KOLONIËN. POLITIEK OVERZICHT. met den naam van zijne grootmoeder onderteekend. Hij gaf daarby voor, dat het werkelijke re<ju later zou volgen, waarop de uitbetaling plaats had. Gelijk van een dergelijken knaap te verwachten was, werd het geld aan verschillende nuttelooze zaken wegge worpen een kameraad hielp mede het geld opmaken en in een paar dagen den lOen Augustus werd beklaagde reeds in hechtenis genomen waren de 1200 uitgegeven. De grove verteringen trokken natuurlijk de aandacht der politie, die den knaap reeds van zeer ongunstige zijde had leeren kennen, en, hoewel geen aangifte was gedaan, volgde inhechtenis neming. De zaak werd Maandag voor de recht bank te 's-Hage behandeld. Subst.-off. van justitie mr. Pleijte, ving zijn requisitoir aan met te wyzen op het ongunstig verleden van beklaagde, die van zijn 7de jaar af, zich aan verschil lende diefstallen, ja zeis aan brandstich' ting, schuldig gemaakt had. Het bewijs voor het ten laste gelegde achtte Z.E. Achtb. volkomen geleverd en hy vorderde, we gens valschheid ia geschrift, en het des- bewust gebruik maken daarvan, veroor deeling tot 1 jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. C. A. Vaillant, deed het O. M. opmerken, dat het straf register van bekl. niet zoo zwart is als het door den subst.-off. van justitie werd geschilderd, want al werden ten huize van de wed. de J. verschillende diefstallen gepleegd, en bekl. daarvan verdacht, slechts éénmaal bestond daarvoor het bewijs. Hoewel pleiter aan de grootmoeder niet wilde verwijten dat zij haar klein kind bedorven heeft, toch spreken daar voor de feiten en de gevolgen zijn niet uitgebleven. Naar pleiters oordeel heeft de knaap nooit den omvang begrepen van de daden door hem gepleegd en al hetgeen hij deed, of liever misdeed, was ten nadeele zijner grootmoeder. In dit geval moge dit niet zoo wezen en het misdrijf tegen den bankier gericht zijn, doch daarvan was beklaagde zich blijk baar niet bewust. Uit alle feiten door hem gepleegd,'ook uit de wyze waarop hij het geld verteerde, spreekt brood dronkenheid. Daarom verzocht pleiter aan den onbezonnen knaap een zoo licht mogelijke straf op te leggen. Uitspraak Maandag a.s. kleine schol 2 a 2.50, scharren ƒ1.50 2.25 en tarbot 10 a 15, alles per mand. willekeurig verzuim weer goed temaken,en 2 oppasseressen a 15 's maands. VISSCHER1J. Enkhuizzen, 28 Sept. Gedurende de afgeloopen week werd alhier aange voerd 10.750 kg. bot, prijs 28 a 24 ct. per kg.600 kg. paling, prijs 40 ct. per kg., en 280 manden garnalen, prijs 75 ct. per kg., en 280 manden garnalen, prijs 75 ct. per mand. Door onze Noordzeevisschers werd van ƒ20 tot ƒ105 per vaartuig be- somd. Nieuwediep 29 September. De Seheveninger bom Vrouw Arentje schip per Westerduin, kwam heden alhier binnen met gebroken mast, aanbrengende 260 kantjes en ruim 12,000 losse ha- ring. T es 8 e 1, 28 Sept. Het palingvissehen in zee leverde in de afgeloopen week evenmin goede uitkomsten op als in de binnenwateren. De paling gold van 20 tot 60 ct. per kg. Door de Noordzee visschers werd van 25 tot 100 per schuit besomd. Harders en zeebaarB weinig gevaügende prijs was van 22£ tot 30 ct. per kilogr. Naar Engeland en Schotland werden flinke hoeveelhe den mosselen verzonden. De aanvoer voor de rookerijen bestond alleen uit scharren, tegen ƒ1.50 a ƒ2.25 per mand. T e s s e 1 29 September. Door de Noordzeevisschers van hier werden in de afgeloopen week elders ter isarkt ge bracht; 10,000 tongen, eenige tarbotten, 300 roggen, 200 scbelvisschen, 500 man den kleine schol, 600 manden scharren en 40 manden kleine tarbot. De prijzen waren als volgt: groote tongen 50 a 60, kleine en middel dito 5 k 25 c., tarbot ƒ9 a 