KOLONIËN.
POLITIEK OVERZICHT.
met den naam van zijne grootmoeder
onderteekend. Hij gaf daarby voor, dat
het werkelijke re<ju later zou volgen,
waarop de uitbetaling plaats had.
Gelijk van een dergelijken knaap te
verwachten was, werd het geld aan
verschillende nuttelooze zaken wegge
worpen een kameraad hielp mede het
geld opmaken en in een paar dagen
den lOen Augustus werd beklaagde reeds
in hechtenis genomen waren de 1200
uitgegeven. De grove verteringen trokken
natuurlijk de aandacht der politie, die
den knaap reeds van zeer ongunstige
zijde had leeren kennen, en, hoewel geen
aangifte was gedaan, volgde inhechtenis
neming.
De zaak werd Maandag voor de recht
bank te 's-Hage behandeld.
Subst.-off. van justitie mr. Pleijte, ving
zijn requisitoir aan met te wyzen op het
ongunstig verleden van beklaagde, die
van zijn 7de jaar af, zich aan verschil
lende diefstallen, ja zeis aan brandstich'
ting, schuldig gemaakt had. Het bewijs
voor het ten laste gelegde achtte Z.E. Achtb.
volkomen geleverd en hy vorderde, we
gens valschheid ia geschrift, en het des-
bewust gebruik maken daarvan, veroor
deeling tot 1 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. C. A. Vaillant,
deed het O. M. opmerken, dat het straf
register van bekl. niet zoo zwart is als
het door den subst.-off. van justitie werd
geschilderd, want al werden ten huize
van de wed. de J. verschillende diefstallen
gepleegd, en bekl. daarvan verdacht,
slechts éénmaal bestond daarvoor het
bewijs.
Hoewel pleiter aan de grootmoeder
niet wilde verwijten dat zij haar klein
kind bedorven heeft, toch spreken daar
voor de feiten en de gevolgen zijn niet
uitgebleven. Naar pleiters oordeel heeft
de knaap nooit den omvang begrepen
van de daden door hem gepleegd en al
hetgeen hij deed, of liever misdeed, was
ten nadeele zijner grootmoeder. In dit
geval moge dit niet zoo wezen en het
misdrijf tegen den bankier gericht zijn,
doch daarvan was beklaagde zich blijk
baar niet bewust. Uit alle feiten door
hem gepleegd,'ook uit de wyze waarop
hij het geld verteerde, spreekt brood
dronkenheid. Daarom verzocht pleiter
aan den onbezonnen knaap een zoo licht
mogelijke straf op te leggen.
Uitspraak Maandag a.s.
kleine schol 2 a 2.50, scharren ƒ1.50
2.25 en tarbot 10 a 15, alles per
mand.
willekeurig verzuim weer goed temaken,en 2 oppasseressen a 15 's maands.
VISSCHER1J.
Enkhuizzen, 28 Sept. Gedurende
de afgeloopen week werd alhier aange
voerd 10.750 kg. bot, prijs 28 a 24 ct.
per kg.600 kg. paling, prijs 40 ct. per
kg., en 280 manden garnalen, prijs 75
ct. per kg., en 280 manden garnalen,
prijs 75 ct. per mand.
Door onze Noordzeevisschers werd
van ƒ20 tot ƒ105 per vaartuig be-
somd.
Nieuwediep 29 September. De
Seheveninger bom Vrouw Arentje schip
per Westerduin, kwam heden alhier
binnen met gebroken mast, aanbrengende
260 kantjes en ruim 12,000 losse ha-
ring.
T es 8 e 1, 28 Sept. Het palingvissehen
in zee leverde in de afgeloopen week
evenmin goede uitkomsten op als in de
binnenwateren. De paling gold van 20
tot 60 ct. per kg. Door de Noordzee
visschers werd van 25 tot 100 per
schuit besomd. Harders en zeebaarB
weinig gevaügende prijs was van 22£
tot 30 ct. per kilogr. Naar Engeland
en Schotland werden flinke hoeveelhe
den mosselen verzonden. De aanvoer
voor de rookerijen bestond alleen
uit scharren, tegen ƒ1.50 a ƒ2.25 per
mand.
