heb trouw gewacht. O, wet, leg ik hier 1 wortels wanhopig den stroom poogde te goed! En wat ruikt u heerlijk... Mama 1 Beweeg u niet, toe... Geef my nog een kus... o, nog veel meer... Dank u O, wat zal ik nu goed kunnen slapen Mama/' De moeder, die tot in het diepst van haar gemoed ontroerd was, huiverend bij den killen ademtooht, die haar hart bijkans deed stilslaan, drukte haar lippen op den vriendelijken glimlachende» mond. En het kind, gerustgesteld door de tegen woordigheid van het aangeboden wezen, viel in slaap... om nimmer weer te ontwaken De vrouw van Tom Mletoi, i. Op een gryzea Decemberdag stond Kate MiddletGn aan het venster op het landsehap te turen. Het waa een sombere, treurige week. Verscheiden dagen te veren, was haar man op een langver beid vrijaf gegaan, dat gowyd was aan een jachtpartij op da bergeD, in gezel schap van oeaige zijner vrienden. Zij dacht met afgunst aan die vroolijke jacht partij en verwonderde aich half wet bitterheid, dat uitspanningen, welke men zeido passend en gezond voor mannen te zijn, niet gezond ongeschikt voor vrouwen mochten heeten. Met een gevoel van leedvermaak dacht zij aan de zware regens, die in de val lei gevallen waren en de wolken, die ge stadig boven de bergen hingen. Zij ge voelde zich eenzaam, suf en treurig en dacht aan haar beperkt leven binnen de rauwe grenzen, die haar waren ge steld. Daar werden snelle voetstappen ge hoord, de kamerdeur ging open en de beide kinderen stormden binnen. //Mama, de beek stroomt over! Neem ons mede oea het te zien." Het kinderlijk verlangen een nieuwtje te zien en aandoening te ondervinden vond terstond weerklank in haar hart. Zy waren van buiten komen loopen waar zij speelden en behoefden dus niet eerst gekleed te worden, om uit te gaan •Zij was slechts in hare gewone huis japon, blootshoofds en op pantofieh. Zoo ging zij de voocdeur uit en de beide kin deren volgden haar langs het tuinpad en toon giag zy hen voor door een nauwe laan, welke naar da plaats leidde, waar men gewoonlijk bij zomerdag de rivier kon oversteken, maar waarover nu een woeste schuimende vloed bruiste. Kate zeide, dat dit geen gewone zwel ling van het water was, aaaar het gevol; van de groote hoeveelheid regen, die in duizende kleine stroompjes van de ber gen afkwam, zich in het riviertje stortte en daarvan een machtigen, onweerstaan- baren stroom vormde. Juist toen zy daar stonden, kwam er een hooge zware golf op hen aanrollen, eene zooals men die bij storm op zeo ziet. De dam, door de nieuwe waterleiding maatschappij gelegd, was gebroken. Zij snelden van den oever weg en zochten een hocger plekje, en 't was maar juist bij tijds. De stroom wies in eon seconde een paar voet. Hij woelde in de zware oevers aae weerskantenstruiken en jonge boomen werden losgerukt en snel medegegevoerd. Een groote oude sycamore trilde, schudde zijn kale zware takken als een stom protest en plofte ver in den stroom zoodat zija kruin de takken aanraakte van een trotschen, groenen eik, die op den tegenoverliggen den oaver stond, terwijl zijn stam, nog vastgehouden door eenige dunne, lange trotseeren. „Mama, kijk daar eens groote dikke planken komen aandrijven," riep haar dochtertje uit. Kate zag zoover mogelyk langs den stroom en zag een groot stuk hout op hen afkomen. Daarachter kwam er nog een en nog een het water zag er zwart van; *Ah, de spoorwegbrug!" De spoorwegbrug. En de middagtrein, die nu in aantocht was, zou daar spesdig zijn en in de diepte nederstorten en ver zwolgen wordeu door den stroom. Haar eerste aandrift was om alarm te maken, maar daarvan kwam zij