heb trouw gewacht. O, wet, leg ik hier 1 wortels wanhopig den stroom poogde te
goed! En wat ruikt u heerlijk... Mama 1
Beweeg u niet, toe... Geef my nog een
kus... o, nog veel meer... Dank u
O, wat zal ik nu goed kunnen slapen
Mama/'
De moeder, die tot in het diepst van
haar gemoed ontroerd was, huiverend bij
den killen ademtooht, die haar hart bijkans
deed stilslaan, drukte haar lippen op
den vriendelijken glimlachende» mond.
En het kind, gerustgesteld door de tegen
woordigheid van het aangeboden wezen,
viel in slaap... om nimmer weer te
ontwaken
De vrouw van Tom Mletoi,
i.
Op een gryzea Decemberdag stond
Kate MiddletGn aan het venster op het
landsehap te turen. Het waa een sombere,
treurige week. Verscheiden dagen te
veren, was haar man op een langver
beid vrijaf gegaan, dat gowyd was aan
een jachtpartij op da bergeD, in gezel
schap van oeaige zijner vrienden. Zij
dacht met afgunst aan die vroolijke jacht
partij en verwonderde aich half wet
bitterheid, dat uitspanningen, welke men
zeido passend en gezond voor mannen te
zijn, niet gezond ongeschikt voor vrouwen
mochten heeten.
Met een gevoel van leedvermaak dacht
zij aan de zware regens, die in de val
lei gevallen waren en de wolken, die ge
stadig boven de bergen hingen. Zij ge
voelde zich eenzaam, suf en treurig en
dacht aan haar beperkt leven binnen de
rauwe grenzen, die haar waren ge
steld.
Daar werden snelle voetstappen ge
hoord, de kamerdeur ging open en de
beide kinderen stormden binnen.
//Mama, de beek stroomt over! Neem
ons mede oea het te zien."
Het kinderlijk verlangen een nieuwtje
te zien en aandoening te ondervinden
vond terstond weerklank in haar hart.
Zy waren van buiten komen loopen
waar zij speelden en behoefden dus niet
eerst gekleed te worden, om uit te gaan
•Zij was slechts in hare gewone huis
japon, blootshoofds en op pantofieh. Zoo
ging zij de voocdeur uit en de beide kin
deren volgden haar langs het tuinpad en
toon giag zy hen voor door een nauwe
laan, welke naar da plaats leidde, waar
men gewoonlijk bij zomerdag de rivier
kon oversteken, maar waarover nu een
woeste schuimende vloed bruiste.
Kate zeide, dat dit geen gewone zwel
ling van het water was, aaaar het gevol;
van de groote hoeveelheid regen, die in
duizende kleine stroompjes van de ber
gen afkwam, zich in het riviertje stortte
en daarvan een machtigen, onweerstaan-
baren stroom vormde.
Juist toen zy daar stonden, kwam er
een hooge zware golf op hen aanrollen,
eene zooals men die bij storm op zeo ziet.
De dam, door de nieuwe waterleiding
maatschappij gelegd, was gebroken.
Zij snelden van den oever weg en
zochten een hocger plekje, en 't was maar
juist bij tijds. De stroom wies in eon
seconde een paar voet. Hij woelde in de
zware oevers aae weerskantenstruiken
en jonge boomen werden losgerukt en
snel medegegevoerd. Een groote oude
sycamore trilde, schudde zijn kale zware
takken als een stom protest en plofte
ver in den stroom zoodat zija kruin de
takken aanraakte van een trotschen,
groenen eik, die op den tegenoverliggen
den oaver stond, terwijl zijn stam, nog
vastgehouden door eenige dunne, lange
trotseeren.
„Mama, kijk daar eens groote dikke
planken komen aandrijven," riep haar
dochtertje uit.
Kate zag zoover mogelyk langs den
stroom en zag een groot stuk hout op
hen afkomen. Daarachter kwam er nog
een en nog een het water zag er
zwart van; *Ah, de spoorwegbrug!"
De spoorwegbrug. En de middagtrein,
die nu in aantocht was, zou daar spesdig
zijn en in de diepte nederstorten en ver
zwolgen wordeu door den stroom. Haar
eerste aandrift was om alarm te maken,
maar daarvan kwam zij terug. Het zou
dwaasheid zijn, tien naijlen ver was alle»
overstroomd tusschen haar en den tot
den ondergaDg gedoemden treia. Er
moest bericht naar 'c station gezonden
worden en van daar een telegram naar de
meest nabijzijnde balt boven de brug.
