NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 8e Jaargang. Vrijdag 10 October 1800. ^o. 2231s ABOffBEMEHTS PRIJS:; ABYEEÏEÏTIE1: STADSNIEUWS. DE FAMILIE KEGGE. Paleis van Justitie. FEUILLETON. Dl VBQÏÏW VAST DEI SULIB. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1.20. Franco door het g-eheele Rijk, per 3 maanden. -1.85. Afzonderlijke nummers-0.05. Dit blad versehynt dagelgka, behalve op Zon- en Keratdagon., bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ïetetoanaUBaaier 123. van 15 reg-els 50 Centr; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertenties worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en conr&ntiem DireotsureD-Uitgever» J. C, PEEREBOOM J. B, AVIS. Hoofdagenten voor hd BuitenlandCompagnie Genóralt ds Publicife MtrangN* G» L BA VMS Co,, J OH V J0N38, 8ucc.9 Faryst 31 öst $a*bomg Months? tra. Haarlem 9 October 1890. Aan het gemeentebestuur zijn de na volgende vergunDingeu gevraagd door: E. S. Liotard, firma van Tubergen Co., tot oprichting van eene fabriek van minerale wateren en gazeuse dranken, door gaskracht bewogen, in het perceel aan de Rozenstraat get. no. 11, en door: A. Bronkhorst, tot oprichting van eene bewaarplaats van lompen en beenderen in het perceel aan de Lange Heerenvest get. no. 38. De Zangvereeniging der Maatsehappij t. B. d. T. alhier, heeft een aanvang gemaakt met hare repetitiën, en is in studie genomen het Oratorium //Samson", van Handel, welk werk bestemd is voor de eerste uitvoering der afdeeling in dezen winter. De tweede uitvoering zal meer van gemengden aard zijndaarop zullen nl. orkestwerken en kleine koornuminars ten gehoore worden gebracht, terwijl op de derde uitvoering zullen uitgevoerd worden: /Triumph der Liebe", van H. Vink en „Die schöae Melusine", van H. Hofmann. Zondag a. s. zal blykens adver tentie in dit nummer de heer Otto Niirnberg, welbekend op het gebied van ventriloquistiek, gedachtetlezen, tooveren enz. een voorstelling geven in „de Kroon". De talrijke gunstige beoordeelingen van zijne voorstellingen op verschillende plaateen in buiten- en binnenland ge geven, doen ons met vertrouwen een bezoek aan deze séance aanbevelen. Dat de naam van den heer Niirnberg ook in hoogere kringen een goeden naam heeft, bewijzen een tweetal attesten, afgegeven op last van Z. K. H. den Grootherteg van Sak8en-Weimar en van Z. H. den Hertog van Saksen-Altenburg, dat zij met ingenomenheid zijne verrichtingen hebben bijgewoond en waarin zij ver klaren dat de afdeeling //gedachtenlezen" den indruk geeft, dat deze op een hoo- geren wetenschappelyken grondslag be rust. Dat een zijner meest geliefkoosde verhalen nog eens in tooneolgewaad zou worden gestoken, zal de heer Beets, de bekende schrijver van de nog meer be kende //Camera Obscura", wel niet heb ben gedacht en misschion ook wel niet verwfcht en dit laatste wij evenmin als hij. Toch heeft de heer W. N. Peypers, evenals de heer van Zuijlen, de hand aan 't werk geslagen om, ieder op zijne wijze, z/de familie Kegge" op de planken te brengen. De Nieuwe Rotterdamsche Schouw burg-Maatschappij, directie de heer Alex. Faassen en Co., voerde hier Woensdag avond in den Schouwburg de bewerking van den heer Peypers op, maar voor een weinig bezette zaal. De beoordeelingen der bladen betreffende de onderneming van den heer Peypers, zijn niet in alle op zichten gunstig te noemen en ook wij moeten, na hetgeen men gisteren te aan schouwen kreeg, een ongunstig oordeel uitspreken. We zagen de tamilie Kegge weer, maar geheel anders, dan wij ons die voorstellen bij de lezing van Hilrie- brands verhaal, zij scheen ons in vele opzichten een parodie daarop toe. Het kwam ons voor dat de heer Pey pers in 't coupeeren van langdradige passages en het bewerken van de rollen niet met de noodige handig heid is te werk gegaan daarin zat ook echter de groote moeilykheid. Hij kon er blijkbaar het ontleedmes niet flink genoeg in zetten, uit vrees van de edele deelen te raken, zonder welke da samenhang zou verloren zyn gegaan en het geheele gebouw van Hildebrands fantasie als een kaartenhuis zou zijn in eengestort. In 't verhaal zelf neemt