terug. Het zou dwaasheid zijn, tien naijlen ver was alle» overstroomd tusschen haar en den tot den ondergaDg gedoemden treia. Er moest bericht naar 'c station gezonden worden en van daar een telegram naar de meest nabijzijnde balt boven de brug. Maar hoe De tuinman, Ji®, wa» een uur geleden naar het dorp gegaan om de brieven te halen en or zijn gewoon praatje met zijne kennissen te houden En zelfs wanneer hy hier was, zou paard Doch mau vlag genode zijn om den verbindingsweg af te leggen, die naar het station liep. Toen zag zy naar den neergevelden syoaesoro, welke BOg op zijn plaats lag, terwijl d« groote stukken hout steeds kwamen aaudryveo, Marion, ga dadelyk naar huis en blijf daar tot inama terugkomt!" Zij was reeds op een van de wortels geklonween en kroop nu voorzichtig langs den waggeleeden stam. Nu eens bleef haar kleed aan e*fi tak zitten, dan weer moest aii naar ooalaag klauteren en zich voortwerken met de voeten ia het water om een omhoogstekeaden tak te entgaan. Eenmaal gleed zij uit en raakte haar steunpunt kwijt en was a§ bijna in den ziedenden stroom verzwol gen, maar zij deed eea wanhopigen greep en wist zieh weer omhoog te werken. Zy hoorde het geklots van de zware stukken hout stroomopwaarts, ter wijl zij log op het water dreven, maar zy waagde het niet te kijken. Zij was aan het einde van dea sta« gekomen en zij zag twee uiteenloopeade armen, de eene laag ic het water, de andere omhoog ryzeDde en zich verliezende ia de takken van den eik hoog in de lucht, Wat te doen Zij dorst niet aareelen. Welken zou zij nemen F Zij begon 'een gevaarlijke klimpartij op der? hoogen arm, die hier en daar glibberig was en geen houwvast bood en zóo schudde dat zij duizelig werd en hare oogea sloot om niet te vallen Zy lag er plat op en hand voer hand kroop zij langs de geheole lengteeea groote massa hout sloeg met kracht tegen den gevallen boom en juist toen Kate •rich op de takken van dea eik had ge werkt, voelde atj haar steunpunt weg zinken. Krakend en knarsend hief de oude boom zijn takken omhoog, geraakte van j zijn steuneel8 los en werd deor den stroom medegevoerd naar de baai. Haar. handen waren gescheurd en bloedden. Ten laatste bereikte Kate Middletou den vasten grond en uit moederlyk instinct wendde zij zieh om en zag hare kinde ren nog aan don oever staan en naar haar kijken. Zij wees huiswaarts met een beweging, waaraan zij niet onge hoorzaam durfden zijn, stag ze vervolgens omkeeren en de laan in loopen en toen spoedde zij zich om haar weg te ver vrouw op middelbaren leeftijd was. Zij ging niet snel maar moeilijk vooruit, zij hijgde naar adem en het was alsof hare voeten aan den grond kleefden. Zij moest een mijl ver, over ruwen, rotsaohtigen grond, voor zij het station bereikte en trein o, bezat zij nog maar de vlugheid, die zij in hare meisjesjaren hadWie zou de eerste zijn Zou de trein, die laDgs de hoogste punten van het kustgebergte ging, het naaste station hebben bereikt, vóér de dappere vrou v haar waarschuwingsboodschap had vol bracht. Hoe dikwijls deed zij zich die vraag, die zy niet vermocht op te lossen. Haar hart deeigde te berstea bij de vree- selyke gedachte a&a de verschrikkelijke ellende, die zoovele gelukkige gezinnen bedreigde. Wee over de vaders en moe ders, die morgen onder verdriet gebukt zouden gaan. Wee ove? de echtgenooten Zij doorwaadde nu het bed van een der afgelegen kanalen vaa den onstuimi- gen bergstroom en kwam op een rots achtig pad, waar «le beekjes hunne sporen hadden achtergelaten eu uu het water nog sypelde. Zij rilde op nieuw door een akelige gedachte bezield. Wrct, wanne