T e s s e 1 29 September. Door de
Noordzeevisschers van hier werden in de
afgeloopen week elders ter isarkt ge
bracht; 10,000 tongen, eenige tarbotten,
300 roggen, 200 scbelvisschen, 500 man
den kleine schol, 600 manden scharren
en 40 manden kleine tarbot. De prijzen
waren als volgt: groote tongen 50 a
60, kleine en middel dito 5 k 25 c.,
tarbot ƒ9 a 10.50, raggen 75 k 90 ct.
schelvisch 25 a 30 e., alles per stuk
(Uit bataviasche bladen van 2230
Augustus j.l.)
BATAVIA, 30 Augustus.
Aan het mail-overzicht van den Lava-
bode is het volgende ontleend tot 30
Augustus:
Sedert het begin van dit jaar is de
raming van den goevernementskoffieoogst
op Java met 60.000 pikols verminderd
en gebracht op 130.000. In de pakhui
zen alhier waren van vroegere jaren
nog ongeveer 60.000 pikols aanwezig
en in die te Soerabaya, 20,000, zoodat
de geheel© beschikbare voorraad 220,000
pikols bedraagt, waarvan 100,000 pikols
hier en de overige in Nederland zijn of
worden verkocht. Met bet begin van
1891 zal er dus geen legkoffie meer zijn,
doch algemeen wordt voor dat jaar op
een grooten oogst gerekend, nu de zeer
talrijke bloesems niet zijn afgeregend en
de vrucht zich gezet heeft. Ook de par
ticuliere ondernemingen maken dit jaar
nog kleinere oogsten dan verwacht werd
en hopen het volgende jaar de schade
in te halen.
De hooge koffieprijzen hebben ten ge
volge, dat er nog voortdurend woeste
gronden in erfpacht worden aangevraagd
in het belang der bevolking en in dat
van de goevernementskoffiecultuur wordt
echter op tal van die aanvragen afwij
zend beschikt. Trouwens wanneer al de
aangevraagde perceelen werden ontgon
nen, zouden er handen te kort komen,
gelijk bij een rijken oogst als die van
het vorige jaar ia sommige streken van
den Oosthoek toch al het geval is:
veel koffie gaat dan vertaren door gebrek
aan plukkers.
In de laatste veertien dagen zijn door
de regeering twee belangrijke ordonnan
tiën uitgevaardigd, vooral wat de strek
king beireft. Bij de eene is de invoer
van sterke dranken verboden op de
Sangi-, Talaur- en Nanoesa-eilanden, ten
noordoosten van Celebes gelegen. Tot
nog toe bestond zulk eea verbod alleen
ten opzichte van Nieuw Guinea en dit
ten verzoeke van Duitschland en Enge
land, die op hun deel van het eiland
den invoer van sterke dranken reeds
hadden geweerd. Thans eehter is het
verbod gedaan in het enkele belang der
bevolking van de genoemde eilanden, die
te gronde wordt gericht door den slech
ten hamburgschen foezel, voor welken
binoen- en buiteDlandsche kooplieden
copra en andere producten in ruil ont
vangen. Eerst heeft men getracht aan
den ruilhandel een einde te maken door
de hoofden te laten bevelen, dat alleen
tegen geld mocht worden verkocht, maar
nu deze maatregel den invoer van sterke
dranken, en nog wel slechte, niet belet,
is men tot een verbod van dien invoer
overgegaan, een verbod te merkwaardiger
nu de nederlandsche regeering tot een
dergelijk voor den Congostaat niet heeft
willen medewerken. Het is mogelijk dat
de handel op de genoemde eilanden thans
zal verminderen, maar dan tevens zeker,
dat de inlandsche bevolking minder kans
heeft op uitsterven.
