NIEUWS- EN A D V E R T E N TIE BLAD. Muzikale Kroniek Vrijdag 27 Februari 23-18 ABOKUEMESTSPKIJS: ADVERTENTIÊN: STADSNIEUWS; VOORDRACHTEN IN TEYLER. De Schat van den Hadjah. N»< Jaargang, Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, ituroauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telofoonntiuttser I22-. v=:n 1—5 regels 50 Centsj iedere regel meer lOCentJ, Groote Igtlers naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Alonnomenten en Advertor.tiéc worden aacgenonien door onze agenten en'door allo. boekhandelaren er. ccmantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. F/EKHEBOGM an J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagjiie Gën&eie de Fuhliciit herangbt O. J>. DaV-BB fr CoJOf IN F. -J ON BS, Swcc., Farys 31 bit Fauiourg Mcntmarire. Haarlem 26 Februari 1891. Tijdens de afwezigheid der f&nailie is ten huize van don heer Voortiag, woon achtig aas het Plein alhier, door middel van inklimming, 70 aaa rykedlsalders uit eeae secretaire ©rstvroeaad. Woensdag zijn door de politie hier ter stede aangehouden 8 kuiapea van 16 tot 10 jaren, die bij e6n winkelier in de Vaikensieeg de toonbanklade hadden gelicht. De Arrondissetaests-Rechtbank alhier, heden uitspraak doende in do etp&iz&keii van J. H. H,, koopsaan in hseden ea petten, beklaagd van valsehheid ia ge schrifte, en J. B. 8. kantoor bedien de, beklaagd van verdaistering van hem toevertrouwde gelden, veroordeelde eerst genoemde tot 1 jaar en laatstgenoemde tot 9 maanden gevangenisstraf. den Wartburg) is plechtig, met sterk j van 24 December reeds breedvoerig sprekenden rhytmus, terwijl de melodie ge- o»ze meaning gescb •■evenhet. bëoordée- 'A lpn rra ri rli»n «■*.!-o!- Ii ht Anitor» B»»t tori t TWEEDE UITVOERING van de Haarlemsche Afdeeling der Maatschappij tot bevor dering der Toonkunst. De 3ameisstelliEg van het programma der uitvoering v&a Dinsdagavond had veel overeenkomst met die van eeae Matinée, ca afloop van een twee- of driedaagsch muziekfeest. Het koor vult dan gewoonlijk, vermoeid van den arbeid, het programma met eenige kleine zang nummers aan. B^j het lezen der adver tentie, orkesS-vereenigïng de* afdeeling, zullen velen met mij aan de volledig heid der bezettijg hebben getwijfeld. Ik geloof echter dat allen bij het aanhooren der eerste aceoorden, gerustgesteld wer den, door den steun van 42 der beste utrecht8*he musici was toeb het geheel op 54 executanten gebracht, terwijl me dewerkten mejuffrouw Johanna S., uit Rotterdam, sopraan, de heer Arnold Spoel, Den Haag, baryton, en Johan Snoer, uit Groningen, de harppartij ver vulde. Met de Marsch en Koor uit Tann- hauser werd het eerste gedeelte geopend. Zooals men weet is TannhStuaer de vierde opera van Wagner, en werd door hem 13 April 1845 afgewerkt. Bij ons, werd deze opara in 1858 voor het eerst te Amsterdam opgevoerd. Deze Marsch (intocht der gasten in de zangerszaal op heel het raiddeleeuwsch karakter draagt. Do weinig belangrijke koorpartij werd op gewekt en breed gezooaes. No 2 van het programma volgde mejuffrouw S. met recitatief eu Aria uit de opera „Silvana", van Weber; dezo muziek is wat oud geworden, vooral is dit sterk merkbaar na den doorwerkten Marsch van. Wagner, Hare stem is eerder schraal dan vol, terwijl de bovennoten ons Dinsdag avond zeer scherp voorkwamen; hoewel de aria voor dramati3chen zang is ge schreven, verlangt caen, byWeber: ,/dass das Vollkpmmeiié^stirbt", miste j belasting. Is" het niet-ruiterlyker, niet ziju -werking. j ronder, om éene enkele gemeen tebeJas- len van den tekst- li H buiten "belief reia.: W»i_/J3uhöa Ellen" het volle en frisscho ting Se heffen., dan eenige duizendo gul- |V v - j t"-J" o'WUÏV innigheid. In „Scfeöa auditorium, compositie, meer Ellen" was baar voordracht uitstekend jammer dat bij „und Eaglanda Banner Wogen" de zuiverheid der hooge a en die van den triller fis gis te wenschon over liet. Het zou dwaas zijn ia de kritiek een dilettante met een volleerde zangeres op éöne lijn te stollen: mejuffrouw S. heeft echter te veel artistieke gaven, oai het hierboven gemelde te verzwijgen. In No. 3 was het