§e Jaargang.
Direotsuren-Uit&evers J. C. F333S3SBOQM J B. VIE.
ABQSISMEITSPRUS;
Voor Haarlem per 3 maanden1.80,
Franco door het g-eheele Rijk, par 3 maanden. -1.85.
Afzonderlijke nummer». -0 05.
Difc biad verachyut dageljjks, behalve op Sou- en Feestdagen.
Bnreau: Kleine Houtstraat No. ft, Haarlom. 'ffelftrnttrasaHKaiawF t
ADVERTENTIES:
ran J.5 reg'eis 50 CeahB iedere regel meer 10 «ent»
(3-rooïa letter» near plaatsruimte.
Bij Abonnement aaneiealijk rabat,
AbozmemeEtfiv c-r Aüvertwtiès worde» »&t)gern>n»efc door
onse agenten en door aile boe fc handel» re n oh cnur^imr»
Hoofdagenten, voor het Buitenland: Compagnie. Générale is I'ahliciH j&'èraHg*** O, L J)AtJr>£ A J'OBJiï Jf. JONJHB, SuccAan.9 oibu A«tn5//v<- Afontvwtr*.
S T 1) S n E IJ w s.
Haarlem *24 September 1890.
Hedenmorgen had in hst Paleis van
Justitie te 10 uur de plechtige instal
latie plaats van den aan deze arrowdisse-
ments-rechtbank benoemden substituut
officier van justitie mr. J. P. van Outeren.
voormalig substituut-officier van justitie
te Leeuwarden.
Nadat de nieuw benoemde was binnen
geleid, werd hij toegesproken door den of
ficier van Justitie, jhr. mr. A. J. Rethaan
Macaré die tevens in zeer waardeerende
bewoordingen den vorigen titularis, mr.
E. M. vob Baumbauer herdacht. Daar
op nam de president mr. S. J. A. van Wal
cheren het woord, om na een woord
van welkom en van hulde aan mr. Von
Baumhauer, den nieuwbenoemde te in-
stalleeren. Nadat ook de Deken der
Advokaten, mr. N. G. Cnoop Koopmans,
mr. Yan Outeren had verwelkomd, werd
dezen zeiven het woord verleend en
verzekerde hij in een reeks van toespra
ken achtereenvolgens aan den president,
den vice-president, den rechter-eommis-
sari8, den officier, den griffier en diens
substituut en de leden van de balie,
dezen van zijne medewerking en vriend
schap en verzocht wederkeerig hun aller
medewerking en vriendschap.
De heer W. A. Schepers, geagreëerd
klerk ten kantore der accijnzen alhier,
is geslaagd voor het examen van aspi
rant-verificateur bij 's Ryks belastingen.
Men verzoekt ons het volgende te
„De feestcommissie van de afdeeling
Haarlem en omstreken van den Volks
bond, betuigt zeer hartelijken dank aan
ieder, die door het schenken van gelde
lijke bijdragen, pryzen voer do verschil
lende wedstrijden en comsumptie-artike-
len heeft bijgedragen em dei* Prinsesse-
dag waardig to vieren.
Mede hartelyken dank aan die ver-
eenigingen en personen, die zich zoo
geheel belangeloos hebben beschikbaar
gesteld om op verschillende wyzen, het
welslagen van dat feest te bevorderen.
Zeer tot haar leedwezen moet de com
missie mededeelet, dat als gevolg van het
minder gunstige weder, de ontvangsten
verre beneden het geraamde zijn geble
ven. Mochten er daarom nog leden van
den Volksbond of andere stadgenooten
genegen zijn, iets bij te dragen, dan zul
len die bijdragen zeer gaarne door de
feestcommissie ontvangen worden.
De Feestcommissie,"
De kiesvereeniging „Vooruitgang" zal
eene vergadering houden op Maandag
5 October, des avonds te 8 uren, in de
benedenzaal van „Weten en Werken",
tot het stellen van eenen candidaat voor
de verkiezing van een lid voor den Ge
meenteraad.
Donderdagavond e. k. houdt „Volks
belang" hare eerste vergadering van het
seizoen. Het Bestuur verzoekt ons mede
te aeelen, dat het gaarne ieder die dat
won8chi, wil introduceeren.
Op de rekening van het vorige jaar
is een tekort van 130.
Men schryft ons:
Naar aanleiding van het bericht over
de Gregoriaansche en Palestrijnsche
Muziekuitvoering die op Dinsdag 30
September zal plaats hebben, vraagt men
mij veel naar den Gregoriaanschen
Zang.
Ik ben zoo vry in 't kort een ant
woord te geven.
