NIEUWS- EN AD VERTEN 8è Jaargang. Dinsdag 9 December 1890. No. 2282. ABONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIE^ BINNENLAND. Dl YBOÏÏW ¥41 ill mim. Voor Haarlem per 3 maanden/II,20. Franco door liet gekeele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verach^nt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Burean Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Adverientiën worden aangenomen door onze§agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. FEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandComv&qnie Générale de JPublicilé Etrangère G. I» BAVBE 8f CoJOHN F. JONESSucc^ JParijs 31 bis Faubourg Montmarire STADSNIEUWS. Haarlem 8 December 1890. Door Z.Exc. den Commissaris des Ko- aings in Noord-Holland is bepaald dat voor de verloting, tot het houden waar van bij koaiaklyk besluit vaa 13 Nov. 11., Ho. 41, vergunning is verleead aau het bestuur der alhier bestaand® Veree- niring tot behartiging vaa da geestelijke 5 Hoffelijke belangen der armen, zullen mogen worden uitgegeven 2500 stuks q, dat d© pr|js van elk lot zal zijn 60 cents en dat de uitloting zal gesohie- ometreeks de helft dezer maaad. Benoemd tot onderwijzeres te Sloten, (N. H.) mejuSr. M. C. Gerk alhier. Donderdag e. k. zal hier ter voor een kring vaa genoodigden Edisons pbonograaf worden tentoongesteld en ven daarmede genomen. Het kwartet Loreley zal ©enige nummers uitvoeren, welke door het instrument zullen worden weergegeven. Het relaas dezer proefneming aullen wij ouzen lezers niet onthouden. Wij herinneren aan de Nutslezing in den Schouwburg op Dinsdag 9 Decem ber, door den heer J. C. van den Berg, uit Heerenveen. De voorstelling in den schouwburg van hedenavond, waarin Posaart zou op treden, gaat niet door; zy is voor onba- tijd uitgesteld. Zondagmiddag te den uur kon door len sterken vorst van Zaterdagnacht, de jsbaan onder Overveen reeds weer ge pend wordeD. Natuurlyk maakten een groot aantal liefhebbers daarvan gebruik. Ook heden zwierde eene bonte menigte 'P de flink harde, gladde baan, vooral toen de schooljeugd even over drie uur aankwam. Dinsdag is er matinee en iVoenadagavond groot ijsfeest met muziek. IVeer en ys dienende, natuurlyk. Bij gebrek aan een muziekkorps, be hielp men zich vandaag maar met Van Laars orgel. Nauw zijn de verschillende ijsbanen berijdbaar of de directie vaa het sport terrein „de Phoeaix" stelt weder alles het werk om het haren abonnenten op haar uitstekend gelegen, prachtige baan zoo aangenaam mogelijk te maken. De ijsbaan die den geheelen dag geopend ia, zal des avonds eiectrisch zijn verlicht en oaze stedelijke kapel zal hedenavond (klein orkest) en morgenavond op volle sterkte, het ijsvermaak opluisteren. De afd. Haarlem van den Bond voor Nederlaudscho Onderwijzers hiold Zater dag j. 1. haren gewonen jaarlijkschen feestavond in de groote zaal van de Sooieteit *de Kroon". Het programma beloofde ons veel en de uitvoerenden, allen dilettanten, meest l«den van de afdeeling, vervulden die belofte naar ieders tevredenheid. De z/jok" had de overhand, men sprak niet van ernst tusschen de vier muren van /.de Kroon"' De heer J. B. Peyra zong met zyn welluidend, aangenaam en be schaafd basgeluid, twee liederen//Mijn liefken ia myn somer" van Nicolai en z/Twee keorlefi// van Benoït, een der be kende vlaamsche Blauwaert-liederen. In het eerste waren o. i. de piani wel wat al to bescheiden en de pianissimi schier duisterend. Het bekend© terzet „Die Drillinge" had het gewone succes, dat de execu tanten, de heeren Reoijers, Kuyper en Yisseher dan ook volkomen verdienden. Het Polnisches Juden-Quarlett, uitge voerd door de heeren Rooijers, Kuyper, de Nobel en Saeijs, kunnen wy nu een maal ('t mag wel aan óns liggen) niet mooi vinden. Wél prezen wy de uit voering. Maar gelachen, tranen gelachen hebben wy by een dialoog//Boer ea S«hoolmees- ter", een verdienstelijke samenspraak tusschen een echten twentschen boer