LanteMzii naar AiptMë.
GEMENGD NIEDlfS.
Op de MaaflHrug te Rotter-! zyn in het snoeien van boomen, terwyl
dam geraakte Vrijdagmiddag een onge- bij tevens een afdoend middel had tegen
veer 15-jarige jongen onder een slee
perswagen, beladen met ijzer. Het achter
wiel ging hem over het hoofd, dat geheel
verpletterd werd, en de knaap bleef op
de plaats dood.
De Arnh. C t. s c h r ij f t
Urgent is de zaak misschien wel niet
maar dat er in voorzien moet worden,
is toch zeker, wanneer ten minste waar
is wat men zegt. Er is eene bewoonde
plaats in ons land, die tot dusverre nog
rot geene gemeente behoorthet .fort
Pampus. Als daar een kind wordt ge
boren, eeae misdaad wordt gepleegd die
door den strafrechter moet berecht wor
den, of een ingezotene woont wien het
kiesrecht toekomt, zal noch het kiud
aangegeven, noch de misdaad berecht,
noch de stem uitgebracht kunnen worden,
Woensdagnamiddag onge
veer 5 uren bevond de voerman J. H.,
uit Osch, zich met zijn voertuig, waarop
■een zware ijzeren bak geladen was, op
don hlinthamschen weg. lu do nabijheid
van de herberg de Bilt, onder deze ge
meente, wilde hij, terwijl zijn paard
voortreed, op zijn wagea klimmen, waarbij
hij echter struikelde, met het ongelukkige
gevolg, dat de raderen over z!jn hoofd
gingen, hetwelk daardoor als het ware
verpletterd werd, zoodat onmiddellijk de
dood er op volgde.
Het lijk van den ongelukkige, een
oppassend man, die eene weduwe met een
aantal kinderen achterlaat, is per braod-
card naar het gasthuis te 's-Bosch over
gebracht.
Te Noorbeek (Limburg)
sloeg de bliksem Donderdagmiddag in
den toren der R. K. kerk. Hij veroor
zaakte geen brand, doch richtte gioote
schade aan het dak- en muurwerk van
toren en sacristie aan.
Toen de toren werd getroflen, was
juist een lijkdienst geëindigd. De zoon
van den koster Offermans was nog inde
kerk en werd licht gekwetst, vermoe
delijk door losgeraakte splinters. Men
spreekt van ƒ1500 schade. Te Noorbeek
vormde de toren niet het hoogste pun
der omgeving.
Te Harlingen hoorde eenf
vrouw, die haren hoogbejaarden ster
venden vader bezocht, plotseling een
hevig geschreeuw en zag uit een nabu
rig huis een meisje komen met een
klein kind, waarvan de kleeren in brand
stonden. De vrouw Dam het kind, wik-
kel.ie het in de matten en kleedjes, die
ze kon grijpen eo.viel toen zelve in
flauwte, doch het kind was gered, want
hoewel de kleertjes tot het bovenlijf
waren verbrand, heeft de kleine geene
noemenswaardige brandwonde bekomen.
Voor eenige dagen zwierf
in het zuiden van Drente een Duitscher
roDd, die voorgaf, eene specialiteit te
de rupsen. Te Emmen o. a. werd hy
door velen aan het werk gesteld en ge
holpen doar den zoon van een slaap-
eteehouder aldaar, bij wisn hij gelogeerd
was. Hy zaagde en hakte er vreeselyk I
op los en bestreek de alzoo mishandelde
vrucktboomen met een mengsel van
kalkwater en eeu vocht uit een aantal
fle8schen, die met lak verzegeld waren
en ieder op 1 mark (60 cent) kwamen
te staan. Na zijn vertrek verklapte zyn
gewezen helper, dat de man die flesschen
alle in de slaapstee gevuld had met
cichorei-water en daarna dicht gelakt.
Men kreeg zoodoende voor ƒ2.40 aan
cichorei-nat
In het zeer lezenswaardige verslag van
den heer L. van Riet, consul-gene. aal
der Nederlanden te B u e u o s-A y r e s,
wordt o. a. uitvoerig gehandeld over de
immigratie in de A r gent ij n-
sche republiek, in het bizonder
ook ovor de landverhuizing daarheen uit
Nederland. Wy ontleonen aan dit
laatste dit onderstaande.
