NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. £\atfarina ^jtegina. 8c Jaargang. Vrijdag 16 Januari 1891. Nu. 2312. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: /OORDRACHTEN IN TEYLER. Paleis van Justitie. BINNENLAND. FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. [BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TeleluOiniHBiiacr 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door on so agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeurer.-Uitgevers2J. C. PEEREBOOM cn J. B. AVIS. {Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Fubliciii Etravgere G. L. BA VEE Sf Co., JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31iis Faubourg Montmartre. STADSNIEUWS. Haarlsm 15 Januari 1891. Da commissie voor de pensioenen stelt oor aan het hoofd der voormalige ge» ïeentelyke gymnastiek-, scherm- en dans- ehool wachtgeld te verleenen, ad 980.81 er jaar gedurende de eerste twee jaren n van 620.54 gedurende de twee daarop olgende jaren. Het wachtgeld voor den endarwyzer an de voormalig© school A. J. Robin, telt de commissie voor te bepalen op '500 voor do twee eerste en/838,38% mor de twee daaraanvolgende jaren. In het afgeloopen jaar z^'n alhier ruim ,400 kaarten afgegeven voor personen enedeu zestien jaren, bedoeld in art. 10 ,er arbeidswet van 5 Mei 1890. De heden door diakenen der Ned. lervormde Gemeente gehouden buiten- ■ewone collecte heeft opgebracht de som 'an 2034,84*. Plaatsgebrek noodzaakt ons het verslag an de uitvoering van da afd. Haarlem ran „Toonkunst" tot het volgende oum» oer uit te stellen. De door eenige welgeslaagde novellen ;unstig bekende predikant, de heer J. H. iooyer, trad Woensdagavond in „Tey- er" op voor een publiek, dat talrijker ras dan mes met het oog op de uit voering van „Toonkunst" had kunnen verwachten. Spreker ving aan met te wyzenopde ligenaardigs omstandigheid, dat al onze ichryvers en dichters, wanneer zij van iet eindigen dezer eeuw spreken, het >og uitsluitend gericht houden op de L9de en niet op de 20ste eeuw, en die neening blykfc uit het door de geestig- iten onder ons, de Franschen, uitgeven» len modewoord „fin de siècle." Spreker vindt eenige overeenkomst iusschen het einde van deze en het )inde van de vori*ge eeuw en voert ons lit de laatste een bakende persoonlijk- leid voor, Marie de Vichy Chambron, markiezin Dudefiant. Hij beschrijft ons, aoe deze geestige, zelfstandige vrouw reeds op haar twaalfde jaar vrijdenkster was en zelfs de beroemde Massillon tiaar niet tot andere gedachten kon Mengen, ja zelfs door haar in het debat werd geslagen. Haar huwelyk met den markies Du- ieffant. was, zooals. alle huwelijken in I de groote wc-reld van dien tijd, niets dan een samenkoppeling van twee for tuinen en twee familiebelangen. Laug woonden zij dan ook niet samen, want ca eeno eerste scheiding weer bij eengekomen, begon hij haar zoo t8 ver velen, dat zij hem ontliep en met een ander ging huizen. Aan het hof van Lodewijk XV was ieder bang voor haar en liet was voor eene dame geen kleinigheid haar tot vyandin te hebben. De portretten met de pendie zij van hare omgeving maakte, gingen van hand tot hand en I waren zoo vlijmend scherp, dat iedere i volzin eeno hatelijkheid bevatte. Zoo zeide j zij van Madame du Chatelet, de maï- jtresso van Voltaire o. a.: „ses désaufs même sont des prétentions," van een ander heette het: „on l'aime, quand on ne le voit pas.' Maar deze vrouw met haar scherp verstand, haar groot vernuft en hare zelfstandigheid, had geen hart, koesterde geen liefde voor iemand ter wereld. Aan Horace Walpole, een harer vrienden in Engeland, schreef zij, dat het haar s peet, dat er oorlog komen zou, niet om de menscbenlevena, die erdoor zoaden ver loren gaan, maar om de ontvolking van de salons te Versailles. Zy zegt de enor miteit, dat wie oud is, van alles los moet zyn en niets