indisch two Anna-etuk, van een zilveren
rijer enz. Dat deze sterke staaltjes een
daverend applaus uitlokten, spreekt wel
vanzelf.
Naar bij advertentie is aangekondigd,
wordt Dinsdag a. s. nog eene voorstelling
gegeven en de weinigen, die Zaterdag
avond waren opgekomen, zullen het met
ons eens zijn, dat men zijn geld niet zal
beklagen met eene voorstelling van den
heer Krep? en zijne dochter bij te wonen.
Zondagmorgen, te tien nur ongeveer,
sprong een man in de Bakeoessergracht
met het voornemen om zich te verdrin
ken. Maar ziet het water was niet
hoog genoeg, zoodat de man nog met de
schouders en het hoofd er boven uit
kwam. Zoo bleef hij staan, blijkbaar
geen last gevoelende om een dieper plek
op te zoekeD, die beter geschikt was
voor zijn doel, noch om zijn levensmoede
hoofd maar flinkweg onder water te
steken.
Intusschen eruit komen wok hij ook
niet en al de aanbiedingen van hulp
door de talrijke menigte, welke hem op
den rand der gracht gadesloeg, werden
door hem hardnekkig van de hand ge
wezen. Toen de politie er bij kwam
werd hem een touw om het lijt gewor
pen, ten einde hem daaraan goedschiks
of kwaadschiks, op het droge te halen.
Maar de //drenkeling'', die het verblijf
in de vuile Bakenessergracht wonder-
plezierig scheen te vinden, trok een mes
uit den zak en sneed het reddende touw
door.
Eerst toen een agent hem met zijn
sabel het mes uit de hand geslagen had,
gelukte het, den man een touw met een
lis om arm en schouder te werpen en
hem aldus («zie eens, welk een aardig
vrachtje, falderalderiereop den wal te
hijschen.
men bevindt, dat de lambriseeringen,
deuren en ramen niet van eikenhout zyn
(natuurlijkze waren ook groen geverfd I)
verft men die, horribile dictu, eikenhout
Het is afschuwelijk naast het echte
eikenhout, en dit vloekt op zijn beurt
tegen het groen-goud. Het is historisch
onverdedigbaar en aesthetisch gruwelijk.
Is dat nu het systeem van waarheid in
de decoratie
Weldra zal het geheele gebouw zoo
verknoeid zijn.
B IN K E L A I).
Nader wordt gemeld, dat de le luit.
der artillerie E. D. Gr. B., gedetacheerd
te IJmuiden, dien men Donderdag j.l. dood I
in zijn kamer vond, aan het voorhoofd
een wonde had, veroorzaakt door een
revolverschot.
In den vroegen morgen van jl. Vrijdag
kwam de vischhandelaar S. te Oegstgeest
tot de ontdekking, dat in den afgeloopen
nacht te zijnen nadeele diefstal van pa
ling was gepleegd, en wel tusschen de
500 600 pond, ter waarde van pl. m.
200, uit drie met hangslot gesloten
blokken, liggende in het vaarwater der
Haarlemmer trekvaart onder die ge
meente.
Nadat daarvan aangifte bij de politie
te Leiden was gedaan, werd nog dien
zelfden ochtend door haar aangehouden
de beruchte D. S., broodvisscher, die in
het bezit gevonden werd van een gedeelte
der gestolen paling. Hoewel hij beweert
de paling gekocht te hebben, kan hij
echter geene aanwijzing van den ver-
kooper doen, en zijne bewering kan in
geen geval worden aangenomen, aange
zien hij, immer vischstroopende, deze
nimmer koopt en daartoe ook geen geld
bezit, terwijl zijn 10 jarige zoon zich
omtrent de omstandigheden van den
diefstal uitlaat, welke hij niet anders
dan van zijnen vader kan vernomen
hebben, o. a. de plaats en ten wiens na
deele de paling ontvreemd is.
D. S., herhaaldelijk ter zake van
diefstal en van medeplichtigheid daaraan
veroordeeld, zal ook nu weder, na opge
maakt proces-verbaal, ter beschikking der
haag8cke justitie gesteld worden.
Letteren en Kunst.
