ITVIEE DE BLAD
Heil Consult.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
li flIIWILlsIil 1001.
BBHOOBENDB BIJ
\iABLBM9S DAGBLAD
VAN
baandag 27 April 1801.
mor het venster der keuken ziet de
van dokter Bourdel een man met
Ikiel aan voor het tuinhek heen en
|r loopen. Telkens werpt hij een
[Daar het huis van don geneesheer;
seconde blijft hij staan, overlegt of
jg hand naar den schelknop zal uit
ten, vervolgens zet hij zijn loop langs
{trottoir weer voortmaar hij komt
ie oogenblikken later terug, om nog
te verschijnen gelijk de slinger
Vn pendule achter het glas vaa zijn
moet-ie toch, die vent daar
L de dienstbode zich af, zich tegen
laamkozijn drukkend. //Weet hij dan
loat het Dinsdag spreekdag is
i staat op, gaat den stoep af, tus-
j lage boomenrijen der laan deor,
Jjjij de kiezels onder hare pan tof -
kraken, nadert het tuinhek en ziet
landelaar wantrouwig aan. Juist is
Jan aan het einde van het trottoir
en keert hy zich om.
Bjk", roept het meisje uit, toen zg
■gekat bemerkt, meester Loisel, is
I? Is u naar de markt te Jouin ge-
3 je ziet..."
J landbouwer nadert en, na een
[ruk legt hij zijn geschoren kin op
l is een gezien man in den omtrek,
Loisel, een gezeten boer van zijn
Etma^r hg is zoo gierig en schuift
af, dat men het vermijdt
J met hem te doen. De meid kijkt
|ook aan met dat zekere aBgstige
dat de lieden van het land voor
Koesteren.
[vraagt
|onit u om mynheer Bourdel te
landbouwer fronst de wenkbrau-
man die door een zeer on-
[fchte vraag wordt verrast,
taarom denk je dat zoo
■dat u al een uur lang hier heen
rer loopt."
ik daar het recht niet toe
heeft u dat, meester Loisel
[toen ik u zoo heen en weer zag
dacht ik bij mezelve Daar is
Loisel, die mijnheer Bourdel
[spreken en maar niet binnen wil
b je me dat dan gevraagd
[meid, rechtstreeks aangesproken,
i in verwarring. Zij wordt wan-
Als hij straks eens, op 't oegen-
t hij den geneesheer moet betalen,
feeggen, dat hij niets is verschul-
lat hij niet gekomen is om te con-
maar dat hij aan eene uit-
gevolg heeft gegeven En
Set meisje maar niet weet, op welk
Izij zich waagt, zal zij maar lie-
aftoeht blazen. Zij verlaat de
.weet beter dan ik, meester Loisel,
j binnen wilt komen of niet. Ik
mij daar niet langer mee ophou-
llandbouwer krabt zich den kin.
Overwoog het plan om naar den
op 't oogsnblik dat deze
toe te loepen en op diens vraag:
[aafc het, meester Loisel te ant-
,/Nou, zoo wat, zoo wat!" en
ben raadgeving uit te lokken, zon-
zilveren schyf te moeten ofieren
i zijn strik ontdekt, hij besluit
K het bek te openen. En daar by
pn staan blijft, midden in den tuin,
J nogmaals naar buiten.
■heen, meester Loisel."
len er al."
Jkunt toch niet buiten wachten.
Br Bourdel verbiedt het."
De boer gehoorzaamt brommende. Dat
is te veel plichtpleging veor kern. Bij
vreest dat alles op de rekening te zullen
vinden. Zoo wil by in de kamer waar
vier personen wachten, ook niet gaan
zitten. Hij blyft by den ingang staan.
En telkens als dë geneesheer op den
drempel van zijn spreekkamer verschijnt,
groet hy hem met een //Uw dienaar,
meester Bourdel."
De eene patient na den ander heeft
de wachtkamer verlaten. De beurt is aan
den landbouwer. Nogmaals gaat de deur
open en de dokter versebynt:
z/Kom binnen, mynheer Loisel. Wat
scheelt er aan, vriend Komt ge me
halen, of komt ge me voor u zelven
spreken
De boer doet geen stap vooruit. Als
hij dien drempel over is, is hij zijn zil
veren schijf kwijt. Hij wil een laatste
poging doi-n om haar te redden.
z/Kyk me eens goed aan, meester
Bourdel, vlak in 't wit van m'a oogen..."
