NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ^atfyaxma ^Jtegjua. 8e Jaargang. Donderdag I Januari 1891, ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTim7: OUDEJAARSAVOND. VOES T. STADSNIEUWS. Stukken van den Raad. De Tentoonstelling HAARLEMSGHE NIJVERHEID. FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBE ID Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk. per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers. „J.0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advortentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle^boekliandelaron sc courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEKEBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Mrar.gére G. L. HAUBE 2f Co., JOHN F. JONES, Snee., Parijs Slbis Faubourg Montnartre. Uithoofde van den Nieuw- ,sarsdag zal het eerstvolgend nimmer dezer Courant Vrij dagavond verschijnen. Oudejaarsavond. Vijf en twintig gra- eu vorst. Ruw waait da nachtwind ver straten en pleinen, slaat de weinige aastige voetgangers als met roeden van 8 orn de ooren, en doet den adem be- tiezen op baard en knevel dan brult ij zijn loeienden klaagzang om de ge- Jo'en huizen. Het is tien uur in den avond. Overal irandt licht, zelfs in het kleine kamer- je, dat de werkman bewoont io de som bere achterbuurt. Geen warmende gasvlam is h6t die aar de armoede van het enge vertrekje erlicht. een klein petroleumlampje werpt en vaag schijnsel over het gezin, dat tan de tafel zit. Man, vrouw en vijf :inderen zijn daaromheen geschaard. En hoewel de wind een ijzigec tocht endt door de slechtsluitende vensters, loewel de kleine potkachel het kamertje net kan verwarmen, al staat hij rood- ioeiend, toch ligt er eea6 uitdrukking an vreugde op de gezichten van dat irme gezin. Zij hebben weer vuur en iroed voor vandaag en morgen. Eene veldadige hand heeft ook hen, al kan lie hen niet geheel voor gebrek behoe- fen, toch dezen avond voor honger en U Zmt me a-I gen avond our lezen heeft de moeder, als hare vijf kinde en om brood vroegen, moeten antwoor- ien: „Ik heb het niet! Morgen krijg lui wat, hoor!'-' En terwijl bare stille racen over hare bleeke wangen rollen, ieeft zj gehoord hoe de arme kleinen ich in slaap schreiden op bunne arm- ;alige legerstede. Sedert weken bij weken reeds heeft 'e man niet gewerkt. Niet omdat bij iet wilde, voorwaar! Vraag hem, hoe 'aak hij gepoogd heeft, zich werk te /erschaffen, en hoe hij even vaak het hoofd heeft gestooten voor het antwoord: ,er is geen werk." Hij is baanveger geweest, ja maar op een slechte plaats, vaar bijua niemand langs kwam en zelfs he kleine verdienste heeft hem de wind )utnomen, de ijzige wind, die den schaatsenryder van de baan heeft ver dreven. Maar eü, nü is er weer brood! Een keteltje koffie trekt de gretige blikken 7an die armen. Zie, hoe zij zich aan stonds de koude handen warmen aan de ieete kom en het verwarmende vocht jyoa te haastig in de keel gieten. Zie,: 30e zy het brood, besmeerd met boter alleen, eten als ware het banket. Het is voor hen meer dan banket, het is voor hen het leven\ En als straks de torenklok (hun eigen klokje kunt gij in de bank van leening vinden), als de torenklok 12 uur slaat, dan weisschen zij elkander „een gezegend Nieuwjaar'' en, hoe treurig ook thans hun toestand nog is, er glanst weer hoop in hunne oogen en zeker rijst er eene stille, maar vurige bede in hun hart, dai dit nieuwe jaar hun meer geluk moge breDgen. En wie van ons zal daarop niet een oprecht gemeend: „Zoo zij het laten Hel schittert de gaskroon in den salon. Eene zachte warmte doet het den tal rijken gasten toeschijnen, alsof er geen winterkoude daarbuiten ie. Wijn, punch gebak sieren de groote tafel. Men voert drukke gesprekke», vroelijk; opgewon den. Ginds in de hoeken zitten de oude ren een bedaard kaartspelletje te doen glimlachen om de uitgelatenheid van het jongere geslacht. Niemand kijkt van avond naar de marmeren