8e Jaargang.
Dinsdag 30 September 1890.
ABOffBEKEXTTSFRUS:
SETElTIEïf;
STADSNIEUWS.
FEUILLS T JM.
31 ViQÏÏW VAN DSN Si
•29 9*7.
/a* ^"3
Voor Haarlem per 3 maanden1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummer»- 0.05
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hurean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. "iTeSefooaiir.rasraiev iatï3.
van 15 regels 50 Gent»; iedere regel meer 10 eenta
Groote letter» naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertenties worden aangenomei. door
onse agenten en door alle boekhandelaren es conrantiets
Directeuren-Uitgevers J„ C. PEEHEBOQM «t J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor hei Buitenland: Compagnie Qtnéralt di Publicity JBtranghrt ;V. L BAXJBil dr CoJOHH i. JONBb, 3ncc., Pargi 31 bit Jfaubjurg Moutwarirt.
Haarlem 29 September 1890.
Toen in het begin van het jaar be
kend werd, dat de le luitenant van het
leger in Ned Indie, A. de Leur, wegens
zijne hondiag bij do krijgsverrichtingen
te Edi, in 1889, was benoemd tot ridder
der Militaire Willemsorde, richtte het
bestuur van de afdeeling Haarlem en
omstreken vau den Bond van ond-onder-
olficieren tot dien officier een sobryven,
waarin hem vanwege de afdeeling werd
geluk gewenscht met de Koninklijke
onderscheiding, en hem tevens het eere
lidmaatschap der afdeeling werd aange
boden.
De aanleiding daartoe was, dat de heer
De Leur, toen hij te dezer stede met
verlof vertoefde, zich steeds een warm
voorstander van den Bond had getoond
en zijn grijze vader tot de donateurs dor
afdeeling behoort.
Bij een schrijven, dd. 20 Augustus jl.,
heeft deze dappere officier in zeer heusche
bewoordingen zyn dank betuigd voor den
gelukwensch en, onder aanbieding van
zyn portret, vesklaard met genoegen het
eere-lidmaatschap aan te nemen.
Het portret zal eene eereplaats worden
aangewezen op de zaal, waar de verga
deringen worden gehouden.
De direetie van den Schouwburg alhier
heeft de Fransehe Qpera uit den Haag,
directeur de heer L. Desuiten, geënga
geerd voor eene voorstelling, die vermoe
delijk in October e.k. zal plaats hebben.
Slaagt deze voorstelling, d. w. z. komt
het publiek in goeden getale op, dan zal
de directie van den schouwburg voor zes
voorstellingen in dit seizoencontrac
teeren.
Betreffende het concert-Lamoureux, dat
22 October hier ter stede door de Haar-
lemgche Bachvereeniging en de sociëteit
//Verecniging" gegeven wordtverne
men wij, dat voor den toegang tot dit
concert de volgende bepalingen zijn vast
gesteld
1. De leden der Haarlemsche Bach-
vereeniging en der sociëteit ^Vereeniging"
hebben, op vertoon van hun diploma,
persoonlijk vrijen toegaDg.
2. Dameskaarten zijn, tot een beperkt j
getal, voor hen, op vertoon van diploma j
te bekomen, a ƒ1.49 per stuk, in de;
bestuurskamer van genoemde sociëteit,
op Donderdag 16 en Vrijdag 17 Octo-1
ber, 's morgens van 1012 en's middags
van 14 ure, alwaar alsdan tevens het j
aantal eventueel to bespreken plaatsen
moet worden opgegeven.
De bespreking dier plaatsen geschiedt j
Zaterdag 18 October, 's morgens 10 ure,
k f 0.25 per plaats. I
3. Na Vrijdag 17 October is dejprijs der
dameskaarten 2.49 per stuk en zijn
die kaarten verkrijgbaar bij den kastelein
der gemelde sociëteit.
