NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
mmm.
8e Jaargang.
Zaterdag 11 October 1890.
No, 22325
ADVBHTEBTIÉIT:
s 1 0 S N 1 B f] w S.
„Weldadigheid naar Vermogen"
BINNBNLAN
FKUiLLfiTUK
HAARLEM'S DAGBLAD
ABQMIMESÏSFRXJS::
Voor Haarlem per 3 maanden 1.S0.
Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feeatdagen.j
Bnrean: Kleine Hontetraat No. 9, Baariem. felefoam&iraMGï 1ÏT.
tan 1b régels 50 Céiïts: iedere regel meer 50 esnïfr
Groote letters naar pl&fttsraisjta.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Abonnementen en Advertenties worden «angenomex deo?
onze agenten en door alle boekhandelaren oc eourantiera
Direotsnrsn-Ultgsvers 3. C. PEBBEEOOM 3, B. AVIS.
&oojaagenitn voor nêi
het Buitenland} Compagnie Gsnérale di Publicity Etrangbe G. L BAÜBM ét' Go.t J OHN F» JONJE8f 8uccParjji 315»# Faubourg JÜonit&artrg.
Haarlem 10 October 1890.
Tot zetters voor 's Rijks dir. belastingen
zijn door den commissaris des Konings
herbenoemd de heeren P. J. Travaglino,
H. J. Tombergh en D. Merens Dz.
Voor het akte-examen van onderwijzer
is o. a. geslaagd de heer A. Don, alhier.
In het geheel hebben zich voor de
herhalingsschool alhier 174 leerlingen aan
gemeld. Bij het af te leggen examen zijn
er 10 niet opgekomen en hebben zich er
2 teruggetrokken. Aan 95 leerlingen, die
de helft van het aantal punten, dat be
haald kon worden, hebben verkregen, is
toegang verleend. De opening der school
zal waarschijnlijk Donderdag a.s. kunnen
geschieden, omdat de kinderen, die toe
gelaten zyn, van hunne toelating schrif
telijk kennis zullen krijgen. Als onder
wijzers zijn voor de 3 klassen, waaruit
de school zal bestaan, door h.h. Burg. en
Weth. benoemd de heer W. Verburg,
onderwijzer le kl. aan de Burgerschool
en de heer C. Montauban, onderwijzer
le kl. aan de 2de Tnsschenschool, als
mede mej. J. H. Franse, onderwijzeres
aan de kostelooze schoei letter D, terwyl
er nog eene beslissing ever versterking
van het onderwijzend personeel han
gende is.
Zeer te betreuren is het, dat zulk een
groot aantal leerlingen moest worden af
gewezen, doordien hunne kennis geheel
onvoldoende bleek. Hoofdzakelijk zal dit
wel aan schoolverzuim zijn toe te schrij
ven, waardoor de leerlingen der dag
school op 12-jarigen leeftijd de school
verlatende, do hoogere klassen niet be
reiken.
Ouders, die hunne kinderen het zoo
noodige onderwijs onthouden, laden zich
eene zware verantwoordelijkheid op het
geweten, daar zij de oorzaak zijn, dat
hunne kinderen later in de maatschappij
achter zullen staan.
Gedurende de afgeloopen maand zijn
door de politie alhier 31 personen ver
volgd wegens dronkenschap op straat.
In de maand September van het vorig
jaar was dit getal 51, dus 20 meer.
Bij de Vereeniging
hebben zich de volgende personen voor
werk
- Een voor ziekenoppasser. - Drie voor
kantooylooper. - Een voor portier. - Een
voor behanger. - Een voor schoen
maker. - Een voor metselaarsknecht.
- Een voor broodbakkersknecht. - Twee
voor tuinmansknecht. - Een voor op
zichter. - Vijf voor aardwerkers of los
werkman. - Tien voor werkster of schoon
maakster. - Een voor burgerwaschvrouw.
- Een voor hulpkookster. - Drie voor
burgernaaister. - Drie voor breister. - Twee
voor mangelwerk. - Een voor strijkster.
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wensohen gebruik te
makenwordt beleefd verzocht zich
schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
Eenvoor stalknecht. - Twee voor oppasser.
Na regen komt zonneschijn, zegt
Uilenspiegel, maar dat er na zonneschijn
ook wel eens regen komt, ondervonden
Zondagavond twee jongelui van Hoofd
dorp, D. W. en J. B. die, per rijtuig
onder Hillsgom uit vrijen geweest zijnde,
door een aantal jaloersche Hillegommers
werden opgewacht en na hun het voort
gaan te hebben belet, op een regen
vuistslagen werden onthaald. Onder deze
belhamels moet ook een militair geweest
zijn, die van zijne sabel heeft gebruik
gemaakt. Één der aangevallenen, J. B.,
moet nog al aan het hoofd verwond
zijn.