en oen //hollandschen" schoolmeester. Zei onze plaatsruimte niet; //matig u I" dan zouden we hier en daar een greep willen doen uit dezen kostelyken dialoog tusschen het steilste boeren-coBservatisme en den vooruitgang op schoolgebied. Nü moeten wy volstaan met te zeggen, dat vooral de boer zijn persoonlijkheid uitmuntend volhield, en in weerwil van het voort durend gelach, dat er opging, geen oogen- blik uit zyn rol raakte. Een drama in den hoogen treurspel- toon; //de Moord op Urk", (het had wel kunnen heeten „\e% urksche bloedbad") werd verdienstelijk gespeeld. De acteur, die daarin de heldinnerol vervulde, koens daarin een woord vaa lof toe. Juistzoo speelt men, als men Gravin vaa Urk is en in zó® droeve omstandigheden ver keert. Na de pauze kwam het glanspunt van den avond, de operette //Incognito". Daar wij eenigen tyd geleden den tekst reeds opnamen, kunnen wy ons thans tot eene bespreking der uitvoering bepalen. Zel den nu zagen wy door dilettanten met zooveel capacitoit eese operette ten tae- neele voeren. De hoofdpersoon van het stuk, de heer Peyra, zong en acteerde met zóóveel gemakkelykheid, alsof hij zijn leven niets anders had gedaan. Vooral zyn zang trok ons bizonder aan. De heer Kessens, die de rol van den tim merman vervulde, heeft eene aangename stem, met een echt tenor-timbre; niet zeer hoog, maar welluidend. Zijn aria //Aan u alleen" werd zeer goed voorgedragen. Met een woord van lof aan de heeren Saeys (den vorst) en Rooyers (staatsraad^ zouden wy kunnen eindigen, wanneer ook niet het koor een loftuiting verdiende voor zijn goed, krachtig ensemble. Maar herdenken wij ten slotte nog iemand, die bij zulke gelegenheden wei nig in het oog loopt en toch een groote rol speelt, den accompagnatenr! De heer B. J. Vïsscher nam den ganschea avond het accompagnement waar met evenveel talent als bescheidenheid. Ook de heer C. Heemskerk verleende in een quatre- mains en by het accompagneeren van //die Drillinge" zyne zeer gewaardeerde mede werking. Toen de kelen vermoeid waren, kregen de voeten bezigheid. Er was bal en goed ookvraagt het den feestelingen maar Zondagmiddag te kwart voor één hield de afdeeling Haarlem van het Algemeen Nederlandsch Werklieden-Verbond eene openbare vergadering in „Weten en Wer ken", waarin als spreker optrad de heer B. H. Heldt, vaa 's Hage. De zaal was stampvol. Het doel vaa sprekers optreden was, om uiteen te zetten wat het.Nederlandsch Werklieden-Verbond beoogt. H|i somde daartoe een reeks van gewenschte her vormingen op, waartoe men allengs door eendrachtige samenwerkiog moet gera ken. In de eerste plaats betoogde hy het noodzakelijke van de verzekering tegen iBvaliditeit en ongelukken, welke ten laste moet komen van de nijverheid; deze toch is daar alleen mede gebaat zoolang de werkman niet dat loon ontvangt, dat in overeenstemming is met cle waarde, die zijn arbeid aaa het produet geeft. Vorder behandelde hij een tweetal stel sels van arbeid, de coöperatieve produc tie en het participatie-stelsel. Het eerste is de samenwerking van de werklieden om het product tot stand te breDgen. De wins ten, die daarmede gemaakt worden, komen dan ten bate van allen en bij het tweede stelsel ontvangt de werkman een ge- even redigd percentage in den winst. Beide stelsels prees spreker aan om te komen tot een oplossing van de loon- kwestie, zonder het productie-vormogen te schaden. Verder wees hij op de noodzakelijk heid van een normalen arbeidsdag, uit breiding van het kiesrecht, verbeterde rechtsspraak, verplicht onderwijs tot het 14® jaar, gelegenheid tot kosteloos toe laten van kinderen van onvermogende ouders ep d@ inrichtingen van middelbaar onderwijs enz. Spreker was erkontelyk voor hetgeen er reeds in het zedelijk en maatschappe lijk belang van den werkman werd ge daan, maar men moet vooral trachten door samenwerking met de bezittenden te bereiken wat nuttig is en gewenscht, Steeds moet echter de beweging van