liefhebben, en, wat het treurigst is, zij voegt erbij, dat zij zelve het zoover gebracht heeft. Toen ey gryze haren kreeg, werd zy tegelyk blind. En toen leidde zij een vreeselyk leven. Voortdurend in angst verkeerende, dat hare vrienden van vroe ger haar alleen zouden laten, zonder liefde of zelfs gehechtheid aan iets of iemand, gaat zij aan den avond haars levens gebukt onder de verschrikkelijke kwaal der verveling. Met stuipachtigen angst tracht zij te blyven wat zy eenmaal was, „la femme d' esprit* gevoelende dat wanneer die „esprit* haar begeeft, ook hare vrienden haar zullen verlaten, die alleen daarom tot haar komen. „O, dat ik een eik was", schrijft zij- aan de edele, onberispelijke, zachtaardige her togin de Choiseul, „te midden van vele andere eiken. Zoo'n boom heeft slechts éen nadeel: hij wordt oud, maar hij verveelt zich tenminste niet." Toen de dood kwam voor deze vreuw, op haar tachtigste jaar, met haar over beschaafd verstand en verdord gemoed, toen was hij haar een redder, een redder uit de onmetelyke verveling, waartegen zij geen middel meer kon vinden. Ook thans, zegt spreker, aan het einde dezer eeuw, lyden wij aan verstands- overprikkeling en aan dorheid van hart. De literatuur legt wel den mensch op de snijtafel, maar heeft tot ket hart niets meer te zeggenuit de muziek is de melodie verdwenen en de schilderkunst legt zich meer toe op het visionnair zien, dan op voorstellingen, die hot hart treffen. Sommigen zoggen, dat aan het einde dezer eeuw, evenals aan het einde der vorige, een groote revolutie zal plaats hebben. Zal die ons redden Het bloed van 1789 heeft niet gebaat, de tiran Napoleon is er uit voortgekomen. Nóg meer bloed zou den Czaar met zijn knoet over geheel Europa kunnen brengen. Men verandert de menscken niet met nieuwe wetten, niet met nieuwe over eenkomsten. De wereld kan alleen ver beteren door inwendige verandering in den individu. Woensdagavond waren wy getuigen van een treurig straattoonoel. Een blijkbaar dronken vrouw liep met een kind, een meisje, op den arm langs den Kruisweg en valt daar neder boven op het kind, dat bet natuurlijk door deze min moederlijke bejegening op een jammerlyk huilen zet. Eenige brievenbestellers, die daar juist passeer den, verontwaardigd over dit schandaal, beduidden de vrouw dat zy het kind naar huis moest brengen. Op de vraag waar zij naar toe moest, antwoordde zij zooiets van „Schoolsteeg", waarop haar gezegd werd dat zy dan een verkeerden weg liep, nl. naar het station. Al zwaaiende met het kind op den arm wilde de megara daarop haar weg ver volgen, maar een der bestellers ontnam haar dit en begaf zich rechtstreeks met de klein© is de richtng vc i de woning der vrouw, die nu, alhoewel ©nder dron kemansprotest, wel volgen moest. De gehechtheid van het kind aan de on waardige moeder was echter neg zóo groot, dat het nu begon te schreien omdat het van haar werd gescheiden.... Terecht vroeg eea der aanwezigen Wat moet er van dat wurm terecht komen metselaar, woonachtig in de Amsterdam- straat no. 20, welke brand is ontstaan door het overkoken van een pan met vet, staande op de kachel, terwijl de 1 bewoners afwezig wareD. Do binnen- kamer is geheel uitgebrand. De brand is door de buren en den agent van politie van Eijk, met de waterleiding gebluseht. i Het huis is verzekerd maar de inboedel niet. Men kan zieh voorstellen, dat deze ramp voor den bewoner zeer groot is, daar hij thans zonder huisraad met drie kinderen en een zwaDgere vrouw in dit barre seizoen moet rondkomen. Hier is dus een beroep op de hulp onzer stad- genooten niet misplaatst en vandaar dat wij dil met aandrang doen. Ofschoon er dezen wintev reeds veel gegeven is, aarzelen wij niet om ook voor dit in derdaad zeer droevige geval nogmaals dit beroep te doen. Maandagavond, 12 Jan. jl., is tusschen 5% en 5% uur uit de infanterie-kazerne aan de zyde van de