Naar men verneemt is van een en
ander bij de politie aangifte gedaan.
Op de Woensdag te Lisse ter gelegen
heid van de kermis gehouden harddra
verij van paarden onder den man, werden
de prijzen gewonnen als volgt: Boeren
paarden die nog nimmer ©en prijs be
haalden, ingeschreven 16 paarden: le
prijs toegekend aan J. Vreeburgle
premie aan P. Verdegaal, 2e premie aan
J. Damen, 3e premie aan J. Langeveld,
troo8tpremie aan J. Rotteveel, allen te
Lisse.
//Paarden y,van zessen klaar", inge
schreven 17 paarden: le prijs gewonnen
Premier van J. P. Mooijman te Stomp-
wijkpremie door Snijboon van J. van
Possum te Zevenhoven.
Omtrent het jongste spoorwegongeval
bij Sloterdijk wordt ons nog medegedeeld,
dat het zeer toevallig was, dat de beide
laatste wagons van den aangereden trein
ledige rijtuigen warenzij waren n.l.
bestemd voor Haarlem, doch wijl zij
daar niet waren aangevraagd of ten
minste niet noodig waren, werden zij
niet afgekoppeld en bleven doorloopen
toe Amsterdam. Waren zij in Haarlem
achtergebleven, dan had het ongeval de
beide laatste rijtuigen van den eigenlijken
trein getroffen en was zeker niet zonder
persoonlijke ongelukken afgeloopen.
Letteren en Kunst.
De parijsche correspondent van het
Vaderland noemt eenige leden van het
orkest Lamoureux. De eerste violist is een
Belg, Houfllack; de eerste cellist een Hol
lander, Salmon. Van don eersten fluitist
Hennebains worden wonderen verteld;
niet minder hoog wordt de hobofet Do-
rel gesteld, terwyl de eerste waldhoorn
Rayne voor den beste in Europa wordt
gehouden. Behalve Salmon zijn er nog
twee Hollandars, de Rotterdammer Koss-
man, die bij de le, en de
Herzberg, die bij de 2e violen zit.
De bijeenroeping van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal wordt
spoedig verwacht.
DE TOESTAND DES KONINGS.
Men bericht ons van Apeldoorn, dat
de Koning dezer dagen minder schijnt
te lijden, maar steeds buiten staat blijft
tot werken met het hoofd, in welken
toestand, naar het zich laat aanzien,
voorloopig geene verandering te wachten
is. De hoop op herstel wordt echter niet
opgegeven. NB. Ct.)
De Dordrechtsche C t. deelt
mede, dat tusschen de aandeelhouders
der Ned. Rijnspoorweg-Maatschappij
een proces dreigt te ontstaan, doordien
er onzekerheid is gerezen over de ver
deeling der premie, welke de staat, bij
de overneming van de rechten en ver
plichtingen der maatschappij, op zich
heeft genomen uit te betalen boven het
nominaal bedrag van het gestorte kapi
taal. Het maatschappelijk kapitaal kon
namelijk volgens de statuten tot 36
millioen gulden in 150,000 aandeelen,
elk van f240, worden opgevoerd. Er
is evenwel op slechts 122,000 aan
deelen het volle bedrag gestortbij 3000
aandeelen is slechts f 96 opgevraagd,
bij 25,000 slechts f 36. Nu beweert een
deel der houders van niet-volgestorte
aandeelen, dat uit de koopsom, die het
rijk betaalt, eerst hetgeen op elk aan
deel werkelijk is gestort, behoort te wor
den uitgekeerdmaar dat dan het meer
dere gelijkelijk over alle aandeelhouders
moet worden verdeeld, onverschillig of
zij al dan niet hebben volgestort, welke
meening door de houders van volgestorte
aandeelen bestreden wordt.
Uit de gerechtelijke statistiek
over het jaar 1889.
III.
Kantongerechten. Van de aange
brachte zaken waren 5244 ingevolge de
artt. 38, 40 en 42 wet op de R. O.
niet aan kooger beroep onderworpen, of
ruim 34 pet. der gezamenlijke aange
brachte zaken, dus 4 pet. meer dan in
het vorige jaar, en zijn afgedaan 5136
dergelijke zaken, of ruim 34 pet. van
het totaal der afgedane zaken, dus 4 pet.
meer dan in het vorige jaar.