10.50, raggen 75 k 90 ct. schelvisch 25 a 30 e., alles per stuk (Uit bataviasche bladen van 2230 Augustus j.l.) BATAVIA, 30 Augustus. Aan het mail-overzicht van den Lava- bode is het volgende ontleend tot 30 Augustus: Sedert het begin van dit jaar is de raming van den goevernementskoffieoogst op Java met 60.000 pikols verminderd en gebracht op 130.000. In de pakhui zen alhier waren van vroegere jaren nog ongeveer 60.000 pikols aanwezig en in die te Soerabaya, 20,000, zoodat de geheel© beschikbare voorraad 220,000 pikols bedraagt, waarvan 100,000 pikols hier en de overige in Nederland zijn of worden verkocht. Met bet begin van 1891 zal er dus geen legkoffie meer zijn, doch algemeen wordt voor dat jaar op een grooten oogst gerekend, nu de zeer talrijke bloesems niet zijn afgeregend en de vrucht zich gezet heeft. Ook de par ticuliere ondernemingen maken dit jaar nog kleinere oogsten dan verwacht werd en hopen het volgende jaar de schade in te halen. De hooge koffieprijzen hebben ten ge volge, dat er nog voortdurend woeste gronden in erfpacht worden aangevraagd in het belang der bevolking en in dat van de goevernementskoffiecultuur wordt echter op tal van die aanvragen afwij zend beschikt. Trouwens wanneer al de aangevraagde perceelen werden ontgon nen, zouden er handen te kort komen, gelijk bij een rijken oogst als die van het vorige jaar ia sommige streken van den Oosthoek toch al het geval is: veel koffie gaat dan vertaren door gebrek aan plukkers. In de laatste veertien dagen zijn door de regeering twee belangrijke ordonnan tiën uitgevaardigd, vooral wat de strek king beireft. Bij de eene is de invoer van sterke dranken verboden op de Sangi-, Talaur- en Nanoesa-eilanden, ten noordoosten van Celebes gelegen. Tot nog toe bestond zulk eea verbod alleen ten opzichte van Nieuw Guinea en dit ten verzoeke van Duitschland en Enge land, die op hun deel van het eiland den invoer van sterke dranken reeds hadden geweerd. Thans eehter is het verbod gedaan in het enkele belang der bevolking van de genoemde eilanden, die te gronde wordt gericht door den slech ten hamburgschen foezel, voor welken binoen- en buiteDlandsche kooplieden copra en andere producten in ruil ont vangen. Eerst heeft men getracht aan den ruilhandel een einde te maken door de hoofden te laten bevelen, dat alleen tegen geld mocht worden verkocht, maar nu deze maatregel den invoer van sterke dranken, en nog wel slechte, niet belet, is men tot een verbod van dien invoer overgegaan, een verbod te merkwaardiger nu de nederlandsche regeering tot een dergelijk voor den Congostaat niet heeft willen medewerken. Het is mogelijk dat de handel op de genoemde eilanden thans zal verminderen, maar dan tevens zeker, dat de inlandsche bevolking minder kans heeft op uitsterven. Bij de andere ordonnantie worden eenige belastingen in het goevernemeut van Celebes en onderhoorigheden afge schaft en vervangen door een hoofdgeld, eene vereenvoudiging en hervorming, die nergens meer noodig ware dan daar: de bestaande belastingen toch vormen eene ware staalkaart. Waarschijnlijk dat deze herziening wel door andere wordt ge volgd. Algemeen heerecht hier verontwaardi ging over de wijziging door het pro spectus der Kon. Ned. Maatschappij tot exploitatie van petroleumbronnen in Ned. Indië gemaakt in de woorden van het rapport door den chef van het mijnwezen aan de regeering uitgebracht over de put- boring in Langkat. De meening dooren kelen voorgestaan, dat men te denken heeft aan de gevolgen van slordig lezen, en dat de directie der Maatschappij gaarne alles zal doen om haar dan on- vindt hier weinig of geen ingang, en de meesten gelooven, dat men te doen heeft met eene manoeuvre, die KJ de