De Gregoriaansche Zang wordt een
stemmig gezongen, of beter, in aanhou
denden recilativen vorm voorgedragen
op lacijnschen tekst; soms zeer vlug,
dan weer meer gedragen, al naar de
woorden het uitdrukken. Van maat-
verdeeling, zooals in onze hedendaagsche
muziek, is hier geen sprake. Alleen die
zanger, die zich de moeite geeft den
tekst woordelijk te vertalen of te laten
vertalen, en eene grondige studie van
dien zang maakt, zal, wanneer hij een
zuiver orgaan bezit en gevoel \oor de
woorden heeft, het zoover brengen, dat
hij dien zang behoorlijk kan voordra
gen; zoo niet, dan blijft het voor hem
een onmogelijkheid om van dien bizon
der bewegelijken maar prachtvollen
notenbonw iets te maken.
Met meer anderen was Paus Grego-
riu8 I in 590 werkzaam aan den later
naar hem genoemden zang: hij stichtte
zangscholen, stelde zangmeesters aan en
gaf zelf zangonderwijs.
Dit zangonderwys had geen ander doel
dan het treffen der noten of der toon
hoogte; de rhythmus, die in een vroe-
geren zang bij de Grieken bestond, was
verloren gegaanvan maat of harmonie
was nog geen spoor te vinden. De prie
ster zong bij wijze van recitatief zyne
tekstwoorden en het koor antwoordde op
denzelfden zacgerigen declamatietoon
unisono. Van dien tijd dagteekent het
koraalgezang, de grondtoon van alle
christelijke toonkunst. Het koraalgezang
zal door zijn edelen eenvoud op elk
onbevoorbeeld gemoed een diepen in
druk blijven maken.
Op eenige koren wordt die zang
bedorven door een overdreven gejaagd
galmen of wel door een treuzelend
talmendaardoor ontneemt men dien
zang het karakter van eenvoudig schoon.
Of het mij gegeven zal zijn, op de a.s.
uitvoering het ware karakter weer te
geven, ik wil het Hopen, ik heb mijne
opvatting genomen naar die van een
vroegeren leermeester, eenen als ik er in
dien zang nog geen heb teruggevonden.
Door de opneming van dezo regelen
in uw geëerd blad zoudt ge ten zeerste
verplichten
UEDs. Dienaar
N. H. ANDRIESSEN.
Haarlem 23 Sept. 1890.
Van oificieele zijde wordt ons verzocht
te melden, dat hetbericht in de verschil
lende bladen, als zouden er onderhande
lingen aanhangig zijn tot aankoop van
perceelen in do Groote Houtstraat voor
den bouw van een r. k. kerkgebouw,
allen grond mist.
Met ingang van 15 Nov. a. s. wordt
aan mej. A. M. Veulet ontslag verleend
als onderwijzeres aan de openbare lagere
school te Beverwijk.
Vanwege de Vereeniging „Volksbe
lang," afdeeling Beverwijk, zal aan 36
meisjes handwerks-onderwijs worden ge
geven 14 jongens zullen herhalings-
onderwijs genieten, 10 jongens onder
richt in teekenen ontvangen en 26 jon
gens de lessen eener avondschool kun
nen volgen.
Aan de harddraverij, Dinsdag te
Castricum gehouden, namen 8 paarden
deel. Den prijs behaalde het paard van
I.Czu. van Dam, berijder W. Zwart
de ie premie, dat van H. F. A.Franse,
berijder Jc. Brakenhof, en de 2e premie,
dat van P. Duijn, berijder J. Stet.
Aan den biljartwedstrijd namen 29
personen deel. De prijs werd gewonnen
door B. A. Theijsslirg en de premie
door Jc. Liefting, beiden aldaar.
Bij het afrijden van een steilen oprit
onder Leimuidan, geraakte P. v. Staveren
van Nieuw-Venöep, met zijn arm bekneld,
waardoor dat lichaamsdeel ernstig gekwetst
werd.
Door het zware bloedverlies heeft hij
veel geleden.
1} 5 N E h l h S i).
Uit Berlijn wordt ons ge
seind, dat de „Deutsche Ost-Africa
linie," waarvan de heer VVoermann direc
teur is, hare schepen van Hamburg
naar Afrika, voortaan Amsterdam zal
laten aandoen. Indien wij het tele
gram wel begrijpen, schijnt de directie
te Rotterdam ongenoegen te hebben ge
had.
Heden vernemen wij tevens, dat de
„Ocean Steamship Company" (Holt's
Line) to Liverpool, te beginnen met 1891,
een geregelden 14daagschen dienst zal
openen tusschen Holland en Ned.-Indië.
De firma Meyer Co. alhier, sedert
verscheidene jaren reeds voor deze maat
schappij werkzaam, treedt ook voor deze
Dieuw te openen lijn als agent op.
Bovengenoemde maatschappij, die vol
gens Lloyds eene vloot van 44 booten
telt, voerde sedert de laatste 13 jaar
hier veel Deli-tabak aan.
