NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Vrijdag' 14 N Gvember 1890» No. 2261. Se Jaargang'. ABONNEMENTSPRIJS ADVERT ENTIËN: SIEElSHISfi a«r SCHEEPVAART STADSNIEUWS. Stukken van dsn Raad. Paleis van Justitie. FEUILLETON. Dl VEQÏÏW TOF Bil SPELI1. Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Centsiedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertontiën worden aangenomen door onze agenterd en door alle boekbandelaren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEïtEBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor liet BuitenlandCompagnie Générale de Publicilè Etrangere G. L. DAJJBE If Co., JOHN F. JONES, SuccFarijs SI bis Faubourg Montmarire. door de Ringvaart van den Haar lemmer meerpolder bij Halfweg. DIJKGRAAF en HEEMRADEN van den Haarlemmermeerpolder doen weten dat de scheepvaart op het genoemde punt, met machtiging van den Commissaris des Konings in de provincie .Noord-Holland, zal zijn GESTREMD op: Saterdag 15 November e.k. ran des morgens 7 tot des namid dags 4 ure, ten behoeve van het bouwen der nieuwe draaibrug al daar. Haablem, 13 November 1890. Dijkgraaf en Heemraden veornoemd J. W. M. VAN DE POLL, Dijkgraaf. G. C. EVERWIJN LANGE, Secretaris. Haarlem 18 November 1890. Woensdag is alhier overleden onze stadgenoot de heer J. J. F. HarSmann, beeedigd vertaler en van de opriehting der Hoogere Burgerschool tot 1874 leeraar in de fransche taal en letterkunde die inrichting. Van 1874 tot 1878 de heer Hartmann les in de hoog- duitsehe taal en letterkande aan het Gymnasium, Gebaren te Neufville (Zwitserland), don 19en Augustus 1821, bracht hij het grootste gedeelte zyns levens in Neder land en in onze stad door en mocht hij zich lange jaren in een breeden kring van leerlingen verheugen, van wie velen zich nog den waardigen en bekwamen leermeester met ingenomenheid zullen herinneren. Ingekomen is een voorstel van B. en W. luidende aldus lo. de tegenwoordige gymnastiek-, scherm- en dansschool op te heffen, zoo ;elijk met ingang van 1 Januari 1891, onder intrekking van alle daaromtrent gemaakte verorderingen en voorschriften "o. met ingang van 1 Januari 1891, de commissie van toezicht eervol van hare taak te ontheffen, onder dankbe tuiging voor de goede dieaaten door haar aan de gemeente bewezen 3o. te bepalen, dat met iBgang van dien datum, het onderwgs in de gym nastiek aan de leerlingen der Hoogero Burgerscholen met 5- en Sjarigen cursus gegeven zal worden in de Groote Zaal van den Stad®-Dealen, en aan Burge meester en Wethouders voor de icrichting dier zaal, een crediet te verleenen van hoogstens 500, behoudens nadere finan- cioele regeling, betaalbaar op den post volgn. 74 „Onderhoud van huizen enz.'" der begrooting, dienst 1890 4e. te bepalen dat, voorfeeiioudens de goedkeuring van den Minister van Bin- nenlaadsche Zaken, voer zooveel betreft de Hoogere Burgerschool met 5jarigen «ursus, aan de twee Hoogero Burger- schelen voor jongens verbonden zal wor den een leeraar in de gymnastiek «p eeue jaarwedde van f 1200, ten einde te voorzien in de lessen die hem vol gens de jaarlijks op te maken roosters zullen worden opgedragen, zullende van gemelde jaarwedde ge bracht worden een bedrag van 750 ten laste van de begrootiiag der Hoogere Burgersehoel met ojarigen cursus en 450 ten laste van de der Hoogere Bur gerschool met 3jarigen cursus. De firma L. A. en F. L. Kattenburg en Ce., welke reads te Amsterdam zulke uitgebreide cenfeotie-magazijnen heeft, zal zich ia het aanstaande voorjaar ook te Rotterdam vestigen. In het drukste gedeelte van die stad, Hoogstraat, zyo daartoe aangekocht twee dubbele perceelen, uitkomende in de Weste Wagenstraat, welke volgens de plannen en teekeningen van den archi tect Ed. G. A. Fol te Rotterdam, zullen worden verbouwd, van welke teekenin gen wij heden inzage samen. Het benedengedeelte zal geheel wor den ingericht als magazijn, uitsluitend voor heeren- en kindar-cenfeetiës en zal alléén een