der golfjes. Aan de wanhoop ten prooi bracht ik den langen nacht door somtijds droomde ik, dat ik hst gelaat van den jongen in de duisternis zag nu eens riep ik bem, maar slechts do echo van mijn eigen stem antwoordde daarop. Eindelijk daagden de redders op door myno kreten in den tunnel geleid. Bij het flikkeren van hunne lichten was het eerste wat ik zag het lichaam van den armen Phil, verpletterd onder de balken. Bij dit gezicht verloor ik mijn bewustzijn. Eerst in het mijnhuis, omringd door een aantal ruwe, meewarige gezichten kwam ik weder tot het leven, en nauwe lijks had ik myn oogeu geopend oi mijn eerste vraag was „Het meisje, waar iB het meisje? Men trad zwijgend op zijde en toen zag ik haar geknield over een verminkt lichaam in een hoek. Voor haar eigen welzijn moest men haar verwijderen, terwijl de mannen alles deden om het arme verslagen meisje op te beu en. Zij brachten mij voorzichtig bij haar. Marie," fluisterde ik, haar koude hand in de mijne nemende, „ge kunt Phil nu niet meer helpen. Kom, laat ons naar huis gaau." Zij zag naar mij op, haar geiaat was doodsbleek, maar geen traan stond in haar heldere oogen. z/Het is zoo hard hem hier te verlaten," zijde zij medelijdend, „Is het goed z/Ja, meisje," mijn eigen stem beefde, „dat geloof ik welge moet op mij ver trouwen, Marie." z/Ja." Ik bracht haar weg van de droeve plek, langs den heuvel naar do kleine hut. Daar plaatste ik haar op een stoel en zij zag om met een verlangenden blik en toen zij dit deed braken de tranen eindelgk uit. „O, Phil," snikte zij, „ge waart alles wat ik op de wereld had I Mijn hart bonsde in mijn keel bij de ontzettende wanhoop, die in dien kreet lag besloten, en ik gevoelde dat ik haar beminde. z/Niet alles, Marie," fluisterde ik tee- der„niet alles, als ge u aau mij wilt toevertrouwen." Zy zag iu mijn gelaat, dat over haar was heeugebogen en ik denk dal zij daarin myn ernst las. «Gij waart goed voor hem," zeide zij eenvoudig, „en ik bemin u De vroege morgenzon verrees boven de heuvelen en wierp een krans van goud over de bruine lokkeD, toen ik haar alleen Daar 't kleine, eenzame huis bracht. Dit is het graf van Phil, daarginds bij den weg, met het witte kruis en de besneeuwde ceders als zwijgende wachten er boven, en wanneer in den loop der jaron God de droeve smart heeft uitge wischt, zal hij ook den armen jongen beloond hebben naar zijne daden. Toen ik zag dat de mannen flink aan 't werk waren, bracht ik een klein ge deelte in een der zijtunnels om eenige proppen vaat te maken, die neergevallen waren. Het was zwaar werk, te zamen gedrongen als wij waren in die nauwe ruimte en de heete, rookerige lucht in ademende, terwijl de duisternis verlicht werd door de kleine olielampjes, die op de hoeden van de mijnwerkers flik kerden. Een uur lang bevestigden zij de planken en gedurende al dien tyd hoorde mon de zware ademhaling van de mannen, nu en dan afgebroken door een op gedempten toon gesproken order. Ik dacht aaD mijn kort gesprek met Marie, terwijl ik daar tegen den rotswand stond te leunen, luchtkasteelen bouwde en haar mijn vrouwtje maakte, maar plotseling werden wij opgeschrikt door snelle voetstappen, die in den tunnel weerkaatsten en het volgende oogenblik, met een akelig bleek gezicht onder het licht van zijn lamp, stormde Mc Ginn in ons middea. z/Loopriep hy uit. „Loop, mannen, naar do stallen, de Slaagrivier is door gebroken Bleeke gezichteD en angstkreten, do mannen stortten zich in de duisternis in iedere richting en wij stonden alleen. Ik behoefde geen vragen te doen. Ik was mijnwerker genoeg om alles volaomen te begrypen. z/Korn Phil," zeide ik, want de jongen stond daar naar adein te snakken; „wij moeten hier zoo spoedig mogelijk uit vandaan." Hij keek op, verwonderd mijn stem te hoor en. tfGij hier I" riep hij uit.