4. Donateurs en eereleden der Haar
lemsche Bachvereeniging, die van hunne
vaste plaatsen wenschen gebruik te ma
ken, worden verzocht dit, vóór 16 Oc
tober, schriftelijk op te geven aan don
heer E. A. Kraseman, Gea. Oudegraoht
No. 84. Bij gebreke van deze opgave
wordt door het bestuur, met het oog op
de beperkte ruimte in de zaal, van 16
October af, over die plaatsen beschikt.
5. Indien donateurs ea eereleden meer
dameskaarten verlangen of plaatsen wen
schen te bespreken naast hunne vaste
plaatseD, worden zij verzocht oek hier
van, met opgave van het aantal, vóór
16 October, aan genoemden heer kennis
te geven. Na dien tijd zou aan hun
verlangen wollicht niet meer kunnen
worden voldaan.
CHARLES LAMOUREUX.
In het begin der maand October wordt
de kunstenaar, wiens naam boven deze
regelen staat, in ons laad verwacht, waar
hij met zijn bekend orkest eenige con
certen wil geven, onder leidiDg #n voor
rekeniag van den bekenden impresario
Seharmann, een Hollander van geboorte.
Lamourenx is een klein, vlug en le
vendig man, met bezielde en bewegelijke
trekken, enkel opgeruimdheid of enkel
ernst, met slimme oogen en in 't geheel
genomen eene merkwaardige persoonlijk
heid. Niemand bezit meer dan hij in
zich de hoedanigheden vereenigd die den
grooten kunstenaar vormen: onafhanke
lijkheid van karakter, wilskracht, on
partijdigheid. Van het oogenblik af,
waarop hij do werken van Richard Wag
ner leerde kennen en ze liefkreeg, stelde
hij zich tot taak de fransehe muziek-
beminnaars met deze scheppingen in
kennis te brengen. Noch de eerste on
verschilligheid van het publiek, noch de
opeenstapeling van moeilijkheden, noch
de geldelijke verliezen hebben hem ont
moedigd, evenmin als de bedreigingen
van den opgewonden, brullenden volks
hoop hem in zijne standvastigheid heb
ben geschokt. Daar, waar twintig ande
ren zouden hebben toegegeven, bleef hij
in zyn streven volharden. Ten slotte
zegepraalden zijn ijver, zijn geduld en
zijn talent op den geduchten weerstand.
Langzamerhand verkreeg hij een trouw
publiek om zich keen, dat eiken Zondag
zijn fraaie concerten in de Cirque d'Eté
te Parijs kwam hoeren, en Daar de mees
terwerken van Beethovon, Mendels
sohn, Schumann, Wagner, van Berlioz,
Bizet, Saint-Saëns, Chabrier en Lallo
kwam hooren. Geen onderdeel van de
orchestrale uitvoering werd aan het toe
val, aan de zoogenaamde inspiraties van
het oogenblik, die oorzaak van zooveel
vergissingen en afdwalingen, overgela
ten. Elke uitvoering werd voorbereid
door de geduldige studie in de repeti
ties de directeur verlangt van al zijno
orkestleden, waaronder verscheidene vir
tuozen zijn, een aauwgezetten en inge
spannen arbeid hij zelf geeft het goede
voorbeeld. Zoo heeft hij eenheid gebracht
in een orkest, dat merkwaardig is om
zijne nauwkeurigheid, zekerheid, wellui
dendheid, om zijn eerbied voor maat en
tekst, om de nuances, de kracht en do
teederheid, de eenvoud van zijn spel.
Wanneer de executanten door de ver
gaderde menigte worden toegejuicht, wan
neer de naam Lameureux door iedereen
wordt herhaald, dan mag hij met goed
recht het oog over de handenklappende
sohare laten gaan, en zich over het
suece3 verheugen, dat geheel alleen aan
zijn9 kloekheid en onvermoeidheid te
danken is.
Charles Lamoureux geeft een schoon
voorbeeld van den weerstaud van een
oorspronkelijk karakter en eene krachtige
persoonlijkheid tegen de vooroordeelen
der opvoeding en der middelmatigheid.