Maar hoe De tuinman, Ji®, wa» een
uur geleden naar het dorp gegaan om
de brieven te halen en or zijn gewoon
praatje met zijne kennissen te houden
En zelfs wanneer hy hier was, zou
paard Doch mau vlag genode zijn om den
verbindingsweg af te leggen, die naar
het station liep. Toen zag zy naar den
neergevelden syoaesoro, welke BOg op
zijn plaats lag, terwijl d« groote stukken
hout steeds kwamen aaudryveo,
Marion, ga dadelyk naar huis en
blijf daar tot inama terugkomt!"
Zij was reeds op een van de wortels
geklonween en kroop nu voorzichtig
langs den waggeleeden stam. Nu eens
bleef haar kleed aan e*fi tak zitten, dan
weer moest aii naar ooalaag klauteren
en zich voortwerken met de voeten ia
het water om een omhoogstekeaden tak
te entgaan. Eenmaal gleed zij uit en
raakte haar steunpunt kwijt en was a§
bijna in den ziedenden stroom verzwol
gen, maar zij deed eea wanhopigen
greep en wist zieh weer omhoog te
werken. Zy hoorde het geklots van de
zware stukken hout stroomopwaarts, ter
wijl zij log op het water dreven, maar
zy waagde het niet te kijken. Zij was
aan het einde van dea sta« gekomen
en zij zag twee uiteenloopeade armen,
de eene laag ic het water, de andere
omhoog ryzeDde en zich verliezende ia
de takken van den eik hoog in de lucht,
Wat te doen Zij dorst niet aareelen.
Welken zou zij nemen F
Zij begon 'een gevaarlijke klimpartij
op der? hoogen arm, die hier en daar
glibberig was en geen houwvast bood en
zóo schudde dat zij duizelig werd en
hare oogea sloot om niet te vallen
Zy lag er plat op en hand voer hand
kroop zij langs de geheole lengteeea
groote massa hout sloeg met kracht tegen
den gevallen boom en juist toen Kate
•rich op de takken van dea eik had ge
werkt, voelde atj haar steunpunt weg
zinken.
Krakend en knarsend hief de oude
boom zijn takken omhoog, geraakte van j
zijn steuneel8 los en werd deor den
stroom medegevoerd naar de baai. Haar.
handen waren gescheurd en bloedden.
Ten laatste bereikte Kate Middletou den
vasten grond en uit moederlyk instinct
wendde zij zieh om en zag hare kinde
ren nog aan don oever staan en naar
haar kijken. Zij wees huiswaarts met
een beweging, waaraan zij niet onge
hoorzaam durfden zijn, stag ze vervolgens
omkeeren en de laan in loopen en toen
spoedde zij zich om haar weg te ver
vrouw op middelbaren leeftijd was. Zij
ging niet snel maar moeilijk vooruit, zij
hijgde naar adem en het was alsof hare
voeten aan den grond kleefden. Zij moest
een mijl ver, over ruwen, rotsaohtigen
grond, voor zij het station bereikte en
trein o, bezat zij nog maar de
vlugheid, die zij in hare meisjesjaren
hadWie zou de eerste zijn Zou de
trein, die laDgs de hoogste punten van
het kustgebergte ging, het naaste station
hebben bereikt, vóér de dappere vrou v
haar waarschuwingsboodschap had vol
bracht. Hoe dikwijls deed zij zich die
vraag, die zy niet vermocht op te lossen.
Haar hart deeigde te berstea bij de vree-
selyke gedachte a&a de verschrikkelijke
ellende, die zoovele gelukkige gezinnen
bedreigde. Wee over de vaders en moe
ders, die morgen onder verdriet gebukt
zouden gaan. Wee ove? de echtgenooten
Zij doorwaadde nu het bed van een
der afgelegen kanalen vaa den onstuimi-
gen bergstroom en kwam op een rots
achtig pad, waar «le beekjes hunne sporen
hadden achtergelaten eu uu het water
nog sypelde. Zij rilde op nieuw door een
akelige gedachte bezield. Wrct, wanne
Tom Tom, haar echtgenoot, die bin
nen enkele dagen zou thuis komen, Toi
die in een andere richting was uitgs
gaan, zijn uitstapje zou bekorten, of
met zijn tochtgenootasn, door de aanhou
dende segecs huiswaarts gedreven, mis
schien naar ©en der bovenstations waa
gegaan en daar in dea trein gestapt...?