Men schrijft aan den Spectator het
volgende over de restauratie der acade
miezalen in het Trippenhuis te Amster
dam, eene herstelling, die door het ryk
geschiedt
Men restaureert de groen en gouden
plafonds, van circa 1660, zeer goed. Doch
men acht het gewenscht daaronder nieuwe
eikenhouten schoorsteenmantels, van circa
1620, te plaatseD, in plaats van groen
gouden, zooals het behoort. Ea omdat
Drie afdeelingen der Tweede
Kamer zullen Dinsdag het onderzoek der
legerwet voortzetten.
Twee afdeelingen zijn Vrijdag daar
mede gereed gekomen en zullen Dinsdag
met dat van de indische begrooting be
gingen.
Het bestuur van eene lief
dadige vereeniging te 's-Hage had H.
K. H. Prinses Wilhelmina het bescherm
vrouwschap aangeboden. Namens HH.
MM. werd aan dat bestuur dezer dagen
te kennen gegeven, dat zoolang de prin
ses minderjarig is, door haar geene be
schikkingen worden genomen, waardoor
H. K. H. zich voor de toekomst zou
kunnen binden. Aan het verzoek kon op
dien grond niet voldaan worden.
De lezers, die verleden jaar
de tentoonstelling te Parijs bezochten,
zullen zich nog wel den glijspoorweg
herinneren, links op de Esplanade des
Invalides, die vele nieuwsgierigen trok.
Een maatschappij heeft nu concessie bij
de stad aangevraagd tot aanleg en es-
ploitatie van een dergelijke baan op een
gedeelte der buitenboulevard, geheel op
eigen kosten, zonder subsidie van stad
noch Staat.
De lijn zal loopen vau de Place
Clichy tot aan de RGtonde van La Vil-
lette, met 3 tusscben-stations, het ge
heele traject, met inbegrip van bet op
onthoud op de stations, zal in 6 a 8
minuten worden afgelegd, elke trein een
honderdtal reizigers kunnen vervoeren
het vertrekken dezer treinen om de
4 minuten plaats hebben.
De prijs per rit is, onverschillig ge
heel of gedeeltelijk van het traject, 10
centimes.
Dit systeem wordt door hydraulische
kracht gedrevende wagens, zonder
wielen, staan op een soort van schaat
sen. Het in beweging brengen gaat zeer
snel, het stilstaan oogenblikkelijk zonder
schokken. De wagens, met doorloop in
het midden, zullen met electriciteit ver
licht en in den winter verwarmd worden.
De weg met dubbel spoor zai slechts
een breedte hebben van 6 meter op
ijzeren viaducten twee trappen voeren
naar de stations, waarvan 't eene voor
vertrekkende, 't andere voor aankomende
passagiers bestemd is; daarenboven voert
bij elk station een hydraulische ascen-
seur, die steeds in beweging is, 15 per
sonen in 10 seconden naar boven.
Het grootste voordeel van dit vervoer
middel is, dat de constructie op lichte
elegante viaducten kan geschieden, zon
der de stad te ontsieren, daarbij groote
snelheid, geen gevaar en geen rook.
Beantwoordt deze proef aan de verwaeh-
ting, dan kan daardoor het vraagstuk
van een sne), gemakkelijk en goedkoop
vervoermiddel opgelost ziju. De onder-
aardsche spoorweg heeft veel tegen en
de kosten van aanleg daarvan zijn zeer
groot. Een gewone spoorweg op ijzeren
viaducten neemt veel plaats in en het
rijden der treinen veroorzaakt een eor-
verdoovend geraas, hetgeen bij gemet
selde viaducten weggenomen wordt, doch
die onooglijke lompe bogen, als van de
stadtbahn in Berlijn, zouden in Parijs
wel niet mogelijk zijn. ArnkCt.)
Royaal. Dezer dagen vond
een conducteur van de Haagsche Tram
way-Maatschappij in een wagen een
tasehje, waarin zich bevonden een porte-
monnaie, inhoudende 14, en een kunst
gebit. De eigenaar, een te Scheveningen
verblijf houdend vreemdeling, schonk bij
het terugbrengen den conducteur een
fooi van tien gulden.