Het ia meer dan dertig jaren geleden,
dat hij van Bordeaux kwam, om te
Parijs aan het Conservatoire de Musique
zijne studiën to voleindigen. In dien tyd
was het onderwijs aan deze school niet
zeer geschikt om een kunstenaar van de
italiaansche traditie los te maken. De
oude meesters der 18de eeuw waren er
niet in eere, en Berlioz werd miskend
of' onwaardig behandeld. Lamoureux, die
zich doer zijne technische kennis onder
scheidde, kreeg den lessenaar van den
®rke8t-directeur in de Opéra-Comique
en later aan de Académie Nationale.
Maar zyn energiek en onathankelijk
karakter kon zich met den gewonen gang
van zaken niet tevreden stellen. In de
parijsche schouwburgen wier orkest
gesabsidieerd wordt, hebban de leden
van het orkest de gewoonte om onacht
zaam te spelen en het zich gemakkelijk
te maken; zij beschouwen zich als amb
tenaren des lands, willen hun diensttijd
zoo bedaard mogelyk doorbrengen en dul
den niet, dat men van hen een
kunstwerk eischt, waardoor zy in
hunne rustige rust zouden werden ge
stoord. Wanneer de directeur hun eene
nieuwe ernstige taak wil opleggen, mat
ten zij hem door huDne ongevoeligheid,
hunne verdooving af. Lamoureux trachtte
in deze afkeurenswaardige gewoonte
verbetering te brengen, maar hij bereikte
alleen, dat directeuren, muzikanten en
soms zelfs de componisten tegen hem
samenspanden. De routine bleek sterker
te zijn dan de goede wil, de werkzaam
heid, de zwcht tot ontwikkelinghij
kreeg ten laatste een tegenzin in dezen
onvrachtbaren stryd.
Hij ging naar Beyreuth en geraakte
in bewondering en geestdrift voor den
toondichter, die eene omwenteling ia de
dramatische muziek heeft teweeggebracht;
hij had te veel ondervonden van den
geest van onverschilligheid en teruggang,
die bij het orkest der gesubsidieerde
schouwburgen heerschte. Hij kwam op
het denkbeeld om eene stichting tot
stand te brengen, die geheel aan de
nieuwe kunst gewijd zou zijn, vrij van
elke jacht op voordeel, beschut tegen
nadeelige invloeden, en hy opende in
een afgelegen wijk, in de groote zaal
van het Chèteau d'Eau, eene reeks
//Nieuwe Concerten". Dat was in 1881,
en dadelijk bracht hij de mooiste frag
menten uit de trilogie der Niebelungerxj
ten gehopre, en voerde de eerste acte
van Tristan en Isolde geheel uit met
solisten, koor en orkest.
Lamoureux gaat zijn eigen weg en
bekommert zich niet om de groote me
nigte, noch om hare wenschen. Hij heeft
een kring van degelijke muziekliefheb
bers om zich vereenigdheeft hen de
onbekende meesterstukken doen hooren,
liefhebben en doen begrijpen. Hij troostte
zich er over, dat hij niet aanstonds de
gunst der groote menigte won, mits zijn
doel bereikt werd. Men vertelt een ka
rakteristiek gezegde uit zijn mond. In
den eersten tijd waren de ontvangsten
van de //Nieuwe Concerten" zeer beschei
den doch op zekeren Zondag werd eene
uitvoering druk bezocht, en Lamoureux
riep toen uit: //Welk een geluk, wij
kunnen deze week eene repetitie meer
betalen
Men herinnert zich nog de beweging, die
te Parijs ontstond bij do opvoering van Wag
ner's Lohengrin onder zyna directiewat
hy daarvoor, door anonieme brieven, be
dreigingen van moord en andere onedele
wraaknemingen van den kant zijner land-
genooten te dragen had. Maar hij liet
zich door niets terughouden en zette
eene opvoering van Wagners opera door,
welke hem een verlies van honderd vyf-
tig duizend gulden berokkende.
Lamoureux is zeker een man uit één
stuk. (Ned. 111.)
Zaterdagavond traden in den Schouw
burg alhier op de amsterdamsche ge-
dachtenlezers Kreps en zijne dochter.
