Rivier-berichten.
Rechtszaken.
POLITIEK OVERZICHT.
B. W.) in begin?©! toegekende bevoegd
heid gebruik maakt, om zich het op
dien grond zich bevindend wild toe te
eigenen, en dat hy iijdeiyk de schade,
hem door het wild veroorzaakt, moot
aanzien, om aan anderen het genot te
laten, het te doeden. En wanneer men
dan tot die overtuiging gebracht moet
worden door de straffende hand der
overheid, dan komt het volksgeweten ia
verzetmen aoekt op allerlei wijzen die
wet te ontduiken men gaat de overheid
haten, die deze wet handhaaft en onder
bepaalde omstandigheden kan dat verzet
zoodanig worden geprikkeld dat de
voorbeelden zya trouwens talloos
misdaad het gevolg wordt.
En die omstandigheden worden inzake
handhaving van de jachtwet kunstmatig
in het leven geroepen en het zedebederi
mitsdien verergerd:
a. door het veelvuldig uitreiken van
de bevoegdheid als onbezoldigd rijks
veldwachter, waardoor een heirleger
politieambtenaren ontstaat, niet ten dien
ste van het algemeen, maar ten dienste
van enkele particulieren, terwijl hun
bevoegdheid van verbaliseereu met dat
van gewono politiedienaren gelyk staat.
Het ontzag voor dezen neemt af naar
mate het aantal dezer dienaren der opeis
bare macht in partioulieron dienst toe
neemt
4. door het premiestelsel, hetgeen mo
gelijk maakt dat ryksambtenaren door
particulieren worden bezoldigd, om ten
strengste eene wet toe te passen, die
sohade doet aan het algemeen. Dit fooiea-
stelsel bederft niet alleen de politie te
velde, doordien zy tuk ep meerdere
verdieaste voornamelijk de particulie^
ren helpt, aan wie wat te verdienen is,
maar zy ontneemt eok aan de menigte
het laatste ontzag voor die dienaren,
omdat in haar oog, wat belooning is
voor extra diensten, eenvoudig met om-
kooping gelijk staat.
Waar onder deze omstandigheden het
aantal overtredingen dor wetopdejaeht
en visschery reeds in 1887 tot over de
6000 gestegen was tegen 1300 in 1854,
daar kweekt die wet een zekere ver
trouwdheid met, eene stellige onderschat
ting van het begrip misdryf, die almede
zeer demoralieeerend werken op het volk,
daargelaten neg do kolossale uitgaven,
die deze veroordeelingen voor het Rijk
medebrengen, daar bijna alle opgelegde
geldboeten door het ondergaan van
hechtenis worden gekweten.
Re^uestranten komen op bovenstaande
gronden tot u met het verzoek, om door
eene uitspraak van uwe vergadering by
de regeering aan te driegen op aooda-
nige wijziging van do wet op do jaeht
en visschery, dat de kunstmatige bosoher-
ming van den wildstand en daarmede
van het jachtvermaak een einde neme,
en het in art. 641 B. W. uitgesproken
beginsel eindelyk tot zyn recht keme;
terwijl zy tevens ten dringends! e aanbe
velen, em, ter inkrimping van de sehade
door den land- en tuinbouw van heerlijke
jachtreohten te lyden, de afkoopbaar-
stelling daarvan te vergemakkelijken.
't Welk doende.
De Standaard wyst op een
leemte in de kieswet. Iemand, die als
lodger op de kiezerslijst is gebracht en
verhuist naar een perceel, voor welks
bewoning hijzelf in de personeele be
lasting wordt aangeslagen tot een be
drag, dat recht tot kiezen geeft, verliest
toch het kiesrecht, omdat hij geen aan
slagbiljet kan overleggen, waaruit blijkt,
dat hy in het laatstverloopen dienst
jaar aan de wet heeft voldaan.
Veranderingen in hetper-
soneel der ryksveldwacht
lo. ingetrokken de verplaatsing van
de rijksveldwachters 3o kl. (jachtop
zieners) C. Mouton (brigadier-titulair),
van Waterlandkerkje naar KapelleJ.
B. Boes, van Kapalle naar Waterland
kerkje
2o. toegekend de rang van brigadier-
titulair aan de rijksveldwachters Se kl.