Waar bleef haar physieke kraakt r, u
Wat was zij ondanks alles, slecht3 anderi
dan eeu zwakke, onbeteekesende vrouw,
met bevende ledematen, iedere spier ver
lamd door den grooten schrik, die zich
van haar had meester gemaakt, terwijl
een knagende pijn io haar hart zetelde
iets naar haar keel rees, dat haar
verstikte, en hare oogen verblind werdes
door kinderachtige tranen Den hemel
zy da.uk, haar venstand bleef helder, on
danks de traagheid. d«e zy in haar lichaam
gevoelde. Voort, voort, over kleine heu
veltjes, door zandhoopen, langs ravijnen
snelde zij voort. Eoumaal bezeerde zij
hevig haar voet aan eea scherpen steam,
ea herinnerde zich voor de eerste maal,
dat zij hare pantoffels aan had.
Slot volgt).
B s N N E N L A l).
volgen.
Zij was niet- meer zeo vlug ter been
als toen zij nog een meisje was, toen
was zij zoo vlug als eeee hinde.
Zij hield veel van dergelijke oefening,
maar thans bemerkte zy, dat zy eese
De S t et. (no. 61) bevat de
statuten der volgens de wet van 22
April 1855 (Stbl. no. 32) erkende ver-
eeniging //Nederlandscke Hotelhouders-
bond," te Amsterdam.
In verband met de in den
laatsten tyd voorgekomen gevallen van
eedsaflegging aan //den Koning" of //de
Koningin", varkemen wij, dat ten einde
aan deze kwestie een einde te maken,
een wetsontwerp in overweging is om
overai waar in de wetten wordt gespro-
z/deu Ksniag", daarvoor te lezen
z/de Koningin".
Verplaatst worden met 21
dezer, de rijksveldwachter 3a kl. J.
Hameka, van Diaksperloo naar Haarlem
met 28 dezer de rijksveldwachters
2de kl. H. Steioz (brigadier-majoor -
titulair), vaa Leiden naar Purmerecd
L. van der Wal (brigadier), van Goor
naar Leiden en de rijksveldwachter 3e
kl. F. Koekkoek, van Ootmaraum naar
Goor.
Ib het ©nderw ijzer 8-cyd-
schrift School en Studie wordt een feit
medegedeeld, waarvoor de redactie de
waarheid verzekert, dat een nieuw bewijs
geeft voor dea geringen waarborg,
dien examens opleveren.
Een jongmen8ch had op 18-jarigen1
leeftijd zijn hulpakte verkregen en was
nommer twee van een groep van zestien
candidaten. Hij behoorde dus tot de aller-
beaten. 1888 giDg hij op voor do com
missie der hoofdakte te Groningen hij
kreeg voor rekenen voldoende, maar
voor taal onvoldoende. Hij werd afge-
wezan.
In 1889 bood hy zich aan voor de
commissie van Leeuwarden, Deze vond
taal niet ^onvoldoende", maar ,/zeer
doch het rekenen vond zy niet
//voldoende", maar //onvoldoende". Hij
werd afgewezen,
In 1890 giog hij voor de commissie
van Assen. Deze vond het rekenen niet
//onvoldoende", maar //voldoende", doch
da taal vond zij niet «zeer goed", maar
//onvoldoende". Hij werd afgewezen.
Het Centrum, meldt:
Tet keiea hebben de geruchten zich
nog niet bevestigd omtrent het bevor
deren van den tegenwoordigen #oever-
xieur dor K. M. A. tet hoogeren rang.
Vele ondergeschikten, aan de Academie
werkzaam, zullen t-rouweas goon spijt
van dat vertrek hebben, daas do goever-
neur eea man is van strengen plicht en
vermoeiden dienstijver. Hoewel dit na-
tuurlyk deugden zijn, schijaen zij toch
voor sommigen oorzaak te ziju, dat zij
met pensioen den dienst verlaten, wat
in het laatste jaar nogal is voorgekomen.