Buitendien zal door de „Deutsche
Dampfschifi Rhcderei" in het negin van
Jan. 1891 eene geregelde maandelijksche
vaart van Hamburg naar Java worden
geopend met vier nieuwe booten, die
Amsterdam zullen aandoen om zoowel
passagiers als lading over te nemen.
(Hand.)
In de belgiache bladen
leest men het volgende over landver
huizing naar Argentinië, dat wel der
moeite waard is, ook hollandschen emi
granten onder 't oog te worden gebracht.
„De stoomboot Maskelijn van Buenos
Ayres is Zondag te Antwerpen aange
komen en bracht uit de Argentynsche
Republiek eenige ongelukken terug, die
zich een jaar geleden derwaarts hadden
begeven om er hun fortuin te zoeken en
die, thans door den belgisehen consul
naar hun vaderland teruggezonden, vol
komen ontbloot van hulpmiddelen weder-
keeren na vergeefs beproefd te hebben
tegen een vreeselijke ellende te strijden.
Zij zijn den volgenden dag naar hunne
vroegere woonplaatsen teruggekeerd, Se-
raing, Neufehateau en Rijssel.
De Opinion van Antwerpen deelt mede
dat volgens hunne verklaringen, tal van
belgische emigranten daarginds zouden
zijn in een beklagenswaardigen toestand.
De consul-generaal van België te Buenos
Ayres zou zelfs aan een der teruggeko-
menen hebben aangeraden, bij gelegen
heid zijne vrienden en kennissen te
waarschuwen, zich wel te bedenken voor
ze de reis ondernemen.
„Zeer wel," zegt de Opinion daarop,
„maar wy vragen of de autoriteiten geen
middelen zonden kunnen vinden om der
gelijke feiten te voorkomen." Men be
denke dat de ongelukkigen, die in het
land zijn teruggekeerd, ternauwernood
een vak verstaan. Dit verklaart althans
de Opinion. Nu is de kennis van een
vak een eerste vereischte voor den emi
grant, de conditio sine qua non voor zijn
succes in Argentinië. De autoriteiten en
de pers herhalen dit voortdurend, en in
een boek, dat gewijd is aan de Argen
tynsche Republiek door den eonsul-
generaal on minister-resident van België
te Buenos Ayres, den heer Emile van
Bruyssel, worden in een speciaal artikel
zorgvuldig alle inlichtingen gegeven, die
de emigrant noodig heeft om hem aan
te moedigen of af te raden, al naar de
omstandigheden, en erop gewezen, wat
trouwens reeds zoo vaak is ge
daan dat men om fortuin te ma
ken moet leven en om te leven moet
werken en om in staat te zijn daartoe,
een middel van bestaan moet hebben in
het land waarin men zich vestigt. De
werkman, die knap is in zijn vak, metse
laar, stucadoor, timmerman, smid enz,,
zal er flink werk vinden, zegt de heer
Van Bruyssel: men moet zich dus niet
inschepen zonder „wat in zijn mars te
hebben" en wat den landbouwer betreft,
als hij zijn vak niet verstaat, zal hij er
ook niet slagen.
Honderdmaal zijn die waarschuwingen
gegeven en gehoord en zelfs zijn ze in
een boekske verzameld, dat in België
een tamelijke verspreiding heeft gehad.
Maar er zijn en er zullen altijd van die
naïoven zyn, die niet begrijpen dat land
verhuizing een even gewaagde en moei
lijke onderneming is als alle andere en
die denken dat een iochtje over zee de
brijberg is, dien men slechts door behoeft
om in hot luilekkerland te geraken. O,
die onnoozelen!
Uit Amsterdam wordt ge
meld Door den heer Martin Wolff al
hier is een vlugschrift in het licht ge
geven onder den titel „Eene mari
tieme tentoonstelling of niet De schrij
ver wenscht eene maritieme tentoonstel
ling gehouden te zien ter gelegenheid
van de .opening van het Merwedekanaal,
en schetst de nuttige zijde van tentoon
stellingen in het algemeen tot aanknoo
ping van nieuwe en uitbreiding van be
staande relatiën van eene internationale
scheepvaart-tentoonstelling in het bizon
der omdat niets aan eene atad meer
bekendheid verschaft en de voordeelen
welke zij den handel door ligging, ver
bindingen te water en te land aanbiedt,
beter in het licht doet komen. Do
brochure geeft verder een relaas van
het wedervaren dat de heer Martin Wolfl
bij verschillende mannen van invloed te
Amsterdam met zijn denkbeeld vond,
een wedervaren, dat niet zeer bemoedi
gend kon heeten, doch dat bij hem
geenszins tot de overtuiging heeft geleid
van het ontijdige zyner plannen. De
heer Wolff besluit dan ook zijne brochure
met de volgende woorden
„Moge deze kleine ontboezeming or
toe bijdragen dat men spoedig de zaak
ter harte neemtmoge menig degelijk
man zich gedrongen gevoelen zich voor
het goede doel aan te sluiten, opdat
weldra de mare zich verspreidtTer
gelegenheid van de opening van het
FEUILLETON.
f VAI lil EflLll.