//Waarom zijt ge niet heen gegaan Wacht niet, mijn heer Ik moet de barricade verbreken." Als een bliksemstraal sehoot de geheeie toestand door mijn brein en mijn bloed trok naar mijn hart terug by die gedachte. Daarvan hing het leven van ieder die in den myn was af. Als door instinct gedreven ging ik voorwaarts en legde mijne handen op zijne schouders. z/Ik dacht er niet aan," zeide ik. //Wij zullen samengaan, mijn jongen." Hand aan hand, ora vaster te gaan ovor de natte rotsen, gingen wij omlaag in den hoofdgang, op den tast in de dikke duisternis voortschrijdendewij hoorden het borrelen van het water, dat reeds tot aan mijn middel was gestegen. Wy hoorden eenige kreten diep in de mijn en de wanhopige slagen van hen die een uitweg poogden te maken, totdat wy eindelijk aan de zware barricade kwamen in de planken waarvan ik met mijn bijl hakte. Maar zij lieten niet los. Het leven der mannen in de mijn hing van die barricade af en terwijl wij zwoeg den, bleef het water stijgen, totdat het den hals van den jongen had bereikt. Als regen vielen mijne zware slagen: nauwelyks was ik in staat, in den tellen stroom op mijne voeten te blijven. "JoDgen schreeuwde ik in wanhoop en doodsangst, „wat kunnen wij doen?" «Ik weet het al, mijnheer," riep hij uit, waut ik kon hem in de duisternis niet zien, „en moge de Hemel mij bij staan 1" Do onderste planken grijpend, klau terde hij omhoog. Wat hij uitvoerde kon ik slechts gissen maar ik hoorde een kreet en een gekraak, toen stortte er een groote massa omlaag, die de gobeelo j Koning besloten heeft, voor het scheids- passage afsloot on een reusachtige don- rechterschap in het geschil tusschen kere golf joeg over mijn hoold, welkeFrankrijk en Nederland in West-Indië den geheolen tunnel onder water zette, j |0 bedanken. De czaar zou indertyd alleen Welk een vreeselijko nacht was^ datu;t persoonlijke consideratie voor Koning Te vergeefs riep ik om Phil en \yjRem JII het scheidsreehterschap op ging op den tast terug over het g!ib- zjc[j genomen hebben, herige rotspad. Niets antwoordde dan het Oonoodig to zeggen, dat dit gerucht gedruisch van het water en het kabbelen bevestiging vereischt. BI y kens bericht uit Parys, moet de president der Republiek Vrjj- dag den vice-admiraal Binkes en den kapitein jhr. Do Ranitz, belast met de officieels aankondiging van het overlyden van Koning Willem III en de troons opvolging van Koningin Wilhelmina, in plechtig gehoor ontvangen hebben. Vrij dagavond werd hun door den heer Carnot een diner aangeboden. De nederlandsche gedelegeerden Daar igeland zyn Donderdag to Londen aangekomen eo 's avonds naar Windsor vertrekken voor eene audiëntie by ko ningin Victoria. Te Woeoen werden luit.