NIEUWS- EN
ADV EfiTEN TIEBL AD.
Wintergave.
Jiaf^arina flegma.
8e Jaargang. Zaterdag 20 Decemoer 1800. No. 2292.
A BOH NEMEN TSPRIJS:
ADVERTENTIE:
Nabetrachting
„Weldadigheid naar Vermogen"
STADSNIEUWS.
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijt, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BnreanKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
{Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BA UB 11 if CoJOHN F. JONES, Succ.fiParijs 31óis Faubourg Montmartre.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden rangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren en courantiers.
Van alle zijden komen in deze koude
lagen, nu de armen zooveel te lijden
bebben, in de verschillende plaatsen des
Is giften ie, om in den dringenden
cood te voorzien.
Hier ter stede is de vereeniging „Wel
dadigheid naar Vermogen" daarvoor on-
1 vermoeid werkzaam, maar zij heeft daarbij
i den steun der ingezetenen voortdurend
Dcodig; de opbrengst der inteekeDingea
I op de circulaires heeft dit jaar twee
duizend gulden minder dan verleden jaar
I bedragen.
Zeer werd zy daarom dezer dagen
verrast door vier giften van onbekenden,
reep. van ƒ100, 35, ƒ25 en f 4,35,
en dit zoo onverwachte goede voorbeeld
doet haar thans navolging inroepeD, daar
er neg zooveel nooiïg is.
Dat de giften hun doel zullen beroi-
j ken, behoeft wel niet gezegd, als men
slechts bedenkt op hoe uitstekende wijze
het huisbezoek van de vereeniging werkt,
waardoor zy volkomen op de hoogte
is der toestanden. De kleinste giften zijn
welkom en ieder gever vindt zijn be-
1 looning vertienvoudigd terug in de hart
verheffende gedachte, een goede, een edele
daad te hebben verricht.
Ieder, die warm gekleed, wel gevoed
en gehuisvest is, denke aan de armen,
die slecht gekleed en slecht gevoed, de
koude en ellende het hoofd moeten bieden.
Wendt u dus met uwe gaven klein of
groot, in navolging van de edele gevers
1 hierboven vermeld, tot het bestuur van
«Weldadigheid naar Vermogen".
uit den
XVIII.
Eindelijk eindelijk zyn wij met
de tramkwestie klaar. Dat wil zeggen
voorleopig klaar, want er moet nog meer
bepaald wórden, dan er reeds bepaald»#,
en vóórdat wij naar Zandvoort kunnen
trammen, lezer, zal ik nog menig uurtje
debatten in den Raad over de bizonder-
heden, moeten aanhooren.
Nu, wanneer die debatten altijd zoo
vroolijk zijn als Woensdag het geval
was, dan zal ik mij niet beklagen. De
Raad was in eene vroolijke stemming.
Eerst bracht de heer de Kanter one aan
het lachen, door ons mede te deelen, dat
„men tegen den tijdgeest niet kan op
boksen." Wanneer men zich den vreed-
zamen heer da Kanter voorstelt, boksende,
en nog wel boksende tegen een zoo
vagen tegenstander als de tydgeest, dan
is het ook moeilyk zyn ernst te bewaren.
Da&raa kwam de heer 't Hooft, die
den Raad, naar aanleiding van de be
denkingen die sommigen hadden tegen
een stoomtram door de stad, waarschuwde
tegen al te groote zorgzaamheid voor de
inwoners. „Indien wy hier zo» angst
vallig ep onze burgers passen," aldus
zeide deze spreker, die niet gaarne oen
gelegenheid laat voorbijgaan om den
Raad wat op te vroolyken „dan zullen
zy, in andere gemeenten komende, een
ongeluk krygen." Het denkbeeld van
een volwassen Haarlemmer, nazaat van
Ripperda en van Kenau, by zijn komst
b. v. in de residentie een haagsche kin
dermeid mee te geven, om hem te be
hoeden voor het gevaar, van onder de
stoomtram naar Scheveningen te geraken,
-dat denkbeeld deed zelfs den heer
Bijvoet, die tech lang niet gunstig voor
een stoomtram door de stad gestemd
was, in een lach schieten.