„Kwamen in vroegere tijden slechts en
kele landgenooten alhier aan, ds immi
gratie uit Nederland werd van betrekke
lijk groot belang, nadat de Nederlandsch
Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij
in December 1888 eene regelmatige lijn
op de Rio de la Plata geopend had
en de argentynsche regeerïng tezelfder
tijd het stelsel van gesubsidieerde passa
ges ook op da nederlandsehe immigran
ten van toepaseing verklaarde.
„Er vestigden zich dan ook sedert aiet
minder dan ongeveer 4000 landgenooten
in deze republiek, velen in het binnsniand
als landbouwers. Enkele koloniën, als da
landbouwcentrums La FortunaLas Go-
londrinas en Micaela G'azealLares zijn bij Da
geheel hollandsch. Zij zijn gelegen in
de provinciën Buenos-Aires, de twee
eerstgenoemdea aan den zuiderspoorweg
bij de stations La Colina es Sauto Corto
en laatstgenoemde bij het stadje Tree
Arroyos. Ook in de provincie „Corrien-
tes" op de bij „Balla Visita", aan de
Rio Parana gelegen koloniën 3de Abrïl
en El Frogreso zijn verscheidene neder-
landsche landbouwgezinnen gevestigd.
„Omtrent de toestanden der koloniën
zijn van onze landgenooten deels guns
tige, deels ongunstige berichten ontvan
gen. De hoedanigheid der landerijen wordt
op alle vestigingen zeer geroemd. Het
klimaat echier laat hier en daar in het
zuiden der provincie Buenos-Ayres veel
te wenschon over, in dien zin wel te^
verstaan, dat hei door zijne gr-oote en
plotselinge temperatuurswisselingen of
wel door langdurige droogten de resul
taten van den landbouw dikwijls in ge
vaar brengt. Werd onder anderen de
laatste oogst op de kelonie La Fortma
bijna geheel door vorst vernietigd, dit
jaar laat Je tarwe aldaar weder veel te
wenschen over uithoofde van het uit-
blyven van regen.
„Gezond is het klimaat overal in de
Argentijnsche republiek, en in het noor
den des lands zeer zacht.
„De laatste omstandigheid was voor
onze landgenooten te Bella-Vista van
groot belang, toen zij aldaar aankwamen.
Zij voudea toch op de koloniëo geen
woningen, zoodat zij eenigen tijd in de
open lucht of onder eenvoudige tenten
moesten doorbrengen".
Aangezien de meeste klachten van onze
landgenooten de «ontraeten betroffen, door
heu met de landeigenaren gesloten, geeft
de heer Van Riet een overzicht van de
voornaamste bepalingen dier contracten,
waaruit blijkt dat zij, in het algemeen,
rusten op het beginsel dat de eigenaren
aan de kolonisten land, dieren, gereed
schappen, levensmiddelen enz. op crediet
leveren, onder voorwaarde dut het land
bebouwd wordt, dat uit de opbrengst de
voorschotten worden terugbetaald, waar
na de kolonist het land en toebehooren
in eigendom verkrygt.
„Eerlijk en nauwgezet toegepast",
zegt de o. g., „kan dit beginsel in het
algemeen slechtB goede resultaten hebben,
zoowel voor eigenaar ais kolonist. De
nadoelige gevolgen voor beide partyen
PU I
iïn blyven echter in het omgekeerde geval
niuuuriyk niet uit.
„Overeenkomsten in bovenbedoelden
geest, doch waarbij gewoonlijk alleen h«t
land op erediet verstrekt werd, zijn
trouwens sadert lang in «ie republiek ïu
werking. Het valt ook niet te ontkeaneu,
dat als eea gevolg daarvan, in verhand
met immigratie eu toevloed van buiten-
laudscho kapitalen, Argentinië binnen
betrekkelijk korten tijd een landbouwende
staat ia geworden, eea land dat nog voor
een twintigtal jaren granen importeerde
en ze nu in groote hoeveelhedeu expor
teert. Van de goede werking vau het
stelsel zijn overigens talrijke welvarende
landbouwkoloniën, vooral ia de provin
ciën Buenos-Ayres en Santa-Fé, het
bewijs.