oprich ting van naamlooze vennootschappen wel niet geheel ongewoon is, maar die hier dubbel opvalt met bet oog op de man nen, die zich aan bet hoofd der zaak hebben gesteld. Men bericht nog het volgende om trent het afmaken van den luit. Dieaaont en de zijnen op Flores. Het geval heeft zich als volgt toege dragen: Tusschen de verschillende étappes schijnen eenige posten, 6 a 10 man sterk, te zijn geschoven. Het bevel over vier daarvan was opgedragen aan een officier. Terwijl de commandant zieh nu bij éen dezer po3ten bevond, werd deze aan gevallen. Eenige manschappen vluchtten de overigen werden afgemaakt voor dat er nog aan verdediging gedacht kon worden. De commandant werd gevangen ge nomen, aan een boom gebonden (dit alles volgens het verhaal van zijn eigen jongen, die het moordtooneel van uit de verte aanschouwde), en met lanssteken langzaam afgemaakt. In verband met de ten aanzien van het eiland Nias aangenomen poli tieke gedragslijn, is als beginsel aaore- nomeD, dat voorloopig geene zendmgsla- tions zullen worden toegelaten ten zuiden der lijn Oedjong Zerimbo, Oed- joeng Goenoeng Leinboe, en dat het oprichten van stations ten noorden dier lijn onderworpen zal moeten worden aan de goedkeuring van den goeverneur van Sumatra's Westkust, weshalve aan de toelating van zendelingen de voorwaarde zal zijn te verbinden, dat zij tot het op richten van stations buiten het recht- 6treek8ch gebied telkenmale nadere ver gunning aan den goeverneur van Suma tra's Westkust zullen moeten vragen. Bliikens eene ordonnantie in de Jav. Ct. opgenomen, zal van 1 Januari 1891 af in het goevernement Celebes en Quderhoorigheden, voor zoover dit onder ons rechtstreeksch gezag staat, eene hoof delijke belasting worden geheven van alle personen, behoorende tot de inlandsche bevolking, die den vollen ouderdom van 18 jaar hebben bereikt (van de vrouwen alleen, wanneer zij zelfstandig in haar levensonderhoud voorzien), uitgezonderd van hen, die hun hoofdbestaan iu de rijstcultuur vinden en als zoodanig in de vertiening zyn aangeslagen. Daarentegen worden acht verschillende belastingen, tot nog toe geheven, afgeschaft. Omtrent de verrichtingen met den ballon in Atjeh vernemen wij het volgende Op 8 dezer gingen beide heeren te Penditi met den ballon de lucht inzij bereikten eene hoogte van p.m. 150 en kwamen daarna behouden te dier plaatse weder neder. Dan volgenden dag werd de proef te Lambaroe herhaald; uit die plaats werd nu een granaat-kartets op de atjehsche benting te Tjot Goë afgeschoten. Uit den ballon zagen genoemde heeren het projectiel in de benting uiteenspatten, De ballon werd vervolgens in de richting van Kota-Radja gestuurd. Ter hoogtt van de kampong Tandjoeng raakte hy evenwel in de takken van een hoogen boom verward, waardoor hij eene scheur bekwam, waaruit het ga3 ontsnapte, Persoonlijke ongelukken had dit niet tengevolge, en de ballon werd door eene locomotief teruggevoerd. Tusschen Larabaroe en Tjot-Goé werd er door Atjehers op den ballon geschoten, zonder hem te treilen. De hoogleeraar en directeur aan 's-rijks-geologisch museum te Leiden dr. R. Martin heeft de regeering voorge steld, de uitgave van het werk betref fende het door hem te verrichten on derzoek van versteeningen van Java in de duitsche in stede van in de nederl. taai te doen geschieden. (Bat. Rbl.) In verband met het groot aantal op te nemeu lijders ia de afdeeling voor krankzinnigen van hst chineesch hospi taal te Batavia, is het oppassersperso neel aldaar vermeederd met 2 oppassers Ter Atjeh's Oostkust ontwaarde het ia de wateren aldaar kruisende oorlogsschip Sindoro oalangs ter hoogte van het staatje Soengei Raja eene atjeh sche prauw, die op het zien van