onder blijven uitgaan, v/ant van feoven zal zij nooit komen. Het Nederlandsch Werkliedenbond nu tracht de genoemde verbeteringen te be reiken langs ordelyken en vredelievenden weg. Ruw geweld of omwenteling pro- dikt zij niet, maar krachtig heeft sij haar taak aanvaard en zal rusteloos en on vermoeid op den ingeslagen weg blyven voorïgaan. Spreker eindigde met allen, die zich nog niet bij den Bond hadden aange sloten, uittenoodigen dit alsnog te doen. De afdeeling Haarlem van het Nederl. Werklieden Verbond heeft zich met een adres tot den Gemeenteraad gewend naar aanleiding van de uitdrukking des heeren C. Prins, lid van dat college, //dat ar beidsloon een economische zaak is, die afhangt van vraag en aanbod", welke bewering door geen der andere leden is gewraakt. Volgens de opvatting zeggen d® stellers des heeren Prins is dus //ar beidsloon" een //koopwaar"! In werke lijkheid echter ie arbeidsloon eensluidend met //menscheDgeluk", ja //menschenle- ven". Dus menachenleven zoude een //koopwaar" zijn Zij wijzen verder op grond van deze en andtre verkeerde voorstellingen op de ongelijke verdeeling van loon en arbeid, waar uit de schrille wanverhoudingen onzer samenleving worden geboren en drukken den wenseh uit dat ook onze Ge meenteraad medewerke om het even wicht te helpen herstellen, „de econo misch zwakken te beschermen en voor dooddrukken te behoeden". Zij acht het daarom van het hoogste belang dat bij aanbestedingen voor de gemeente, in de bestekken worden voor geschreven een normalen arbeidsdag van hoogstens 10 uur en een minimum loon van ƒ15.per week. Zij brengen bierbij nog in herinnering, dat ook voor de hoogere ambtenaren der gemeente een minimum loon en normalen arbeidsdag is vastgesteld, omdat men overtuigd is, dat ook hier de vrtye con currentie niet het meest gewenschte resul taat oplevert. De vrees, dat door deze bepaling de werken veel duurder zullen worden, deelen adressanten geenszins. Aangezien het ar beidsloon op het oogenblik niet meer dan 30 pCt. van de totale aannemingssom be draagt, zullen bij verhooging van het arbeidsloon met ongeveer 50 pCt., de kosten van het werk hoogstens met on geveer 15 pCt. kunnen stijgen, welk verschil ruimschoots zoude opgewogen worden door de meerdere welvaart, die van deze vermeerdering van koopkracht het gevolg zoude zijn; terwijl door meer vraag naar producten, ontstaan door hooger loon, do werkloosheid zoude af nemen en de algemeens onkosten in alle ondernemingen,procentsgewyze berekend, een groete daling zouden ondergaan. De onbekende vrouw van wie ie ons vorig nummer sprake was, is 11. Zater dag in het Gasthuis overleden zonder weder tot bewustzijn te zijn gekomen. Later is haar lijk herkend voor dat van de wed. Deys, woonachtig te Overveen, die herwaarts was gekomen om hare familie te bezoeken. Zy was lijdende aan eene zware ziekte. (Haar overleden man was gemeente veldwachter te Bloemendaal en is ruim 10 jaren geleden tijdens een hevigen storm, te Amsterdam, bij het afwaaien van een schoorsteen deodelijk getroffen.) Zondag is door de politie alhier aan gehouden eene 30-jarige dienstbode, ge naamd J. M. Tissen, die zioh aan ver schillende oplichtingen ten nadeele van goud- en zilversmeden, koek- en banket bakkers had schuldig gemaakt. Zij is naar het huis van bewaring overgebracht, waaruit zy eerst 14 dagen geleden is ontslagen. Hedenmorgen is door de politie aan gehouden en ter beschikking van de militaire autoriteit gesteld een 31-jarig soldaat van het 4e regiment vesting artillerie in garnizoen te Den Helder, die op 28 Nov. jl. was gedeserteerd. Slechts één nacht heeft het flink ge vroren, zoo schryffc men ons, en de Haar lemmervaart wemelde Zondag, vooral by Sloterdijk en Halfweg, weder van schaat senrijders; daar in dit water weinig of geen scheepvaart is, en het ys er niet uit geweest, was een flinke nachtvorst voldoende, om het weder berijdbaar te maken. Minder goed was de baan echter voor vreemdelingen, die, met de zwakke plaat sen niet bekend, geregeld doorreden, waardoor een drietal ingezetenen der hoofdstad tusschen genoemde plaatsen een nat pak haalde. De Amsterdamsehe vaart is, voorna melijk door de werking der stoomgemalen, de eerste dagen grootendeels niet ver trouwbaar. Men meldt uit 'sHage van 6 December Aan het gala-diner, gisteren ten Hove FEUILLETON. Naar het engelsch van JAMES WYTTON. 