W. H. Driessec te AmsterdamP. van
Os te Vlieland F. H. Jansen te Sant
poort (Vehen);
3d. verplaatst mot 14 Febr. a.s. de
rijksveldwachters 2e kl. (brigadiers) C.
L J. Bruggemans, van Oost erhout naar
Tolen, in de plaats vac C. Verpoorte,
ontslagenJ. Baart, van Werkendam
naar Oosterhoutmet 7 Maart a. s. de
rijksveldwachters 2e kl. (brigadier-ma
joor-titulair) J. Stapel, van Haarlem
naar PurmerendE. A. v. d. Harst,
van Purmerend naar Haarlem; F.
Kars, van IJmuiden (Velsen) naar Den
HelderB. H. Themmen, van Den
Helder naar IJmuiden voornoemdde
rijksveldwachters 8e kl. W. Orbaa, van
Buaschoten naar den Helder; J. H.
Kelderman (brigadier tjtulair) van den
Helder naar BunschotenB. Nijdam
(brigadier-titulair), van Koevorden Daar
HoogevecnH. Beyering (brigadier-
titulair), van Hoogeveen naar Koevor
den A. Sparreboom (jachtopziener),
van Haarlemmermeer naar Alkemade
M. Koning (jachtopziener), van Alke
made naar HaarlemmermeerP. J
Deys (jachtopziener), van Schagen naar
Zjj,e.
De eommissie voor dc ver-
loting ten bate vrü het Burgerzieken
huis te Amsterdam heeft eene gift van
500 ontvangen van H. M.de Koningin-
Weduwe Regentes.
Na 25 Januari 1.1. is onder
Amsterdam ontvreemd uit een waggon
van het staatsspoor een houten doosje,
inhoudende 500 gesneden ruwe diaman
ten, ter waarde van 500 a 600 en
wegende 34% karaat. Op het doosje het
adresA. Cahen, N. N. Heerengraoht
203het was verzegeld met rood lak,
waarin een stempelafdruk met do let
ters R. H.
Wijders is ontvreemd een pakjo gelds
waardige papieren aan het adres van de
effectenhandelaren Rupe en Gouda te
Amsterdam een waarin borduursel aan
het adres van den beer Janssen, wo
nende Reerengraeht 575.
De comm. v. politie in de 2e seotie
te Amsterdam verzoekt opsporing en be
richt.
Uit 's-Hage meldt men:
Tydens de aflossing van de
wacht op Zondag middag jlM had zieh
als gewoonlijk een groet aantal nieuws
gierigen in de nabijheid der wacht op
gesteld, waarby oen paar opgeschoten
jongens baldadigheden pleegden zoo
dat dc schildwacht, die tevens door een
dier joDgens weid uitgesoholden, hun
versocht eenigszins ruimte te laten.
Schoon dit op zeer kalme wyze ge-
sohiedde, gaf een der belhamels hem een
slag in het aangezicht, dien hy door
een tweeden liet volgen, waarop de
schildwacht zftn geweer velde en don
aanrander een steek met de bajonet
in het dybeen toebracht. De gewonde
werd door de politie naar het bureau
vervoerd.
De plaatselyke commandant heeft nu
bepaald, dat by de aflossing de wachten
voortaan tegenover elkaar, in plaats van
naast elkaar zullen plaats nemen.
Donderdag namiddag on t-
stond er in de woning van den heer M.,
te Kralingen, een hevige binnenbrand,
doordien een vonk van eene lucifer by
het aanschrappen in de raamgordijnen
vjoog, dat nist was opgemerkt.
Door spoedige hulp is het gelukt den
brand spoedig meester te worden.
De heer M. bekwam aan de handen
hevige brandwonden.