peBdule, dan alleen em te zien hoever men nog van middernacht verwijderd is. Aan scheiden denkt niemand: het is immers Oude jaarsavond Waarover men praat? Over alles en alles. Over het ijs, ©ver het aanstaande bal, over het laatste concert, in de ge moedelijke, gelukkige stemming, die zee uitsluitend de gezellin is van den laat- sten avond des jaars. Halftwaalf. De heer des huizes tikt tcgoa zijn gias ou Ciaat op. Aller eygeu zijn op hem gevvstigd. Waarover zal h j spreken? Zal hj «en taast uitbrengen op zijne gasten, ep het pas verloofde gelukkige paartje, dat daar aan het einde dar tafel zit Neen. Hj spreekt van de armen. Op ersstigen toon herinnert hij aan dan nood, den grootea nood, dien er thans geleden wordt; aan het geluk, dat nie mand zjncr gasten gebrek bj ondervin ding kent en hij roept hen op om te geven van hun overvloed, ten einde dien armen te schenken wat onmisbaar is. Dan gaat hj road met een hoed en wendt het heofd even at, wanneer elk der gasten zjn gave oflert, om niet on willekeurig hunne milddadigheid te con troleeren. Dan stort hj den inhoud op de tafel uit. Boksdaalders en guldens, zelfs twee goudstukken, is de uitkomst van deze goede handeling. En geen der gasten denkt er ook maar een oogenblik aan, het den gastheer kwalijk te nemen, dat hj hem in zjn huis om eene gave vraagt voor de OBgelukkigen, die koude en hoDger lijden Wanneer aanstonds de pendule hare twaalf slagen laat hooren, dan is er een gevoel van ernst in uianne harten en de kus en do handdruk waarmede deze rijken elkander geluk w^nschen, zijn inni ger door het heerljke bewustzijn, dat zij iets hebben bijgedragen tot het geluk hunaer arme sedemer.-Fchen. Laat onze laatste (Aad in het oude jaar een goede daad wizen Wij behoe ven niet allen guldeus of rijksdaalders te offeren voor do lij de ode armen elk geve wat hj kan! Nhuiand aehte zijn dubbeltje of kwartje te ..nbeteekenend vier kwartjes of tien b'oeltjes vormen wederom een gulden. En ieder dub beltje, elk kwartje is een schat voor hem, die honger heeft. Wanneer iedere gast eer op den Oude jaarsavond zijnen gast-; een kleine gave vraagt wanneer derdie dezen avond met een kaartspelletje iets wint, dat afstaat aan do arm n, dan zullen zij daarvan geen schadw h t»ben, zich daar voor geenerlei GBtbersVg moeten opleg gen maar het geiv.n in het kleine vertrekje ia de arme a aterbuurt zal op nieuw broed hebben c; i zich te voeden en vuur om zien te verwarmen Kan mua hot jaar béter eindigen, dan door zijn ongeluk! gen medemensch te steunen Wij gelooven vaa nc jn. Welaan dan, dat ied ir geve naar zjne krachten Geen gift k: te groot, maar ook geen kan te geri g zijn. En weet men niet, aan wie» z b e gave to zen den, dan wende men ^ich tot de ver- eeniging die den scbno' -;naam voert van Weldadigheid naar Vermogen* en die zorgt, dat alles welbosked wordt. Zóó zal hot einde van het jaar een gezegend «inde wezen en wellicht een voorteeken van wat wij onzen lezers toeweDSchen gelukkig Nieuwjaar I ning in de W'ilhelmiaastraat aan de handen ernstige brandwonden bekwam, zeer bevredigend. De linkerhand is uit het verband, terwijl gegronde verwach ting bestaat dat eerlang ook de rechter hand weder alle fusctiën zal kunnen uitoefenen Haarlem 31 December 1890. Examen te 's-Hage, m. o.Boekhou den K XII en Qgeslaagd o. a. mej. J. Ganderheyden, alhier. B. eü W. stellon voor, mej.B. Graue, oaderw jzeres 3e klasse aan de kestelooze school lett. E., te bevorderen tot onder- wjzeres 2e klasso. lagekomen is een verzoek ©m oat&lag iet 20 Fobr. e. k., van mej. J. Prakken, oadorw jzeres aan school lett. D., wegens vertrek naar eene andere gemeente. Na&r men ens mededeelt, is de toe stand vaa dea heer de Bordes, die zooals men weet, bj den brand van ajne wo Het volgende is ontleend aa^i waar nemingen gedaan aan het Meteorologisch Observatorium te Utrecht en bevat een opgaaf van den thermometerstand ge durende de daarin vermelde jaren met