Bij de andere ordonnantie worden
eenige belastingen in het goevernemeut
van Celebes en onderhoorigheden afge
schaft en vervangen door een hoofdgeld,
eene vereenvoudiging en hervorming, die
nergens meer noodig ware dan daar: de
bestaande belastingen toch vormen eene
ware staalkaart. Waarschijnlijk dat deze
herziening wel door andere wordt ge
volgd.
Algemeen heerecht hier verontwaardi
ging over de wijziging door het pro
spectus der Kon. Ned. Maatschappij tot
exploitatie van petroleumbronnen in Ned.
Indië gemaakt in de woorden van het
rapport door den chef van het mijnwezen
aan de regeering uitgebracht over de put-
boring in Langkat. De meening dooren
kelen voorgestaan, dat men te denken
heeft aan de gevolgen van slordig lezen,
en dat de directie der Maatschappij
gaarne alles zal doen om haar dan on-
vindt hier weinig of geen ingang, en de
meesten gelooven, dat men te doen heeft
met eene manoeuvre, die KJ de oprich
ting van naamlooze vennootschappen wel
niet geheel ongewoon is, maar die hier
dubbel opvalt met bet oog op de man
nen, die zich aan bet hoofd der zaak
hebben gesteld.
Men bericht nog het volgende om
trent het afmaken van den luit. Dieaaont
en de zijnen op Flores.
Het geval heeft zich als volgt toege
dragen:
Tusschen de verschillende étappes
schijnen eenige posten, 6 a 10 man
sterk, te zijn geschoven. Het bevel over
vier daarvan was opgedragen aan een
officier.
Terwijl de commandant zieh nu bij
éen dezer po3ten bevond, werd deze aan
gevallen. Eenige manschappen vluchtten
de overigen werden afgemaakt voor
dat er nog aan verdediging gedacht kon
worden.
De commandant werd gevangen ge
nomen, aan een boom gebonden (dit
alles volgens het verhaal van zijn eigen
jongen, die het moordtooneel van uit de
verte aanschouwde), en met lanssteken
langzaam afgemaakt.
In verband met de ten aanzien
van het eiland Nias aangenomen poli
tieke gedragslijn, is als beginsel aaore-
nomeD, dat voorloopig geene zendmgsla-
tions zullen worden toegelaten ten
zuiden der lijn Oedjong Zerimbo, Oed-
joeng Goenoeng Leinboe, en dat het
oprichten van stations ten noorden dier
lijn onderworpen zal moeten worden aan
de goedkeuring van den goeverneur van
Sumatra's Westkust, weshalve aan de
toelating van zendelingen de voorwaarde
zal zijn te verbinden, dat zij tot het op
richten van stations buiten het recht-
6treek8ch gebied telkenmale nadere ver
gunning aan den goeverneur van Suma
tra's Westkust zullen moeten vragen.
Bliikens eene ordonnantie in de
Jav. Ct. opgenomen, zal van 1 Januari
1891 af in het goevernement Celebes en
Quderhoorigheden, voor zoover dit onder
ons rechtstreeksch gezag staat, eene hoof
delijke belasting worden geheven van alle
personen, behoorende tot de inlandsche
bevolking, die den vollen ouderdom van
18 jaar hebben bereikt (van de vrouwen
alleen, wanneer zij zelfstandig in haar
levensonderhoud voorzien), uitgezonderd
van hen, die hun hoofdbestaan iu de
rijstcultuur vinden en als zoodanig in de
vertiening zyn aangeslagen. Daarentegen
worden acht verschillende belastingen,
tot nog toe geheven, afgeschaft.
Omtrent de verrichtingen met
den ballon in Atjeh vernemen wij het
volgende
Op 8 dezer gingen beide heeren te
Penditi met den ballon de lucht inzij
bereikten eene hoogte van p.m. 150
en kwamen daarna behouden te dier
plaatse weder neder.