ruimte beslaan vaa 32 meter diepte, bij een breedte van 9 meter; daarachter komt de afdeoltng goederen naar maat, coupeurskamer, paskamer, kantoren enz. Het achterste gedeelte van het gebouw, dat 3 meter hooger gelegen is dan de voorkant, wordt geheel inge richt voor werkplaatsen en voor het magazya en-gros. De inrichting zal volkomen beantwoor den aan de eisehen van den tegenwoor- digen tijd en electrisch worden verlicht. Volgens het fraaie ontwerp van den voorgevel zal 't geheel werkelijk een grootschen indruk maken. De aannemer der gebouwen is de heer B. J. van Gurp en Zoon te Rotterdam. Zij moeten 1 Maart a.s. geheel worden opgeleverd. Door dr. Haremaker werd Maandag avond in „Volksbelang" verder behandeld verstikking en, na do pauze, bevriezing en vergiftiging. Een veelvuldig voorkomend geval van verstikking' is dat bij het nuttigen van vleesch. Het gebeurt vaak dat wanneer het vleesch niet kort genoeg gesneden is, daarvan een stukje in het keelgat blijft zitten en de beweging der luchtklep verhinderd, waardoor de ademhaling niet kan geschieden en verstikking plaats heeft. Men noemt dat gewoonlijkzich verslikken. De dadelijke hulp, ia zoo'n geval te bied«n, bestaat daarin, dat men tracht het stukje vleesch of andere spijs met de vingers uit het keelgat te verwij deren, gelukt dit niet, dan moet men trachten de lucht uit de longen te drukken, waarby de neusgaten moeten gesloten worden. Wij voegea hieraan nog toe een middel om v>schgraten, die in de keel geraken daar uit te verwij deren of althans onschadelijk te maken. Wanneer dit geval zich voordost neme men een teug azijn en gorgele daarmede. De hoornachtige substantie van den graat zal daardoor eenigszins oplossen ea haar weg naar de maag kunnen vinden. Er kan zieh ook het geval voordoen van neusaèikking. Dit heek plaat3, wanneer er veel water in de longen dringt, dat meestal den dood tengevolge heeft. Om deze wijze van verstikking te voorkomen, moet de patient ia de buitenlucht worden gelegd met het hoofd en de berst iets hooger dan de buik en de beenen. Na alle drukking der kleedingstukken te hebben doen ophouden, moet men neus en keelholte prikkelen met een veertje, de borst moet flink gewreven worden. Ver krijgt men daarmede geen resultaten, dan passe men het middel der kunst matige ade®haling toe. Men plaatse zieh daartoe achter den patient, die in de vooromschreven houding blijft liggen en vatte de beide armen, die eerst achter waarts in gestrekte houding boven het hoofd en daarna voorwaarts teruggebracht wordea en krachtig tegen de zijden aan gedrukt. Daar het somtijds zeer lang duurt eer op deze wijze het bewustzijn wederkeert, geve men bij deze behande ling den moed niet gauw verlorener zijn gevallen, dat men deze kunstbewerking 4 h, 5 uur aehtereen heeft toegepast eer de behandelde weder tot het leven terug keerde. Spreker wees op het groote nut dor zwemkunst, die ieder zich behoorde eigen te maken. Eenige wenken werden gege ven hoe men moet handelen wanneer men te water raakt. Zij die hunne tegenwoordigheid van geest weten te bewaren, zijn er in dat geval in den regel het best aan toe. Men moet zoo moge lijk op den^rug gaan liggen, de lenigen geheel vol lucht ademen en slechts kleine uitademingen doen, men zal dan gewoonlijk blijven drijven, de armen mogen niet boven het water worden ge heven en alle bewegingen moeten ver meden worden. Bij bevriezing moet hetzelfde ala bij het herstellen der ademhaling worden gedaan. Men moet den ïyder hoogst voorzichtig uïtkleeden, daar bevroren liehaamsdeelen zeer gemakkelijk breken en hem met warme doeken krachtig en gelijkmatig wrijven. Nooit moei men hem in een warm vertrek brengendoch eerst na gemelde behandeling kan men hem aaar een matig verwarmd vertrek ver voeren. Men diene hem warme of ver warmende dranken toe, zooals thee, kof fie, cognac etc. Ten slotte behandelde spreker ver giftiging. Het voornaamste middel tegen vergif tiging i3 het aanwenden van