noemen. Zoowel de hoofden als de
bevolking krijgen meer en meer vertrou
wen in ons bestuur, hetgeen met opzicht
tot de eersten blijkt uit de vermeerderde
medewerking, die van de meest«n huuner
ondervonden wordt, en wat de bevolking
moaammadaaasch® deel der bevolking
een meer opgewekt godsdienstig leven
werd waargenomen, uitte zich dat niet
op eene wyze, die onze tusscheakomst
of bizondere maatregelen noodig maakte.
De veiligheid vaa personen en goederen
gaf, da bizondare toestanden in dit ge
west in aanmerking genomen, geen reden
tot klagen.
De Tweede Kamer der Staten-Geue-
raai zal nu eene vergadering houden op
Dinsdag ten «lt ure ter benoeming
van de loden der Commissie voor de
huishoudelijke aangelegenheden en van
de Gemengde Commissie voor de Stano-
graphii
De Centrale Afdeeling besloot om na
afloop van deze openbare vergadering in
de afdeelingen te doen onderzoeken een
dertiental ontwerpen, waarvan de voor
naamste zijn: de wet tot wijziging der
wetten op de peraoneele belasting; de
wet tot verhooging van hoofdstuk I3£ der
Staatsbegrooting voor 1890 en aanvulling
verhooging der Spoorwegbegrooting
voor 1890 (koopsom Rhrjnspoorweg-mij)
de wet tot wijziging en vorhooging van
het VHe hoofdstuk A der Staatsbegroo
ting voor 1890 en wijziging en aanvul
ling van de wet op de middelen voor
1890; de wet, houdende nadere bepa
lingen omtrent den accijns op suiker en
voorts, doch niet vóór Woensdag daar
aanvolgende, het wetsontwerp tot regeling
van den krijgsdienst.
Legerwet
Door de commissie van voorbereiding
voor het ontwerp tot regeling van den
krijgsdienst is oen leiddraad vastgesteld
voer de algemeene beschouwingen by
het afdeelingsondorzoek, namelijk negen
hoofdpunten, verdeeld in tal van onder-
deelenlo. prileminaire opmerki»g<
2o. volkenrechtelijke beschouwingen als
uitgangspunt voor de aan het krijgswezen
in Nederland te stellen eischen, in het
bizoador met het oog op zijne interna
tionale stelling, zijne verplichtingen bij
neutraliteit, ook in verband met da neu
traliteit van België, en zyne stelling als
koloniale mogendheid; 3o. alg. beschou
wingen over de stelsels van legerwet en
de vraag of het Regeringsstelsel in
I het algemeen aannemelijk is uit een
militair oogpunt, met het oog op 's Rijks
financiën en met het oog op de soci
ale gevolgen; 4o. alg. beschouwingen
betreffende het wetsontwerp en de« omvang
van hetgeen daarin wordt geregeld5o. de
beginselen van het wetsontwerp: zeemacht,
landmacht, verplichtingen van niet tot
de zee- of landmacht behoorende perso
nen, landstorm, de persoonlijke vervul
ling van den dienstplicht, vrijstellingen,
ontheffing, uitsluiting en uitstel van
dienst vervroegde dienstvervulling
dienstplicht van buitenlands wonende
Nederlanders en van vreemdeling!
regeling en beslissing van geschillen
6o. kosten van de voorgestelde regeling
en onderdeelen 7o. opvoeding der jeugd
in verband met 's lands verdediging
8o. de opheffing der schutterijen als ge
meentelijke instellingen en de veran
derde taak van het leger ten opzichte
van de handhaving der inwendige orde
en rostinvloed hiervan op het aandeel
vaa het dep. van Binnenl. Zaken in de
uitvoering der wet. en 9o. wensehelijk-
heid van de heffing ©ener krijgsbelasting.
i«ËMivYï.D NIEUWS.
Twee Engelsche n, de heeren
Fox en Sissons, werden, terwijl zij nabij
Keulen scketseii maakten, gevangen ge
nomen en als spionnen naar de cel ge-
betreft doordat zij zich met vrijmoedigheid bracht. Zy werden zeer ruw behandeld
lijk zijn de zonen Albisns woedend ©ver
de pruisische onbeschoftheid en hebben
zij zich beklaagd bij den engelsehen ge
zant.
Canivet, directeur van de
Pariswion Henri Rochefort, directeur
van V Intransigeanteene genoegdoening
met den degen geweigerd heeft, is naar
Ostende gereisd en heeft Rochefort in
de kurzaal met zijnen handschoen iu
het gezicht geslagen. Toea heeft Roche
fort hem „dief" en „lafaard" genoemd
en hem met eenen stoel op zyn hoofd
willen slaan, waarin de andere kurgas-
ten hem verhinderden.
De twee zullen nu zeker gaan vech
ten om hunne //eer" te heratellen.