Ook veor de cadetten handhaaft de ges.
verneur zijae bekende militaire eigen
sehappeB zoo o. a. kousen dia hseren,
die, evenals studenten in academiesteden
zich nogal wat laten voorstaan, niet
zou der straf eraf, zoo zij buiten hun
schreefje gaan. Zeo moeten tijelens kot
laatste carnaval e? zeven //gesnord" ziju
geworden, di« niet deden wat des cadets
terwijl één tegen een officier meer
toonde te zija dan zyn rasg aanwees,
en die dan ook voor den krijgsraad mout
terechtstaan. Zeer zeker zullen krijgs
tucht en orde onder dezen gooveraeur
aan do K. M. Academie öf niet minder
op geworden zij
Da hoer mr. L. de Harteg,
hoegleeraar aan de universiteit vaD Am
sterdam, is door de fraoBeho regoering
benoemd tot Officier (f instruction publique.
Het bestuur dor commissie,
elke zich véor eenigen tyd uit verte
genwoordigers van katholieke vereeni-
gingen an dagbladen te Amsterdam
vormde, mat. het doel aan dr. Jos.
Alberdingk Thym eec blijver.de hulde
te brengen, in dea vorm van een ge
denksteen in het sterfhuis aan de Pij
penmarkt, heeft per circulaire aan alle
katholieke vereeisigingen in den Lande
een bijdrage van hoogstens tiea gulden
daarvoor verzocht.
Ook de giften van particulieren onz.,
zullen welkom zija.
Nadat het bedrag der ingekomen gel- fele^dï
den bekend zal zijn, zal een plan ge-
teekend en aan de goedkeuring van het
comité waarvan mgr. Poppen ere
voorzitter en pastoor Brouwers voor
zitter is onderworpen wordew.
Den llen April vertrekt
van Amsterdam naar O.-Indië per
stoomschip Sumatra een detachement
suppletietroepen ter sterkte van 50 on
derofficieren en minderen, onder bevel
van den van verlof terugkeerenden
ritm. der cav. A-. Waalewyn en onder
medegeleide van den voor het O.-I. leger
bestemden 2e-luit. der iof. V. J. van
Marle.
Alweer een! Volgens uit
Indië ontvangen particulier oericht is do
kapt. der inf. H. van Wioheren te Atjeh,
bij hot openkappen van terrein, ge
sneuveld.
Uit Vlissingen s c h r ij f t ml
aan de N. R. C.
De jongste sneeuwstormen gavea|
buitenlandscheii bladen aanleiding o,
verslagen te leveren van den
hebbenden siorm, en die op den voereJI
treden door de vertragingen, die de mf
diensten van en naar Engeland hefcl
ondervonden.
De Calais-Doverbooten die den 0
tocht doen in een paar uren, gebruivL
tfaans daarvoor 8 tot 14 are»», do Gat^l
Do verbooten kwamen in het g»hcel T
aan en men nag zich geseixlztaktl
Ostende te melden dat de gehetlo
dienst in de war was. Men verïnL
echter te vormeiden, dat onze nederlal
acfee maildiensten Vlissingo»-Q!100DT
(en die alleen) de overtochten
gewoaen tijd volbrachten en hierdl
wederom het bewya geleverd v/erdl
geene betere schepen het kanaals
Ongetwijfeld is men bevreesd dat
rei zand publiek meor ea meer er M
bskend raakt dat de route naar EiT»ci«
over VliasiDgen-Queenboro' do bostel
veiligst© is en zica daarom meer
slechts aan de grootste en beete schc|
zal toevertrouwenwaarom aodors,^
van alle andere lijaen da
vertragingen moet melden, gewooi
verzwegen dat de nederlandseho i
booten den overtocht binnen den bepl
dea tijd volbrachten
Hef onderwijs in hand|
arbeid, dat te Zaandijk in eer» der bi
lokalen gegeven wordt, valt zeer ii
smaak. Tot bijwoning der le8r.cn
door het //Nut" warden gegeven,is
aanvraag dan beschikbare ruimte, fichl
deze lossen geeft de Imer v. d. Mei
een cursus voor jongens en meil
a 0.25 per les en een voor jongoda||
Twee dier dames gaan dezen zoraeri)|
Naas ©m aldaar een cursus i
bij te wonen.
Non plus ultra! lu eendol
in een onzer noordelijke proviciëD, f
het spoor gelegen, kwam Dinsdag jll
volgende vermakelijks geval voor,
eea treurig staaltje geeft van de expel
gedurende den winter. Een haodél
ziger uit Amsterdam vertoefde bij
zijner klanten in dat dorp om comrl
siee op te doen, toen aldaar een pat j
werd bezorgd. Het bleek. ketzef
pak te zijn, dat de reiziger ia Noveu
vaa het vorige jaar uit Amsserda» f
verzonden! Dus 100 dagen veis.