bet oorlogsschip ijlings een der riviertjes binnenvoer. Eene gewapende sloep werd onmiddellijk door de Sindoro tegen de prauw afgezonden. Toen de sloop den vasten wal bereikt had, werd de atjehsche tolk vaa diea oorlogs bodem, dia zich mede in de sloep bevond,naar de bemanning dor prauw afge vaardigd. Nauwelijks was hij haar ge naderd, of een der Atjehers bracht ham een klewanghouw toe. Op dit oogenblik schoot de eommandeerenda zee-officier uit de sloep den aanvaller neder. De overige bemanning der prauw nam op de voorwaartsche beweging der mariniers de vlucht, de prauw in den steek latende, welke met haren inhoud door de onzen werd in beslag genomen. CIVIEL DEPARTEMENT. VerlmidEen tweej. verl. naar Europa, wegens ziekte, aan den hoofdonderwijzer bij de kweekschool voor inlandsche onder wijzers te Makassar F. B. Nunnink; naar Nederland, aan den president van de wees- en boedelkamer te Soerabaya J. C. Tasehaan den voerzitter van de landr. te Grisee, Sidajoe en Lamongan mr. F. C. H. Loroh; wegens vijftien jaren onafgebr. dienst, aan den le comm. bij de Alg. Rekenk. D. J, Diepenhorst. MILITAIR DEPARTEMENT. Verleend: een tweej. verl. naar Neder land wegens ziekte, aan den kapt. der inf. A. Aeilkoma. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit de ind. bladen vaa 22 tot 80 Aug. GEBOORTEN: Gey v. Pittius— Blanken d. Batavia. - M. A. C. Bau mannSteenkamp z. Batavia. - H. J, de VriesFalkema d. Batavia. - Boen der d. MakaSsar. - W. H. ten Cate Bekking z. Nagawie. - v. Mseverden Oudemans z. Ngawie. - C. Jansenr, d. Linden d. Bandjermasin. - v. d. Busscbe v. d. Haas z. Salatiga. - H. Preijer Brouckhorst z. Semarang. - M. de Roockv. Vollenhoven Padaag. - C. F. W. Canter VisseherWillers d. Tegal, - A. W. BastiaansKrecke z. M. Jansende Tries d.C. F. J. W. van der WoudenKlerks d. allen Semarang. - A. V. RobertKoathoofd d.Ev. E. RenneMahióu z. C. M. Laseur Van Ligten z. C. Schaid—Silanse z. F. LuaelErnold z.H. E. de Boer- Rosbak z. allen Soerabaja. - Baidenmaan Remmert z. Buitenzorg. - P. M. La valetteBecker z. Batavia. - L. H, Tjeenk WillinkEpke z. Ternate. - W. MartensBrouwer z. Batavia. GEHUWD: A. A. v. Mot man Ch. Ch. Grebner, Buitenzorg. - Ch. Jansen en A. M. Cobel, Batavia. - H. Nolle en «H. Wilmer, Batavia. - R. Kuipers en J. F. Peereboom Voller, Peerwakarta. - F. A. Einthoven en M, Baumgarten, Djocja-Utreeht. - H. Rijnders en H. C. Krol, Weltevreden. F. Bousché en W. F. Kouwenberg, W, van Zee en de chin, vrouw Si Sowanjoe, beiden te Semarang. - J. Raaff en C, F. J. Breetveld, J. J. Kraak en J. Mei- chior, beiden te Soerabaia. OVERLEDENWed. Bolderman Batavia. - E. J. S. Wijchgel 73 j. Ma- gelang. - Dochtertje van C. H. Arnold 4 j. Saraarang. - J. L. L. Leeuwen, Padang. - A. J. H. Homburg 29 ang. - E. Constant 70 j. Sama rang. - A. S. J. Pool, echtgen. van G. H. C. van Zijll de Jong, Sido-ardjo. J. Bleeker 33 j.S. A. Blom 17 j, J. C. van Kleef 21 d.; A. C. Manuel 4^ j.M. Nassim 45 j.W. de Wolf 28 j., allen te Samaraog. - W. A. Orfc- lieb 45 j. M. Mentel 47 j. ;B. G. Hul- segge 4 m.; J. S. Muller 8 m.W. M. L. Leijer8 1 j.; J. Pais 32 j. J. Faber 32 j.J. H. Kuster 31 j.W. Gilmour 23 j.C. J. A. Duijshart 10 m., allen te Soerabaia. - C. L. ter MeulenBrugs- ma, Weltevreden. - A. A. Frankhanel Schuier, Batavia. Men zal zieh herinneren dat bij het uitbreken der jongste onlusten in het witsersehe kanton Tessie, de staatsraad Rossi, eea jeugdig advokaat, de eenige was, die als slachtoffer daarvan viel. Eerst dacht men, dat hij, weerstand biedende bij de overrompeling van het regeeringagcbouw, in den strijd daarby ontstaande gesneuveld was, maar thans moet het zonneklaar gebleken zijn, dat hij heeft blootgestaan aan eene