Maar vooral toen aan de orde kwam
de snelheidwaarmee de tram mag rijden
en B. en W. als maatstaf aangaven de
snelheid van oen dravend paard,toen week
een oogenblik de ernst geheel uit de zaal
en de burgemeester, zelf spottende met
zijn maatstaf, opperde de vraag, ef
hier een gaed dan wel een slecht
paard werd bedoeld en de heer Maoaré
kwam voer den dag met het bezwaar,
dat men niet altyd een paard by de hand
heeft. Nu, dat is eigenlyk maar half
juist, want sommige leden van den Raad
hebben ten allen fcyda huriae stokpaar
den bij de hand. Maar ik geef toe, dat
die heelemaal niet als maatstaf voor de
snelheid eener tram kunnen dienen.
Het mooiste was, dat men, dat „dra
vende paard" van B. en W. niet goed
aehtende, na eenige discussie besloot aan
B. en W. de bepaling der snelheid over
te laten. We zullen waarschijnlijk dus
tóch het dravende paard als meter dienen
aan te leggen.
Intusschen is, volgens onzen wensch,
aan de tram-Van Minden nu con
cessie verleend. Wij hopen, dat de con
cessionariseen, maar vooral de haar-
Jemsche ingezetenen er plezier van mogen
beleven.
Toen ik in een vorig stuk de meeniDg
uitte, dat het traktement der wethouders
(ƒ1200.nog veel te laag was, had
ik niet gedacht, dat ik zóo spoedig gelijk
zou krijgen van niemand minder dan
Gedeputeerde Staten. Wel wilde dit
hooge College niet zoover gaan als ik,
maar het stelde toch aan den Raad voor,
dat traktement te verhoogen tot 1500.
„Stelde voor", zeg ik beter ware
het te zeggen uschreef voor". Feitelyk is
het niets anders. Gedeputeerde Staten
hebben het recht, de jaarwedde der wet
houders te verhoogen buiten den Raad
om en tegen diens zin in. Wanneer nu
Ged. Staten komen en zeggen„kom,
mijne heeren, verhoogt toch tot ƒ1500",
j dan is dat meer een wenk„we willen
ulieden Raadsleden de eer laten", dan wel
een verzoek. De vraag is echter of het goed
gezien was, daarmee mi te berde te ko
men. Zoolang het ambt van wethouder
nog zooiets ampkibie-achtigs heeft, half
eerepost, half betrekkingzoolang zal
iedere discussie over hun traktement
voor hen zeer onaangenaam wezen.
Waarom niet ruiterlijk gezegd „het is
eene betrekking?" Omdat men dan met
1500 gulden niet toe kan. Maar moet
dat als hoofdmotief gelden, nu er tegen
overstaat, dat een wethouder te Haar
lem zyn werk half voor de eer, half
voor geld doet, en niemand dus precies
weet, waar zyne verplichtingen als be
taald ambtenaar beginnen en zijne rech
ten als bekleeder van een eerepest
eindigen. In het gewenscht, dat iemands
positie zó© vaag is omschreven Immers
neeD. Nóch voor den arbeid, nóch voer
den arbeider, kan dit aangenaam en
nuttig wezen. Welnu dan, men noeme
den wethouder; gemeente-ambtenaar, men
geve hem een kamer op het stadhuis,
waar hy dagelijks op vaste uren te spre
ken is en men legge hem een trakte
ment van ƒ2400 toe!
Wat de verhooging van de jaarwedde der
politie-agenten betreft, die heeft heel wei
nig te beduiden; zóo weinig, dat niemand er
wat ever te zeggen of over te vragen had
en wanneer dat gebeurt in onzen Raad,
kan men gelooven dat de zaak al heel
onhed»idend is. Misschien vind ik ge
legenheid, om later nog wel eens iets
over die politra-trakteinenten te zeggen.
Ons politiebureau kan alaoo nu ook
des nachts telefonische communicatie
verkrijgen met dat te Amsterdam. Ik
ben er heel blij om, want als nu mijne
collectïo portretten van leden van den
gemeenteraad, geteekend in de notulen-
le#speriode en onder extra vervelende
speechen, eens wordt gestolen doer een of
anderen dief-liefhebber van hooge kunst,
dan kan ik de politie te Amsterdam
laten verzoeken, dat zy de Heeren- en
Keizersgrachten afloopt en de daar wo
nende kunstminnaars waarsehuwt voor
het koopen van myne papieron Raads
leden.
tijd is ingetrokken geweest, is thans
weder door de Tweede Kamer toegestaan.
Bij de Vereeniging
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser.
- Een voor ziekenoppasser. - Eon voor
schrijver. - Drie voor kantoorlooper.-Een
voor portier. - Een voor behanger. - Een
voor schoenmaker. - Een voor metselaars
knecht. - Een voor broodbakkersknecht. -
Twee voor tuinmansknecht. - Een voor
opzichter. - Vijf voor aardwerkers of los
werkman. - Tien voor werkster of schoon
maakster. - Een voor burgerwaschvrouw.