Men leest in JD.In een
slop in wijk C te Utrecht woont eea
gezin, bestaande uit man en vrouw en
6 kinderen, van welke het oudste 14
jaar. Het was den heer S. Wesselink
Jr., adjunct-hoofdinspeoteur van politie,
speciaal met den gezondheidsdienst be
last, ter oore gekomen, dat in die wo
ning een ergerlyken toestand van ver
vuiling aanwezig was. Met het oog op
den algemeenen gezondheidstoestand
vond de heer Wesselink het wensckelyk
een blik in die woning te werpen en
wat hy toen zag deed hem verbaasd
staan. Het geheele gezin, behalve de
man, zAt met eenige lompen bedekt om
een pot warm water, zoo het schijnt om
daarin do handen te warmen. Door ver
arming waren de vreuw en kinderen
zoo vuil en weinig gekleed, dat zij niet
meer buiten kwamen en een tweede
vertrek daarnaast werd gebruikt als een
soost mesthoop. De man verdiende een
klein weekloon, waarvan eerst de huur
moest betaald worden en verder juist
genoeg geld overschoot om brood van
te koopen. De kinderen, onder welke
©en meisje, waren blijkbaar slecht ont
wikkeld do ociiste kon men niot als
leerlingen ergens in dienst zenden, omdat
zij geen kleeren hadden.
Die toestand was dus te wyten,
misschien wel aan zorgeloosheid, maar
niet bepaald aan onwil. Op verzoek
van den heer Wesselink werd, met
toestemming van het gezin, de gemeeate-
reiniging aan het werk gezet. Verder
verleenden de commissie van kleeding en
dekking en de aalmoezenierskamer hulp,
terwijl ook meergegoede buren iets voor
het gezin afzonderden. Op deze wyze
kan zeke* een gunstige wending komen
in het leven dezer menschen, die thans
nog slechter gehuisvest waren d in de
varkens, wier hokken, althans in deze
gemeente volgens politie-maatr'e'gel
steeds behoorlijk schoongemaakt moeten
worden.
Uit Middel burg wordt ge
meld
Woensdagavond werd alhier eene
toeneelvoorstelling gegeven door het ge
zelsebap onder directie van den heer
Alexander FaasseD. Toen de souffleur
Donderdagochtend met het gezelscl
naar Rotterdam wilde terugkeeren, werd
hij op straat door de politie aangehou
den, verdacht van diefstal van vier
horloges, Woensdag in den schouwburg
door jongelieden vermist. Toen hy op
het politiebureau word gevisiteerd, wer
den die horloges alle in zijn zak ge
vonden.
De souffleur is daarop Daar het huis
van arrest overgebracht.
Men sehryft ons uit de Lekstreek 4
Febr. 9 uur:
Het laatBte berioht was ter nauwer-
nood ep de post bezorgd, ©f het ys zette
zie-, aan de Horden, even boven Jaars
veld in beweging. Het was toen ongeveer
2a uur. Om 37« uur begon de ysbewe-
gicg voor de kom der gemeente. Zy
hield aan tot 4 uur, teen het ys
weer vastzat. Intusschen is de stoomboot
steiger totaal verdwenen.
Om 3 uur werden 2 seinschoten te
Vianen gehoord en om 5 uur eveneons
2 te Schoonhoven, verkondigende dat op
beide plaatsen het ys in beweging was
klemde, to verlossen, bleken, vruchteloos.
Overigens is d© uitwerking van mij
nen van 15 a 25 kilo's buskruit op 2
M. onder water geplaatst, aldaar alles
zins bevredigend, want groote schollen
van niet minder dan 200 vierkaöte
meter oppervlakte worden op die wyze
losgemaakt.
Door het detachement onder den len
luit. Frenkel werd op 3 en 4 dezer ge
werkt aan het opruimen der ijsbezetting
aan de Kievitswaard en den Hardenhoek,
door met ladingen dynamiet van 10
kilo's schokken te weeg te brengen. De
ijsdam is hierdoor driemalen achtereen
aan het schuiven gebraeht, en daardoor
telkeus eenige peilraaien benedenwaarts
verplaatst.
Donderdagochtend vertrok de kapitein
Koolemans Beijnen met een opdracht
van Utrecht naar Lage Zwaluwe; hy
werd hie? bij vergezeld door een klein
detachement, dat echter des avonds in het
garnizoen terugkeerde.
Het detachement van den kapitein
Kaiser is nog steeds werkzaam aan de
sluis te Asperen.