persoon lijke wraakneming uitgeoefend door zekeren Campioni, een geboren Tessi- nees, maar sedert gornimen tijd te Lon den woonaohtig waar hij als beeldhouwer gevestigd. Destijds was een broeder van Campioai door een familie-lid van Rassi om 't leven gebraeht en eerstge noemde daarover Bog altijd op wraak zinnende, nam thans do gelegenheid te baat om naar zyn vaderland te reizen en van de verwarring partij te trekken om zijn boos opzet te volvoeren, wat hem maar al te wel gelukt is. Naar men zegt werd Rossi in zijn bureau vastgehouden door twee hand langers van zijn moordenaar, die toen op zijn gemak een revolver op hem aanlegde en hem eer. kogel door den hals joeg, waardoor hij terstond gedood werd, Campioni is vier dagen later weder naar Engeland gegaan. De engelsche regeering heeft, gewei gerd Campioni uit te leveren op grond dat het gebeurde totnogtoe als een politieke misdaad wordt beschouwdwaarvoor Engeland niet uitlevert. Wanneer men eehter bewijzen genoeg kan bijbrengen, dat men hier mot een moordaanslag uit wraak ie doon heeft, dan alleen is het mogelijk dat do bedrijver zyn gereehte straf niet ontkomt. Deze bewijzen meent men gevonden te hebben in de verklaringen van een persoon op wiens schouders Campioni ;esteuad zou hebben, toen hij zijn pistool afschoot. Er heerscht nog altijd groote agitatie naar aanleiding van dit voorval ea de partygenooten van den vevslagene zoeken daaruit zooveel mogelijk munt slaan. Zoo is o a. in het bloed van den verslageno een doek gedoopt, die als vaandel is bevestigd aan oen stok, waar mede de studenten van Rossi's partij rond- loope». Eerst heeft deze doek dienst gedaan op Rossi's lijkbaar, terwijl bij do ter aardebestelling in heftige bewoordingen een schitterende wraak werd gezworen. Het oproer vindt ook in aadere ge deelten van Zwitserland naklank. Zoo hebben in eenige kantons van Midden Zwitserland groote volksvergaderingen plaats gehad, waarbij aan de oproerige geestverwanten in Tessin instemming werd betuigd. Daar echter het oproerig betoog in dit kanton van geheel plaatselijken aard men voor geene ernstige gevolgen beducht, en laat men de lieden kalm uitrazen. In den Bondsraad te Bern is druk over het voorgevallene beraadslaagd en men ten slotte tot overeenstemming geraakt niet dien verstande dat in de Kamers ophelderingen zullen worden ge geven aangaande het voorgevallene. De verklaringen zullen hoofdzakelijk inhou den, dat het omvergeworpen goeverne ment altijd beschouwd is geworden als het wettige bestuur en als zoodanig zal worden hersteld, zoodra de daartegen bestaande hinderpalen uit den weg zullen zijn geruimd, indien onvoorziene gebeur tenissen dit niet onmogelijk maken en onafhankelijk van den uitslag der ver- kiozingen, die d8n 5en October a. s. zul len plaats hebben. De Eigaro beweert dat een zijner cor respondenten te Napels een onderhoud met Crispi zou hebben gehad, waarvan het blad het volgende résumé geeft Ondervraagd ©p het punt der bewa peningen moet Crispi geantwoord hebben, dat het de plicht van het land was zieh, wanneer het werd aangevallen, te kunoen verdedigen, maar dat hij de wapeningen reeds vond, toen hij aangesteld werd. Wat het drievoudig verbond betreft, zeide hij, dat dit ook reeds vóór hem tot stand was gekomen. Men bad zich reeds tegen Frankryk en Oostenrijk verbonden, HOOFDSTUK XV. Wij schoven onze stoelen dicht bij de tafel en ik begon mijn verhaal. Ik vertelde hem alles tot in de bizonderheden en ver zweeg niets. De opgewekte luchthartige Dick was plotseling ver anderd in den ernatigen inspecteur van politie. Hij viel mij geen enkel oogenblik in de rede, maar verzooht mij slechts een paar keer een oogenblik op te houden, daar hij