woord aan Verhuist. Wij vonden het zeer attest van den keer Robert om Verkuist en Gade, beidon nog zöo kort geleden aan de toonkunst ont vallen, hier op het programma te bren gen. Beide componisten waren vrienden, studeerden bij Mendelssohn en stonden, ieder in hun laad, aaa het hoofd der muzikale iastellingeD, waar zij de klas sieke duitache school invoerden en be vorderden. Verhulst's cornpositiën zijn niet zoo gelukkig als die van Gade: van dan muziek vei sl afgeven-. D*è compor.iv de Lange acht ik als schrijver eu muzikns te hoog,dan dat'hij niet zou weten wat hij wil, daarom w.vnsch ik mijn oordeel over deze schepping ie beware», eu den indruk dien ik Dinsdagavond ont ving (ongeveer die van een benauwden droom) geheel voor.'mij-.zélf te. houden. Zeer zuiver zeng d</- heer Spoel de moei lijk Jref-intervalien, vooral echter in„ ,/Scbün Ellen" maakte deze z&uger .niet zij» groote zeggingskracht indruk op het. werk van Max Bruch bete* ingestudeerd of viel de compositie meermin den geest vaa het koor. Helder on krachtig klon ken de sopranen eu alten (de tenoren blijven wat zwak tegenover ;het geheel). „Sehën JElkrj" vorrode teén waardig slot van dezen avond. Dank aan 'den 'keer Rnhërt, die aaet zooveel bezieling de UU voering^ van het geheele- zoo afwisse lende programma leidde. het buitenland worden slechts zeiden ten gehoore gebracht. Dè grootste kracht., va» s»gn talent lag in het dirigewren. Het Intermezzo „Gruez aus der Ferne", werd doar hem vdor 51 jaar te Leipzig gecomponeerd en is een zijner meesterwerken, 't Was dan ook Dinsdagavond alsof ieder der medewee kenden wilde uiten welkea indruk Verhulst by ons heeft nagelaten. Gade's ouverture „Naehklacge an Ossian", no. 6 van het programma, is op de concert-program raas een even ge wild werk als de werken van Schu mann en Mendelssohn. Het werd onge veer terzelfder tijd als Verhulst's Inter mezzo gecomponeerd (bskroond te Kopen hagen 1841), Daar onze meening was de Eo nu het meesterwerk van- dezen avond, de 4e Symphonie. eene seheppiwg uit Beethovens tweede tijdvak2)! Beet- hovens muziek is eene taal die in dui delijkheid gelijk staat, mot het aanschou welijke van andere kunsten, Om óver de uitvoering van Dinsdagavond 'uona vergelijking ie maken met. eene zooals die bij een langere gezamenlijke voor bereiding van het go keel'zou zyn, acht ik bier overbodig. Het averr.oafen der ver schillende passages ïu het eerste aLlegro, door fluit, hobo, fagot, behoort.accuraat te zijn men moet verschil van instru menten hooren, niet versèhil van stijl door da uitvoerenden. 'Het adagio leed veel door de stemming .dor' blaasinstru menten de fagot b. v. was hooger dan de clarinet, de tweede hoorn hooger dan de eerste. De finale zijn wg minder vlug gewoon. Alles in ainmerking genomen zyn werken i Hep de uitvoering, e[.j; d van stapel. Bn [>i3n1'.|/l il r. .1.1 1 nt- al n* r ,1 i tot siot dw tijïéh. Het zoo uitste kende koor van onze haarlemscho af deeling van Toonkunst trad bij dit con cert weinig op den voorgrond. D© lange pauze tcsschsn do vier regels vaa Tann- hauser en Nanip, van Brahms, scheen toch do rust niet aangebracht te hebben, althans het snelle tesapo nam veel van het waardige der compositie weg; hoe gaarne hadden1 wij het kleine Crescendo, z/Sieke, da weinen" beter hooren uit komen, ook het dubbel pianissimo in (2) Men lean. Beethovens kunstscheppingen in drie tijdvak/een verdeelen, die elk hunne lizondere beteekenis én kracht hebben. Aan ieder daarvan is tevens een eigenaardige deus te trekken van dit, en eénige andere duizer den van dat Vergissen wij ons niet, dan is enze_burgmeester altijd zeer be vreesd voor het.ppdrijven der belastingen, omdat inca daardoor bf Haarlem verlaten, óf er heelemaal niet pjeer komen zou." Maar zal onze gemeente niet den. naam krijgen van diiur in de belasting te wezen, wanneer nevens de hooföbelas- ting; allerlei kleine kYffinkjes komen Eehe enkele gemeeiitebefös^Dg Maar ov.to tegenwoordige verteringsbolasting kan immers aooic goed worden?. Zeker ciqt,maav een ander systéem van be- iastinghsföng zen beter kunoeüVoldoen. Wij zouden 'Osn wel zeer moeten ver gissen, wanneer niet de Raad voor: het raeeréfijjéei gsheigd was, daartoe over te gakn, maar op het bogenblik is dat niet geraden. Nu do Regeering plannen .koestert ten opzichte van de belaeting- hofflng der gemeenten,.