Dan volgenden dag werd de proef te
Lambaroe herhaald; uit die plaats werd
nu een granaat-kartets op de atjehsche
benting te Tjot Goë afgeschoten. Uit
den ballon zagen genoemde heeren het
projectiel in de benting uiteenspatten,
De ballon werd vervolgens in de richting
van Kota-Radja gestuurd. Ter hoogtt
van de kampong Tandjoeng raakte hy
evenwel in de takken van een hoogen
boom verward, waardoor hij eene scheur
bekwam, waaruit het ga3 ontsnapte,
Persoonlijke ongelukken had dit niet
tengevolge, en de ballon werd door eene
locomotief teruggevoerd.
Tusschen Larabaroe en Tjot-Goé werd
er door Atjehers op den ballon geschoten,
zonder hem te treilen.
De hoogleeraar en directeur aan
's-rijks-geologisch museum te Leiden dr.
R. Martin heeft de regeering voorge
steld, de uitgave van het werk betref
fende het door hem te verrichten on
derzoek van versteeningen van Java in
de duitsche in stede van in de nederl.
taai te doen geschieden. (Bat. Rbl.)
In verband met het groot aantal
op te nemeu lijders ia de afdeeling voor
krankzinnigen van hst chineesch hospi
taal te Batavia, is het oppassersperso
neel aldaar vermeederd met 2 oppassers
Ter Atjeh's Oostkust ontwaarde
het ia de wateren aldaar kruisende
oorlogsschip Sindoro oalangs ter hoogte
van het staatje Soengei Raja eene atjeh
sche prauw, die op het zien van bet
oorlogsschip ijlings een der riviertjes
binnenvoer. Eene gewapende sloep werd
onmiddellijk door de Sindoro tegen de
prauw afgezonden. Toen de sloop
den vasten wal bereikt had, werd de
atjehsche tolk vaa diea oorlogs
bodem, dia zich mede in de sloep
bevond,naar de bemanning dor prauw afge
vaardigd. Nauwelijks was hij haar ge
naderd, of een der Atjehers bracht ham
een klewanghouw toe. Op dit oogenblik
schoot de eommandeerenda zee-officier
uit de sloep den aanvaller neder. De
overige bemanning der prauw nam op
de voorwaartsche beweging der mariniers
de vlucht, de prauw in den steek latende,
welke met haren inhoud door de onzen
werd in beslag genomen.
CIVIEL DEPARTEMENT.
VerlmidEen tweej. verl. naar Europa,
wegens ziekte, aan den hoofdonderwijzer
bij de kweekschool voor inlandsche onder
wijzers te Makassar F. B. Nunnink;
naar Nederland, aan den president van
de wees- en boedelkamer te Soerabaya
J. C. Tasehaan den voerzitter van de
landr. te Grisee, Sidajoe en Lamongan
mr. F. C. H. Loroh; wegens vijftien
jaren onafgebr. dienst, aan den le comm.
bij de Alg. Rekenk. D. J, Diepenhorst.
MILITAIR DEPARTEMENT.
Verleend: een tweej. verl. naar Neder
land wegens ziekte, aan den kapt. der
inf. A. Aeilkoma.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de ind. bladen vaa 22 tot 80 Aug.
GEBOORTEN: Gey v. Pittius—
Blanken d. Batavia. - M. A. C. Bau
mannSteenkamp z. Batavia. - H. J,
de VriesFalkema d. Batavia. - Boen
der d. MakaSsar. - W. H. ten Cate
Bekking z. Nagawie. - v. Mseverden
Oudemans z. Ngawie. - C. Jansenr,
d. Linden d. Bandjermasin. - v. d. Busscbe
v. d. Haas z. Salatiga. - H. Preijer
Brouckhorst z. Semarang. - M. de
Roockv. Vollenhoven Padaag. - C.
F. W. Canter VisseherWillers d. Tegal,
- A. W. BastiaansKrecke z. M.