De Figaro vertelt, dat Roehe-
forts onkosten voor zijn duel met Thié-
baud.... 2500 fr. bedroegen. Nu, die
waren beter te besteden geweest
De Figaro deelt ook mede,
dat de minister van Justitie ia Frankrijk,
voornemens ls, allen rechters en advo
caten bij besluit aan te zeggen, dat zij....
hun snor moeten afscherenEen baard
mogen de heeren laten staan.
Dat is in dubbelen zin een goed
nieuwtje voor den Figaro
Volgens een Lloyd-teie-
gram van Hiogo van 19 dezer is het
turksche oorlogsschip Brtragioul iit
volle zee gezonken. De 500'man der
equipage verdronken.
Oudersdie te veel eischen.
Te Weenets hebben twee gymnasiasten
pogingen tot zelfmoord gepleegd, om
dat zy de studie niet konden volhouden.
De een, de 16jarige zoon van een bekend
rechtsgeleerde, schoot zich iu de school
voor het hoofd, toen hij vernam, dat hy
voer het overgangsexamen niet was ge
slaagd. De ongelukkige jongen was da
delijk dood. De auöer, een l8jarig jon
geling, heeft zich gevaarlijk, maar niet
doodeiijk gewond.
Een 21jarig beeldschoon meisje van
huize, een groote musicienne
wierp zich 'a ochtends vroeg uit de bo
venste verdieping' op straat. Een over
buurman, een jong artist, zag het meisje
uit het raam stappen. Hij schreeuwde
zoo luid, dat haar vader toeschoot en
haar tegenhieldna een hevigen strijd
wist zij zich echter los te rukken en
sprong naar beneden. Zij was dadelijk
dood.
Te Kreuznach schoot des
avonds een schoenmaker eene dienst
bode dood, toen deze water schepte.
Drie revolverschoten waren daartoe noo
dig. Hot slachtoffer viel in het water.
De moordenaar sprong er in, maar werd
er uit gehaald en tot zichzelven gebracht.
Jaloezie moet de beweegreden tot de mis
daad zyn geweest.
Eene vr ij bejaarde weduwe
te Bern, mevrouw Welti, geboren
Escher, heeft bij notarieele akte haar
verscheidene millioeuen tellend ver
mogen aan haar vaderland, de eedge-
noot8chappelijke republiek geschonken,
onder den last van uitkeering van een
jaargeld ten bedrage van fr. 70,000
levenslang, en verder onder voorwaarde
dat in vredestijd de rente van het ver
mogen besteed zal worden ten bate van
kunsten en wetenschappen, en in oorlogs
tijd uitsluitend [ten behoeve van de ge
wonde strijders voor Zwitserlands eer en
onafhankelijkheid.
In enkele districten van
Silezië dreigt hongersnood. //Indien de
keizer persoonlijk zich wilde overtuigen*
zegt d© Vost. Ztg„koe dearme honger
lijdende huisvaders over de grenzen
sluipen, stroome» doorwaden en bergen
beklimmen, om over de grenzen goed-
kooper brood te koopen zou dan niet
treffen regeling zich niet tot de grenstot het bestuur wendt, waar zij meent en den volgenden dag, toen hun onschuld de vraag bij hem opkomen, wieeigenlijk
de turksche effecten. En onze natuurlijke beschermers speelden
kaart! Yoor de veiligheid deden wij althans het venster dicht.
//Karl!" riep ik, //weet gy niet, dat wij omgeven zijn van roo-
vers?" Uw echtgenoot plundert ons al, als ware hij een Ita
liaan uit de Abruzzcn," scherste Kliebisch. Nooit heb ik mij zóo
boos gemaakt op dien halfgare, want aardigheden over mijn man
verdraag ik niet. Mevrouw Kliebisch kwamen de tranen in de
oogen. //Heinrich heeft my niet meer lief," jankte zij, //hy heeft
mij al in een uur geen kus gegeven." ;/Dat kunt gij immers
in het hotel wel inhalen," antwoordde ik scherp.
Zy keek mij verwijtend aan en zei schreiend: Oals gij wist,
hoe lief ik hem heb. Wat zou ik wezen zonder hem? Eene arme
pianospeelster, die van de genade der menschen afhangt en leven
moet van hare lessen tegen vyftïg eents per uur. Wij worden in
gezelschappen genoodigd om te spelen, hoe vaker hoe liever, en
daarvoor koopt men ons, als wij een concert geven, een paar dozijn
entrées af en deelt die uit aan arme bloedverwanten en aan de
keukenmeid. Yoor zulk een publiek is geen roem te behalen.
En het geldelijke voordeel? Men mag blij wezen, zoo men na
aftrek van zaalhuur, gas, drukkosten en het honorarium der mede
werkenden, tien of twintig gulden overhoudt.