- Een voor hulpkookster. - Drie voor
burgernaaïster.- Drie voor breister. - Twee
voor mangel werk. - Een voor strijkster
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen w enschen gebruik te
maken, wordt beleefd verzocht zich
schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
Haarlem 19 December 1890.
Met ingang van 1 Mei zal er een
directeur worden benoemd voor de kweek
school van onderwijzeressen alhier op
een traktement van ƒ2500.De sub
sidie aan de kweekschool, die eenigen
Men schryft ons;
De heer A. J» G. Timmermans, lid
van den Raad en wethouder van Haar
lemmermeer, ontving in de Donderdag jl.
gehouden Raadsvergadering een prachtig
souvenir van zyne medeleden by gele
genheid van zijn 25jarig lidmaatschap
van den Raad.
Door ongeveer 80 personen is te
Hoofddorp op de prachtige ysbaan van
het inundatiekanaal hardrijderij gehou
den, waarbij vele burgers voor hunne
verarmde natuurgsnooten reden.
Een aantal armen vertrokken na het
eindigen opgewekt naar hunne woningen,
voorzien van verschillende eetwaren en
brandstoffen, sommigen zelfs met een
wollen deken.
Door den vroeg ingevallen winter
verkeeren velen in Haarlemmermeer in
armoede. De kas der kerkelijke armbe
sturen is niet voldoende om in de be
hoeften te voorzien.
De lage stand van het water in de
Haarlemmermeer en de buitengewone dikte
van het ijs in vaarten en tochten, ma
ken dat er onder de visch eene groote
sterfte ontstaat.
Het inlaten van versch water en het
hier en daar maken van wakken zou
voer visschers en visch een ware uit
komst zyn.
Te Haarlemmermeer zijn tot onder
wijzers benoemd:
Aan school no. 2. K. Joustra, te
Oudabaske; aan school no. 4. T. Sorg-
drager, te Haarlem; aan school no. 10.
E. Evers, te Oosterbeek.
Men meldt ons
Ook de stoomvaart op het Noordzee
kanaal ondervindt thans door het ijs
groote belemmering. Woensdag lagen het
noorsche stoomsehip Fr am ten westen
en de ongelscbe stoomer European ten
oosten van de Hembrug in het ijs be
klemd, terwijl een zestal booten daarachter
lagen.
De sleepboot H Zanddienende als
ijsbreker op het Noordzeekanaal, is Don
derdagmorgen aan genoemde brug in het
ys blijven zitten, waarop de ram tor en-
schepen Cerberus en Guinea van Amster
dam en IJmuiden zijn gerequireerd om
den vaargeul open te maken.
Laatstgenoemd vaartuig heeft bij zij
kanaal B eenige uren in het ijs beklemd
gezeten juist toen een 60 man ter assis
tentie aankwamen, had het schip zich
door het ijs weten te werken en den door
gang voor de overige vaartuigen eenigs-
zins mogelyk gemaakt.
De west-ind. mailboot Oranje Nassau
is drie uur te laat vertrokken.
Als bewijs van de sterkte van het
ij8 moge dienen, dat bij het pontveer aan
zijkaDaal F, gewoon met paard en wagen
over het ys wordt gereden.
Benoemd tot onderwijzer te Beverwyk,
de heer W. D. Niestadt, te Rotterdam.
Aanbesteding.
Haarlem, 18 December. Door het
provinciaal bestuur van Noord-Holland
is heden bij enkele inschrijving aanbe
steed lo. Het lichten, opstellen
weder opbrengen van den bovenbouw
en het opruimen van den draaipijler van
de draaibrug in den Rijksweg over het
Noordzeekanaal to Velsen, benepens het
gedeeltelijk herstellen dor door de aan
varing op 12 October 1890 veroorzaakte
schade aan deze brug. (Raming ƒ22.800).
Minste inechry ver T. Linthout te 's Hage
voor 21.387 2o. Het maken van een
pontveer met toebehooren bewesten zij-
kanaal G, deel uitmakende van de
werken van het Noordzeekanaal in twee
perceeleD. Raming le perceel f 16,550,
2e perceel 2750. Minste insohryver le
perceel B. Zuithof te Haarlem voor
14,895 2e perceel H. vaB Vlaardingen
te Gouda voor 2640 3o. Het drie
jarig onderhoud der Rijks zee- en haven
wei ken op het eiland Vlieland, behoo-
rende tot de zeewerken in Noord-Holland.