zachte en strenge winters: Lage temperaturen 18 Dec. .1853 6.5 F.; 18 Febr. '55 0.1 F.; 20 Dec. '59 6 F.; 8 Jan. '61 4 F.; 15 Febr. '65 7.2 F.; 10 Febr. '70 8.8 F.; 8 Dec. '71 4 F. (dus 36° F. vorst); 29 Dec. '74 6.2 F.; 11 Jan. '76 6.8 F.; 9 Dec. '79 0.5 F.; 25 Jan. '81 6.2 F.; 10 Dec. '85 9 F.. Zachte "winters, laagste temperatuur: 20 Dec. '59 20.8 F.; 16 Febr. '63 26.8 F.; 21 Dec. '77 23.6 F.; 27 Jan. '82 23.4 F.; 2 Dee. '82 23.8 F.; 29 Febr. '84 25.4 F. Dit lezen we in een der bladen: „Negmaals doen we een goed woord voor onze kleine zangers, die in bosch en tuia thans van gebrek en koude bj menigte omkomen. Men strooie hier en daar wat brood met vogeltjeszaad, ge droogde lyster- of boschbessen of een gr/voHh op- Foor-t. kreqliep.. Voor die tiide- ïijke hulp wordt men rykeljk beloond. Geeft onze Dierenbescherming niet al3 in verige winters het voorbeeld? Wj twjfelen er wel niet aan, maar vernamen er nog niets van.* Een ingezetene alhier vond gisteren vier musschen doodgevroren van Dinsdagavond ten 8^ uur, vergaderde in de bovenzaal van't Nutsgebouw alhier de afdeeling Haarlem van de Nederland- sohe Maatschappij van Nijverheid. Ondanks do felle koude, warea toch nog velen opgekomen om de bespreking bij te wonen van het plan om hier ter stede ter gelogenheid, dat alhier de algemeen© ver gadering der Maatschappij in het vol gende jaar zal plaats hebben, daaraan volgens het reglement en zooals de ge- wooBte is, een tentoonstelling van voort brengselen der plaatselijke industrie te verbinden. De heer Enschedé, voorzitter der af- deeling, opende de vergadering, waarin hij een en ander uiteenzette, en de vraag opperde, of de nijverheid van Haarlem en Omstreken genoegzame deelname zou de betonnen. Hij meer.de geen reden te hebben daaraan te twijfelen, èn oordeelde het 't eenvoudigste een geschikt lokaal te trachten te verkrijgen eir dan daarin de tentoonstelling te houden. Daar echter het idee was opgekomen om van de tentoonstelling tevens te maken een middelpunt van feestelijkheid, was het raadzamer een soort van feest terrein te zien te v. rkrijgen, daar een gebouwtje op te stellen voor de tentoon stelling, een muziektent enz. De kosten, dia een 4 a 5000 gulden zullen boloopen, zullen gekweten kannen worden uit de opbreDgst der staangeL den. De Maatschappij van Landbouw heeft zich bereid verklaard haar groote expositie-tent voor het doel gratis be schikbaar te stellen, slechts tegen ver goeding van transport, daarbij zouden nog komen de kosten van een bevloering dier tent. Yoor staangelden zoh 5 a 10 per M2. moeten worden berekend. Verder is er nog een garantie-kapitaal noodig, dat echter wel gemakkeljk zou worden gevonden, Do onkosten zullen nogal aanzienlijk aijn, maar vüorloopig kan dit nog buiten bespreking worden gelaten. Hj wenscht thans het oordeel der aanwezigen over het plan te hooren. De teBtoonstélling zou in het begin van Juli van het volgende jaar kunnen ge- benden worden. Een dor aanwezigen is van na^onirg dat zal eene tentoonstelling werkelijk aan haar doel beantwoordener dan concurrentie moe! zijn, hetgeen bij eene zoodanige van enkel plaatselijke nijver heid niet het geval zal wezen, daarom zou hij haar wenschsn nit te breiden tot eene provinciale, dan kunnen de voort brengselen der verschillende steden met elkander wed jveren, anders is zij slechts eene reclame voor de exposanten. De voorzitter merkt op dat men niet van het plan kan afwijken, dat door het reglement der Maatschappij wordt omschreven, en er slechts sprake kan wezen van eene uitsluitend plaatselijke tentoonstelling, terwijl men er juist reelamo mede beoogtmen moet zien wat er in Haarlem wordt geproduceerd en daardoor de achting voor die produc ten afdwingen. Men zal verwonderd staan over hetgeen de Haarlecische Nj- verheid vermag. Ben der bestuursleden merkt nog op, dat hier geen wedstrijd zal plaats hebben, dat is ook de bedoeling niet. Maar men wil graag eens wat laten zien, Finanoieel sueees zal het in ieder ge val ©pieveren. Zoovelen denken, dat hier ter stede niets is te krjgen en zjn ge woon veel van buiten te ontbieden, dat Naar het engelsch van WALTER BESANT. 