Uit Gorinchem wordt gemeld:
De Beneden-Waal en Merwede
welke gedurende ©enige dagen zooveel
ongerustheid te weeg braohten en waar
door reeds velen den last hadden, dat
zy hunne woningen moesten verlaten
voor het binnendringend water zijn
thans weer binnen de oovers. Wel ligt
do yskorst, die de bezorgdheid en angst
veroorzaakte nog en nu steeds onbewe-
gelijker dan de vorige week, op de rivior
maar de kracht daarvan is verloren ge
gaan. Dit ys dat van het slot Loeven-
stein at tot nabij Tiel de rivier nog be
dekt, zal, naar gedachten, grootendeels
moeten wegsmelten, eer het losraakt,
omdat de stroom bij dezen normalen
waterstand geen kracht genoeg heeft om er
beweging in te brengen.
Uit Herwarden van 4 Febr:
Heden is het ys in de Waal weder
©enigszins in beweging geraakt, eo van
St. Andries tot Roesum opgeschoven.
De overvaart per roeiboot over de Waal
naar Varik is nog steeds bezwaarlyk,
wegens het vele kant- ef oevery*, terwyi
die over de Maas gemakkelyk geschiedt
over de nog steeds geheel overstroomde
uiterwaarden.
Ofschoon het water langzaam vallende
blijft, stort zieh hier neg veel water van
de Waal op de Maas over door de
doorbraak der bazaltkade in den Boven-
pelder en de gaten in deu nieuw aan-
gelegden dyk in den Benedenpokler.
Ook is er door die gaten veel ijs in den
polder gekomen. De schade door ijs en
water aan den dyk in de overlaten toe
gebracht, zal groot zijn.
VISSCHEUIJ.
Nieuwediep, 5 Februari. Door li
korders werden heden 12 to» 30 mand-
jes kl. schol en 1 tot 4 manden schat
en door trekkers 280 stuks haring aan
gevoerd kl. schol gold 2.80 a 3.50
per mandje, schar 2 k 2.50 per mand,
terwyl de haring ondershands tegen ge-
heimen prijs werd afgeleverd.
Op dit oogenblik is alles wèer rustig.
Het ys zit weer van even beneden Vi
anen tot hei Klaphek, van daar tot de
Horden blank water; vandaar tot even
boven Schoonhoven ijs vast. Voor Schoon
hoven over pl. m. 300 M. blank water.
Vandaar tot Bergstoop ys vast.
Deze toestanden kunnen nog eenige
uren dezelfde blyven.
Het detachement genietroepen
Woensdag onder luit. Burgdorffer to
Lage Zwaluwe aangekomen, werkt thans
met dat van den luit. Dekker op de
Nieuwe Merwede. By de Deeneplaat
zat het ijs Woensdagavond nog geheol
vast. Het Hollandsch Diep daarentegen
was om 5 uur geheel open. Het waren
de stoombeoten Zeeland en Generaal van
der Heydett, die door losgemaakt ys, dat
met den vloed terugkwam, zoo tegen
elkaar werden gedrukt, dat laatstge
noemde zonk. De zinkende boot werd
direct door de bemanning verlaten, en
men meende reeds, dat een elk gered
was, toen het bleek dat er nog een man
in de machinekamer was achtergebleven.
Deze, zyn toestand ontwarende, trachtte
door aan de bul te luiden hulp te ver
krijgen, maar die te vevleenen bleek
oamogelyk. Hij is toen van het schip
gesprongen en als door een wonder is
het hem gelukt over het ys den vasten
wal te bereiken. Pogingen door de
genie-soldaten aangewend om de booten
door mijren uit het ys, dat hen om-
Voor de arrondissements-rechtbaak te
Maastrioht stonden in de vorige week
terecht een vader en zijne dochter, beiden
te Heer, beschuldigd, de eerste van
poging om eene minderjarige te ont
trekken aan het wettig gezag vaa hare
moeder, en de tweede van medeplichtig
heid aan dat misdryf.
Uit het getuigenverhoor en de ver
klaring der beschuldigden is gebleken,
dat voor omstreeks 8 jaren zekere He
len© L., dienstmeid, ten huize van den
eersten beklaagde, is bevallen van een
meisjedat dit kind, hoewel de moeder
intusschen is gehuwd, in de woning van
daagde is gebleven tot de moeder,
inmiddels weduwe geworden, het voor
eenigen tijd kwam opeiachendat be
klaagden hebben geweigerd het kind af
te geven, eok toen het door de gewa
pende macht werd opgeeischt, zoodat
deze verplicht was, zich met gewold van
het kind meester te maken.