-^pet men wel, af te wachten wathiervan de resultaten zgllen, wezen.- Mochten" die ^plannen eventueel plano cB blijven, kan de Gemeenteraad: zelfstamdig handelen, zon der bevreésd te z)jn,;"z§oals uu^het geval zou wozes:, dat zijn .met .veel-moeite samengesteld mouw systeem, na korten tijd weer dpor een ander moest worden vervangen. Ï3 dé geldnood echter z<D dringend, dat men volstrekt niet kar. wachten op wat er uit den Haag zal komen Moet dan ,in den tussèhentijd een hulp- belastink'jo worden ihgesteld? Zoo benard is Haarlems finaneiaele positie toch wel niet. Of zou de faécaliëa-belasting on- dienen op het middelbaar en hooger on- middellijk worden ingetrokken, wanneer De. Faecaliën-Belasting. Burgom'cestsr en Wethouders .g'tollón voo.r, om de ingozetenen een© zekere i vövgeeding te laten betalen vpor de dienstbn, welka de gemeente-reinigipg listr bewijst» Nu kan men dat eene be- lasting noemen of eene betaling v&n i diensten, de zaak zelf werdt er nies heter of slechter door. Feitelijk d? alle belasiïng vergoeding voor bewezen dien sten, b. v. voor bestrating, verlichting, riulesring .en zoov^Je andere dingen meer. Men kan dus o. i. gerust van een faeca-, lien-belasting spreken. Waarein komen B. en W. met deze belasting voor den fdag? Omdat er geld uoodig is. En „daar men niet voortdurend ;do percentage van de-verteringsbelasting j verhoogen kan (dan toch zou deze on- rejelmatig drukkende belasting r.óg en- I regelmatiger gaan drukken), moesc men een anderen kant uitkijken. Eerst kwam hot 'voorstel, om een sommetje te ver uitvoering dezer ouverture hei best ge-j schoonheid toegekendin het eerste1790 slaagd van alle werken, die ten gehoore gebracht werden. No. 4 van het programma ,/DoRoze", van Verweij, muzikaal geïllustreerd door Dan. de Lange, werd door Arnold Spoel voorgedragen; over de talenten van de zen zanger hebben wg in het Dagblad tot 1803, componeerde hij o. a. tzoee sgm- phonieè'n O en D dur, de Mondscheinen de Kr ent zersonate, in Itet tweede 1803-1816 groepeerden zich de werken om de 4de en 5de Symphonie(4de Symphonie 1805-1810) het derde1816 tot aan zijn dood 1829, 9de Symphonies Miesa Solemnis. In het s voorjaar van 1824 was B. aan een 10de Berlioz, die niet goed over Wagner j Symphonie begonnen, waarvan de uitvoering te spreken wasbeweerdedat mélodie en verhinderd werd door het componêeréti der derwijs, maar toen dat werd verworpen, moest er een ander middel worden ge zocht. Nu moge er aan de details van bet voorstel hier en daar nog wat te ver anderen zijn, in principe is er niet zoo heel veel tegan in te brengen. Men kan het onaangenaam vinden, maar geld moet er wezen, zonder dat kan de gemeente huishouding niet marcheeren, Alleen kan men vragen waarom juist eene be- j lasting op de faeealiën. I Vooral in dezen tijd, nu men er zoo op uit is, de eerste levensbehoeften niet j te bezwarenmaakt eene faeealiën- belasting een ietwat achterlijken indruk. Waarom geen belasting op piano's, die toch niets anders zijn dan luxe-artikelen Evenwel, het is minder de vraag wat niet, dan wat wel wordt voorgesteld. Wat wij tegen deze nieuwe belasting rhytmus door Wagnèr uit een bekend thema der opera nFreisGkêtz" genomen waren. russische Blókte Dr. E. van der Ven vervolgde Woens dagavond zijne voordracht eter den toe stand der lichamen en behandelde thans hebben, is dat het nooit raadzaam is, de j hun overgang uit den vloeibaren in den 'belastingheffing te versnipperen. Mis-gnsvormigen staat. Spreker herhaalde de achien is er bij goed zoeken nóg wei j sehoone proef in zijn eerste voordracht kwartetten en door tijn laatste iets ie vinden, dat voor belasting vat-genomen, a&ntoonende dat ijs zich onder baar is en wij denken hier aan straat-'een zekere drukking laat roouleeren, ver- ei' hetzij dan door de Regeeri?