ieder persoon zijn vaste plaats in, vormt een schakel in het logisch verband der ge beurtenissen, maar op het tooneel is er te weinig ruimte voor allen, de acteurs zitten elkander in den weg, men weet ten slotte niet meer, wat een ieder is, wat hij of zij wilVandaar een zekere drukkende matheid, die over sommige tooneelen verspreid ligt, die zelfs den meest oplettenden toeschouwer een geeuw dreigt af te persen en hem onverschillig maakt voor het verdere verloop der han deling. Reeds dadelijk merkten wij op, dat het den bewerker niet is kunnen gelukken, van Hildebrand, den leidschen student, voor het tooneel een eenigszins drage lijke figuur te maken, daar deze in het oorspronkelijke verhaal op den achter grond tredend, in het tooneelstuk te weinig acteert om eenigen indruk te weeg te brengeD. Met de opvatting, die de heer Moor had van Kegge, kunnen wij ons niet geheel vereenigen. Hij viel in sommige oogenblikken geheel uit zijn rol. Het rondborstige ea ongegeneerdedat den oorspronkelyken persoon eigen is, wist hij bijna geen enkele maal goed weer te geven, waarbij dan nog schriller afstak een gemaakte toon, dien hij tevergeefs trachtte te verbergen. Nochtans was zijn spel niet geheel van verdienste ontbloot. Wat anders op 't tooneel gebreken zijD, werden hier deugden. Zoo b. v. b. bracht het onophoudelijke ehargeeren van den heer Nieuwland, als Eduard van der Hoogen, nog eenige afwisseling, en wist hij nu en dan door zijn goed volgehouden fatterige rol minder aangename indrukken te verdrijven. Over de dames een enkel woord. Mevr. Schepers, als mevr. Kegge, was eene vrij goede figuur. Haar uiterlijk herinnerde ons aan de gezeten, eenigszins ouderwetsche matrone, die alles goed vindt, als zij maar op haar tijd haar kopje koffie of thee krijgt, haar dutje kan doen, romannetjes lezen enz. enz. Mevr. Verstraete, als Henriette, was in haar spel goed, maar blijkbaar heeft men met hare costumeering geen weg ge weten, beter voldeed ons in dit opzicht me vrouw van Beem-Kapper, als Saartje de Groot. Mevrouw van Rossum, als Me vrouw Marison, had geen al te dankbare rol, maar toch komt haar voor haar sober spel een woord van lof toe, even als aan moj. Heyblom in de rol van Suzette Noiret et* niet minder aan mej. van Dijk als Constance van Nagel. Papa van Nagel, de heer Rentmeester, was vrij onrolvast, 't geen jammer was. De dames KoniDg en Yerwoert vertolkten de oude besjes goed. En hiermede hebben wij ons oordeel over stuk en uitvoering onbewimpeld gezegd. In 't kort resumeerende sluiten wij ons aan bij de reeds veelvuldig uit gesproken meenïng, dat het verkeerd is om een dergelijk verhaal te dramatiseeren, tenzij net er zich bij uitstek veor leent, en dit doet //de familie Kegge" niet. Wil men waarlijk dit fraaie voort brengsel van een onzer grootste letter kundigen naar waarde schatten, dan zai meD wel doen slechts de //Camera" ter hand te nemen en daarin mede te leven met de personen, die men alleen in hunne juiste gedaante daar terugvindt, weergegeven op eene wijze als de beste acteur het niet vermag, want de natuur gaat boven de kunst. Of velen, die in deze tot oordeelen in staat zijn, er reeds bij voorbaat z:>o over hadden gedachten daarom Woensdagavond waren thuisge bleven Voor de arrondissements-rechtbank ver scheen heden de timmerman B. B. te Zaandam, die zijn aangehuwden oom K. G., winkelier aldaar, ei-n slag heeft ge geven op den linkerwang. Wel verre van hem den rechterwang daarop toe to keeren, heeft G. de zaak aangegeven. Op grond van den goeden levenswandel van den beklaagde, requi- reert de subs, offic. v. just., mr. J. P. van Outeren, zijne veroordeeling tot eene lichte straf, n. 1. 