-gen. ridder Aluwyn en do ritmeester jhr. Van de Poll Donderdag bij den keizer in plechtig gehoor ontvangen, waarna zij een be zoek bij graaf Kalnoky aflegden, ia den avond werden zij aan het diner ten hove genoodigd. Vrydag vertrokken zy, om zich naar het italiaansche hof te begeven. Te Berlijn, ten slotte, werd Donder dag door den opperhofmaarschalk Du- monceau en den ritmeester Van Tuyll van Serooskerken mededeeling gedaan van de troonswisseling in Nederland. Beiden zijn met den Nederl. gezant te Berlijn, jhr. F. P. van der Hoeven, den rijkskanselier, de ministers en vele ledeu van het corps diplomatique, Donderdag op een diner ten hove geweest. Sedert eenigen tyd worden in de magazijnen van de spoorwegmaat schappij Grand Central Beige te Maas tricht, goederen vermist. De stationchef, de heer Le Frère, besloot daarom Woena- avond te surveilleeren, on ging tot dat einde, vergezeld van twee ryksveld- wachtere, die magazijnen bezoeken. By hun binnentreden in een der magazynen worden zij door een schot uit eene re volver begroet. Dit schot werd gelest door een ladingmeester, die zich daar zonder voorkennis met een arbeider ver borgen had om de daders der diefstallen te ontdekken en meende de dieven voor zich te hebben. Door de justitie is een onderzoek ingesteld. Namens het hoofdbestuur van den AlgemeeDen Nederlandschen politiebond, is de zilveren medaille voor twintigjarigen trouwen dienst uitgereikt aan den te Hilversum gestationeerden brig. maj. tit. der ryksveldwacbt W. Smeets. B. en W. van Amsterdam hebben ter visie van de raadsleden eone voordracht gelegd, waarin zij voorstellen, den commandaLt der brandweer eervol van zijne betrekking tc ontheffoD, met ingang op zoodanigen datum, als B. en W. noodig achten, en hen te machtigen, zulke maatregelen te nemen als de be langen van den dienst zullen voreischen. Als reden wordt aangegeven, dat de commaudant in den laatsten tijd //tegen over het D. B. zulk eene houding heeft aangenomen, dat verdere samenwerking onmogelijk is, en do belangen van den dienst onder die verhouding schade duitsch grensbeambte doodgevroren. De man laat eene vrouw met 10 kinderen achter. De 18-jarige landbouwer Tan Es zoen van dei ta Tienhoven by Ameide was 11. Woensdagnamiddag met een jongeren broeder, 15 jaren oud, op den polder liienhoven aan het schieten van waterwild, toes onverwachts een schot va* zyn tweeloopsgeweer afging en ayn broeder, die vlak achter hem stond, in en naast het linkerbeen trof, zeodat hy nog denzelfden dag des avonds, na ontzettende pyn on bloedver lies bezweek. Uit Hippolytushoef op Wie- ringen wordt gemeld Hoe onveilig de ligplaats is voer schepen aan de Haukes, op Wieringen, hoe groot de behoefte aldaar is aan eene goed® haven, waarnaar jaar uit, jaar in verlangd wordt, is in den nacht van 15 op 16 December met het epriogty (pl. m. 12 uur) weder op betreurens waardige wyzo gebleken. Toen is door ysgang onder de ruim 80 vaartuigen, die voer anker lagen, weder aauziealijke schade veroorzaakt. Een blazer werd als geheel middendoor gesneden; een tjalk verloor het zwaard; een jacht mist den geheelen achtersteven. Van den steiger zyn de zwaar besla gen eikenhouten palen tot de* grond afgebroken; onderscheiden® vaartuigen hangen tegea de glooiïog van den dyk en de overige zij a op en tegen elkan der gedrongen als kinderspeelgoed. De sebade is algemeen. Het geheel levert een treurig schouwspel van verwoestiag op, en is voor velen eea voorbode van armoede en ellende. Waar zoevolen ge troffen zyn, zal een bereep op de alge- ineene liefdadigheid niet kunnen uitble ven. Oonoodig to zeggen, dat thans het gemis vaneen havendiep wordt gevoeld ea dat eaen vurig verlangt naar oen aanlog ervan. Dry,! evostJ BINNENLAND. Het gerucht loopt, dat de czaar wegens het overlijden van onzen Letteren