Eene schuit van den reeder
A. Mos, te Scheveningen, naar zee ver
trekkende, brak op de bank een d«r vin
gerlingen van het roeronmiddellijk zette
de schipper de vlag op om assistentie,
maar velen zagen er gevaar in met eene
boot door de branding te gaan. Een 5tal
ankerzetters ondernamen eindelijk het
waagstuk onder beding van eene flinke
belooning.
Met levensgevaar gingen zij met de
boot in zoogelukkig kwamen de roeiers
buiten de branding, bereikten de schuit
ec brachten den nieuwen vingerling aan
boord. Na volbrachte opdracht kwam de
boot weder behouden aan den wal.
Een meisje, dat in een win
kel, te Rotterdam, een zakje met bruid
suikers voor hare zusjes had gekocht,
stond thuis komende niet weinig ver-
toen zij het zakje ledig stortte,
daarin een gouden ring te vinden. On
middellijk werd het gevondene in den
winkel teruggebracht, waar het bleek,
men van het vermissen van een gouden
ring niets wist.
{N. R. C.)
Haver vau 400 jaar. De
werkzaamheden aan het herstellen van
de Lekpoort te Vianen, zullen de vol
geade week weder een aanvang nemen,
De noodige hoeveelheid balken is door
een deskundige goedgekeurd. Als een
bizonderheid wordt gemeld, dat bij het af-
bikken van de oude kalk, in het gewelf
der poort een gat werd gevonden, waar
uit ongeveer \U mud haver gehaald werd.
Natuurlijk was de haver vermolmd; al
leen kon men nog de doppen, waarin de
haver gezeten had opmerken. Wanneer
deze haver in den toren geborgen is bij
den bouw, dan gist men, dat ze er on
geveer 400 jaar heeft ingezeten.
lingen een bevredigende uitkomst zullen1 een smaak en eene beschaving kunnen
Ui.KKnn
W1SSCHIBIJ.
Nieuwediep, 27 September. Door
6 korders werden heden 200 groote, 150
kl. tongen, 3 mandjes kl. schol, 2 manden
schar en enkele roggen aangevoerd;
tong gold 60 a 65 cent, kleine id. 20
cent, rog 90 cent per stukkl. schol
f 1.50 per mandje en schar f 2 per mand
P0IJT1KK OVEltöiCH'L
Als een goed koopman, die orde stelt
in zijne zaken, tracht Engeland in den
laatsten tijd het groote boek bij te wer
ken, van hetgeen het in zijn koloniaal
magazijn voorhanden heeft, inzonderheid
wat de afrikaanscho zaken betreft.
De aangelegenheden met de Transvaal
zijn geregeld, die met Portugal zijn nog
hangende en //en attendant" worden er
thans onderhandelingen gevoerd met Italië,
dat ook sinds gernimen tijd zijn vla;
heeft geplant in den bodem van het
zwarte werelddeel.
Het betreft namelijk do bepaling van
de sfeer van invloed van beide mogend
heden. Dat zulk een sfeer zeer rekbaar
is spreekt wel van zelf en vandaar de
botsingen, die daaruit telkens voortvloeien.
Men kan eene bezitting hebben omgeven
door een nog neutrale landstreek en nu
ligt het in don aard dor menschen en dus
ook in dien der Engelsehen om zoo nu en
dan den neus eens over de grenzen te
steken en een kijkje te nemen in hetgeen
zich daarbuiten bevindt, niet alleen uit
nieuwsgierigheid, maar ook uit lust om
wat te verdienen. Men ziet dus, dat het
vrywel op hetzelfde neerkomt, althans
voorloopig, om in Afrika wat te be
zitten of een sfeer van invloed te hebben,
vooral wanneer men bedenkt, det kolo
niën hebben en geld verdienen zoo goed
als synoniem zijn voor eene handeldrij
vende natie, als het machtige Albion is.
Van de zijde van sommige italiaansche
bladen wordt de komst der engelsehe
onderhandelaars met vreugde begroet en
reeds bij voorbaat verkondigen zij den
lof van de engelsehe welwillendheid en
de hulp steeds van dien kant aan Italië
verleend, wanneer het betrof de grond
vesting van zijne politieke eenheid en
onafhankelijkheid. Daarom drukken zij
de verwachting uit dat de onderhande
hebben,
De officieuse of regeeringspers laat zich
echter over deze zaak nog niet uit. Zij
wil de kat blijkbaar eerst uit den boom
kijken en daar heeft zij gelijk in, wan
neer men nagaat dat de beleefdheid en de
voorkomendheid van Engeland inzake ko
loniale aangelegenheden meestal wordt af
gemeten naar de grootte en de macht van
do staten waarmede wordt onderhandeld.