tegengiften. Tegen zuren, zeeals carbol-, zwavel-, salpeter-, zout-zuur enz., wende men lauw water aan en later olie- en slijm achtige dranken, hetgeen braking en diensvelgens verwijdering van het zuur uit de maag tengevolge heeft. Bij an dere vergiften gebruike men citroensap. In al deze gevallen moet steeds onmid dellijk geneeskundige hulp worden in geroepen. In de volgende vergadering zal de heer Haremaker zijnen cursus besluiten met eene korte herhaling van het door hem behandelde. Belanghebbenden wordt verzocht de inteeken-bilj8tjes op het werkje: Bosson „de eerste hulp bij ongelukken", te wil len inleveren. Voor de arrondissements-reehtbank stonden o. a. heden terecht Hartog Polak en Meijer Velleman, ter zake van bedriegelijke oplichting. Deze twee personen vervoegden zich bij hit echtpaar Nooy te Beemster, zich voordoende als heer en knecht, terwijl V. die door P. „mijnheer" werd genoemd, zich hield, alsof hij stokdoof was, hoewel dat geenszins het geval is. Polak verkocht hun eenige doekjes voor weinige eenten en vertoonde hun daarop een paar pakken, die hij zeide, dat fijn kloosterlinnen bevatten, hoewel hij we ten kon en moest, dat het slechts katoen of halflinnen was. De waarde beweerde P. te zijn tweehonderd gulden. Toen het echtpaar Nooy te kennen gaf, dat zij zooveel geld niet bezaten, sloeg P. hun voor, buiten zijn meester om, voor hem (Polak) het linnen te koopen voor twintig gulden. Dan zou hij Polak, des avonds alleen terugkomen, om het linnen voor vijftig gulden meer terug te koopen. Zij zouden dan een winst genieten van 47-£ gulden. Hijzelf, zei Polak, mocht niet van zijn meester koopen en deze was rijk genoeg, om het linnen voor dien spotprijs te verkoopen. Gedurende dat aanbod stond Velle man erbij, zieh voortdurend houdende alsof bij stokdoof was en niets van het gesprokene kon verstaan. Men kon hem ternauwernood beschreeuwen, terwijl Po lak zich door toekens ea gebaren aan hem „verstaanbaar" maakte. Na eenig loven en bieden stemde Vel leman toe, om het zoogenaamde kostbare linnen voor twintig gulden af te staan. Daarop verwijderden zy zich, maar Polak kwam niet terug, om de stof terug te koopen en toen het echtpaar Nooy naar de waarde van het gekochte informeerde, vernamen zij, dat die slechts acht gulden bedroeg. Een tweede feit waarvoor zij terecht staan is, «iafc dezelfde beklaagden op dezelfde wijze aan de echtelieden Sijts- ma te Zaodvoort hebben verkocht eenig halflinnen,dat zij alweer kostbaar klooster linnen noemden, dat een waarde heette te hebben van vierhonderd guldeD, voor honderd gulden, terwijl de werkelijke waarde slechts 34 a 36 gulden bedraagt, waarbij dan nog een behoorlijke winst is gerekend. Geen der beide beklaagden is ter te rechtzitting verschenen. Dientengevolge verleent do rechtbank tegen hen verstek. Als getuige-deskundige werd gehoord, om den waren prijs der goederen aan te geven, de heer W. K. Wierda, al hier. Op het etiket, dat aan een der pakken is geheGht, staat geschreven „halflinnen". Het is dus wel oenigermate vreemd, dat zy die dat linnen voor uitstekende kwa liteit kochten, dat etiket niet hebben gelezen. Nooii vertelt, dat Polak voorgaf, dat zijn meestor drie fabrieken moest uit- verkoopeo en dat hij (NooyJ niet wist wat een fabriek inhad. „Maar je wilde dan toch medewerken, om den heer te bedriegen vraagt de voorzitter. „Ja," zegt Nooy in 't minst niet verlegen, „ik zag er een voordeeltje in." Zeer 3eker wel wat onnoozel, maar toch krijgt men medelijden met die onontwikkelde menscheD, die door hunne kinderen moesten worden onderhouden, daar de man te oud is om te werken. Het geld, dat zij er voor gaven, was alles wat zij bezaten. De twee bedriegers zijn op dezelfde manier te werk gegaan bij Sytsema. Hem gaf Polak te kennen, dat hij het linnen zou terughalen en dat Sytsema Naar het engels c h van JAMES WYTTON. 