en Kunst. Het muzikalo tydschrift Cae«ilia be vat het volgende „In memariana By het ovorlijdea van Zijne Majesteit Koning Willem den Derde zjjn tal van hcrinnoriugoH opgerezen, waarby deze vorst het middelpunt, of wel in «eerdere of mindere mate persoonlijk betrokken was. Oek op muzikaal gebied, evenals op dat van hot teoneel, heeft Z. M. zulk eeuo warme belangstelling getoond, dat een tijdschrift als het onzo daarover ai#S geheel mag zwijgen. Menigeen zal zich nog herinneren, dat Z. M. reeds als kroonprins aan de muziek een warm hart toedroeg en dat toen reeds wijlen de hoor C. va* der Does als hofpianist aan zyn persoon verbonden was. Do Koning, die eene prachtige omvangrijke bary ten-stem bezat, zong zelf do aria's uit do toen ia zwang lyden". Naar men verneemt, is de direc- zijnde Fransche opera's, o. a. //Le ebAlet" teur der straatreiniging, de heer Te waarbij Z. M. van een uitstekend muzi- Winkel, bestemd om het beheer derkaal geheugen deed blijkoD. Kort na brandweer tijdelijk waar te nemen, al- zijne troonsbestijging, ia de jaren 1850t thans zoolang totdat eeue eind organisatie '51 en '52, nam Z. M. zoowel de fransche zal tot stand gekomen zijn, waarbij de opera als den hollandschen schouwburg beide gen. diensttakken, nevens de politie, in eigen beheer, en benoemde, als op- onder éen opperbeheer worden gebracht, j volger van wijlen den intendant baron Te Dordrecht is plotseling overleden de heer mr. A. Blussé, lid van de Eerste Kamer der Statcn-Gene- raal voor Zuid-Holland. Tusschen Elten en Emme- De Grovestins, den he9r J. W. Holtrop, bibliothecaris der koninklijke bibliotheek, zelf een warm beoefenaar der toonkunst, met den titel van „Coaamissaire Royal". Vooral de Fransche opera trok Z. M. in het zizonöer aan en wel nooit be rick in de velden is Woensdag eenleefde dezo instelling zulk een bloei als gedurende dit tydvak. Met Chollet later mei Monrose (z®lf een voertretfe! lyk toneelspeler), als directeuren, waa het gelukt een uitstekend gezelschap tot stand te brengen. Wy noemen slechts do *ame* van Chaunier, Moutaubr, Caron, de dames Beuvard, PröV( Chellet, Delville, Colson, enz. D® Opdra Comique beleefde toen wel haar hoegston bloeitijd on behaalde vooral «et opvoeringen als die van „Le toréidor La pie voleuse, Les porchorous, Fra Dia vol*, Le domino noir, Les diaraanta d« la ceurenne, Le songo d'uro «uit d'dté" waren triomfen. Vry geregeld woonde Z. M. de op-1 voeriegen by en 's zomers hadden erop 's Koniaga verlangen voorstellingen plaats op Het Leo, waarbij de medewerkende artiste* dikwerf waarlijk vorstelijke ge- scheuken ontvingen. Het was ook in die jaren, dat door het zoo hooggeroemde Ita- iiaanseke opora-gezelscbap, bestaande uit mevr. Persiani, don gevierde» teaor- zanger Gardoni, da bassisten Rossi en Tamburini, in do residentie optrad 1 do epera's als //Lucia, Don Paf quale L'elisire d'amore", e. m. a. werdeu op' geveerd. Op het gebied der compositio was ketl uitsluitend do Fransch© opera, dio Zr. Us. belaagstelling opwekte; daarvoor! werde* prijsvragen uitgeschreven t me* e. a. het ontstaan te danken vaa j z/Le rei de Bobêaae" van Martin Lasare, z/L'eselave do Comoëns" ou „Lo vieux chateau", van C. van der Does. Meet men het ©enerzijds betreurea. dat Z. M. slechts in deze richting be- huge* schiep en uitsluitend daaraan zya geldelijken steun schonk, terwijl noch de duitscho, noch de nederlariuscho muziek ayue syaspatkie kon verwerven, ander- zyde «eet worden erkend, dat do Koning het nederlanhsch ele sent op kunstge bied in aadore opzichten krachtig heelt bevtrderd door zynen steun te sohesken aan d®* Hollandschen Schouwburg van vroeger en het Nederlandsch Tooneelin later tyd en door het toeken non van jaargelden aan jongo booldendo kun waars. In da jaren 1860—'62 vatte Z. M. het plan op om te Brussel een „Con servatoire" to stichten, in den beginne uitsl*ite*d met do bodoeling om opera zangeressen to vormen, later ook ten uinde jongelieden van bizondoren aanleg iu de gelegenheid te stellen om in het buitealaad de verworven kundigheden verder te ontwikkelen. Vaa de laatstbedoelde personen heeft Z. M. meer vreugde beleefd dan van de eerste*, waarvan kon worden gezegd: velen waren geroepen, maar weinigen] uitverkoren voor de kunst. Van de jot goliedea, dio tot instrumentalisten wer-l doa opgeleid, kunnen wij eouige namen I neeaaea, waarop het vaderland trotsch mag zy*, bijv.Joseph Hollman (violon cel), Willem Kes (viool), Henri Petri (viool), Louis Coenou jr. (piano.) Da Koaing vatte dio opvoeding ruim op. De zangeressen kregen onderwijs in talen, in het dausoo, in „maintien", kortom in al wat tot eene z.g. „gesoi gneerde* opvoeding behoorde. Dit was ook in zekere mate met de instrumen talisten het geval. Maar wat bovenal den pensionaires ton goede kwam, dat waren de openbare uitvoeringen, die in do concert- of theaterzaal wp hot Loo door Z. M. werden ingericht en waar zij gelegenheid vonden om zich voor da grootste kunstenaars te doea hoorei). Daar kwamen bijeen, door Z. M. uitge- ■oodigd, Franz Lïszt, Ambroise Thomas, F. Gevaert, Henri Wieniawski, ais Konings welwillendheid ondervonden in I den vorm van ridderorden, prachtigeI bekommerde zich zeer weinig om dat verliesalleen zou hij gaaru e den zegen zijner moeder hebben genomen op den gevaarlyken weg. Maar wanneer hij dieu krijgen kon zou welaanDan zou hij waehten, totdat hij als overwinnaar kon terugkeeren en ieders armen weer open zou vinden. Zoo zette zich de gedachte aan de vlucht in zyn overspannen brein vast en liet hem niet meer los. Vaderlijk huis, vermogen, familie, dat alles wilde hij tegen zijne vrijheid inruilen. Mea vermoedde iets van zijn voornemen en bewaakte hem zoo scherp, hield hem zóo kort, dat hij, toen de dag van de besli96ing kwam, moest vloekten als etn bedelaar. Een weinig linnengoed, onder zijn overjas verborgen, dat was alles wat hij medenam, toen hij op zekeren middag het huis verliet. Kij moest zich onbe vangen toonen ea toch, toen het er op aankwam, had hij jaren van zijn leven willen geven, om zijne moeder nog eens te kunnen omhelzen. Den geheelen middag zwierf bij om de stad heen, en eerst kort voor het uur van vertrek van den trein, sloop hij op het perron en in den wagen vierde klasse, om de reis naar zijn Lot aan te vangen. Een oogenblik kneep de gedachte aan zijn moeder hem het hart als het ware te zamen maar het fanatieke geloof aan zijne roeping drong dat gevoel spoedig weg. De locomotief floot schel, de trein bewoog en rolde weg en Martin gevoelde, dat men thuis hem nu opgegeven had en hem niet terug zou~ halen. Onmiddellijk na zijn aankomst te Weenen had zich Martin naar den directeur van de tooneelschool begeven en hem verzocht hom een vrijplaats op de school te bezorgen en de directeur, een vriendelijk man, had hem zijn steun toegezegd. „Jammer, das ge zoo klein zijt," voegde hij erbij. „Zoudt ge nog niet