dan het een of ander punt uit mijn verhaal, dat hem het belangrijkst toescheen, wilde aanteekenen. Toen ik uitgesproken had, merkte hij uiterst kalm op: ,/Dus, Fowler, gij zijt vast besloten om uw lieftallige naamge note op te zoeken en haar dan te huwen, wanneer zij u tenminste wil hebben." ,/Ja, ik ben vast besloten, Dick. Ik heb alles goed overwogen." //Neem bet mij niet kwalijk, David; het is een uiterst kiesche zaak om in deze omstandigheden u behulpzaam te zijn, maar ik moet er u op wijzen daar ik de eenige ben, die iets van de zaak weet, moet ik u dus een goeden raad trachten te geven dat gij blindelings zijt te werk gegaan en de zaak voor uw toe komstig geluk een zeer noodlottig besluit kan hebbeD. Wie is die dame? Wie is haar familie? Dit hadt gij eerst moeten weten, alvorens zoo overyld te handelen, zooals gij gedaan hebt. Het huwelyk is een ernstige zaak, een drommels ernstige stap, dat kan ik u verzekeren. Zij is wellicht zooals uw verbeelding u haar voorstelt, maar ook kan zij geheel ander.s zijn. Dat is hier een moeielijke vraag. Als een oud vriend, raad ik u aan, niet met te veel overijling te handelen. Gij hebt nu alreeds niet met uw ge wone voorzichtigheid gehandeld. Van al de dwaasheden, die een man kan begaan, is ©r geen zoo erg als zich door een vrouw te laten verstrikken. Gij hebt een flinke betrekking. Gij stygt voort durend op de maatschappelijke ladder en zijt een geacht lid der maatschappij. Gy kunt dus veel verliezen. Mijn goede, beste vriend," zeide Dick op smeekenden toon; //pas toeh op, dat gij uw goeden naam niet verliest door een onbedachten stap. Wacht totdat gij er van overtuigd zijt, dat die dame uwer waardig is." z/Dank u, Dick. Uw vriendelijke raadgeving is welgemeend, dat weet ik, maar zoudt gy niet denken, dat gij nog tijd genoeg hebt om mij te waarschuwen, wanneer gij haar voor mij gevonden hebt Op het oogenblik ben ik immers niet in de gelegenheid ©m een onbedachten stap te doen, bovendien is het, dunkt mij, de gewoonte niet van mijn vriend Dick Bland, om zonder reden vrouwen te wantrouwen. Ik zeg u nogmaals, Dick, ik ben ver rukt, betooverd, verblind, wat gij maar wilt door die schoone vrouw. Haar fraaie gestalte en bekoorlijk gelaat staan mij voort durend voor oogen en al mijn hoop, myn geluk zal zijn om haar liefde te winnen en met haar in het hawelijk te treden. Zelfs al was d zij mij niet waardig, waarvan gy zooeven spraakt, dan zou Jk haar toeh huwen. Ik behoef eehter niet te vreezen, dat zij mij onwaardig zou zijn. Wanneer het gelaat, de waarheid daarvan is mij dikwijls gebleken, de spiegel is, waarin de ziel wordt weer kaatst, dan heeft zij het beminnelijkste gelaat, dat ik ooit heb ge zien, daar reinheid en goedheid er op te lezen staan Bovendien," vervolgde ik, in geestdrift gerakende, tfheeft ieder mensch een instinct, fijn, gevoelig en onverklaarbaar, hoewel het ongetwijfeld bestaat, een opmerkingsgave, waarbij het verstand niet geraad- pleegd wordt en waardoor een ieder als door een ingeving de zie len aan hem verwant kan opsporen. Ik geloof, dat in deze wereld voor iederen man een vrouw wordt geschapen, die men zijn tweede ik kan noemeD, wier hart de kloppingen van zijn hart volgt en wier roeping het is, om de ruwheden en oneffenheden van zijn mannelijk karakter te verzachten en uit den weg te ruimen en hem op die wijze door hunne verwantschap te volmaken. De groote Schepper, als de bron der liefde, stort zijn geest van liefde uit over de harten der menschen; dez© liefde blijft verborgen, totdat de heilige vonken der onderlinge verwantschap tusschen twee men- sehenzielen ze doet ontgloeien. (Wordt vervolgd-)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2