„Evenals in zoo veie andere takken
vaa bedrijf, hoeft echter ook op dit ge
bied de overdreven speculatie en de zwen
del dor jongste jaren veel kwaad gesticht.
Ten einde de prijzen der landerijen in
waarde te doen stijgen, er overdreven
hypotheken op te verkrijgen en de
bezittingen vervolgens te verkoopen, werd
kolonisatie ia vele gevallen geen doel,
maar eenvoudig een middel ter verrijking.
Zuodra waren soms de hypotheekg-sldaa
nittt oa» vangen, of het land werd van do
hand gedaan, en men was van de ver-
antwoordelykheid tegenover de hypotheek
bank ontslagen."
„Van deze en dergelijke kwade prak
tijken zyn, behalve de bank, vele land
verhuizers, ook nederlandsche, het slacht
offer geworden.
„Nadat het land eenigen tyd met
immigranten bezet was, al had men
ook eene ruime hypotheek er op ver
kregen, ontbrak toch niet zelden het
uoodige bedrijfskapitaal ter exploitatie.
Het gevolg daarvan was natuurlijk, dat
den kolonisten de noodige werktuigen en
d<eren voor do bebouwing van het laöd
niet tijdig genoeg of in onvoldoende
hoeveelheid verstrekt werden, dat de le
vering van levensmiddelen, zoowel wat
kwaliteit als prijs betreft, te wenschen
overliet, kortom dat vau eene ernstige
exploitatie niets kwam.
„Daarby werd niet zelden het land
tot hoogen prijs aan de kolonisten ver'
kocht, en gelijk uit do hierboven ver
melde bepaliDgen valt af te leiden, hot
contract steeds zoo ingericht, dat de
migranten geheel en ai van den eige
naar afhankelijk waren. Misbruiken in
velerlei zin vloeiden hier natuurlijk uit
voort, en de klachten te? zake waren dan
ook vaak zeer gerechtvaardigd.
„Een en ander heeft er toe geleid,
dat own groot aantal immigranten hunne
eerste vestigingen hebben verlaten of op
het punt staan dit te doen, veelal met
het doel zich niet weder als kolonisten
te verbinden, maar een contract op vast
loou of aandeel in de winst aas te gaan.
Deze laatste wijze vaa haadelen ver
dient in het algemeen de voorkeur.
Eenurzijds stelt aij landverhuizers minder
aan misbruiken bloot, en anderzijds biedt
zij werkelijk flinken lieden de gelegenheid
tot sparen en daardsor de mogelijkheid
om zich na eenige jaren, voldoende onaf
hankelijk, als landbouwer te vestigen.
Hierbij zal hun de tot dusver opgedane
ondervinding zeer ten gooda koines. Had
den immigranten op de koloniën met
tegenspoed te kampen, zonder er resul
taten te bereiken, hun verolijf aldaar
heeft althaus deze goede zijde gehad, dat
zij er, en dit niet alleen tea eigen koste,
land, volk en toestanden van Argetieië
konden learen kennen.
„Uithoofde van het boven aange
voerde on vau de geweldige crisis, waar
onder het land gebukt gaat, hebben vele
Nederlanders niet de welvaart ge voed en,
welke zy door verhuizing naar deze
republiek dachten te verkrijgen. Dal dit
niet het geval is, heeft echter nog eena
andere en voorname oorzaak, gelegen in
het feit, dat een groot deel der uit Ne
derland aangekomen landverhuizers be
stond uit lieden, ougesohikt of ongezind
tot werken. Mea hoeft op crodiet-paasages
hiorhou» gezoaden, o. als laBdD^awera
voddenrapers, orgeldraaiers, en oester-
schrappers als ambachtslieden, raenschen
die zich tot dnsver minder met hun vak
dan met socialistische tbeorieöa schihyi
bezig gehouden to hebben voorts 'vele
in Nederland op elk gebied verosgelnkti
zwakken naar lichaam of geest, die wel
licht dachten hier een land te vinden
van wonderen, welke meDeehelyke dsu"-
den overbodig maken, en daarentegen
aantroffen een land, waar gewerkt, zeiig
zeer hard gewerkt moet worden en waar
alleen wel overlegde arbeid resultaten
geeft.