Tom Tom, haar echtgenoot, die bin nen enkele dagen zou thuis komen, Toi die in een andere richting was uitgs gaan, zijn uitstapje zou bekorten, of met zijn tochtgenootasn, door de aanhou dende segecs huiswaarts gedreven, mis schien naar ©en der bovenstations waa gegaan en daar in dea trein gestapt...? Waar bleef haar physieke kraakt r, u Wat was zij ondanks alles, slecht3 anderi dan eeu zwakke, onbeteekesende vrouw, met bevende ledematen, iedere spier ver lamd door den grooten schrik, die zich van haar had meester gemaakt, terwijl een knagende pijn io haar hart zetelde iets naar haar keel rees, dat haar verstikte, en hare oogen verblind werdes door kinderachtige tranen Den hemel zy da.uk, haar venstand bleef helder, on danks de traagheid. d«e zy in haar lichaam gevoelde. Voort, voort, over kleine heu veltjes, door zandhoopen, langs ravijnen snelde zij voort. Eoumaal bezeerde zij hevig haar voet aan eea scherpen steam, ea herinnerde zich voor de eerste maal, dat zij hare pantoffels aan had. Slot volgt). B s N N E N L A l). volgen. Zij was niet- meer zeo vlug ter been als toen zij nog een meisje was, toen was zij zoo vlug als eeee hinde. Zij hield veel van dergelijke oefening, maar thans bemerkte zy, dat zy eese De S t et. (no. 61) bevat de statuten der volgens de wet van 22 April 1855 (Stbl. no. 32) erkende ver- eeniging //Nederlandscke Hotelhouders- bond," te Amsterdam. In verband met de in den laatsten tyd voorgekomen gevallen van eedsaflegging aan //den Koning" of //de Koningin", varkemen wij, dat ten einde aan deze kwestie een einde te maken, een wetsontwerp in overweging is om overai waar in de wetten wordt gespro- z/deu Ksniag", daarvoor te lezen z/de Koningin". Verplaatst worden met 21 dezer, de rijksveldwachter 3a kl. J. Hameka, van Diaksperloo naar Haarlem met 28 dezer de rijksveldwachters 2de kl. H. Steioz (brigadier-majoor - titulair), vaa Leiden naar Purmerecd L. van der Wal (brigadier), van Goor naar Leiden en de rijksveldwachter 3e kl. F. Koekkoek, van Ootmaraum naar Goor. Ib het ©nderw ijzer 8-cyd- schrift School en Studie wordt een feit medegedeeld, waarvoor de redactie de waarheid verzekert, dat een nieuw bewijs geeft voor dea geringen waarborg, dien examens opleveren. Een jongmen8ch had op 18-jarigen1 leeftijd zijn hulpakte verkregen en was nommer twee van een groep van zestien candidaten. Hij behoorde dus tot de aller- beaten. 1888 giDg hij op voor do com missie der hoofdakte te Groningen hij kreeg voor rekenen voldoende, maar voor taal onvoldoende. Hij werd afge- wezan. In 1889 bood hy zich aan voor de commissie van Leeuwarden, Deze vond taal niet ^onvoldoende", maar ,/zeer doch het rekenen vond zy niet //voldoende", maar //onvoldoende". Hij werd afgewezen, In 1890 giog hij voor de commissie van Assen. Deze vond het rekenen niet //onvoldoende", maar //voldoende", doch da taal vond zij niet «zeer goed", maar //onvoldoende". Hij werd afgewezen. Het Centrum, meldt: Tet keiea hebben de geruchten zich nog niet bevestigd omtrent het bevor deren van den tegenwoordigen #oever- xieur dor K. M. A. tet hoogeren rang. Vele ondergeschikten, aan de Academie werkzaam, zullen t-rouweas goon spijt van dat vertrek hebben, daas do goever- neur eea man is van strengen plicht en vermoeiden dienstijver. Hoewel dit na- tuurlyk deugden zijn, schijaen zij toch voor sommigen oorzaak te ziju, dat zij met pensioen den dienst verlaten, wat in het laatste jaar nogal is voorgekomen. Ook veor de cadetten handhaaft de ges. verneur zijae bekende militaire eigen sehappeB zoo o. a. kousen dia hseren, die, evenals studenten