't Had in dien tijd de reis om de
kunnen doen.
Donderdag vervoegde
te Kralingen bij eene vrouw een wïJ
met het verzoek om hem jas, brfl
vest e® laarzen me ie te
geven, voorgevende dat hij door hal
Hl-in gezonden was. De vrouw,
kwaad vermoedende, gaf de gimaal
benevens c-en rijkadaalJ
aarofa de persosn in kwestie q|
vroeg. Toen de man thuis kwam 1
het dit hij nergens vaa wist. Mouvj
meedde dat de dader vreeg«>r bij a
bedregeae werkzaam is geweest.
De beruchte Leuni ssT
heetc in «e gevangenis te Manst;i.|
tweemaal getracht ziek vaD het 1üt«|
feeroov8B, eens deor verstikkicg
openzetten uxmer gaskraan) e» göds
ophaaging. Boide p®gïog»a werdtn -I
ter vevydeld. Thans weigert bij votl
gebruiken.
GEHEMD MWS.
Uit Londen wordt vanig
Maart aan N. R. C. geseind:
Do gevolgen van dea jongslj
niet meer van hem spreken. De generaal zeide bij zichzelven: Ik
heb met een gek te doen gehad", en hij maakte zijne toebereidselen
tot een nachtelijken aanval, daar hij Zucarraga wilde verrassen
en in den duister de passage forceeren, terwyl de geweerschoten
hem zouden bijlichten.
Gedurende dien tijd zwierf Araquil rondom de carlistische
versterkingen.
Het mes in den zak, dat mes, dat hij zoo noodig, kon slingeren
als eea bal en van verre in een schijf werpen, wachtte hij steeds
den nacht onder den blooten hemel doorbrengende, totdat hij
Zucarraga kon naderen en den ouden Garrido van den Carlisten
aanvoerder onidotr.. Wat kon hem het bestaau van het opperhooid
der partijgangers schelen Oorlog met het kanon of met het mes,
het is altijd oorlog. Men heeft wel hef recht om te dooden, wan
neer raea zijn leven ten offer brengtZoo waren zijne overpein
zingen, terwijl hij eene goede gelegenheid bespiedde.
Eens op een nacht, toen hij fe dicht bij de halfverwoeste land
bouwerswoning kwam, waar Zucarraga sliep, floot de kogel van een
schildwacht zoo dicht langs het hoofd van Araquil, dat hij een
stukje van zijn linkeroor medenam. Hy sloeg er zeHs geen acht
op en slechts éen ding speet hem, dat de carlistische schildwacht
hem ontdekt had. Zoo niet, dan zou hij den muur zijn overge-
klommen, aan den kant waar Zucarraga sliep Hij zou het nog
maar eens beproeven.
Ja, den volgenden nacht zou hij het nog eens wagen, maar dat
was juist de nacht, dien Garrido voor zijn nachtelijken aanval
had uitgekozen. Juan Araquil, in een sloot nedergehurkt en gereed
als een dier in zyn schuilhoek, stelde zich thans voor om tot
iederen prys Zucarraga te naderen, op hetzelfde uur dat de oude
Garrido een aanvalscolonne op de Carlisten afzond.
De eerste schoten van het gevecht verwonderden Araquil, de
volgende deden hem genoegen Omdat er gevochten werd, zou
Zucarraga naar buiten komen, zijn soldaten in 't vuur brengen
Als Juan naar hem toesloop, zou het spoedig gedaan zijn bet mes
in het hart en ditmaal niet in een hinderlaag, meer midden in 't
gevecht. Ah, het bloed van Zucarraga was een fortuin waard
Vader Chegaray zou zijn tweeduizend duros hebben, hij zou ze
hebben en des te erger voor de Carlisten
Men vocht dapper, dien nacht. De soldaten van Garrido waren
woedend, zij vielen de versterkingen met de bajonet aan en stieten
op de Carlisten, die zij dachten te verrassen, maar die zij gereed
vonden. In dien donkeren nacht verworgde, smoorde men elkander.
De sabels doorboorden de borsten, de revolvers verbrijzelden de
schedels. Men vermoordde elkander zonder elkander te zien, zonen
van hetzelfde land.