18 HOOFDSTUK VI. Dit tin er Bock. „Laten wij eens om ons heen kijken. Frankrijk is reeds in v ci val de bevolking gaat steeds achteruit; ook Engeland is reeds bezig, want weldra zullen er geen boeren en landbouwers 'overblijven en zal het zuivere, krachtige bloed in de steden verloren gaan. Duitschland alleen zal zich uitbreiden tot het Holland, België, Scandinavië, ïndië en de engelsche koloniën heeft verzwolgen en Amerika heeft bedwongen. Dan zullen er nog maar drie rjken overblijven Duitschland, Rusland en China. Er zal een groot wereldrijk zijn, waarvan Berlijn het middelpunt is. Wij zien het in de handelsgeschiedenis, dat alles van de eene hand in de andere overg3at, dat altijd een land zijn bloei te danken heeft aan het verval van een ander land. Het is wel eigenaardig, verwonderlijk." „Maar dat alles zal toch wel na uw tijd gebeuren, Dittmer." „Wat mij betreft," antwoordde 'hij, van zijn hoog standpunt afdalend, „ik zal als Godefroi een tweede Samoa ontdekken." „Dat hoop ik voor u, Dittmer," zeide Katharina. „F r a u 1 e i n," hij sprak nu niet langer over zichzelf, „mijn hart is met deernis voor u vervuld. lederen dag kijk ik nieuws gierig de krant in om te zien, of er wat nieuws in staat. Dan zeg ik bij mijzelfJa, wellicht zal vandaag het telegram er in staan, dat hij gezond en wel is teruggekeerd." „Dittmer, houd op, wat ik u verzoeken mag. Doe mij het ge noegen en zeg zooiets niet weer." „Maar er is altijd toch hoop, nu zij nog niets van zijn lot hebben vernomen." „Hoe kan er nu nog hoop zijn? Neen hij is dood. Ik heb zijne brieven. Ik zal ze mijn leven lang bij mij dragen." On willekeurig legde zij haar hand op de plek, waar zij ze verbor gen had. „Die brieven, ziedaar, alles wat ik van hem heb. Hij is dood, Dittmer. En omijn hart zal breken. Spreek mij nooit meer van hoop, Ik zal immers nooit meer iets van hem hooren, of het moest zijn, dat men zijne beenderen in het zand vond. Geen bericht meer. Hij is dood hij is dood." Onder een diep stilzwijgen vervolgden zij hun weg. Toen Harley House was bereikt, zag Katharina, dat de tranen Dittmer over de wangen rolden. „Gij zijt goed en hartelijk, mijn vriend," zeide zij. „O, het is een geluk om een vriend in de wereld te bezitten." Hij bukte en kuste haar de hand. „F r a u 1 e i n," begon hij weer, maar bleef steken en zeide niets meer. Het is wel merkwaardig, dat, ofschoon wij menschen er ons op beroemen, de gave van de spraak boven de andere levende wezens te bezitten, wj dikwijls het welsprekendst zijn door te zwijgen. Dittmer Bock voleindigde den zin niet en toch wist Katharina wat hij bedoelde, en dat zij een trouwen dinaar zoo wel als een vriend had gewonnen. Op zekeren avond was hij zeer stil en somber gestemd en wilde zelfs niet zingen. Hij knoopte met haar een ge sprek aan. „Fraulein," zeide hij, „ons dreigt weer een ongeluk." „Wat dan, Dittmer? U of mij?" „Het bedreigt onze vrienden. Dus ook zoowel u als mij." „Wat is het?" Met velerlei verontschuldigingen, dat hij het vertrouwen van zijne patroons schond, vertelde hij, dat hij door zijne betrekking als correspondent veel meer wist dan de andere bedienden, welke allen in een aangrenzend vertrek zaten, dat de patroons in zijne tegenwoordigheid openhartiger waren dan in tegenwoor digheid van de anderen, en dat hij had gehoord, dat tengevolge van de gedruktheid in den handel en van de slechte vooruit zichten, het plan bestond om in de uitgaven van het kantoor zoo veel mogelijk te bezuinigen. „Welnu, wat zou dat." „Dat kan beteekenen, dat mijnheer Emptage wellicht zijn ont slag krijgt." „Maar dat zou vreeselijk voor hem zijn." „Of misschien wordt zijn salaris verminderd."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1