in academiesteden zich nogal wat laten voorstaan, niet zou der straf eraf, zoo zij buiten hun schreefje gaan. Zeo moeten tijelens kot laatste carnaval e? zeven //gesnord" ziju geworden, di« niet deden wat des cadets terwijl één tegen een officier meer toonde te zija dan zyn rasg aanwees, en die dan ook voor den krijgsraad mout terechtstaan. Zeer zeker zullen krijgs tucht en orde onder dezen gooveraeur aan do K. M. Academie öf niet minder op geworden zij Da hoer mr. L. de Harteg, hoegleeraar aan de universiteit vaD Am sterdam, is door de fraoBeho regoering benoemd tot Officier (f instruction publique. Het bestuur dor commissie, elke zich véor eenigen tyd uit verte genwoordigers van katholieke vereeni- gingen an dagbladen te Amsterdam vormde, mat. het doel aan dr. Jos. Alberdingk Thym eec blijver.de hulde te brengen, in dea vorm van een ge denksteen in het sterfhuis aan de Pij penmarkt, heeft per circulaire aan alle katholieke vereeisigingen in den Lande een bijdrage van hoogstens tiea gulden daarvoor verzocht. Ook de giften van particulieren onz., zullen welkom zija. Nadat het bedrag der ingekomen gel- fele^dï den bekend zal zijn, zal een plan ge- teekend en aan de goedkeuring van het comité waarvan mgr. Poppen ere voorzitter en pastoor Brouwers voor zitter is onderworpen wordew. Den llen April vertrekt van Amsterdam naar O.-Indië per stoomschip Sumatra een detachement suppletietroepen ter sterkte van 50 on derofficieren en minderen, onder bevel van den van verlof terugkeerenden ritm. der cav. A-. Waalewyn en onder medegeleide van den voor het O.-I. leger bestemden 2e-luit. der iof. V. J. van Marle. Alweer een! Volgens uit Indië ontvangen particulier oericht is do kapt. der inf. H. van Wioheren te Atjeh, bij hot openkappen van terrein, ge sneuveld. Uit Vlissingen s c h r ij f t ml aan de N. R. C. De jongste sneeuwstormen gavea| buitenlandscheii bladen aanleiding o, verslagen te leveren van den hebbenden siorm, en die op den voereJI treden door de vertragingen, die de mf diensten van en naar Engeland hefcl ondervonden. De Calais-Doverbooten die den 0 tocht doen in een paar uren, gebruivL tfaans daarvoor 8 tot 14 are»», do Gat^l Do verbooten kwamen in het g»hcel T aan en men nag zich geseixlztaktl Ostende te melden dat de gehetlo dienst in de war was. Men verïnL echter te vormeiden, dat onze nederlal acfee maildiensten Vlissingo»-Q!100DT (en die alleen) de overtochten gewoaen tijd volbrachten en hierdl wederom het bewya geleverd v/erdl geene betere schepen het kanaals Ongetwijfeld is men bevreesd dat rei zand publiek meor ea meer er M bskend raakt dat de route naar EiT»ci« over VliasiDgen-Queenboro' do bostel veiligst© is en zica daarom meer slechts aan de grootste en beete schc| zal toevertrouwenwaarom aodors,^ van alle andere lijaen da vertragingen moet melden, gewooi verzwegen dat de nederlandseho i booten den overtocht binnen den bepl dea tijd volbrachten Hef onderwijs in hand| arbeid, dat te Zaandijk in eer» der bi lokalen gegeven wordt, valt zeer ii smaak. Tot bijwoning der le8r.cn door het //Nut" warden gegeven,is aanvraag dan beschikbare ruimte, fichl deze lossen geeft de Imer v. d. Mei een cursus voor jongens en meil a 0.25 per les en een voor jongoda|| Twee dier dames gaan dezen zoraeri)| Naas ©m aldaar een cursus i bij te wonen. Non plus ultra! lu eendol in een onzer noordelijke proviciëD, f het spoor gelegen, kwam Dinsdag jll volgende vermakelijks geval voor, eea treurig staaltje geeft van de expel gedurende den winter. Een haodél ziger uit Amsterdam vertoefde bij zijner klanten in dat dorp om comrl siee op te doen, toen aldaar een pat j werd bezorgd. Het bleek. ketzef pak te zijn, dat de reiziger ia Noveu vaa het vorige jaar uit Amsserda» f verzonden! Dus 100 dagen veis. 