Faillissementen. In het jaar 1889
zijn döor de gezamenlijke rechtbanken in
het geheel 921 personen in staat van
faillissement of kennelijk onvermogen
verklaard, dat is 18 mear dan in het
vorige jaar. Van de failliet-verklaarden
waren 855 bizondere personen, 35 ven
nootschappen onder een firma en 3 naam-
looze vennootschappen uit 't vorige
jaar waren die getallen respect. 844, 28
en 1.
Bovendien werden 28 personen in
staat van kennelijk onvermogen verklaard
of 2 minder dan het vorige jaar.
Onder de gefailleerden komen de krui
deniers en winkeliers voor 16 pet., de
kooplieden en fabrikanten in manufac
turen voor 13 pet., de koffiehuishouders
enz, voor 9 pet., de timmerlieden enz.
elk voor 4 pet., de broodbakkers enz.
voor 7 pet., de boek- en papierfabrikan
ten, de kleermakers, de huis- en rijtuig
schilders, de kooplieden en fabrikanten,
do slagers en veekoopers, de aannemers
enz. elk voor 2 pet.de behangers, de
grofsmeden, de branders, de leerlooiers,
de borstelmakers, de makelaars en com-
missionnairs, de metselaars en loodgieters,
enz. elk voor 1 pet.; de overige voor
minder dan 1 pet.
In tM aandblad tegen ver-
valschingen van dr. Van Hamel Roos,
wordt nog eens de aandacht gevestigd
op de tinvergiftigingen door verduur
zaamde levensmiddelen. Op 'tjongste
congres voor Nijverheidshygiène werd
hierover meer bizonder gesproken door
den heer Winckel, kapitein-intendant.
Hij wenscht de bepalingen, die
Duitschland gelden, hier toegepast te
Deze bestaan in:
1. Het soldeer, dat voor het vervaar
digen en het dichtmaken van de bussen
wordt gebezigd, mag niet meer dan ten
hoogste 10 pet. lood bevatten en moet
overigen» geheel uit tin bestaan.
Een hooger loodgehalte wordt toege
staan voor bussen, welke zoodanig ge
construeerd zijn, dat de daarin verduur
zaamde levensmiddelen niet met het
soldeer in aanraking kunnen komen.
De bodems van de bussen moeten
met een omgebogen rand aan de buiten
zijde van de bus worden bevestigd.
2. De bussen moeten worden vervaar
digd van deugdelijk vertind ijzerblik,
waarvan het vertinsel geheel loodvrij
is of niet meer dan hoogstens 1 pet.
lood bevat.
3. De in bussen verduurzaamde levens
middelen mogen slechts gedurende het
jaar, waarin de verduurzaming daarvan
heeft plaats gehad, en de twee daarop
volgende jaren in den handel worden
gebracht.
In verband daarmede moeten de bus
sen voorzien zijn van aan de binnenzij
de ingeslagen merken, waaruit het jaar
blijkt, waarin de daarin vervatte levens
middelen verduurzaamd werden.
Dr. Van Hamel Roos acht het boven
dien noodig, dat de binnenzijde der bus
sen wordt voorzien van papier-maché
of een andere onschadelijke stof', zoodat
de spijzen niet in directe aanraking met
het metaal komen.
Het verheugt hem te kunnen mede-
deelen, dat een hollandsch fabrikant
voorloopig reeds goed geslaagde proeven
heeft genomen met een soort vernis.
Deze uitvinding zal op groote schaal
worden geëxploiteerd.
Hot Journal des D$bats\ixi-
bliceerde Dinsdag een artikel, waarin
het opnieuw den handschoen voor Ne
derland opnam, thans tegen de aanval
len van duitsche zijde in zake de hou
ding onzer regeering met betrekking
tot de antislavernij-conferentie. O. a.
werd er zeer juist in gezegd, dat men
niet het recht heeft, Nederland, omdat
het geweigerd heeft toe te treden tot
de verklaring van de Brusselsche Con
ferentie omtrent de heffing van invoer
rechten in den Congo-staat, aan te kla
gen. Het gold eene zaak, die niet op
het oorspronkelijk programma van de
conferentie voorkwam. Eerst na de be
raadslagingen (over de slavcrny-kwes-
tie) is men voor den dag gekomen met
die zaak, welke voor den nederlandschen
handel van zeer groot belang is. Ook
moet niet worden vergeten, dat de oor
log tegen den slavenhandel en het heffen
vau invoerrechten in den Cjngo-staat
twee verschillende zaken zijn, zóó ver
schillend, dat de diplomatie niet bijeen-
Naar bet engelsch
van
JAMES WYTTON.