Gij kent die vergulde mazikale ellende niet. Gij weet niet, hoe
moeilijk het is om er boven op te komen, want men verlangt
tegenwoordig het bovenmenschelyke. O, hoe spoedig bemerkte ik,
dat ik nooit tot de uitverkorenen zou behooren hoe spoedig
verdween mijn droom van roem en eer, toen de werkelijkheid
kwam en mij aan de piano ketende, tegelijk met de vernederingen
die de armoede in zijde en gewasschen glacées verdragen moet.
Van deze ketenen heeft Heinrich mij bevrijd en als hij niet meer
van mij hield, zou ik mij van kant maken."
//Lieve Kliebisch," zeide ik, //men weet nooit wat een diamant
er in een leelijk stuk kwarts kan zittenDat bevalt my in uw
Heinrich, hoewel ik overigens niet met hem dwecpen kan."
//Als gij hem maar beter kendet...." antwoordde zij.
Na deze gemoedsbeweging achtte ik het gezond, om een glaasje
cognac te nemen. Eerst dronken de heeren, omdat er juist geef-
pause was en toen reikten zy ons de flesch toe. Toen Henriëtte
Kliebisch op het punt stond, het vocht aan den mond te brengen,
werd er aan het venster geklopt en een manspersoon met zwart
gemaakt gezicht vroeg binnenlating. „De roovers!" riep zij en liet
de flesch vallen. De heeren sprongen op, maar de sclirik was on-
noodig, want de gewaande roover bleek een van kolendamp zwart
geworden conducteur te zyn, die ons kwam vertellen, dat wij heel
spoedig in Napels zouden zijn. Denkelijk speculeerde hij op een
fooi, maar doordat wy zoo geschrikt ware,n kreeg hij niets.
Ik ben het nog niet met mijzelven eens of het fooiengeven een
soort van zachtaardige roof is of niet. Als men in een hotel gaat
wonen voor eenigen tyd, dan spreekt het toch wel vanzelf, dat
men niet zelf de kamers aanvegen, de bedden opmaken, de laarzen
poetsen en de kolfie en het eten uit de keuken halen kan. En
toch eischen, zoodra men vertrekt, al de menschen die de genoemde
diensten bewijzen, eene fooi. Wat beteekent dat!
Dat heet in goed hollandsch Abruzzerij. Moet men met zilver
geld de gunst van het hotelpersoneel inruilen? Is het verstandig
om het welwillend lachje van den huisknecht door geld te koo
pen? Is het aristocratisch, zich de goede gezindheid van het ka
mermeisje door ean met een flinke fooi vergezelden handdruk te
verschaffen? Volstrekt niet, hoewel Fritz er anders over denkt
dan ik.
Hij meent namelijk, dat men boter bediend wordt, wanneer men als
gast en vreemdeling de hotelbedienden allen met fooien salarieert;
maar waarom moet men extra-belooningon betalen voor diensten
die het hotel zonder extra-vergoeding moet bewyzen? Dat is toch
onzin. En of zoo'» fat in oen frak, of een schuurlappenprinsee
ray meer genegen is dan een ander, dat laat mij volmaakt koud.
De Engelschen en Amerikanen zyn het fooiengeven niet ge
woon en doen het dan ook niet. Niettemin, of misschien wel juist
daardoor, worden zij met de grootste beleefdheid behandeld, krijgen
de beste kamers, de beste plaatsen aan tafel en verdragen niets
van den kellner.
Door het fooiensysteem hebben wy ons een directe zelfbelastisg
opgelegd, die reusachtig wordt. Een jonge maD, die in ©en koffie
huis eet en er des avonds zyn glas bier drinkt, komt, wanneer hij
zich niet wil blootstellen aan de minachting van meneer den kell
ner, er niet onder de 10 cents per dag af. Dat maakt zes en
dertig en een halven gulden per jaar. Wanneer de Staat hem voor
belangryke zaken dat bedrag afvordert, dan zou hij te keer gaan
al een heiden, en de couranten zouden op hun poot spelen ea ia
den Rijksdag zou men zich en anderen daarover het hoofd warm
praten. En hoe zou hij zich niet beklagen, wanneer hij die som
eens moest geven aan de armenI Maar de welwillendheid van den
kellner is hem zulk een som wel waard. Kan men iets gekker»
bedenken
Dat men in Italië eerst recht gebeten raakt op het fooienstelael,
ligt voor de hand, want daar kost alles extra-geld: de kunst, de
natuur, alles.
De heeren eindigden hun ellendig gespeel, wij raapten onze
bagage bijeen en maakten ons tot uitstappen gereed. Kliebisch aam
de leeggeloopen flesch mee, om die voor zijne rekening te laten
vullen, wat mij gunstig voor hem stemde.
Eindelijk dan waren wij in Napels.
JULIUS STINDE.
{Wordt vervolgd