Naar het engelsch
van
JAMES WYTTON.
14)
HOOFDSTUK IX.
Dezelfde man is nu directeur van een der grootste levensverze
kering-maatschappijen in deze stad.
Mijne ervaringen, en die heb ik in dien tijd ruimschoots opgedaan,
hebben mij geleerd, dat dobbelen en verslaafdheid aan den drank
overerfelijke kwalen zyn.
Iemand zal zijn geheele leven lang wellicht iederen avond dob
belen en toch nooit een verslaafd speler worden dat wil zeg
gen, hij zal zich nooit zoover door het spel laten meeslepen, dat hij
zijne zelfbeheersching en onvoorzichtigheid verliest. Een ander
speelt slechts een of twee keer en dan reeds omklemt het noodlot
hem met zijn ijzeren vuist. Zoo ook met het overmatig gebruik
van sterken drank. Sommigen gebruiken iederen dag hunne ver-
snuperiug, zooals zij dat noemen, eu dan steeds op geregelde tij
den, zonder dat zij echter dronkaards worden. Anderen weer ge
raken verslaafd aan den drank en snellen hun ondergang tegemoet
van af het eerste glas, dat zij gedronken hebben; zij zijn voor
altijd verloren en slechts voor den scherpen prikkel van den drank
blijven zij nog vatbaar.
HOOFDSTUK X.
Walters sloeg de dobbelaars klaarblijkelijk met veel belangstel
ling gade. De onverschilligheid, waarmee zij hun verlies betaalden
en de verwonderlijke vlugheid, waarmee zij de kansen overzagen,
brachten hem in verbaziüg. Weldra wendde hij zich naar de mid
delste tafel en sloeg het „yankee grab" gade. Dit spel is zoo een
voudig, dat hij het oogenblikkelijk begreep. Een zevental mannen
zateD over de tafel gebogen en bij ieder nieuw spel zetten zij twee
shillings en zes pence in. Nadat hij het eenige minuten had
gadegeslagen, boeide dit spel hem zoozeer, dat hij mij vroeg, of
hij niet een paar keor zou kunnen meespelen.
„Zeker," zeide ik, „gij behoeft slechts uw geld op de tafel neer
te leggen en op uw beurt met de dobbelsteenen te gooieD."
Hij deed dit. Zij speeldeD, zooals men dat noemde, het „appbl
spel". Den eersten keer wierp Walters met het spreekwoordelijk
geworden geluk van eerstbeginnenden, zeventien, een zeer hoog
cijfer. Dit werd ook gegooid door den laatsten spelor en daardoor
mochten de andere spelers nu appeleeren. Zij deden dit door het
halve bedrag van den inzet weer bij te passen. Vier van de spe
lers, dio lager hadden geworpen, maakten van deze vergunning
gebruik, zoodat de geheele inzet nu drie pond meer werd. Wal
ters was de tweede die gooide en reeds dadelijk wierp hij acht
tien, dus het hoogste aantal oogen. Evenals de eerste maal, was er
weer een ander, die hetzelfde aantal wierp, zoodat de andere
medespelers weer in de gelegenheid waren om te appeleeren, maar
nu moesten zij natuurlijk 30 shillings betalen. Twee hunner appel
leerden, zoodat de gansche inzet nu zes pond was. Walters bleef
steeds gelukkig en wierp weer achttieD, zoodat hij de winner werd
van de zes pond. Hij was zeer verbaasd. „Is al dat geld voor mij
vroeg hij.
„Ja," zeide een der verliezers, „steek het bij u en laten wij
weer opnieuw beginnen. Zet uw geld op, heeren, als ik u ver
zoeken mag. Een, drie, vier, zeven. En gy, mijnheer dit laatste
tot Walters.
„Zeker," zeide mijn vriend gretig. „Hoeveel
„Slechts een halve kroon."
Walters wierp oogenblikkelijk het geld op de tafel.
„Walters, beste vriend," zeide ik, „Da dit spel moeten wij nood
zakelijk weg, als gij tenminste niet naar uw huis terug wilt
wandelen."
„Ja, ja 1" antwoordde hij opgewonden en wierp de dobbelstee
nen op de tafel; weer lagen er achttien oogen boven tot aller ver
bazing Natuurlijk won hij den inzet. Zijn vreugde -was onbe
schrijfelijk.
„Ik zal maar niet met den trein meegaan, beste vriend," fluis
terde hij mij in het oor. „De wandeling is niet langer dan vier