„Zoozeer is een en ander, helaas;
waar, dat eonig arbeidgevers te Buenos-
Ayres op grond der opgedane ondevindimr
in het algemeen weigeren Nederlanders
in dienst te nemen.
„Gelukkig staan tegenover de geuoera
den een aantal inderdaad werkzame, in
elk opzicht flinke hollandecho gezinnen
die zich hier hebban gevestigd. Zij ver-
dienen ook in deu tegen woordigen crisis
tijd in het algemeen hun brood, eu a
bestaat de gelegenheid tot sparen thans
niet of in mindere mate, ep den duur i
hun eono goede toekomst in dit lam
verzekerd. Dit wil echter niet zeggun
dat men emigratie hierheen thans ra»;
aanraden. Een tegenovergesteld advic
dient gegeven te worden, want zijn hi;
da eerste tyden voor den landverhuize
steeds moeilijk, thans is dit teïigovolfi
van de crisis en den daaruit voortvloei
enden stilstand in vele vakken in he
bizondor het geval. Zij, dit) op Argentir;<
het oog hebben gevestigd alB het Jan
hunner toekomst, dienen ous betere tijde
af to wachten."
Een eigen aardige stra
werd in het parijsehe garnizoen de
generaal Poïlione ae Saint Mare geg
ven. Een soldaat was 's nachts over dt
muur van de kazerne geklommen en h
den nacht verder buiten doorgebraci-
waarvoor hij politiekamer had gekrege
Do generaal liet zich het zakboekje v
den bestrafte "brengen en toen hij zz
dat deze goede klimmer bij de laag»
afdoeling van de turnseho-zl was iug!
deeld, werd de instructeur der tumschc
met 4 dagen kamerarrest gestraft, „o:
dal hij de lichaamskracht en geschikthc.
van zijne leerlingen niet goed beoc
deol-i had."
Het bevestigt zich than
teo volle dat prins Victor, zoowel gi
delijk, als op politiek gebied, door
vader is OfflÉeiTd. Prinses Loetiiia h
hetgeen, waarop zij recht had, reeds
haar huwelijk met dop hertog van Aof
©oivangen. Victor wordt in het tea|
maal tien trouwelooze eu een rebel aj
aoemd hij haa ooH niet mogen deelu
taon aan de begrafenis van zijn vad-
blijkens diens uiterste wilsbeschikkit
„ik ben de dochter van Öembrina."
Ditmaal was alies duidelijk, zij moest een deel harer geschie
denis verhalen en toen zij geëindigd had, zeide Brochard
„Gij moet bij het theater komcD, gij moet. Met uw stem en den
naam van Sembrina op 't affiche, zullen wij een schitterenden triomf
behalen. Hoe kondet gij u zoolang verborgen houden. "Vraag wat
gij wiltik bied u vijf en dertig duizend francs om te beginnen,
veertig als ge wilt; ais alles goed gaat, kunt ge me later zelf
uwe condities stellen,"
Zij was onthutst en verheugd tevens, en dacht aan haar ar
moedig bestaan, waarin zich plotseling deze schitterende lichtstraal
had geworpen. Wat zou het haar du voortaan kosten om zich
rijk en onafhankelijk te gevoelen Een enkele triller van haar
was voldoende om alle zorgen van haar gezin te doen verdwijnen.
Tranen bevochtigden hare wimpers, zoo was het dan toch waar,
dat zij een prachtige stem had en een sterke en geheimzinnige
macht haar dreef naar de kunst. Ja, zingen Daarvoor was zij
geboren. Hoe had zij eraan kunnen twijfelen
Een zekere ongerustheid maakte zich van haar meester als
Brochard zich eens vergist bad
Zij vroeg hem „Berouwt uw aanbod u misschien ook
Op ernstigen toon antwoordde hij
olstrekt niet, ik blijf bij mijn voorstel. Als ge besloten zijt,
kom dan met uw echtgenoot bij mij.... want ook zijn handtee-
kening is noodig."