't Had in dien tijd de reis om de kunnen doen. Donderdag vervoegde te Kralingen bij eene vrouw een wïJ met het verzoek om hem jas, brfl vest e® laarzen me ie te geven, voorgevende dat hij door hal Hl-in gezonden was. De vrouw, kwaad vermoedende, gaf de gimaal benevens c-en rijkadaalJ aarofa de persosn in kwestie q| vroeg. Toen de man thuis kwam 1 het dit hij nergens vaa wist. Mouvj meedde dat de dader vreeg«>r bij a bedregeae werkzaam is geweest. De beruchte Leuni ssT heetc in «e gevangenis te Manst;i.| tweemaal getracht ziek vaD het 1üt«| feeroov8B, eens deor verstikkicg openzetten uxmer gaskraan) e» göds ophaaging. Boide p®gïog»a werdtn -I ter vevydeld. Thans weigert bij votl gebruiken. GEHEMD MWS. Uit Londen wordt vanig Maart aan N. R. C. geseind: Do gevolgen van dea jongslj niet meer van hem spreken. De generaal zeide bij zichzelven: Ik heb met een gek te doen gehad", en hij maakte zijne toebereidselen tot een nachtelijken aanval, daar hij Zucarraga wilde verrassen en in den duister de passage forceeren, terwyl de geweerschoten hem zouden bijlichten. Gedurende dien tijd zwierf Araquil rondom de carlistische versterkingen. Het mes in den zak, dat mes, dat hij zoo noodig, kon slingeren als eea bal en van verre in een schijf werpen, wachtte hij steeds den nacht onder den blooten hemel doorbrengende, totdat hij Zucarraga kon naderen en den ouden Garrido van den Carlisten aanvoerder onidotr.. Wat kon hem het bestaau van het opperhooid der partijgangers schelen Oorlog met het kanon of met het mes, het is altijd oorlog. Men heeft wel hef recht om te dooden, wan neer raea zijn leven ten offer brengtZoo waren zijne overpein zingen, terwijl hij eene goede gelegenheid bespiedde. Eens op een nacht, toen hij fe dicht bij de halfverwoeste land bouwerswoning kwam, waar Zucarraga sliep, floot de kogel van een schildwacht zoo dicht langs het hoofd van Araquil, dat hij een stukje van zijn linkeroor medenam. Hy sloeg er zeHs geen acht op en slechts éen ding speet hem, dat de carlistische schildwacht hem ontdekt had. Zoo niet, dan zou hij den muur zijn overge- klommen, aan den kant waar Zucarraga sliep Hij zou het nog maar eens beproeven. Ja, den volgenden nacht zou hij het nog eens wagen, maar dat was juist de nacht, dien Garrido voor zijn nachtelijken aanval had uitgekozen. Juan Araquil, in een sloot nedergehurkt en gereed als een dier in zyn schuilhoek, stelde zich thans voor om tot iederen prys Zucarraga te naderen, op hetzelfde uur dat de oude Garrido een aanvalscolonne op de Carlisten afzond. De eerste schoten van het gevecht verwonderden Araquil, de volgende deden hem genoegen Omdat er gevochten werd, zou Zucarraga naar buiten komen, zijn soldaten in 't vuur brengen Als Juan naar hem toesloop, zou het spoedig gedaan zijn bet mes in het hart en ditmaal niet in een hinderlaag, meer midden in 't gevecht. Ah, het bloed van Zucarraga was een fortuin waard Vader Chegaray zou zijn tweeduizend duros hebben, hij zou ze hebben en des te erger voor de Carlisten Men vocht dapper, dien nacht. De soldaten van Garrido waren woedend, zij vielen de versterkingen met de bajonet aan en stieten op de Carlisten, die zij dachten te verrassen, maar die zij gereed vonden. In dien donkeren nacht verworgde, smoorde men elkander. De sabels doorboorden de borsten, de revolvers verbrijzelden de schedels. Men vermoordde elkander zonder elkander te zien, zonen van hetzelfde land. En