Dit heeft men aan Transvaal en Portugal
gezien in de Swaziland- en de Zambesi-
kwestiën. Wie zich aan anderen spiegelt
spiegelt zich zacht. Deze spreuk schynt
den officieusen bij te liggen en ook Italië
heeft op dat gebied eene te harde leer
school doorloopen, dan dat de regeeriug
niet op hare hoede zou zijn.
Een der laatstbedoelde bladen slaakt
de verzuchting: ,/Ach konden we onze
handen maar in onschuld wassehen, maar
onze onvoorzichtigheid is ons al duur te
staan gekomen".
Het blad doelt op de zeer belangrijke
aanbiedingen destijds door lord Salisbury
Italië gedaan, toen de engelsehe
premier Rome aandeed op zijn reis naar
de conferentie in 1876 te Constantinopel
gehouden.
zal zich nu toch genoodzaakt
zien een oogje te houden op eventueele
gebeurlijkheden in Portugal, waar men
in de war moet zijn door de
kwestie. Nu komen er uit het
grensstation Hendaye alarmee-
rende berichten omtrent troebelen in
Portugal, die het noodig maken dat er
door Spanje bewakingstroepen langs de
grenzen worden opgesteld,
Zóó gauw stapt men in het iberische
schiereiland niet van het koningschap af
om toe te staan, dat om zulk eene aan
gelegenheid een troon wordt vernietigd.
Nu schijnen de republikeinen in Por
tugal erg te schreeuwen, veel pistolen
at te schieten en ieder oogaablik met de
politie overhoop te liggen, zoodat er in
de laatste dagen nog al wat bloed heeft
gevloeid en vandaar dat men ongerust
is, ofschoon het bootje van de Cortes in
die troebele wateren vrywel koers weet
te houden tot geruststelling van hen, die
bang waren, dat de troon der Braganza's
ermede zou zijn gemoeid.
Een belangrijke tijding komt ons nog
ter oore. Volgens het dagblad O Comercio
het Handelsblad van Portugal, gaat Serpa
Pimentel in hoogsteigen persoon naar lord
Salisbury om eens met hem te praten en
te zien of er geen mouw aan te passen
is. Dit is, dunkt ons, in deze omstandig
heden nog niet zoo kwaad.
Zooals een ^«ter-telegram reeds kor-
telijk mededeelde, is de Mac-Kinley-fl»7Z
deze kroon op de Munroe of-te-wel
be8chermingspolitiek der tegenwoordige
amerikaansche staatslui, aangenomen en
zal zij, indien president Harrison haar
niet zijne bekrachtiging onthoudt, 6 Oc
tober a.s. in werking treden.
Het lijdt echter geen twijfel of de wet
wordt door hem bekrachtigd. Gelukkig
dat zij in de Kamers en Senaat eene
geduchte besnoeiing heeft ondergaan, on
danks de felle oppositie van hen, die
denken dat de Vereen. Staten niemand
meer noodig hebben en best alles zelf kun
nen produceeren om te leven. Het behoeft
echter geen betoog, dat aan vele landen
in Europa een duchtige knak wordt
toegebracht, zoo b.v.b. Frankrijk met zijn
wijnen en Nederland met zijne tabakken
enz. In Frankrijk echter wil men het ame
rikaansche spek niet meer toelaten, niet
om de trichinen, maar uit weerwraak.
Hoe 't mogelijk is, begrijpt men niet,
maar aan zulke dingen als dit laatste
hebben de protectionistische heethoofden
bij 't indienen buDner wet niet gedacht
en men heeft heel wat kunstjes en lap
middeltjes moeten aanwenden, om te
voorkomen dat de Amerikanen beschul
digd zouden worden een wet in te die
nen, die van achteraf bekeken een poli
tieke flater zou blijken te zijn geweest.