>g of door h#t Gemeentebestuur een nieuw belasting systeem in het leven was geroepen?" Wij hopen het, maar achten het niet waarschijnlgk. Een ander bezwaar tegen het instel len van dergelijke hulp-belastingen is dat ze (Weder afzonderlijk dienen te wor den geadministreerd. Ai dadelijk zal dus da opbrengst van deze face liën belas ting met het traktement van een of meer ambtenaren moeten worden ver minderd. FEUILLETON. N 'h a r het eng els ch A. CONAN DOYLE. 4) HOOFDSTUK II. Een belangrijk geval. „Vertel het geval," zeicle hij ko'taf en op zakelijken toon. //Ik begreep wel, dat mijn aanwezigheid hinderlijk was." „Gij zult mij ongetwijfeld wel willen excuseeren," zeide ik en stond van mijn stoel op. Tot mijn verwondering strekte de jonge dame haar gehand- schoende hand uit om mij tegen te houden. „Wanneer uw vriend," zeide zij, „zoo goed zou willen zijn, om 'nier te blijven, dan zou hij mij van grooten dienst kun nen zijn." Ik ging weer zitten. „Ter zake," vervolgde zij. „de geschiedenis is deze; Mijn vader, officier bij een regiment in Indie, zond mij naar het moederland, toen ik nog een kind was. Mijn moeder vras reeds dood en ik had in Engeland geen bloedverwanten. Ik werd evenwel naar een zeer flinke kostschool in Edinburgh gezonden, en daar bleef ik, totdat ik zeventien jaar oud was. In het jaar 1878 kreeg mijn vader, die de oudste kapitein van het-regimeht was, twaalf maanden verlof en keerde naar Engeland terug. Hij telegrafeerde mij uit Londen, dat hij gezond en wel was aan gekomen en verzocht mij hem dadelijk op te zoeken, terwijl hij het hotel Langham als rijn adres opgaf. Zijn brief was vol liefde en teederheid. Toen ik te Londen was aangekomen, reed ik oogenblikkelijk naar het Langham-hotel en vernam daar, dat kapitein Morstan er zijn intrek had genomen, maar dat hij dec vorigen avond uitgegaan en nog niet teruggekeerd was. Ik bleef daar dec geheelen dag op hem wachten, zonder iets van hem te hooren. Dien avond meldde ik mij, op aanraden van den hotelhouder, bij de politie aan, en den volgenden morgen wer den er oproepingen in alle kranten geplaatst. Onze nasporingen leidden echter tot niets, en sedert dien dag heb ik nooit weer iets van mijn ongelukkigen vader gehoord. Hij kwam terug in de hoop hier kalmte en rust te vinden en in de plaats daarvan...." Zij bracht haar hand bij haar keel en een krampachtig snik ken belette haar voort te gaan. „De datum?" vroeg Holmes en opende zijn notitieboekje. „Hij verdween den derden December 1878 bijna tien jaar. geleden." „En zijn bagage?" „Bleet in het hotel. Er werd niets gevonden, dat de een of andere aanwijzing kon geven eenige kleeren, wat boeken en een groot aantal zeldzaamheden van de Andaman-eilanden. Hij was een van de officieren, die daar was aangesteld over de veroordeelde misdadigers." „Had hij neg vrienden of kennissen in de stad?" „Slechts één, voor zoover ik weet majoor Sholto, van het zelfde regiment, het 34ste infanterie te Bombay. De majoor had zich reeds eenigen tijd te voren uit den dienst teruggetrokken en woonde te Upper Norwood. Wij voerden natuurlijk brief wisseling met hem, maar hij wist zelfs niet, dat zijn krijgsmak ker weer in Engeland was teruggekeerd." „Een zonderling geval," merkte Holmes op. „Ik heb u het zonderlingste nog niet verteld. Ongeveer zes jaar geleden op den vierden Mei 1882 stond er een ad vertentie in de „Times", waarin het adres van miss Mary Mor stan werd gevraagd, met de vermelding, dat het tot haar voor deel zou zijn, wanneer zij iets van zich liet hooren. Er stond geen naam of adres bij vermeld. Ik was juist in die dagen bij de familie van mevrouw Cecil Forrester in dienst getreden als goevernante. Op haar raad gaf ik mijn adres op in de adver tentiekolommen van de krant. Denzelfden dag kwam er per post aan mijn adres een klein kartonnen doosje, dat, naar ik weldra bemerkte, een groote, schitterende parel bevatte, maar verder ook niets. Ik heb sinds dien tijd op denzelfden dag ieder jaar een soortgelijk doosje met een soortgelijke parel ontvangen, zonder dat de afzender iets van zich liet hooren. Een deskuu

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1