dat duurde zoo geruimen tijd. Bij 't aanbreken van den dag trokken de soldaten van het leger terug, nog eens, de arme ke- ruD, zy ccfLn hunne doudeu bij honderdtallen Du aanvul had niets gebaat. Deze bloedige nacht kon weder gevoegd worden bij hunne anuero nederlagen. Nogmaals weende hij van woede, daar ginds, de oude Garrido. Daarentegen begroetten de Carlisten, na den geheelen nacht gevochten te hebben, het morgenrood met hun kreten van vreugde Rarri Rarri Maar eensklaps verstomde de vreugde en de kreten, een doodelijke stilte maakte daarvoor plaats. Men berichtte, dat Zucarraga aan 't been was gewond, de onoverwinnelijke chef, wiens stom dien nacht honderd malen had herhaald //Moed, kinderen houdt stand Hst was voor het huis, waar hij gcwoonlyk sliep. De gevangenen va..-, het leger de Carlisten hadden er velen gemaakt dien nacht bemerkten dien aiooien en fleren jongeling, met zijn zwart puntbaardje, dien hunne officieren omringden. Zucarraga kon zich niet meer staande houden. Men ondersteunde hem onder de oksels. Eenige zijner soldaten brachten een draagbaar en men plaatste hem daarop raet het been gestrekt. Araquil zag toe. Met de soldaten van Garrido gevangen genomen, had men hem by den hoop gevoegd, die door carlistische schildwachten raet ge laden geweer bewaakt werd. Zijn mes, zyn beroemd mes, had hem niet gediend. Toen hij zieh gevangen zag, medegesleept door de vluchtenden, ingesloten met de gevangenen, had hij het weg geworpen. zeggende //Dat zal voor een volgenden keer zijn En thans waarschijnlijk bestemd om doodgeschoten te wordoD, omdat hij alk-en ondeF de gevangenen geen uniform droeg, z<l hij bij zichzelf dat het gedaan was, gedaan, ea dat Pepa (j ander zou huwön of ongetrouwd zon sterven en zijne c giBgen vol toorn naar dien menschelyken prooi, die hem oi snapte, dien Zucarraga, dien hij begon te haten, hij wist w waarom of liever omdat, Zucarraga nog levende, dit gelijkstond, dat zijn leven hem, Araquil, ontsnapt was, Pi verlorenRondom Zucarraga bewogen de carlistische officii"! zieh, ongerust. Sommigen op hunne knieën bekeken de wobI Een hunner riep een geneesheer. z/De geneesheer De geneesheer, valgame Riosï Wastl Urrabie-ta toch Waar is hij Het was de chirurgijn van de carlistische afcleeling. De olf.J ren werden ongeduldig. Zacarraga zeide met een zacliton gü| lach, op kalmen toon, een teeken met de hand makende ons wachten. ITrrabieta ia misschien ingeslapen. Hy zal het vfl nacht zoo druk gehad hebben Plotseling snelde oen sergeant toe, mot tranen in de oogenI zeer bleek. Men had juist onder de dooden Urrabieta herkei'l De chirurgijn lag, het hoofd mot sen kogel doorboord, ©p Let licM van een Navarrees, dien hij verpleegde. Dat waa de3 nachts?! beurd, zooals het overige. Eea afgedwaalde kogel. Die sti&'ï lood d»oden evengoed hon dio verzorgen als hen die verworgt! Er was ontsteltenis onder da Carlisten, De wond© van Zucartf-I kon ernstig zijn; zij waa ernstig. En geen chirugijn om hoffl I verplegen Waohten totdat men er oen van de naburige korpsen lil ontboden was gevaarlijk.Rij verloor ve»I bloed, Zucarraga.Eeo ;>-'T fleieren ging recht op den trcep gevangen af eu vroeg op luiden fcC'l z/Is er een chirurgijn onder u De soldaten van Garrido zagen elkander aan. Neen, er geen chirurgijn. Onder de soldaten gingen stemmen op z/Is er iemand, die een verband kan aanleggen //Ja," antwoordde toen een man, //ik!" //Treed dan vooruit De maxi trad uit de groep terneer geslagen lieden naar v°K!| met opgeheven hoofd. Het was Araquil. (Slot vehf)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 6