En dat duurde zoo geruimen tijd. Bij 't aanbreken van den dag
trokken de soldaten van het leger terug, nog eens, de arme ke-
ruD, zy ccfLn hunne doudeu bij honderdtallen Du aanvul had
niets gebaat. Deze bloedige nacht kon weder gevoegd worden bij
hunne anuero nederlagen. Nogmaals weende hij van woede, daar
ginds, de oude Garrido. Daarentegen begroetten de Carlisten, na
den geheelen nacht gevochten te hebben, het morgenrood met hun
kreten van vreugde Rarri Rarri Maar eensklaps verstomde
de vreugde en de kreten, een doodelijke stilte maakte daarvoor
plaats. Men berichtte, dat Zucarraga aan 't been was gewond,
de onoverwinnelijke chef, wiens stom dien nacht honderd malen
had herhaald //Moed, kinderen houdt stand Hst was voor het
huis, waar hij gcwoonlyk sliep. De gevangenen va..-, het leger
de Carlisten hadden er velen gemaakt dien nacht bemerkten
dien aiooien en fleren jongeling, met zijn zwart puntbaardje, dien
hunne officieren omringden. Zucarraga kon zich niet meer staande
houden. Men ondersteunde hem onder de oksels. Eenige zijner
soldaten brachten een draagbaar en men plaatste hem daarop raet
het been gestrekt.
Araquil zag toe.
Met de soldaten van Garrido gevangen genomen, had men hem
by den hoop gevoegd, die door carlistische schildwachten raet ge
laden geweer bewaakt werd. Zijn mes, zyn beroemd mes, had
hem niet gediend. Toen hij zieh gevangen zag, medegesleept door
de vluchtenden, ingesloten met de gevangenen, had hij het weg
geworpen. zeggende //Dat zal voor een volgenden keer zijn
En thans waarschijnlijk bestemd om doodgeschoten te wordoD,
omdat hij alk-en ondeF de gevangenen geen uniform droeg, z<l
hij bij zichzelf dat het gedaan was, gedaan, ea dat Pepa (j
ander zou huwön of ongetrouwd zon sterven en zijne c
giBgen vol toorn naar dien menschelyken prooi, die hem oi
snapte, dien Zucarraga, dien hij begon te haten, hij wist w
waarom of liever omdat, Zucarraga nog levende, dit
gelijkstond, dat zijn leven hem, Araquil, ontsnapt was, Pi
verlorenRondom Zucarraga bewogen de carlistische officii"!
zieh, ongerust. Sommigen op hunne knieën bekeken de wobI
Een hunner riep een geneesheer.
z/De geneesheer De geneesheer, valgame Riosï Wastl
Urrabie-ta toch Waar is hij
Het was de chirurgijn van de carlistische afcleeling. De olf.J
ren werden ongeduldig. Zacarraga zeide met een zacliton gü|
lach, op kalmen toon, een teeken met de hand makende
ons wachten. ITrrabieta ia misschien ingeslapen. Hy zal het vfl
nacht zoo druk gehad hebben
Plotseling snelde oen sergeant toe, mot tranen in de oogenI
zeer bleek. Men had juist onder de dooden Urrabieta herkei'l
De chirurgijn lag, het hoofd mot sen kogel doorboord, ©p Let licM
van een Navarrees, dien hij verpleegde. Dat waa de3 nachts?!
beurd, zooals het overige. Eea afgedwaalde kogel. Die sti&'ï
lood d»oden evengoed hon dio verzorgen als hen die verworgt!
Er was ontsteltenis onder da Carlisten, De wond© van Zucartf-I
kon ernstig zijn; zij waa ernstig. En geen chirugijn om hoffl I
verplegen Waohten totdat men er oen van de naburige korpsen lil
ontboden was gevaarlijk.Rij verloor ve»I bloed, Zucarraga.Eeo ;>-'T
fleieren ging recht op den trcep gevangen af eu vroeg op luiden fcC'l
z/Is er een chirurgijn onder u
De soldaten van Garrido zagen elkander aan. Neen, er
geen chirurgijn. Onder de soldaten gingen stemmen op
z/Is er iemand, die een verband kan aanleggen
//Ja," antwoordde toen een man, //ik!"
//Treed dan vooruit
De maxi trad uit de groep terneer geslagen lieden naar v°K!|
met opgeheven hoofd. Het was Araquil. (Slot vehf)