HOOFDSTUK XVIII.
Toen de bediende mijn ontsteld gelaat zag, zeide hij
//Misschien hebt gy u wel in den rechter- of linkerkant vergist,
mijnheer. In de loge hiertegenover zitten ook een heer en een
dame. Gij zijt wellicht in de war geraakt door do vele kronke
lingen van de trap. Die trappen zijn zeer lastig, mijnheer!"
Ik wierp een blik naar de bedoelde loge en zag daar den heer
Whitehead met zijn dochter, wier buitengewone schoonheid mij
ondanks den grooten afstand in het oog viel. //Neen, dat zijn de
bedoelden niet," antwoordde ik. nIk heb mij zeker vergist,
het doet er niet veel toe. Hier hebt gij een kleinigheid voor uw
ffioejte," ik liet een halve kroon in zijn hand glijdenver
liet toen onmiddellijk hei operagebouw en begaf mij rechtstreeks
naar mijn hotel.
HOOFDSTUK XIX.
Den volgenden morgen ontwaakte ik geheel opgefrischt en in
opgewekte stemming. Ik zeide bij mijzelf: //Mijne zenuwen zijn
nu in een beteren toestand dan zes maanden geleden; de schok,
dien ik gisteravond heb moeten doorstaan, zou mij in die dagen
een week lang machteloos hebben gemaakt." Terwijl ik mij aan
kleedde, kwam ik tot de gevolgtrekking, die reeds voor de hand
lag, dat het visioen, hetwelk ik gezien had, een uitvloeisel was
van een overspannen geest, die werkte op een wel wat sterke
verbeelding, waardoor de zoeker en het verlorene bij elkaar wa
ren gebracht.
Er gebeurde evenwel iets, dat mij aan de juistheid van deze
gevolgtrekking deed twijfelen; dit bleek mij reeds den volgenden
morgen het was dezelfde dag, dat ik den heer Whitehead zou
gaan bezoeken.
Ongeveer ten tien ure ontving ik het volgende telegram van
Bland //Naar uw beschrijving te oordeelen, haar gisteravond ge
zien. Brief met bizonderheden volgt."
De ontvangst van dit telegram bracht mij in koortsachtige op
gewondenheid. Het bericht was natuurlijk kort, maar Dick had
mijn aangebedene gezien, dat was genoeg en mijn hart was van
boop vervuld. Ik begreep wel, dat Dick te verstandig was om te
telegrateeren, wanneer hij niet zeker was van zyn zaak en als ik
hem het gevonden spoor maar liet volgen, dan zou hij haar vin
den, daarvan was ik overtuigd.
Men kan wel begrijpen, dat dit plotselinge nieuws mij buiten
staat stelde, dien dag iets uit te voeren. Ik herinner mij niet, dat
er ooit een dag zoo laDgzaam voorbijging. Ik berekende, dat ik
den volgenden morgen den beloofden brief van Bland in mijn be
zit zou kunnen hebben, zoodat ik reeds vurig naar den volgenden
morgen verlangde.
Dien avond moest ik mijn bezoek by Whitehead afleggen; ik
trok toen mijn beste kleeren aan en begaf mij met de boot over
de prachtige haven naar zijn woning. De oude heer en zijn lief
tallige, bekoorlijke dochter ontvingen mij zeer hartelijk en het
duurde niet lang, of ik begreep, dat ik een gezelliger avond zou
doorbrengen, dan ik eerst had vermoed. Do ruwe, oude landeige
naar scheen er blijkbaar trotsch op te zyn, in zijn prachtig
gemeubileerd huis, of liever paleis, de heilige gebruiken der gast
vrijheid te kunnen handhaven en hij deed zijn uiterste best om
het mij aangenaam to maken.
Onder het middagmaal vertelde hij verscheidene episoden uit
het boschleven in vroeger dagen, toen de landontginners de pion-
niera der beschaving waren. Hij vertelde mij van de gevaren,
waaraan zij hadden blootgestaan door de aanvallen der inboor
lingen, de moeielijkheden, waarmee zij te kampen hadden gehad
door gebrek aan water en hij weidde uit over de eentonigheid
van het hoeden der schapen en runderen, van de ongemakken, die
men zich moest getroosten, wanneer men in de vlakte zonder
eenige beschutting moest kampeeren, van de gevaren en de ang