wat groeien Martin schrikte er van. Dat waren dezelfde woorden, die men thuis als scherpste wapen tegen hem had gebezigd. „Jammer dat ge zoo klein zijthad ook de oude regisseur ge zegd, door wien Martin zich thuis had laten examineeren. Onder de grootste ontberingen verstreek voor Martin de tijd tot aan den dag van het examen voor de commissie der tooneel school. Het noodzakelijkste verdiende hij met kopieeren. Eindelijk kwaai de ure der beslissing. De commissieleden hoorden de voordracht van den jongen candidaat met opmerkzaamheid en wtlgevp-Hoa aan; daarin spraken zij ecao wijle met elkander en tot slot zeide de president„Gij hebt talent, mijn jonge vriend, veel talent. Gij spreekt met verstand en waren hartstocht, maar... maar en met een veelzeggenden, medelijdenden blik mat de spreker de magere, kleine gestalte van den armen jongen. Het hart vau Martin bonsde geweldig en een onbeschrijfelijke angst overviel hem. „Mijnheer de president riep hij uit, „zeg t«ch om Godswil niet dat ik te klein ben. U weet niet, wat hier voor mij op het spel staat. Familie, rijkdom, studie, alles heb ik opgeofferd voor de kust. Mijn vlijt en mijn liefde voor do kunst zal iedere hinder paal overwinnen. O, neem mij toch op Dat klonk als een wanhoopskreet. Weder praatten de heeren een poos onder elkander. Martin werd aangenomen. Nu begon voor hem een nieuw loven. Men had hem van huis onder den invloed van zijne ongedachte opname in de tooneelschool, niet alleen zijne kleederen nagezonden, maar ook hem een kleine, maandelijksche ondersteuning toegezegd, zoolang zijne studie duurde. Ook was zijn jonge hart niet meer zoo arm aa liefde. Hij had vriendschap gesloten met eene vrouwelijke meiic ltrlingiin wie hij zijn eigen idealisme, zijn eigen geestdrift voor ck- kunst terug vond. Zij werkten te zamen, zaten te zamen op do warise, vierde galerij van den schouwburg eo maakten in huoae vrije uurtjes: kinderlijke plannen voor de toekomst, vol liefde oa lauweren. Stil' en ijverig gingen zij hunnen weg, zender zich veel met hunne Oppervlakkige en lichtzinnige kameraden te bekommeren, en lsgdcn twee jaar later mot glans examen af. Allen die er door gekomen zijü, hebben eon engagement aan een of ander theater gekregen en hoe flinker en knapper zij erj uit zien, des te gunstiger luiden de voorwaarden. Ook Martins vriendin, heeft haar kontrakt in den zak. Alleen hemzel-j ven schijnt men over het hoofd te zien. JSa langen tijd van onbezorgde kunstenaarsdroomeri, hoort hij die voor hem zoo vreeselyke woorden weer„Ja, als ge maar nh'tj zoo klein waart „Het gaat niet met zulk een gestalte kas u geen enkel emplooi vervullen." zeggen de theater-agenten onemwonden. „Gij hebt talent, buitengewoon veel talent, maar ons publiek ver langt eene flinke, imponeereDde verschyniKg," zeggen de directeu- roD, schouderophalend. Als een wanhopige klopt hy overal aan. //Mijn God, meet menj dan de acteurs per elzucht hij. De toelage van huis wordt ingehoudenmen hoept hem door armoede tot terugkeer te nopen en hoe drukkender da nood wordt, des te geringer worden zijn eischen. Dan treft hem z>óg een slag* Ada vertrekt. „Blijf goed en braaf 1" roept Martin tot haar, zal slagen. Dan zien wij elkaar weer." Met tranen in ds ©ogen ziet injj haar heengaan en onderteekent eenige dagen later een eiknösg| kontrakt als figurant in een kleinen provincie-schouwburg. (Slot volgt)<

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 6