8e Jaargang.
Woensdag 8 October 1890.
A B C ïT II1M1F S P EIJ S
ABVERTEITTI3*:
STADSNIEUWS.
„Waidadiihaii naar Vernogan"
BI N N a Al 3!
ü'ËUI L L E T O IS.
El VBQÏÏW Vil Bil SF1LEB.
Direoteoren-Ultgeveri J. C. PEEEEBOOÏS »k S. B. AVIS.
Voor Haarlem per 3 maanden1.80.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0-05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zen- en Feestdagen.j
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. "OeiefoeraniuaBaer las.
van 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 tent»
Groote letter» naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen e» Advertenties worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en coaractieri.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Qtniya.lt it PubliciU Etrangirt G, L I)A TJBB §r Oo.t JOHN F. JONES^ SvcCf Farjjt 31 hit Faubourg Monintartr*
Haarlem 7 October 1890.
Door het gemeentebestuur zijn de na
volgende vergunningen verleend aan
B. Augustinus tot verplaatsing van
een gasmotor in het perceel aan de Zijl
straat get. no. 77
C. van Mastwijk tot oprichting van
eene slachterij in het perceel aan dezelfde
straat get. no. 68.
Maandagavond hield de kiesvereeoi-
ging „Vooruitgang" eene vergadering in
„Weten en Werken," tot het stellen van
een candidaat voor den Gemeenteraad
(vacature dr. Von Reekeu).
Nadat een aantal nieuwe aspirant
leden met acclamatie als leden waren
aangenomen, wenschto de waarnemend
voorzitter, de heer J. H. Krelage, de
vergadering geluk met het welslagen van
de verkiezing van haren vorigen candi
daat, den heer mr. Th. de liaan Hugen-
koltz, en feliciteerde ook dezen met zijne
benoeming.
Daarop deelde de voorz. mede, dat
was ingekomen een briefje, waarop door
drie der leden een candidaat voor den
gemeenteraad was voorgesteld, doch dat
dit weór voor de vaststelling van het
convocatie-biljet was ingetrokken. De
eenige opgegeven candidaat was derhalve
mr. A. A. van der Mersch, voorgesteld
door de heeren J. H. Koolhoven, W.
H. Voet en A. van der Laan.
Een der voorstellers beval de candi-
datuur van den heer van der Mersch
aan. „Ik kan zeer kort zijn," zeide hij,
„waar het geldt eene aanbeveling van
den heer van der Mersch, die al zoo
lang hier bekend is als een bekwaam
en achtenswaardig man. Over zijne be
ginselen behoef ik niet te spreken dat
hij lid is van onze vereoniging bowijst
reeds genoeg, in welke richting hij zal
werkzaam zijn.
Dat er slechts een candidaat voor deze
verkiezing genoemd is, bewijst wel welk
een gewichtige betrekking men het lid
maatschap van den Raad acht."
De heer D. de Clereq heeft den heer
Van der Mersch geïnterviewd en onder
vraagd over zijne beginselen.
Deze verklaarde zich voorstander van
een ambachtsschool (die, voegde de heer
de Clereq er bij, slechts 1000 gulden
meer aan de gemeente behoeft te kos
ten, dan de Burgeravondschool); van
bouwpolitie (het wemelt in de etad nog
van woningen, die geqialificeerd worden
als paardenstallen en varkenshokken);
van de bestrijding van ket misbruik van
sterken drank (hoewel het aantal ver
gunningen in onze stad slechts 105 mag
zijn. bedraast het 243); van gratis toe
lating van veelbelovende jongens uit de
lagere klasse, op de middelbare scholen
van volksbaden, liever echter in afzon
derlijke geboawen dan op scholen (de
zaak der volksbaden is reeds een heel
eind op streek, doeh het zal uoodig kun
nen zyo, ons te£ den gemeenteraad om
subsidie te wenden); van een onderzoek
van levensmiddelen, t. w. brood en an
dere levensmiddelen voor den minderen
man; (het gas zou dan eens een keer
minder kunnen worden onderzocht).
Verder hoopt mr. Van der Mersch te
bevorderen de afdoening van het rekest
in zake het Buitenhuis, dat reeds een
jaar lang bij B. en W. ligt.
Eindelijk verklaarde de heer Van der
Mersch zich tegenstander van de thans
vigeerende verteringsbelasting, en meen
de, dat een inkomstenbelasting onder de
gegeven omstandigheden de eenig wen-
schelijke was. Voorstander was hij van
de vei zekering van werklioden bij de
gemeentewerken, tegen ongelukken.
Alzoo, besloot de heer de Clereq, kan
de keer Van der Mersch ook door „Volks
belang" worden gesteund.