Deze laatste woorden deden haar ontetelleD. Zy nam afscheid,
en hij zag haar na langs den weg dien zij liep, gebogen als toen
zij kwam, weder met dat vermoeide uiterlijk en oogenschijnlijk
tien jaar ouder.
Welke zoete droombeelden schiep zy zich op dien terugtocht,
hot was voor haar het begin der overwinning, haar herleving in
de kunst, het einde van gebrek en kommer voor haar echtgenoot
en zoon l
't Was laat geworden, toen zij eindelijk hare woning bereikte,
en zij Aubinet reeds aan tafol vond.
Hij was uit zijn humeur er was niets gereed en een kleine
scène, wellicht de eerste tijdens hun huwelijk, ontspon zich.
Zij sprak niet van het hun wachtende geluk, maar toch waagde
zij het te vragen
„Wist ge dat Brochard theater-directeur was?"
Hij vermoedde eenigszins het gevaar, en ztida op knorrigen
toon
„Zeker wist ik het. Waarom dat
„Omdat ge het mij niet had gezegd."
„Wat kon u dat belaog inboezemen
„O neen, toch niet."
Eene kleine stilte. Toen kon zij zich niet langer bedwingen en,
zeer onhandig, zeide zy
„Hij heeft een piano."
Hij antwoordde nog knorriger:
„Nu, wat zou dat?"
Zij begreep, dat ze een verkeerden weg was ingeslagen, toen
hij op sarcaetischen toon vroeg:
„Wel, hoeveel heeft hij u beloofd?"
Zij dorst niet zwijgen en zeide op bevenden zachten toon
„Veertigduizend francs."
Aubinet barstte in een schaterlach uit, en zeide: „Dan heeft
hy u aardig beet gehad."
Zy werd beo*, en ploltelitg de kracht gevoelende om te spreke»,
legde zij de geheele zaak uit „Hij kon medegaan, als hij wilde,
naar het buiten en hooren of het niet waar waar, wat zij zeide."
Voor de koortsachtige opwinding zijner vicuw viel bij lang
zaam bij, overtuigd, maar diep ongelukkig Op heftigen toon ging
zij nog eenigen tijd voort, sprak hem van hunne armoede en ach-
teiuitgang. En dan, de toekomst van hun kindHet was een
eenige kans, onverwacht. Hij had lang genoeg gewerkt om zijne
gezondheid te verwoesten, en al dat werken had hun slechts tot
niets gebracnt
Plotseling hield zy op. Haar geheele overtuiging viel ineen bij
de smart van haar echtgenoot een onmetelijke en verschrikke
lijke smart van den sterken man. Hij had zich op tafel laten
vallen, het hoofd in de armen, terwijl zware snikken zijn
lichaam schokten. Toen verdwenen hare droombeelden. Zij
herinnerde zich niet meer wat zy had gezegd, noch wat zij had
gewild. Zy zag niets meer, zy begreep siechts een ding: haar
echtgenoot weende. En ook zij weende, over hem heen gebogen,
langzaam zijn hoofd opheffende om het tegon haar borst ta drukken.
Zij verlangde geen roem of geld meer, tot in het diepst harer ziel
geschokt door de doffe snikken van haar levensgezel. Hun gemeen
schappelijk verleden, van huu eersten ku3 tot op den dag van
hedeu, «ll«s wilt zy ie zuuiou haudin gevoeld, gewoopt en gele
den, kechtto hen aan een, hart aan hart. Eu te moeten denken,
dat zij het was, die hem had doen weeaen Waaraan dacht zij
dan? Welk c«n vrouw zonder hart was zij thans gewordan Ne^ii,
neen, zij zou niet meer zingen voor geen millioeneu zou zij m*er
zingen Maar hy moóht niet weenenDat deed haar te veel pijn,
hem te zien weenen
En gewiegd in hare armen, werd hy langzaam getroost en
uitte al zijne angsten.