25.boete, en bij niet-betaling daarvan 10 dagen hechtenis. Vrouw R., 46 jaar oud, heeft eene andere vrouw, van wie zij een gulden te vorderen had, een paar klappen in het oog gegeven. Zeker niet de goede manier om betaling te verkrijgen. De ambtenaar van het O. M. verzoekt dan ook hare veroordeeling tot 3 dagen ge vangenisstraf, maar vermaant tevens de eerste getuige, om den gulden te betalen. Nu staat een grappenmaker terecht, dien zijne aardigheid echter slecht zal bekomen. Het is Ferdinand K., een 17 jarige amsterdamsche jongen, die op een dag in Juni zich bij den veldwach ter Ehbrecht had beklaagd, dat hij op het strand was aangerand door een per soon, wiens signalement hij zeer pre cies opgaf, dat deze hem op den grond had geworpen en hom zijn zilveren re montoir-horloge met nikkel ketting had afgenomen en zich daarmede verwijderd. De aanklacht evenwel was valsch. De beklaagde had zijn horloge verloren, maar durfde dat niet aan zyn vader bekennen. Hij erkent nu voor de rechtbank, dat hij dé politie wat wijs heeft gemaakt. De subs. off. v. j. vestigt de aandacht der rechtbank er op, dat in dit geval alleen gevangenisstraf kan worden op gelegd. Spreker acht het wenschelijk, een vrij strenge straf op te leggen, daar het door zulke valsche voorwendsels voor justitie en politie moeilijk wordt, de waarheid na te sporen, en requireert dus de veroordeeling van den tot 14 dagen gevangenisstraf. Dirk S. te Zaandam, een man die reeds 4 veroordeelingen heeft ondergaan, heeft zekeren Swart op straat mishandeld. Swart verhaalt dat aldus: //Hij begon me te narren, te sarren en te traiterentoen heb ik hem drie keer waargeschouwd, maar hij heeft me geslagen en tegen don muur gegooiddoor de veelheid van volk kon bij niet meer doen, maar ik had een schimpschot aan mijn hand en ik heb veel hoofdpijn gehad." Drie weken gevangenisstraf is de eisch. Twee gebroeders de J., visachers te Zaandam, hebben in een hun niet be- hoorend vischwater met een niet geoor loofd vischtuig, een aalreep, gevischt en toen rijksveldwachters volgens de wet hunne vischtuigen en de gevangen visch in beslag wilden nemen, heeft de een Jan de J. zich gewelddadig tegen hen verzet. De beklaagden zijn niet ter terecht zitting verschenen. Hunne veroordeeliDg bij verstek wordt gevraagd voor H. de J. tot twee geldboeten van 10 subs, voor elke 3 dagen hechtenis en voor Jan de J. bovendien nog 2 maanden gevan genisstraf wegens weerspannigheid. Jan P. Lz. te Zandvoort heeft Leendert Z. den 21en Juni mot een steen op het hoofd geslagen en in de pols gebeten. Hij is niet aanwezig. De eisch is 2 maanden gevangenisstraf. Onderwijzers hebben heelwat te lijden van vaders en moeders hunner leerlingen, die zich om de eene of andere reden be- leedigd achten in hunne kinderen en dan hun gal eens komen uitstorten. Zoo heeft Jan G., koopman t3 Leimui- den en 59 jaar oud, he. hoofd der school aldaar uitgescholden en beleedigd. Uit de verklaring van dat hoofd blijkt, dat het zoontje van bekl. een lastig //jochie" was, die successievelijk (o gruwel I) 1500 regels strafwerk had gekregen en daar hij voortdurend weigerde te werken, als hij schoolblijven moest, eindelijk werd wtggestuurd. Daarover was de kwestie. «Wou jij niets uitvoeren voor 22 gul den in de week had bekl. o. a. aan den onderwijzer gevraagd. Wegens eenvoudige beleediging wordt zijne veroordeeliDg gevraagd tot een ge vangenisstraf van 1 maand. Do bekl. mompelt Dog wat, naar het schijnt, zegt hij //dat kan ik niet aan nemen Overeenkomstig den eisch van het kan tongerecht, is de directeur van het Sportter rein //dePhoenix," J.O.B., alhier, terzake van het verkoopen van sterken drank in het klein zonder de daartoe vereiachte vergunning, veroordeeld tot eene geld boete van honderd gulden, subsidiair tien dagen gevangenisstraf, en in de kosten Tot brigade-commandant dor Rijks- veldwacht, staudplaats Hoofddorp, is benoemd de brigadier D. Koster, van Medemblik. De winterdienst der stoombooten-Cars- jens, door de Ringvaart van Haarlem mermeer, is reeds aangevangen 6 Oct. j.l. Men meldt ons uit Haarlemmermeer z/Door een landbouwer te Sloten is een duivelbanner uit de hoofdstad ontboden, om //de kwade geest" te ver drijven, sedert eenigen tijd in zijn koeien gevaren Arme dieren Aan de ringryderij te Sloterdyk werd door 15 paren deelgenomen; de prijs werd behaald door mej. Blem (een pendule mot hoof8tel) terwijl de premie (een pendule met paardedeken) ten deel viel aan de dames Blauwhoff en Schouten, die evenveel ringen staken. Naar het engelse h van JAMES WYTTON. 