Reeds vroeger hadden wij het genoegen
met dit begaafde tweetal kennis te maken
en zulk eene kennismaking, vooral wan
neer die goed is uitgevallen, strekt dan
later altijd om de belangstelling nog te
vergrooten. En dat was ook Zaterdag het
geval. We wisten vooruit, dat hetgeen
men te zien zou krijgen, werkelijk in
hooge mate de aandacht waardig was. De
heer Kreps' persoonlijkheid is niet wat
men interessant pleegt te noemen. Hij
is ten schraal maar rijzig manspersoon,
met smalle schouders en een gelaat met
eenvoudige strenge trekken, dat eenigs-
zins ontsierd wordt door één lam ooglid,
zoodat slechts ©en oog u aankykt; een
kleine spitse baard verleent nochtans een
flinke mannelijke uitdrukking aan dat
gelaat.
Zijne dochter, een meisje van omstreeks
15 16 jaar, is eveneens een schraal
persoontje, wie men het aanziet, dat zij
zich gemakkelijker in de huiskamer dan
op de planken beweegt. Toen wij haar
voor de eerste maal zagen, nu ongeveer
een jaar geleden, ging zij nog school.
Hun geheele optreden heeft iets huise
lijks. De heer Kreps deelt in eenvoudige
bewoordingen mede, dat hunne verrich
tingen uitsluitend geheugenkunst (mne-
monica) zijn, hij heeft het geheim daar
van indertijd gekocht en er nog eene
belangrijke uitbreiding aan gegeven. Hy
voegt er ook nog aan toe, tot gerust
stelling aan hen die denken mochten dat
er //geheime machten" by in 't spel zijn,
dat dit geenszins het geval is. Verder
berusten zijne toeren, naar by mededeelde,
ook op de transmissie van gedachten;
wat hiervan aan is, wenschen wij in
't midden te laten.
Zooveel is echter zeker, dat men ver
baasd moet oiaan over het sterke me
morie, dat vader en dochter bezitten.
De eerste afdeeling was de minst be
langrijke: Het opnoemen van een aantal
voorwerpsnamen, die door eenige perso
nen uit het publiek werden gevraagd,
volgens een genummerd lijstje, eerst door
den heer Kreps en daarna door zyne
dochter. De tweede afdeeling was gewijd
aan het teskenen van portretten van
staatkundige personen, wier namen door
een der aanwezigen op een stukje papier
waren genoteerd. Mej. Kreps toekende
die personen achtereenvolgens zonder fout,
ofschoon zy noch het lijstje gezien had
of dat er een woord gesproken was.
De dorde afdeeling was de belangrijk
ste. Mej. Kreps wordt op het tooneel
geblinddoekt en er wordt bovendien een
mantel over haar hoofd geworpen. Haar
vader gaat in de zaal rond en vraagt
achtereenvolgens aan de toeschouwers
een aantal voorwerpen, zooals ringen,
armbandenhorloges, mesjes, schaar
tjes, portemonnaies enz. enz. Zoodra hij
een voorwerp in de hand houdt, vraagt
hy wwat is dit?" en oogenblikkelijk
noemt zijne dochter den naam van 't
voorwerp niet alleen, maar geeft boven
dien daarvan eene beschrijving. Bij een
horloge bvb. heet het/,van goud, het
wijst nu 9 uur 47 minuten", of 7/dat
horloge gaat niet goed, het wijst nu 6
uur 24 minuten", verder noemt zij van
geldstukken den landaardhet metaal
waarvan zij gemaakt zijn, de waarde en
het jaartal, zoo b.v.b. van een eng
Naar het engelse h
van
JAMES WYTTON.
18)
HOOFDSTUK XIII.
Ik ontving per post het antwoord van Dick.