Door het O. M. werd tegon den vader
14 dagen en tegen de dochter één dag
gevangenisstraf geëiseht.
De rechtbank, Dinsdag uitspraak
doende, veroordeelde de eerste tot 3 dagen
gevangenisstraf, doeh ontsloeg de tweede
bekl. van alle rechtsvervolging.
In den duitsohen Rijksdag is, bij de
behandeling van de begrooting van bui-
tenlandsche zaken, Donderdag het plan
in debat geweest omtrent het oprichten
van een beschermingshorps (Schut strnppe)
voor Oost-Afrika. De heer Mirbach
noemde Helgoland eene onvoldoende
compensatie voor den gebiedsafstand in
Oost-Afrika.
De rijkskanselier herinnerde, dat by
zyn optreden, in de duitsohe belangen
sfeer een toestand vaB oorlog bestond.
Den 2ea Mei stelde de keizer het pro
gramma vast, volgens hetwelk in zekere
gevallen Witu prig's gegeven [zou kunnen
worden, de souveroiniteitsrechten en het
bestuar van het kustgebied zouden
overgaan in handen van het ryksbestnur
en het beschermingskorps keizerlijke
troepen zyn, Eene font in koloniale
politiek was dat) wij te veel gonomen
hadden. Dat Witu eon land was, ge
schikt voor akkerbouw, was volkomen
onjuist. Reeds vódr het traotaat werd
Witu beschouwd als een ruilobject. Ook
is er gezegd dat prius Bismarok in den
gebiedsafstand niet licht zou hebben
toegestemdwelnu, het zoo plichtver
zaking geweest zyn, indien ik mij van
de plannen rayns voorgangers niet op
de hoogte gesteld had. In het najaar van
1889 8okreef prins Bismarok „De
Engelsohen in Zanzibar zyn voor ons
van moer belang dan Witu", zoodat ik
dit verwijt stellig afwijzen moet. Spre
kende van hot verdrag der Oost-afrikaan-
sche Maatsehappy, zeide Caprivif Myn
bloed kookte, als ik letterlek in elke
paragraaf van het verdrag der Maat
schappij met den sultan van Zanzibar
yf-, zesmaal het woord van „des Sul
tans vlag las." Ons streven is om wat
wij hebben van de kust uit varder uit
te breiden, en er wordt naar getracht
den handel van Zanzibar af te leiden.
Met betrekking tot den slavenhandel
moeten wij de gevoelens der knstbewo-
ners ontzien. Graaf Soden is de eenige.
dien wij daarheen kannen zendenhij
is niet optimistisch gestemd teruggekeerd,
maar geloot6 toch iets te kunnen tot
stand brengen. Voor Wissmann en Emin-
paoha is nog zeer veel ruimte, maar zij
moeten ondergeschikt blyven aan graaf
Soden.
De rijkskanselier zeide ten slotte, dat
hy hoopt, dat bet duitsohe volk het ver
worvene behouden zal en voordeel daar
uit putten.
Riehter zeide, dat hy het verdrag met
Engeland goedkeurt, maar do beperkin
gen, door den rijkskanselier vermeld,,
onvoldoende aoht. Het meest bevalt hem
dat Engeland ontzien werdt. Hy kan
den post echter niet goedkeuren. De
door Caprivi vermelde zaak tussohen
Wisstmann en Emin-pacha is nog niet
ryp ter beslissing. Aan Wissman heeft
men graote resultaten te dan keu, eu
spreker betreurt het zeer, dal men over
dezen in het openbaar een zoo ongunstig
oordeelt velt.
Vollmar verklaarde zich tegen het
plan. Kardorff bestreed Richter. Heden
voorzettteg.
Naar nit Sofia wordt gemeld heeft
Resehild-Bey zich Donderdag overeen
komstig de uit Conscantinopel ontvangen
instructies, begeven naar de audiëntie
van vorst Ferdinand. Hij ontving het
bevel zijne houding te regelen naar die
van Oostenrijks vertegenwoordiger. Deze
stap bracht een uitmuntenden indruk te
weeg en doet voorzien, dat de erke; ning
van den vorst door Turkije zoo goed
als een voldongen feit is.