De tijd zal nu ook niet ver meer zijn,
dat er geen menschen meer mogen wor
den ingevoerd of m. a.w. dat de emi
gratie verboden wordt. Moge men dan
echter bedenken, dat de amerikaansche
Unie nog zoowel behoefte heeft aan meer
bewoners als aan artikelen, die slechts
voortbrengen waarover zij nog niet be
schikt.
GEMENGD
Een gezelschap vroolijke
Parijzenaars vermaakte zich in Ville
d'Avray in het bosch, toen plotseling
een meisje dat een vracht at, een kreet
slaakte. In de peer had een wesp ge
zeten, die haar in den moud had ge
stoken.
Na den eersten schrik lachten allen
er ommaar die laeh verdween, toen
de mond van het arme kind opzwol en
wel zoodanig, dat zij niet meer kon
ademhalen en in eene lievige benauwd
heid stierf.
De gekrenkte g el d - a d el. De
Matin deelt medo, dat Baron Hirsch
niet alleen bij de Boulanger-aflaire, maar
reeds bij een andere gelegenheid,
voor een prins van Orleans zijn kas
heeft. Het was om de betaling
te doen van een vrij groote reisrekening
van een jongen orleanschen prins, zij
ongeveer 600,000 francs. Men
wendde zich tot Baron Hirech, en om
hem er toe over te halen, bood men hem
de introductie van den hertog van Char-
tres en van den hertog de la Tremouille
aan, om hem tot opname in de club van
de rue Royale aan te bevelen. De bran
dende eerzucht vau den baron gaat
zoover, dat hij lid van deze
aristocratische club wil worden. Hirsch
gaf de 600,000 francs, maar niettegen
staande zijn hooge par rains" werd hij
onbarmhartig' g'edcballotteerd. Woe
dend besloot de baron zich te wreken.
Het gebouw waarin de club lokalen ge
huurd heeft, komt spoedig te koop en
baron Hirsch heoft, naar men beweert,
gezworen het gebouw tot iederen prijs te
koopen, om tot de leden van de club,
die hem zoo gekrenkt hebben, te kunnen
//Dit huis is van mij, er uit".
De bekende slangentemmer
David Harpsler in Pennsylvanië, die
aan de meeste musea ratelslangen en
andere amerikaansche ondieren leverde,
dezer dagen g'estorven. Hij ging in
een herberg de dolle weddenschap aan
dat bij een levende slang den kop zou
af by ten en nam daartoe uit een kist die
hij hij zich had, eea groote slang, Het
beest beet hem echter onmiddellijk in de
pols en Harpster, de slang weer in de
kist leggende, liep weg, meer besehaamd
over het mislukken zijner bewering dan
ongerust over de hem toegebrachte wond.
Toch was deze van ernstige aard, want
den volgenden dag vond men hem in
een bosch je, waar hij zijn roes was gaan
uitslapen, met opgezwollen arm en hoofd.
De dokter kon niet meer redden en
na twee dagen hevig lijden overleed de
roekelooze.
De bekende liichtkiinsteiia-
res Leona Dare steeg Zaterdag met een
luchtballon te Parijs op, als gewoonlijk
met de tanden aan eene trapéze onder
het schuitje hangende.
Spoedig daalde het luchtschip op een
werf neer, maar daar het door den wind
in de rivier de Oise dreigde te worden
geworpen, sprong Leona Dare er uit en
brak haar been boven den enkel.