Thans giag men tot stemming over
en werd de heer Van der Mersch can
didaat gesteld door de vereeniging „Voor
uitgang" met 49 van de 64 stemmen.
Vijftien waren van onwaarde. De heer
mr. A. C. Waller maakte opmerkzaam,
dat 4 briefjes waarop voor en 4 waarop
tegen stond, z. i. als wettig behoorden te
worden aangemerkt.
Op voorstel van den voorzitter wordt
besloten, dit aan het Bestuur over te
laten.
Thans was ds agenda afgeloopen, en
vroeg de voorz., of iemand nog iets in
het midden wenschte te brengen. Daarop
stond Os. B. Tideman Jz. op en besprak
het onderwijs der vrouwelijke jeugd in
Haarlem. Eene eenigszins scherpe dis
cussie van de heeren jhr. mr. A.
J. Rethaan Macaré en mr. A. C. Wal
ler met den heer Tidemanvolgde
daarop.
Door de vergadering werd besloten,
aan de in dé vergadering tegenwoordig j
zijnde verslaggevers der pers te verzoe- j
ken van deze zaak niet uitvoerig mei-1
ding te maken. Daar dit verzoek op,
ook in onze oogen geldige, gronden be
rust, voldoen wij daaraan.
En dat te eerder, wijl tegelijk door de
vergadering besloten is, dat in de vol
gende week eene vergadering vau de
kiesvereeniging zal worden gehouden
ter bespreking van het door den heer
Tideman ter sprake gebrachte onderwerp.
Deze vergadering zal weliswaar eene
huishoudelijke zijn en de besprekingen
daarin gehouden zullen derhalve niet tot
het publiek doordringen, maar zij kan aan
leiding geven tot eene openbare verga
dering over deze zaak.
Ruim tien uur werd de vergadering
gesloten.
Bij de Vereeniging
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser.
- Een voor ziekenoppasser. - Drie voor
kantoorlooper. - Een voor portier. - Een
voor behanger. - Een voor schoen
maker. - Eon voor metselaarsknecht.
- Een voor broodbakkerskaecht. - Twee
voor tuinmansknecht. - Een voor op
zichter. - Vijf voor aard werkers of los
werkman. - Tien voor werkster of schoon
maakster. - Een voor burgerTraschvrouw.
- Een voor hulpkookstor. - Drie voor
burgernaaistor.- Drie voor breister. - Twee
voor mangelwerk. - Een voor strijkster.
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wenschen gebruik te
makenwordt beleefd verzocht zich
schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
In de laatste raadsvergadering te Be
verwijk is P. Deys tijdelijk geschorst
als gemeente-ontvaDger en benoemd tot
waarnemend gemeente-ontvanger N. P.
J. Rommel.
De wedstrijd met rijwielen te Bever
wijk vond veel bijval en is uitstekend
geslaagd. De prijs werd gewonnen door
jhr. T van Tuijl, de eerste premie door
Jansen, de tweede premie door jhr. C.
van Tuijl. De wedstrijd werd opgelui
sterd door de harmoniekapel.
Letteren en Kunst.
Te Wormerveer is een „Zaanlandsche
Teeken- en Sohildersvereeniging" opge
richt, onder den naam van „Anton Mau
ve". Het gezelschap bestaat voorloopig
uit 9 leden. Het bestuur isjsamengesteld
uit de heeren G. Folkerstma, P. C. Güt-
hard en J. C. De LaDge.
Caecilia. No. 19. Chopiniana
V, door dr. J De Jong. De Sym-
phonie pastorale van Beethoven,door Wal-
borg. Critische aankondigingen, door
W. F. G. Nicolaï (Orgelwerken van C.
F. Hendriks Jr.; M. H. Van 'tKruijs;
H. De Vries; C. Immig Jr. en Jan W.
F. Brandts Buijs.) Concerten, opera 's
Naar Het Vaderland van
welingelichte zijde verneemt, is in Den
Haag bericht uit Londen ontvangen, dat
wederom een besluit zou verschijnen,
waarbij de invoer van levend vee ver
boden wordt.
DE TOESTAND DES KONINGS.
De toestand van Z. M. den Koning,
is in de laatste week weinig veranderd.
Zijne Majesteit lijdt, zooals de genees-
heeren des Konings bevonden hebben
op een consult gehouden den 29sten
September 1890, aan eene verheffing
van het chronisch nierlijden, hetwelk
Zijne Majesteit noodzaakt het bed te
houden. De voeding is voldoende en de
krachten van den Hoogan Lijder zijn
zoer bevredigend. S!aatsct
Door de inspecteurs van het
staatstoezicht op krankzinnigen zijn, naar
aan de N. R. Ctuit Arnhem wordt
gemeld, vervolgingen ingesteld tegen
verschillende hoofden van zoogenaamde
privaatgestichten in Gelderland en
Utrecht, wegens het opnemen en ver
plegen van krankzinnigen, zonder dat
daarvan de by de wet voorgeschreven
aangifte had plaats gehad, zoodat zij aan
hun toezicht waren onttrokken.