Steeds kalmer wordende, sprak hy voort hij begreep dat
hun armzalig bestaan haar tegenstond en dat zij, het middel be
zittende om zich een gamakkelijk en weelderig leven te verschaf
fen, daarvan partij wonschto te tiekken. Misschien was dut cok
eene meer practische oplossing van de zaak, en had zy gelyk,
maar het stiet hem te veel af, de echtgenoot van eene ster te
zyn. Al zyne mannelijke fierheid kwam er togen op, zyn bestaan
aan zijne vreuw to moeten dankeD. Moest het toch zijn.... Wel
nu... dan zouden zij scheiden!
Haar zoon mocht zij bezoeken, zooveel zij wilde. En hij voegde
er onder nieuwe tranen bij, die ook weder de tranen der arme
Lucie te voorschyn riepen „Als ge mij bemindet, zooals ik u
bemin zoudt ge aan zooiets nooit hebben gedacht!"
Tot eenig antwoord sloeg zy hare armen vast om zijn hals en
een innigen kus op zyn gelaat drukkend, zeide zij
„Ik wenschte wel das re ij mijn stem ontnomen werd.... m
lichaam en ziel behooren u... de banden van vleesch en bic
hebben ons vereenigd. En bij den langzaam vallenden ave
keerde zij allengs weder tot hare kleine huiselijke hezighed
terug. Toen beiden weder geheel bedaard waren, zeide Aubin>
„De heer Brochard heeft ons zijnerzijds op een beleefde wiv
verplicht, even beleefd geven wij ons antwoord.
Morgenavond ga ik naar hem toe, geheel alleen, dat
beter zyn.rf
Eu zij stemde met een zachte en onderworpen fcoofJbe;
ging toe.
Den volgenden avond begaf Aubinet zich naar het buitentje.
Wat de beide mannen bespraken, heeft Lucie nooit geweti
Zij zag Brochard niet terug.
Intusschea was de huurfcijd verstreken en Aubinet had 1
bedrag van de huur in eigen persoon ontvaügon. Lucio vorm
van de buren dat Brochard nog dikwyls naar haai' gcïofofmei
bad, maar het niet waagde, het bevel van Aubinet en den drem
van diens woning te overschrijden en intusschen ging zij vo;
hare oude japonnen te ksoren, haar ouden hoed te vermaken
stukken steenkool van den vreg op te rapen, om aldus op
kosten van do brandstof uit fe sparen.
Tegen het einde van een Novemberdag en wetende dat
huurder vertrokken was, dreef een zekere nieuwsgierigheid bf
naar het buitentja. Aan den hoek van een korenveld bleef zij verr.
staan, er stond een verhuiswagen voor de deur, twee uiaiii
met kielen aan droegen do piano naar buiten, door middel v
rollen en hascheu haar in den wagen. Lucie's hwrc kromp in
Daarna schoven de mannon den grendel toe, en het rijtuig i
trok. Werktuigelijk volgde zy hen van verre, bare lippen
wogen zich in oen laatslen aandrift om to zingen. Eu bij een dr
van dea weg verdween het rijtuig, en Lucie zeg niets meer.
Toen ging zij aan den kant van den weg zitten. Onder
bewolkten hemel namen de heuvelen in de verte een roestkh
aaü, en onder het afrukken der laatste bladeren, prevelde
scherp koad windje haar iets in het oor van een barren wiai
Zy werd moedeloos, een innig spijtgevoel deed haar verlan'
om te weenen. Die piano, die daarginds verdwenen was, al
op weg naar het zoo door haar begeerde Parys, dat was haar 1
ste hoop die vervloog, de laatste herianeriag aas een mog»
fortuin ea een verloren roem.
De gelegenheid zou zich niet meer voordoen, de Brocha
waren niet overvloedig. Zij zou veranderen en haar stem met bi
Dan zou zij stervea, een- steen zou dat alk-s bedekken, en i
mand niemand ter wereld zou weten, dat daaronder do
eeoer groote kunstenares had gesluimerd....
Zoo mijmerde zij voort, tot de schelle fluit van een spoortr
haar deed opschrikken De trein was in aantocht en riep
tot de zorgen voor man cn kind! Haastig liep zij voort,
en afgetobt naar lichaam en ziel, nu en dan bukkende cm een b-
hout op te rapeB, om te dienen tot brandstof voor den baan'