In een tabaksfabriek te Pa
rijs heeft een treurig' ongeluk plaats
De heer Chauvet, een ingonieur,
terwijl hij in de raachineka-
was eenige gebreken aan de
werktuigen na te zien, tusschen twee cilin
ders bekneld en werd tot pap gemalent
Ren goudmijntje. P a r ij 8 is
op het oogenblik in het bezit van een
kapper h la mode, die, zoolang de mode
duurt, schatten verdient. Deze artist,
die zijn talenten uitoefent in een klein
winkeltje, niet ver van de Groote Opera,
heeft alle ouder,e en nieuwere coiffeurs
geëclipseerd door zijne uitmuntende
methode van haar-golveo. Hij noemt
zich noch coiffeur, noch friseur, maar
z/Ondulateur"en is ongeëvenaard als
haarkunstenaar. De meeste beroemdheden
van tooneel of salon zijn reeds onder zijn
vlugge handen geweest, en aanzienlijke
dagen gekend. Mijn opvoeding op de latijnsche school later
ben ik het te weten gekomen werd betaald met het geld, waar
voor hij brood had moeten koopen. Om mij een goede opvoeding,
gezond voedsel en een nette kleeding te geven, leed mijn vader
zelf gebrek. Ja, mijn vader was een edel, onbaatzuchtig man." Na
een oogenblik op zijn bord te hebben gestaard, vervolgde Dick
//Ik ontdekte in welken rampzaligen toestand hij verkeerde en hoe
arm hij was. Op een Zondag kreeg de oude man een flauwte en
in mijn ontsteltenis riep ik een onzer buren, want wij woonden
daar slechts met ons beiden. De buurvrouw zeide mij op ruwen
toon, dat mijn vader zou sterven van gebrek en in hevige bewoor
dingen maakte zy mij hiervan een verwijt. //Het is mij onbegrij
pelijk, waarom gij uw vader niet tot steun tracht te zijn, nu gij
weet, dat hij oud en zwak is, inplaats van u mooi te kleeden en
iederen dag cricket en football te spelen; schaamt gij u niet om
uw vader van honger te laten sterven."
Drie dagen daarna had ik de school verlaten en was politie
agent geworden A 1201, met een inkomen van vier gulden. Mijn
oude vader kwam er evenwel nooit meer geheel bovenop en zijn
zaak verliep geheel en al. Gij weet misschien nog, dat bij' te
Emerald Hill een klein winkeltje in tabak had?"
Jadat weet ik."
z/Welnu, hy werd steeds zwakker en zwakker en eindelijk stierf
hij. God zegene zijn nageüacbieais; hij is steeds een goed vader
voor mij geweest. Mogen wij ook zulke goede, edele menschen
worden als mijn oude vader was, David."
Weer bewaarde Diek een oegenblik het stilzwijgen, hield zijne
oogen op zyn bord gericht en bracht zijn servet naar zijn gelaat,
maar ik geloof niet om er zijn mond mee af te vegen. Daarna
vervolgde hij
z/De kosten van mijn vaders ziekte en begrafenis waren zeer
aanzienlyk. Ik moest tot leenen een toevlucht zoeken en het spijt
mij, dat ik het moet zeggen, maar ik zit daar nog steeds door
//Wat wilt gij daarmee zeggen, Dick
//Ik wil zeggen, dat ik naar een geldschieter ben gegaan, die
mij nog in zijne klauwen heeft."
z/Wathebt gij van een woekeraar geld geleend riep ik
met afgrijzen uit.
z/Ja zeker; wat moest ik al anders doen. Ik leende eerst vijftig
pond, maar daar ik voor deze som iedere maand drie pond rente
moest betalen, kunt gy u wel voorstellen, dat ik dikwijls niet aan
mijne verplichtingen kon voldoen en mijn geldschieter was steeds
zoo vrij om de achterstallige rente by de schuld te voegen, totdat
ik den welwillenden man eindelijk honderd en vijftig pond
schuldig was en de interest daarvan was tien pond per maand."
z/Watvoor honderd en vijftig pond
z/Ja, voor honderdvijftig pond. Maar het ergste van alles is, dat
het grootste deel van dat bedrag geen geleend geld was, maar
slechts achterstallige woekerrente, die ik in dien tijd onmogelyk
heb kunnen betalen en die steeds bij de oorspronkelijke vijftig
pond werden gevoegd; dat bedrag heb ik slechts van hem ont
vangen."
«Gy wilt hiermee toch niet zeggen, dat gij iedere maand tien
pond moet betalen omdat gij jaren geleden vijftig pond hebt
geleend
,/Ja juist, mijn beste vriend, gy hebt den spyker op den kop
geslagen. Ik heb oorspronkelijk slechts vijftig pond geleend. Daar
voor heb ik in don tijd van zeven jaar meer dan driehonderd
pond intrest betaald en nog niet zoo heel lang geleden was mijn
schuld honderd en vijftig pond. Ik was echter zoo gelukkig om
tot inspecteur te worden bevorderd, zoodat ik behalve de rente
nog vyftig pond heb kunnen aflossen. Ik betaal nu voor honderd
pond zes pond rente per maand. Ik geef u de verzekering, dat
het de waarheid is."
Wordt vervolgd.)