27) HOOFDSTUK XVIII. //Waar is zy, o, waar is mijn innig geliefde Zal ik haar dan nooit weerzien, zullen mijne oogen zich nooit meer aan hare liefe lijke schoonheid verlustigen De overtuiging, dat zij dood voor mij wa9, drong zich met sehrille zekerheid aan mij op. Ik had een inwendig voorgevoel, dat ik miss Fowler nooit zou weerzien. Tot dusverre, voor dat deze moedelooze overdenkingen mijn brein doorkruisten, had ik steeds de hoop gekoesterd, dat zij, wie zy ook was, mijne gevoelens beantwoordde. Deze gedachte had ik steeds sterk blijven voeden en tot dusverre waa ik er altijd voor teruggedeinsd, om de waarschijnlijkheid ervan te betwijfelen. Nu drong zich de vraag echter bij mij op //Zou ik werkelijk eenigen indruk op haar hebben gemaakt? Was het niet waarschijnlijk, dat zij na mijn onvoorzichtige liaudelwijze nog slechts verachting voor mij kon koesteren Ik had mijzelf aan haar opgedrongen en haar door mijn hartstocht beleedigd, toen ik haar op den eenzamen weg mijn liefde beleed. Goede hemel! Wat was ik toch al dien tijd een ezel geweest. Natuurlijk hield zij mij voor krankzinnig en was zij in alleryl gevlucht, geen spoor achterlatende. Waarom zou zij anders haar betrekking in den muziekwinkel neergelegd heb ben wMijn God! mijn God!" kreunde ik, „zij is met opz8t van mij weggevlucht. Gek 1 driedubbele gek, die ik was en ik leunde met myn hoofd over mijn schrijftafel en gaf mij over aan de bit terheid van mijn smart. Er verliep wel een uur alvorens ik weer in staat was mij over die smartelijke aandoening heen te zetten. Na een krachtige po ging gelukte het mij, toen die aandoening te beheerschen. Daar ik niet tot werken in staat was, trok ik mijn overjas aan, zette mijn hoed op en wandelde naar mijn hotel; onder weg hield ik deze «verdenkingen„Wat bezit die vrouw toch boven andere vrouwen, dat mij zoo boeit en aantrekt Is het niet de romanti sche wijze, waarop ik haar ontmoet en met haar gesproken heb en waarop zij zoo geheimzinnig is verdwenen, die haar in mijne oogen een bekoorlijkheid heeft verleend, die zij in werkelijkheid niet bezit Als gij haar op de gewone wijze hadt ontmoet," zeide ik bij mijzelf, „op een bal, of bij een uwer kennissen, dan zoudt gij in haar waarschijnlijk slechts een gewone vrouw gezien heb ben en moet gij nu zuchtende het leven doortrekken en steeds het beeld van die vrouw voor oogen houden, zoodat uw leven gelijk is aan een begrafenisstoet Gij, die nog zulke gelukkige dagen in het v®oruitzicht kunt hebben. Neen, dat nooitdacht ik, toen ik mijn kamer in het hotel betrad en mijn hoed op de tafel wierp, met een kracht, die van de onverwrikbaarheid van mijn voorne men getuigde. „Ik wil niet meer aan haar denken; zij heeft zich met opzet voor my verborgen gehouden; ik laat haar dus met rust. Er zyn genoeg vrouwen in de wereld, even mooi en goed als zij." Ik besloot om naar den schouwburg te gaan, want „Maritana", mijn geliefkoosde opera, zou dien avond gespeeld worden. Na het middagmaal begaf ik mij dan ook werkelyk naar de opera. Daar ik alleen was, nam ik, als naar gewoonte, een plaats in de stalles, omdat ik van oordeel ben, dat het de beste plaats is om goed te kunnen zien en te hooren en vooral, omdat het er het minst benauwd is. Daar ik nog al laat was, kon ik geen plaats meer in het mid den krijgen en moest ik mij vergenoegen met een plaatsje onder de loges. De zaal was propvol, want bijna alle zangers en zangeressen stonden in de kunstenaarswereld hoog aangeschreven en daar zij allen goed bij stem waren, liep alles uitstekend. En nu gebeurde er iets bizonders. Degenen, die deze opera hebben gezien, zullen het zich herin neren, dat in het tooneel, waar Don Caesar in den nacht slaapt voor hy ter dood zal worden gebracht, de lichten in de zaal zoo laag mogelijk branden om het effect ep het tooneel te verhoogen. Gedurende dit bedrijf, wierp ik, geheel toevallig, een blik naar den overkant in de loges; de menschen, welke daar zaten, waren duidelijk, maar niet helder zichtbaar. Ik wil hiermee zeggen, dat, ofschoon het gas niet helder brandde, het toch licht genoeg gaf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1