Nieuwegracht ont vreemd eea gesleten kist, lang 67 en breed 30 c.M. De dief heeft deze open gebroken, het geld daaruit entvreemd en is vermoedelijk met genoemde kist gegaan, het ijs volgende, langs Nieuwegracht en daarna Bakenessergracht tot aan de berg plaats of magazynen van den heer Bec- cari, waar zij op den wal geschoven met verbroken sloten om 6 uur werd gevon den. Een ieder, die omtrent de vervoer ders dezer kist langs den omschreven weg, eenige aanwijzing zou kunnen geven, wordt verzocht dat ten spoedigste bij de betrokken autoriteiten te doen. Hedenmorgen ten ruitn elf ure is brand uitgebroken ten huize van J. Koelemy, Afi°ir<8»««ilsgememts-Rectitbaii3é. Heden verscheen allereerst in do bank der beklaagden een stoere 22-jarige vis- schersknecht uit Volendam, Simon K., ter zake dat hij in den namiddag van 13 Juli op den openbaren weg te Edam den gemeente-veldwachter Klippel heeft toe geroepen, dat hy in de vorige maand by het feest van 6 en 7 Juni, voor 24 stui vers een Yolendammer jongen, had uit „de kast" gekocht, „van jouveldwachter, dondersteen," zooals hij er karakteristiek bijvoegde. „Er heeft niemaBd in de kast gezeten by dat feest," (een fanfare-coneours) zegt de veldwachter, „maar wel in de wacht," wat iets gansch anders schynt te weaen. In de kast nl. wordt men opgesloten, in de wacht niet. „Ik heb van de wacht gesproken," be weert beklaagde. En wat is nu de heele oplossing Toen de „Yolendammer jongen" waarvan beklaagde sprak, werd opgebracht door des veldwachter Koelman, toen had hy een ruit stukgeslagen by een kastelein, en de herbergier verzoehfc daaraan geen gevolg te geven, wanneer Kennedy, zoo heette de man, de ruit wilde betalen. Kennedy gaf daarvoor 70 cents aan Koel man, maar kreeg daarvan den volgenden dag 20 cents terug, emdat de ruit maar 10 stuivers kostte. Althans zóo is de lezing der beide veldwachters. Maar daar komt zekere Kok en verklaart, dat hy met beklaagde K., gevraagd heeft aan een der beide veldwachters (hij weet niet welke, omdat het donker was) of beklaagde niet uit de wacht mocht komen. „Jawel," zou het antwoord zijn geweest, „voor twee kwar tjes." Daarop zou ïsder een kwartje heb ben gegeven en Kennedy losgelaten zy*B. De veldwachters ontkennen dat ten sterkste, zy hebben Kok des avonds zelfs niet gezien. De eiscb luidt veroordeeling van bekl. tot 7 dagen gevangenisstraf. Mr. L. C. Kronenberg, den beklaagde verdedigendmerkt op dat beklaagde meent, dat hij niets anders heeft gezegd dan wat hij mocht zeggen. De veldwach ters toch ontkennen, dat zij die twee kwartjes hebben gehad, maar zij zijn partij en de onpartijdige getuige, Kok, blijft verklaren, dat bij werkelyk een kwartje heeft gegeven. OpmeFkelyk is het ook, dat Klippel, toen beklaagde de woorden waarvoor by terechtstaat, had geuit, niet boos is gewerden, hem niet gezegd heeft dat hij proces-verbaal zou opma ken noeh de gebruikelijke woorden „onthoud je dag Eerst drie maanden naderhand vernam beklaagde uit de dag vaarding die hem toen werd beteekend, dat hij voor die woorden zou worden vervolgd. Het eenige wat strafbaar zou kunnen zijn, is het woord „dondersteen". Maar wat is dat woord anders dan een indruk wekkend natuurverschijnsel? Is het be- leedigender, dan iemand uit te schelden voor straatsteen, slijpsteen of puimsteen In geenen dselo. Om al die redenen geloof ik ook, dat vrijspraak voor den beklaagde zal moeten volgen. Dinsdag en Woensdag heeft de ge meente Haarlemmermeer voor do derde maal aan behoeftige gezinnen uitdeeling gedaan en wel te Hoofddorp aan 230 en te Nieuw vennep aan 160 gezinnen. De heer C. Brands, hoofd van school no. 11 te Haarlemmermeer, is voornemens op uitnoodiging van den districts school opziener to Haarlem, in de openbare school no. 4 te Hoofddorp een cursus te openen, des Zaterdags van 2% tot 4% uur, voor hen die aan het verlichte examen in de gymnastiek willen deelnemen. De min. van Financiën heeft te kennen gegeven dat leeftijd alléén nog geen reden is om een kommies bij de directe belastingen, invoerrechten en accijn8en van bevordering uit te sluiten, en ook ambtenaren boven 55 jaar daar- voer in aanmerking kunnen komen, Naar het etioelsch WALTER BESANT. 