Jansende Tries d.C. F. J. W. van
der WoudenKlerks d. allen Semarang.
- A. V. RobertKoathoofd d.Ev.
E. RenneMahióu z. C. M. Laseur
Van Ligten z. C. Schaid—Silanse z.
F. LuaelErnold z.H. E. de Boer-
Rosbak z. allen Soerabaja. - Baidenmaan
Remmert z. Buitenzorg. - P. M. La
valetteBecker z. Batavia. - L. H,
Tjeenk WillinkEpke z. Ternate. - W.
MartensBrouwer z. Batavia.
GEHUWD: A. A. v. Mot man
Ch. Ch. Grebner, Buitenzorg. - Ch.
Jansen en A. M. Cobel, Batavia. -
H. Nolle en «H. Wilmer, Batavia. -
R. Kuipers en J. F. Peereboom Voller,
Peerwakarta. - F. A. Einthoven en M,
Baumgarten, Djocja-Utreeht. - H.
Rijnders en H. C. Krol, Weltevreden.
F. Bousché en W. F. Kouwenberg, W,
van Zee en de chin, vrouw Si Sowanjoe,
beiden te Semarang. - J. Raaff en C,
F. J. Breetveld, J. J. Kraak en J. Mei-
chior, beiden te Soerabaia.
OVERLEDENWed. Bolderman
Batavia. - E. J. S. Wijchgel 73 j. Ma-
gelang. - Dochtertje van C. H. Arnold
4 j. Saraarang. - J. L. L. Leeuwen,
Padang. - A. J. H. Homburg 29
ang. - E. Constant 70 j. Sama
rang. - A. S. J. Pool, echtgen. van G.
H. C. van Zijll de Jong, Sido-ardjo.
J. Bleeker 33 j.S. A. Blom 17 j,
J. C. van Kleef 21 d.; A. C. Manuel
4^ j.M. Nassim 45 j.W. de Wolf
28 j., allen te Samaraog. - W. A. Orfc-
lieb 45 j. M. Mentel 47 j. ;B. G. Hul-
segge 4 m.; J. S. Muller 8 m.W. M.
L. Leijer8 1 j.; J. Pais 32 j. J. Faber
32 j.J. H. Kuster 31 j.W. Gilmour
23 j.C. J. A. Duijshart 10 m., allen
te Soerabaia. - C. L. ter MeulenBrugs-
ma, Weltevreden. - A. A. Frankhanel
Schuier, Batavia.
Men zal zieh herinneren dat bij het
uitbreken der jongste onlusten in het
witsersehe kanton Tessie, de staatsraad
Rossi, eea jeugdig advokaat, de eenige
was, die als slachtoffer daarvan viel.
Eerst dacht men, dat hij, weerstand
biedende bij de overrompeling van het
regeeringagcbouw, in den strijd daarby
ontstaande gesneuveld was, maar thans
moet het zonneklaar gebleken zijn, dat
hij heeft blootgestaan aan eene persoon
lijke wraakneming uitgeoefend door
zekeren Campioni, een geboren Tessi-
nees, maar sedert gornimen tijd te Lon
den woonaohtig waar hij als beeldhouwer
gevestigd. Destijds was een broeder
van Campioai door een familie-lid van
Rassi om 't leven gebraeht en eerstge
noemde daarover Bog altijd op wraak
zinnende, nam thans do gelegenheid te
baat om naar zyn vaderland te reizen
en van de verwarring partij te trekken
om zijn boos opzet te volvoeren, wat
hem maar al te wel gelukt is.
Naar men zegt werd Rossi in zijn
bureau vastgehouden door twee hand
langers van zijn moordenaar, die toen
op zijn gemak een revolver op hem
aanlegde en hem eer. kogel door den
hals joeg, waardoor hij terstond gedood
werd, Campioni is vier dagen later weder
naar Engeland gegaan.