Tegenover de information
door den heer Tindal omtrent 'sKonings
toestand ingewonnen, zijn we in staat,
andere en betere informatien te kunnen
stellen, voor wier nauwkeurigheid we
borg spreken, zegt dt Standaard.
Tot voor nu 14 dagen heeft de Ko
ning zijn gewonen arbeid verricht. Ge
lijk bekend is, verlaat hij nooit het Loo
en moeten de ministers alles schriftelijk
met hem afdoen, maar dit belet de per
soonlijke bemoeiing met 's lands zaken
geenszins. Geheel den zomer gaf Z. M.
blijk, dat hij zich op de hoogte stelde
van hetgeen er omging, en er is niet
de minste grond om te meenen, dat hij
in meer of min onbewusten toestand
zijne toestemming, waar die noodig is,
ooit zou hebben gegeven. Natuurlijk
eischt dit lichamelijke inspanning; van
daar dat, t08n de oude ziekte weer ia
hevigheid toenam, Z. M. den arbeid
moest staken. Juist d« omstandigheid
dat, zoodra die ziekte erger werd, ook
geen enkel kon. besluit meer in de
Staatscour. verscheen, toont dat alles ia
volkomen normalen toestand is. Nog
dient er op te worden gelet, dat de
doctoren huisdokters zijn, en dat dus de
regeering geene macht over hen heeft.
De bizonderheden waaruit de persoon
lijke bemoeiing des Konings wiskunstig
zeker blijkt, zyn natuurlijk voor mode-
deeling onvatbaar, maar niettemin van
zoo stelligen aard, dat ze geen ruimte
voor eenigen twijfel laten.
Uit de gerechtelijke statistiek
over het jaar 1889.
II
ArroDdissements-Rechtbank. By de
rechtbanken werd dit jaar, in vergelij
king met het vorige, vermeerdering van
het getal zaken en van dat der Ar*~
waargenomen.
In vergelijking met het vorige jaar is
derhalve het getal der zaken met 634
en dat der beklaagden met 599 vermeer
derd. Het getal beklaagden bedroeg
1504 meer dan het gemiddeld cijfer over
de laatste tien jaren en dat der zaken
769 meer dan dit cijfer.
Onder de behandelden zaken waren
3424 of 21 pet. overtredingen, de mees
ten dezer ter zake van bedelarij of land-
looperij. Er werden 87 drankwet-over
tredingen behandeld.
Tot gevangenisstraf werden veroor
deeld 10254 personen of raira 72 pet.
van de gezamenlijke veroordeelden we
gens misdrijven en 59 pet. van het totaal
bedrag der veroordeelden.
Het getal vonnissen, dit jaar in hoo-
ger beroep gewezen, bedroeg 234 of 19
minder dan het vorige jaar.
Door de rechtbanken zijn uitgevaar
digd 524 bevelen van gevangenneming
en 2994 bevelen tot gevangenhouding,
terwijl de invrijheidstelling van 144 in
verzekerde bewaring zijnde beklaagden
werd bevolen.
Van de 1234 aanhangige en ïngedien-
diende verzoeken om gratie zijn 155 ge
heel of gedeeltelijk ingewilligd en 977
afgewezen8 verzoeken bleven buiten
beschikking; 94 verzoeken bleven op 31
December onafgedaan. Uit deze cijfers
blijkt, dat ook thans weder op de groote
meorderheid afwijzend werd geadvi
seerd.
Het totaal bedrag in het koninkrijk
van hen, die op 1 Januari 1889 in
verzekerde bewaring waren, bedroeg
253.
In den loop van het jaar werden in
verzekerde bewaring gesteld 3882 be
klaagden, waarvan 2656 wegens bede
larij en landlooporij en 1226 wegens
andere misdrijven. Het totaal bedrag van
hen, die in 1889 in verzekerde bewaring
zijn geweest, ia derhalve 4135.
In den loop van het jaar 1889 is de
verzekerde bewaring voor 3884 beklaag
den geëindigd.
Kantongerechten. Het getal zaken
ia 1889 berecht, bedroeg 73,345 met
79.679 beklaagden, tegen 70.207 zaken
en 77.283 beklaagden in het vorige
jaar.