71) HOOFDSTUK XLI. (S lot.) i/Plaag mij nu niet," antwoordde de oude hoer. //Waarachtig, ]oagen, hy is nu te aanzienlijk voor mijn dochter, evenzeer als ik i eenigen tijd geleden te gering voor haar vond. Een graaf en vooral een graaf van Stargartyr is een drommels hooggeplaatst man. Ik zeg u, Fowler, dat het niet goed is, om bij het huwelijk te veel op het verschil in staod te letten. Vergeet niet, dat mijne bloedverwanten slechts de pachters zijn van den adellijken jongeling, die op dit oogenblik met mijn dochter zit te schertsen en ik zeg u, dat de adel en vooral de adellijke dames zeer con servatieve begrippen koesteren omtrent rang en stand. z/Wel, mijn beste mynheer," zeidc ik, maakte een misstoot en zette mijn queue op den grond neer, terwijl ik Whitehead in hot gelaat keek. //Stand of geen stand, gij zult u in het onvermijdelijke moeten sehikken. Bovengenoemde adellyko jongeling zal met uw dochter in het huwelyk treden, wanneer zij hem tenminste hebben wil. Daarvan ben ik zoo goed als zeker, en bovendien waarschuw ik u, dat by zich niet lang zal bedenken om zijn aanzoek te doeD; bovendien ben ik voor mij van meening, dat hij geen slechten smaak heeft." i/Ja, als het dan zoo zijn moet," zeide do oude heer met schijn bare gelatenheid, maar aan het schitteren van zijne oogen en aan een nauw merkbaar optrekken der mondhoeken om een onwille- keurigen glimlach te onderdrukken, begreep ik, dat dit vooruit zicht hem aangenamer was, dan hij wel wilde doen blijken. Ein- delyk, nadat hij een geweldigen aanval had gedaan op den rooden bal, dien hy met bijna een halven voet tusschenruimte miste, ofschoon deze niet meer dan een voet van zijn bal was verwij derd, stootte hij met zyn queue op den grond, legde zyne beide handen er boven op en barstte los Let nu op mijn woorden. Als de graaf van Stargartyr mijne dochter wil hebben en zij hem, dan geef ik haar ieder jaar twin tigduizend pond en hem vijftigduizend, zoo waar als mijn naam Samuel Whitehead is en wat ik zeg, meen ik." Om zijne woor den kracht by te zetten, stootte hij met zijn queue heftig op den vloer. Alvorens wy dien avond afscheid namen, had Dick de uitnoo- diging aangenomen, om gedurende do maand voorafgaande aan zijn vertrek naar Engeland, waarheen zyne zaken hem riepen, by Whitehead te komen logeeren. HOOFDSTUK XLII. Den volgenden dag woonde ik de begrafenis van Walters bij Ik had hem laten vervoeren naar het graf van zijn vrouw en kin deren, zoodat hy nu naast hen rustte. Dick vergezelde mij. Eerst dacht ik, dat wy de eenïge belang stellenden waren, maar toen ik gedurende de plechtigheid opkeek3 zag ik Bruce aan den anderen kant van het graf staan. Toen de plechtigheid voorby was, trad hij op my toe en ging naast m|j staan, terwijl hij zijn blik op het graf hield gevestigd dat de doodgravers bezig waren dicht te maken en zeide op kal- men, bedaarden toon „Welk een droevig geheim van een huiselijk treurspel ligt er in deze kleine ruimte besloten, nietwaar, Fowler Ik knikte toestemmend met myn hoofd en wa3 niet in staat een woord te uiten. //Die arme vrouw, die ongelukkige kinderen en hun diep rampzalige vader God zij hun allen genadig," mom pelde ik eindelijk en wendde my van het graf af. En gelyktydig klonk het uit den mond van Dick en Bruce „Amen Aldus werd mijn vriend begraven. Ik was zoozeer in gedachten verzonken, dat ik de aanwezigheid van myne beide vrienden vergat, die stilzwijgend Daast mij voort- wandelden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1