De engelsche regeering heeft, gewei
gerd Campioni uit te leveren op grond dat
het gebeurde totnogtoe als een politieke
misdaad wordt beschouwdwaarvoor
Engeland niet uitlevert. Wanneer men
eehter bewijzen genoeg kan bijbrengen,
dat men hier mot een moordaanslag uit
wraak ie doon heeft, dan alleen is het
mogelijk dat do bedrijver zyn gereehte
straf niet ontkomt.
Deze bewijzen meent men gevonden
te hebben in de verklaringen van een
persoon op wiens schouders Campioni
;esteuad zou hebben, toen hij zijn pistool
afschoot. Er heerscht nog altijd groote
agitatie naar aanleiding van dit voorval
ea de partygenooten van den vevslagene
zoeken daaruit zooveel mogelijk munt
slaan. Zoo is o a. in het bloed van
den verslageno een doek gedoopt, die als
vaandel is bevestigd aan oen stok, waar
mede de studenten van Rossi's partij rond-
loope». Eerst heeft deze doek dienst gedaan
op Rossi's lijkbaar, terwijl bij do ter
aardebestelling in heftige bewoordingen
een schitterende wraak werd gezworen.
Het oproer vindt ook in aadere ge
deelten van Zwitserland naklank. Zoo
hebben in eenige kantons van Midden
Zwitserland groote volksvergaderingen
plaats gehad, waarbij aan de oproerige
geestverwanten in Tessin instemming
werd betuigd.
Daar echter het oproerig betoog in
dit kanton van geheel plaatselijken aard
men voor geene ernstige gevolgen
beducht, en laat men de lieden kalm
uitrazen.
In den Bondsraad te Bern is druk
over het voorgevallene beraadslaagd en
men ten slotte tot overeenstemming
geraakt niet dien verstande dat in de
Kamers ophelderingen zullen worden ge
geven aangaande het voorgevallene. De
verklaringen zullen hoofdzakelijk inhou
den, dat het omvergeworpen goeverne
ment altijd beschouwd is geworden als
het wettige bestuur en als zoodanig zal
worden hersteld, zoodra de daartegen
bestaande hinderpalen uit den weg zullen
zijn geruimd, indien onvoorziene gebeur
tenissen dit niet onmogelijk maken en
onafhankelijk van den uitslag der ver-
kiozingen, die d8n 5en October a. s. zul
len plaats hebben.
De Eigaro beweert dat een zijner cor
respondenten te Napels een onderhoud met
Crispi zou hebben gehad, waarvan het
blad het volgende résumé geeft
Ondervraagd ©p het punt der bewa
peningen moet Crispi geantwoord hebben,
dat het de plicht van het land was zieh,
wanneer het werd aangevallen, te kunoen
verdedigen, maar dat hij de wapeningen
reeds vond, toen hij aangesteld werd.
Wat het drievoudig verbond betreft,
zeide hij, dat dit ook reeds vóór hem tot
stand was gekomen. Men bad zich reeds
tegen Frankryk en Oostenrijk verbonden,
HOOFDSTUK XV.
Wij schoven onze stoelen dicht bij de tafel en ik begon mijn
verhaal. Ik vertelde hem alles tot in de bizonderheden en ver
zweeg niets. De opgewekte luchthartige Dick was plotseling ver
anderd in den ernatigen inspecteur van politie. Hij viel mij geen
enkel oogenblik in de rede, maar verzooht mij slechts een paar
keer een oogenblik op te houden, daar hij dan het een of ander
punt uit mijn verhaal, dat hem het belangrijkst toescheen, wilde
aanteekenen.
Toen ik uitgesproken had, merkte hij uiterst kalm op:
,/Dus, Fowler, gij zijt vast besloten om uw lieftallige naamge
note op te zoeken en haar dan te huwen, wanneer zij u tenminste
wil hebben."
,/Ja, ik ben vast besloten, Dick. Ik heb alles goed overwogen."