Hieronder was oen aanzienlijk getal
27194 die terecht stonden we
gens overtreding der drankwet of van de
op dat stuk betrekking hebbende artike
len van het strafwetboek.
N n ar het eng el sell
JAMES WYTTON.
25
HOOFDSTUK XVI.
„Dat vervloekte noodlot is steeds tegen mij," bromde by geme
lijk. „Hoe die kaart in mijn zak is gekomen kan ik u niet ver
klaren, maar ik begrijp wel, dat gij mij niet gelcoven wilt en
twist met mij gaat zoeken. Verondersteld, dat ik u de cheque van
Fowler gaf, zoudt gij dan die zaak laten rusten? Wilt gij mij be
loven uw mond te houden
Mijn eerste gedachte was om hem zulk een belofte niet te doen,
want het denkbeeld, dat hij dan zou voortgaan met zijn kwade
praktijken te beoefenen, pijnigde mij; na een oogenblik er over
nagedacht te hebben, begreep ik, dat ik er mijzelf geen goed mee
zou doen en zelfs in moeielijkheden zou geraken, wanneer ik dit
publiek schandaal veroorzaakte, daarom zeide ik „Geef mij de
chèque en ik zal er geen woord over spreken; wij zijn echter
elkaar voortaan vreemd en wanneer ik u ooit weer op valsch
spelen betrap, dan zal ik dit aan het licht brengen."
„Op uw woord van eer, dat gij er niemand over zult spreken."
„Ik zal het aan niemand vertellen behalve, aan Fowler."
„Aan Fowler Wel hij is juist de man om een vreeselijk schan
daal te maken, wanneer hij weet, dat iemand hem beetgeno
men heeft."
„Dat geloof ik Dief," antwoordde ik. „De heer Fowler zal het
niet wenschelijk achten, dat het bekend wordt, dat hij in een
speelclub 21 pd. st. heeft verloren, een dag voordat hij naar Syd
ney vertrekt om daar een post van vertrouwen waar te nemen."
„Dat is waar. Welnu, ziehier de chèque," en hij haalde deze
uit zijn borstzak te voorschijn en overhandigde ze mij, „en," ver
volgde Bruce, mij de chèque overreikende, „het doet mij veel ge
noegen, dat ik ze u kan teruggeven."
HOOFDSTUK XVII.
Gedurende do eerste maanden in Sydney moest ik hard werken.
De bizonderheden van de moeielijkheden, waarmee ik te kampen
had, zullen mijn lezers geen belang inboezemen, daarom zal ik
hiervan geen mélding maken en mij bepalen tot de mededeeling,
dat na verloop van dien tijd de zaak gegrondvest was, en ik reeds
iu staat was om met eenige zekerheid te voorspellen, dat deze
speculatie met een goeden uitslag zou worden bekroond en ik
mijzelf mocht geluk wenschen met mijne schitterende vooruit
zichten.
Op zekeren middag zat ik op mijn kantoor in mijn werk ver
diept; ik schreef namelijk aan de firmanten te Melbourne over den
toestand van mijn eigen afdeeling, toen de bediende binnentrad en
mij een kaartje overreikte. Ik nam het van hem aan en las met
verbazing den naam „Mr. Samuel Whitehead".
„Wel drommelsdacht ik, „zou dat die rijke, oude beer, de
vader van Blands aangebedene zyn, die, als ik mij wel herinner,
hier in Sydney woont." Ik was zeer nieuwsgierig om te verne
men, wat mij die bizondore eer van zijn bezoek verschafte. Wij
handelslieden vereeren den rykdom steeds in stille aanbidding en
kruipen in het stof voor den bezitter van den almachtigen geld
zak, daarom zeide ik: „Laat de heer Whitehead oogenblikkelijk
binnenkomen," en ik stond op en plooide myne lippen tot een
vriendelyken glimlaeh om dezen plutocraat van het zuiden te
ontvangen.
Toen hij binnentrad, trachtte ik mij een eersten indruk van
hem te vormen ik heb namelijk zeer veel vertrouwen op eerste
indrukken van dezen grooten wolkonicg, wiens landgoederen
uitgestrekter waren dan het grootste graafschap in Engeland en
toen ik zijn neerbuigenden, vriendelijken groet had beantwoord,
kwam ik tot de gevolgtrekking, dat hij een opgeblazen, zeer met
zichzelf ingenomen man was met een uiterst alledaagsch gezicht.
Hij was buitengewoon, ja, reusachtig groot, daar hij ontzaglijk
breed en zes voet lang was. Wanneer men hem mij op een klei
nen afstand had aangewezen, zoodafc zijn buitengewone lengte mij
niet onmiddellijk in het oog was gevallen, zooals nu, Cal tij bij