FEUILLETON.
Naar het engelsck
van
WALTER BESANT.
10)
HOOFDSTUK III.
Harley HouseCleveland Square.
Wanneer een groot aantal meisjes bij elkaar vereenigd zijn,
dan zou men een algemeen gepraat en gelach verwachten, af
gewisseld door een vroolijk gezang; welnu, een van de merk
waardigheden van dit salon was ongetwijfeld, dat er een diep
stilzwijgen heerschte. Sommigen spraken met elkaar op zachten
toon en met kwijnende stem, maar de meesten zaten ieder
apart en bewaarden een diep stilzwijgen, twee of drie harer
lagen achterovergeleund op de sofa's, klaarblijkelijk reeds tevre
den nu zij eenmaal konden rusten het waren de winkel-
kassiersters, die den ganschen dag moeten staan; anderen zaten in
haar stoel achterovergeleund, met het hoofd rustende op hare
handen een houding, die bewijs geeft van volslagen, licha
melijke uitputting. Niemand las, niemand lachte, niemand zong.
Deze algemeene matheid en lusteloosheid moest niet worden
geweten aan de instellingen van Harley House; het comité had
er volstrekt niets mee te maken, de gedachte kwam niet bij de
meisjes op, om des avonds na half tien nog buitenshuis te willen
zijn, of naar het gezelschap van anderen te verlangen. Zij waren
slechts vermoeid geheel uitgeput.
Het was omstreeks kwartier voor negenen, toen de deur ge
opend werd en er nog een meisje binnentrad. Zij was slank en
mooi gij kent haar reeds met blond, krullend haar, grijze
oogen en een vriendelijk gelaat een gelaat, dat liefde moet
opwekken dit zegt evenwel niet veel, daar het gelaat van
de meeste meisjes ons zegt, welke schoone taak voor haar in
het leven is weggelegd. Nu drukte haar gelaat helaas onrust
en verdriet uit. De gelaatstrekken der anderen spraken van af
matting tengevolge van een langdurigen, vervelenden arbeid,
maar de gelaatstrekken van Katharina spraken van andere
kwellingen.
Toen zij in de deur verscheen, zagen een paar meisjes haar
vragend aan en lazen haar antwoord in de uitdrukking van
hare oogen.
Zij zette zich naast een ander meisje neer. Klaarblijkelijk
waren zij vriendinnen.
„Is er nieuws?" fluisterde zij.
Katharina schudde ontkennend met het hoofd.
Lily, het andere meisje, drukte met zwijgende deelneming
haar hand. Zij had een donkere gelaatskleur, zwart haar, zwarte
diepliggende oogen en zwarte wenkbrauwen, waartusschen geen
afscheiding was; kortom, zij was van een spaansche type, of
schoon haar naam Lily was en zij blond en in het wit gekleed
behoorde te zijn. Lily zou er zeer aardig uitgezien hebben,
wanneer zij in het zwart fluweel ware gekleed met een kroon
vol diamanten op het hoofd. Zij was geboren voor zwart fluweel,
maar door een vergissing van het lot, was zij gedwongen een
eenvoudige, zwarte stof te dragen.
„Er zal nooit nieuws komen, Lily. Lieve, wees zoo goed en
spreek er mij nu niet over."
Op dat oogenblik stonden de twee bejaarde dames van haar
zitplaats bij het vuur op, en de oudste, algemeen bekend als
miss Augusta, begaf zich naar de piano en begon te spelen. Zij
speelde iederen avond, omdat zij meende, dat muziek goed is
voor het gemoed, voor het humeur, voor de vermoeide ledema
ten en voor het overspannen brein. De muziek moet dan ook
goed zijn en daarom speelde zij iets uit Mendelssohns „Lieder
ohne Worte", die beter tot het hart spreken, dan de meeste
andere muziek. Zij speelde nog geheel op ouderwetsche manier,
met veel gevoel en nadruk het was een tijdstip van senti
mentaliteit toen zij jong was.
De andere oude dame, haar zuster, miss Beatrice, begon haar
rondwandeling door de kamer en sprak deze en gene aan. Vol
gens haar meening kon men jonge menschen van grooten diens t
zijn door vriendelijke deelneming in hun leed, en daar zij reeds
op gevorderden leeftijd was, kon zij tot de meisjes woorden van
troost en vrede spreken, terwijl haar zuster door de tooverkracht
der muziek de teederste snaren in hare zielen trachtte aan te
roeren. En nu en dan heerschte er ook werkelijk een gedrukt