//Neem bet mij niet kwalijk, David; het is een uiterst kiesche
zaak om in deze omstandigheden u behulpzaam te zijn, maar ik
moet er u op wijzen daar ik de eenige ben, die iets van de
zaak weet, moet ik u dus een goeden raad trachten te geven
dat gij blindelings zijt te werk gegaan en de zaak voor uw toe
komstig geluk een zeer noodlottig besluit kan hebbeD. Wie is die
dame? Wie is haar familie? Dit hadt gij eerst moeten weten,
alvorens zoo overyld te handelen, zooals gij gedaan hebt. Het
huwelyk is een ernstige zaak, een drommels ernstige stap, dat
kan ik u verzekeren. Zij is wellicht zooals uw verbeelding u haar
voorstelt, maar ook kan zij geheel ander.s zijn. Dat is hier een
moeielijke vraag. Als een oud vriend, raad ik u aan, niet met te
veel overijling te handelen. Gij hebt nu alreeds niet met uw ge
wone voorzichtigheid gehandeld. Van al de dwaasheden, die een
man kan begaan, is ©r geen zoo erg als zich door een vrouw te
laten verstrikken. Gij hebt een flinke betrekking. Gij stygt voort
durend op de maatschappelijke ladder en zijt een geacht lid der
maatschappij. Gy kunt dus veel verliezen. Mijn goede, beste vriend,"
zeide Dick op smeekenden toon; //pas toeh op, dat gij uw goeden
naam niet verliest door een onbedachten stap. Wacht totdat gij
er van overtuigd zijt, dat die dame uwer waardig is."
z/Dank u, Dick. Uw vriendelijke raadgeving is welgemeend, dat
weet ik, maar zoudt gy niet denken, dat gij nog tijd genoeg hebt
om mij te waarschuwen, wanneer gij haar voor mij gevonden
hebt Op het oogenblik ben ik immers niet in de gelegenheid ©m
een onbedachten stap te doen, bovendien is het, dunkt mij, de
gewoonte niet van mijn vriend Dick Bland, om zonder reden
vrouwen te wantrouwen. Ik zeg u nogmaals, Dick, ik ben ver
rukt, betooverd, verblind, wat gij maar wilt door die schoone
vrouw. Haar fraaie gestalte en bekoorlijk gelaat staan mij voort
durend voor oogen en al mijn hoop, myn geluk zal zijn om haar
liefde te winnen en met haar in het hawelijk te treden. Zelfs al
was d zij mij niet waardig, waarvan gy zooeven spraakt, dan zou
Jk haar toeh huwen. Ik behoef eehter niet te vreezen, dat zij mij
onwaardig zou zijn. Wanneer het gelaat, de waarheid daarvan is
mij dikwijls gebleken, de spiegel is, waarin de ziel wordt weer
kaatst, dan heeft zij het beminnelijkste gelaat, dat ik ooit heb ge
zien, daar reinheid en goedheid er op te lezen staan Bovendien,"
vervolgde ik, in geestdrift gerakende, tfheeft ieder mensch een
instinct, fijn, gevoelig en onverklaarbaar, hoewel het ongetwijfeld
bestaat, een opmerkingsgave, waarbij het verstand niet geraad-
pleegd wordt en waardoor een ieder als door een ingeving de zie
len aan hem verwant kan opsporen. Ik geloof, dat in deze wereld
voor iederen man een vrouw wordt geschapen, die men zijn tweede
ik kan noemeD, wier hart de kloppingen van zijn hart volgt en
wier roeping het is, om de ruwheden en oneffenheden van zijn
mannelijk karakter te verzachten en uit den weg te ruimen en
hem op die wijze door hunne verwantschap te volmaken. De groote
Schepper, als de bron der liefde, stort zijn geest van liefde uit
over de harten der menschen; dez© liefde blijft verborgen, totdat
de heilige vonken der onderlinge verwantschap tusschen twee men-
sehenzielen ze doet ontgloeien.
(Wordt vervolgd-)