De parysche correspondent van de
I Timee heeft generaal Mi tra geïnterviewd.
„Buiten op straat, zonder geld, zonder vrienden," herhaalde
Tom. „Arme KatharinaArm kindWas er hier onder al die
vrouwen, wel meer dan twintig, die allen haar leed, hare kwel
lingen kenden, geen,die zoo menschlievend wilde zijn, haar van den
hongerdood te redden Niet een
„Er wonen hier dertig vrouwen en meisjes. Geen van ons
allen," antwoordde miss Beatrice met kalme waardigheid, „is
ooit rijk genoeg om een halven kroon uit te geven. Hier is
Armoede gezeteld. Hier is de wijkplaats van hen, die vroeg of
laat sneuvelen in den strijd om het bestaanwij allen zija bede-
laarsters behalve mijn zuster en ik, die van een klein kapitaaltje
leven, dat ons in staat stelt om een stuiver, maar nooit om een
shilling weg te geven. Ja, er zijn hier wel medelijdende harten!
Trek dat niet in twijfel. Somtijds breekt ons het hart van
medelijden en door het besef aan onze machteloosheid om te
helpen."
„Ja, er zou zoo weinig noodig geweest zijn om hen vooreen
of twee weken te helpen."
„Maar hoe weet gij, dat nog niet een paar anderen hier in
denzelfden toestand verkeerden? Veroordeel ons niet te haastig,
mijnheer Addison. Op den avond, voor dat zij ons verlieten,
hebben wij een kleine inzameling voor hen gehouden, en kregen
op die wijze een klein sommetje van eenige shillingen bijeen.
Helaastoen ik den volgenden morgen was opgestaan om het
haar te overhandigen, waren beiden reeds verdwenen en wij
hebben verder niets meer van hen gezien of gehoord. Dat wilde
ik u nog vertellen. Het was niet tengevolge van onze hardvoch
tigheid of liefdeloosheid, dat zij gedwongen waren om van hier
te gaan. Mijn zorgeloosheid en luiheid was er de oorzaak van. Ik
had vroeger moeten opstaan."
„Het was het noodlot. Alles spande tegen hen samen."
„Men heeft ze gezocht in het Britsch Museum, waar de meis
jes somtijds heengingen, in de hoop daar kopiewerk te vinden.
Zij zijn daar echter geen enkele maal geweest Niemand heeft
hen ooit in het Museum gezien. Op alle dergelijke plaatsen
hebben wij een onderzoek naar hen ingesteld, maar er vi as geen
spoor van de ongelukkige meisjes te vinden."
„Op straat bedenk eens zonder vrienden en zonder
geld!" herhaalde Tom.
„Ja, herhaal die woorden nog eens, en wanneer gij haar dan
gevonden zult hebben, zal uw vreugde des te grooter zijn. Mijn
heer Addison zij legde haar hand op de zijne ik ben nu
een oude vrouw, en heb veel doorleefd mijn zuster en ik
hebben veel geleden en veel ontbeerd. Wij hebben ook des
nachts op straat moeten ronddwalen bij gebrek aan een rust
plaats, en hebben honger geleden wegens gebrek aan voedsel.
Toch waren wij nooit geheel verlaten. Uw Katharina is niet
geheel en al zonder vrienden. God heeft u uit de handen van
de Arabieren bevrijd, en zal ook haar beschermen tegen de
duivelen der londensche straten, die het zoowel op de ziel als
op het lichaam hebben gemuntVerlies de hoop en het ver
trouwen niet, jonge man. Verhef uw hart ja, verhef uw hart
tot God
Zulke woorden worden niet zooveel meer gesproken als vroeger
en vooral niet tot troost en bemoediging van een londenschen
journalist, die wel over godsdienst zal kunnen schrijven, maar
van wien men niet zal verwachten, dat er dikwijls godsdienstige
aandoeningen in zijn hart zullen opwellen. Toch drongen deze
woorden, die liefelijke stem, en die vaste, heldere oogen vol
vertrouwen tot in zijn ziel door als een verkwikkende regen in.
een door den zon uitgedroogden grond.
(Wordt vervolgd.)