//Waarde David. Het zal mij hoogst aangenaam zijn, wan
neer ik in staat ben u een dienst te bewijzen. Voor niemand
met meer genoegen. Wanneer myne ervaringen als inspecteur
u van dienst kunnen zijn, dan zoudt gij beter doen met mij
te komen opzoeken in mijn verblijf. Dit is wel niet zoo fraai
als het uwe, maar ik heb een aardige zitkamer en voor den
inwendigen mensch behoeft gij ook niet te vreezen. Raadpleeg
een man van de politie altyd bij hem aan huis, waar hij steeds
zijne aanteckeningen bij de hand heeft. Op mijn woord van
eer verzeker ik u, dat ik er geen oogenblik aan zal denken,
u uit te lachen. Uw toegenegen vriend R. Bland."
HOOFDSTUK XIX.
Dick ontving mij op zijne kamers met de meeste gastvrijheid en
gaf mij een uitstekend middagmaal, zoo zelfs, dat ik tot hem zeide:
z/Die betrekking van inspecteur geeft toch zeker een flink salaris,
wanneer gij er tenminste op deze wijze van kunt leven."
Dick antwoordde op zijn gewonen, luchthartigen toon
z/Och, David, laat mij nu vanavond in deze illusie. Ik geniet
op hel oogenblik veel. Met verlangen heb ik reeds den dag tege
moet gezien, dat gij mij zoudt komen bezoeken en heb besloten er
een feest van te maken. Ik houd er van om éénmaal per jaar
ongeveer vijf of zes uur lang te leven alsof ik 3000 pd. st. in
komen per jaar had en vanavond vier ik nu dit jaarlijksch feestje
ter eere van u. Bedien uzelf, beste vriend; gij zult bevinden, dat
de wijn goed is; gij zult uzelf moeten bedienen, oude jongen, want
het i3 hier het verblijf van een vrijgezel."
z/Welnu, David," vervolgde hij, na een oogenblik van stilzwijgen;
//beschouw u hier voor eenige uren als den gast van uw trouwen
en oprechten vriend, Richard Bland. Na die enkele uren hy
begon hartelijk te lachen zal de tegenstelling vreeselijk zijn."
Gedurende het middagmaal zinspeelden wij geen van beiden op
de reden van mijn bezoek.
Dick was zeer gezellig en deed zijn best om my te vermaken,
daarin slaagde hij volxomen. iiij vertelde mij eenige bizonderhedea
van zyn leven. Hierover verwonderde ik mij zeer, want tot dus
verre was bij, wat dit betreft, steeds zeer geheimzinnig gebleven,
ofschoon niet geheimzinniger dan ik met mijn levensloop. De be
loofde vertrouwelijke mededeelrngen, die ik hem zou doen, schenen
voor hem een aansporing te zijn om mij wederkeerig in zyn ver
trouwen te nemen, want hij vertelde my openhartig het een en
ander uit zijn levensloop.
«Ik vermoed, David, dat gij u volstrekt niet zult kunnen be
grijpen, waarom ik als gewoon politie-agent in dienst ben ge
treden."
z/Welnu, daar gij my dit zoo ronduit vraagt, moet ik bekennen,
dat ik werkelyk zeer verwonderd was, toen ik het hoorde. Ik ver
onderstel echter, dat gij uiterst goed voor die betrekking geschikt
waart. Gy zijt tenminste verbazend snel totinspecteur opge
klommen."
z/Wat dat betreft kan ik niet anders zeggen, dan dat ik blijk
baar geboren ben om een betrekking bij de politie te vervullen,
waar een goede genius mij leidt. Ik ben zeer gelukkig geweest.
Ik heb den eerwaarden John Jones het leven gered op gevaar af
van zelf te worden doodgeschoten, oogenblikkelijk daarna heb ik
de dieven gesnapt, welke in de Bank hadden ingebroken; dat heeft
mij zeer geholpen. Bovendien was ik niet geheel zonder voorspraak.
Mijn vader was vroeger wel eens in aanraking gekomen met den
hoofdcommissaris en laatstgenoemde was geen vijand van hem. De
waarheid is, David, dat ik verplicht was eensklaps de latynsche
school te verlaten en een betrekking te zoeken, omdat mijn arme
vader in behoeftige omstandigheden verkeerde. Hy had betere