52) HOOFDSTUK XXX. Andrews had ongetwijfeld den hals van de flesch geslagen en innen den tijd van twee uur bijna een geheele flesch brandewyn leeggedronken. De brandewyn (Andrews was volstrekt niet ver slaafd aan den drank) gevoegd bij de pijn, die hij leed door de ontvangen stokslagen, had hem van woede over de vernedering, die hij ondergaan had, half waanzinnig gemaakt. Ik begon mij ongerust te maken, daar er in den toestand van de vrouw van Andrews geen verandering kwam, en daar ik het aan haar zwakte moest toeschrijven, dat zij voor de tweede maal het bewustzijn had verloren, greep ik de flesch en nadat ik het ls5 dat leeg op tafel stond, zorgvuldig had schoongemaakt, schonk ik wat brandewijn in het glas, deed er veel water bij en dwong toen mevrouw Andrews met zachte hand hiervan te drinken. Door den opwekkenden invloed van dit vocht, opende zij zeer spoedig hare oogen en staarde mij versuft aan. Toen haar geest weer eenigszins begon te werken, trof mij een liefelijke blik uit hare oogen, en zonder dat ik haar behulpzaam was, gelukte het haar een zittende houding aan te nemen. „Ik dank u zeer, mijnheer Fowler," zeide zij met zwakke stem; „het is wel vreeselyk voor een vrouw om dat te moeten zeggen, maar ik dank u, dat gij mij tegen mijn echtgenoot hebt beschermd, ©n ik dank u verder ook voor uwe vriendelijke zorgen. Het was onverstandig van mij, om aan mijn zwakte toe te geven, maar ik kon er werkelijk niets aan doen. Ik was zoo ont steld en ik vrees ook, dat ik niet al te sterk ben. Ik heb reeds zulk een verschrikkelijken avond doorgebracht. Nu ben ik echter weer beter en moet ik voor mijn echtgenoot zorgeD. Mijnheer Fowler, wees zoo goed en verlaat mij nu verlaat mij, als 'tu blieft." Arme vrouw, zy sprak deze woorden uit op een toon, alsof hare krachten geheel gebroken waren. „Mevrouw Andrews," zeide ik op eerbiedigen toon, „hoe kan ik u alleen laten met een man, die, ofschoon hij uw echtgenoot is, u hoeft willen vermoorden, hetgeen ik met eigen oógen heb gezien Wanneer ik niet toevallig langs het huis had geloopen, dan zoudt gij nu dood in dezen hoek liggen. Tracht gij de zaak niet anders voor te stellen de hamer zou uw hoofd verpletterd hebben eu de dood zou onmiddellijk gevolgd zijD. Hoe kan ik u alleen achterlaten met zulk een man Wanneer ik dit deed, dan zou ik, volgens mijn meening, medeplichtig zijn aan een moord- „O, neen verlaat, als 't u blieft, dit huis," zeide zij op beslis ten toon. „Het is niet goed, dat gij hier zijt. Ik ben u innig dankbaar voor uwe vriendelijkheid, maar wees zoo goad en ver laat mij oogenblikkelyk; ik smeek het u." De toon, waarop zij dit verzocht, was zoo ernstig, dat ik aar zelde en besluiteloos zeide„Maar hoe kan ik u verlaten Ver onderstel, dat die man, wanneer hij ontwaakt, u in zijn woede vermoordt „Ik geef u de verzekering, dat daarvoor niet het minste gevaar bestaat. Andrews heeft mij tot dusverre nog nooit mishandeld. Er moet hem van avond iets verschrikkelijks zijn overkomen, want hij trad kokende van woede het huis bionen en dronk de geheele flesch daar zij wees op de brandewijnflesch leeg, in minder dan een half uur. Hij is nooit ruw, wanneer hij nuchter is. Zijn wreedheid uit hij niet op die wijze," voegde zy er, na een oogen- blik van stilzwijgen, op droeven toon bij. „Morgen zal hij wel kalmer zijn. Hij zal mij volstrekt geen letsel doen." „Maar ik heb hem immers met mijn stok neergeveld, mevrouw Andrews P Hij zal willen weten, wie dat gedaan heeft." „O, neen, dat zal hij niet, dat kan ik u verzekeren. Bij zal zich niets meer weten te herinneren en wellicht meenen, dat hy zijn hoofd tegen het een of ander meubelstuk heeft gestooten. O, waar om wilt gij niet gaan zeide zij, met een plotselinge uitbarsting en zij wrong de handen. „Waarom wilt gij niet van hier gaan? Verhoor mijn bede, mijnheer Fowler. Ik heb al myn best gedaan om voor u verborgen te blijven. Ik weet, dat gij naar my gezocht hebt, want ik heb gehoord, dat een heer in den muziekwinkel,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1