30) HOOFDSTUK X. De laatste shilling. Daarna zegende miss Beatrice haar en ging heen na haar nogmaals tot geduld te hebben aangemaand en haar in niet onduidelijke bewoordingen te hebben gezegd, dat zij zich voor den volgenden dag op een aangename verrassing zouden kunnen voorbereiden zij waren echter dom en begrepen haar niet. Waarom, ja, waarom vertelde zij niet, wat men voor hen had gedaan? In het salon had men een collecte voor hen gehouden, en van haar armoede hadden deze vrouwen en meisjes nog de som van vijftien shillings kunnen afzonderen, welke den vol genden morgen aan de meisjes zou worden uitgereikt, zoodat zij haar kostgeld zouden kunnen betalen en nog een week voor zich zouden hebben om werk te zoeken. Er werd tevens een parig besloten, dat men het comité in kennis zou stellen van den droevigen toestand van beiden, in de hoop, dat dit, of schoon Harley House geen liefdadigheidsgesticht is, iets voor hen zou kunnen dben. Het noodlot wilde het echter anders, en deze gift kwam niet in handen van de ongelukkigen, voor wie zij was inge zameld. HOOFDSTUK XI. Een nacht op straat. Daar verscheidene meisjes des morgens zeer vroegtijdig met haar dagtaak begonnen, werd er in Harley House reeds om half acht ontbeten. Dit was het laatste ontbijt, waarvoor de beide meisjes hadden betaald. Zij waren de eersten aan de ontbijttafel, omdat zij alle vragen wilden vermijden. „Dit is het laatste ontbijt waarvoor wij betaald hebben, Ka tharina,zeide Lily. „Laten wij zoo veel mogelijk eten. Wanneer zullen wij weer ontbijten, waar?" Katharina dronk haar kop thee leeg, maar kon helaas niets eten. „Gij hebt nu te veel op mij voor, Katharina," zeide haar vriendin. „Gij weet, dat gij niet half zoo sterk zijt als ik, en toch wilt gij nog drie uur op mij vóór hebben in den wedstrijd, wie het eerst van honger zal sterven. Steek wat brood bij u. Stoor u niet aan het reglement. Gij moet wat meenemen." Zij nam zes sneedjes en korstjes brood en verborg die in haar handkoffertje, een klein koffertje, dat de geheele bezitting van de beide meisjes bevatte. Hare horloges en mantels, ja, zelfs de verlovingsring van Katharina, alles was weg, uitgezonderd de kleêren, die zij op dat oogenblik droegen. Is er nog, een wel sprekender voorbeeld van armoede en ellende? Nooit had het noodlot iemand zoo zeer getroffen. Vrienden, werk, kleêren, geld wat kon het dezen meisjes nog meer ontrooven. In een warmer klimaat zouden zij ook haar laatste kleêren hebben moeten missen, maar in Engeland kon het noodlot haar die niet ontroo- venj de armste menschen kunnen hier toch zonder kleêren niet leven. Een diDg kon het noodlot nog doen Het kon deze beide meisjes van elkaar scheiden. Gij zult weldra zien, dat dit ook gebeurde. „Ziezop," zeide Lily, „nu hebben wij ontbeten ik ten minste. Laten wij nu gaan, vooidat de directrice beneden komt, zoodat niemand ons iets zal kunnen vragen. Kom Katha rina, wij hebben boven niets achtergelaten. Kom, ga mee." Nu het beslissende oogenblik was gekomen, en zij niets meer te hopen hadden, nam Lily een uitdagende houding aan als iemand, die naar den brandstapel wordt gebracht en hare beulen tot het laatste oogenblik vervloekt. „Kom, Katharina," want zij talmde en beefde van ontroering, „kom, ga mee, zeg ik u. Het helpt ons niets al blijven wij hier wachten en schreien. Wij hebben ons best gedaan, wij hebben gebeden en ons gebed is niet verhoord. Laten wij nu van hier gaan en buiten van honger sterven. Kom, lieve Katharina ja, het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1