En ofschoon Loisel tracht om een
vroolyk gezicht tc zetten, plooien zich
de hoeken van zijn moad een weinig,
tengevolge van do aandoening.
#U is een goed geneesheer, meester
Bourdel, vindt u dat ik er uitzie ala
een zieke
Hy spert zijne oogen wijd open en
steekt een tong uit als een vlag.
De dokter blyft onbeweeglijk.
//Laat eens zien, mynheer Loisel, is u
gekomen om my te raadplegen
De beslistheid van deze vraag doet
den moed van den landbouwer zinken.
Hy sluit de oogen om zich te herstellen
en zegt vervolgens op wanhopigen toon,
zijn laatste kaart uitspelende
//Om u de waarheid te zeggen, meester
Bourdel, my scheelt niets, en moet ik
nu evengoed betalen?"
De geneesheer haalt de schouders op,
zonder te antwoorden. Met den vinger
wijst zijn cliënt den weg tot zijn
spreekkamer.
Ah eindelijk de boer op het krukje
zit tegenover de doctorale tafel beladen
met papieren en publicaties, gevoelt hij
ziGh minder op zijn gemak dan ooit.
Zijne blikken gaan van het geraamte
dat tusschen de beide boekenkasten is
opgehangen naar de schilderij, die een
vosrgtelling geeft van André Vésale,
bezig een geheel naakt lichaam te oat-
leeden. Zij blyven rusten op een grootea
«penden zak met instrumenten, waar
van het staal ham tegenblinkt en komen
eindelijk weer terug op den dokter, die
zich in een leumstoel laat vallen. En de
grijze oogen van den boer worden steeds
kleiner, doordringender, sluwer, als om den
géneesheer te bespieden, zijne ware be
doelingen uit zyne woorden op te
maken.
Wat den heer Bourdel betreft, deze
is gewend aan den indruk, dien de pracht
van zyn kab'met op de boeren maakt, en
hy twijfelt er geen oogenblik aan of het
wantrouwen van dezen client is gegrond,
zooals dat van alle andere. Hij vraagt
hem ronduit
z/Wat scheelt er aan, meester Loizel?"
De oogen van den boer worden nog
kleinerzyn mond sluit zich als een
grendel.
z/U vraagt wat of mij scheelt?"
//Natuurlijk
z/Maar als ik het wist, meester Bour
del, dan was ik niet hier
Nu wordt het hem te ergDe genees
heer geeft een zwaren slag met de vuist
op tafel.
z/Wilt ge me antwoorden, ja of neen
Waar hebt ge pijn?"
//Als ik het u zeide, zou u het dan
makkelyh kunnen raden?"
De dokter staat wanhopig van zyn
stoel op en om zijne koelbloedigheid te
herkrijgen, doet hij met gekruiste armen
eenige stappen heen en weer. Vervolgens
nadert hy zijn cliënt en tikt hem zachtjes
op den schouder.
z/Laat eens zien, meester Loisel, als
het eens voor uw paard was...."
Hij zou u niets zeggen
Ja, maar gij, gy hebt een tong....
En toch zouden ze hem wel op
knappen...."
z/Gij gaat toch geen vergelijking ma
ken tusschen...."
z/Hoe komt het toch, dat da veeartsen
knapper zyn dan de dokters
Tegen de verwachting van den boer
in, wordt mijnheer Bourdel niet boos.
Hij houdt zich in en wil een beslissendsn
slag doen. Want die Laisel heeft een
scherpe tong; als men hem zonder recept
de deur uitzette, zou hij in 't geheele
land gaan vertellen, dat dokter Bourdel
een ezel was en dat hij, Loisel, hem
precies gezegd had, waar het op stond.
De geneesheer hernam dus zijn ernstig
uiterlyk. Met gefronste wenkbrauwen
zeide hij droogweg
//Ontkleed u, Loisel. Ik zal u onder
zoeken."
De uitwerkÏDg van deze koelheid was
verpletterend. Bij de gedachte om zich
daar geheel ontkleed te bevinden, zyn
oude, gerimpelde huid door den dokter
te laten bevoelen en betasten, verdween
alle spotlust bij den beer. Het was ge
daan, hij kon zija geld betreuren I En met
zijn weerstand, viel zijn scepticisme,
zyn lafheid kwam boven, zija dicrlijka
vrees.
^//Mijnheer Bourdel, u is een knap
man, kijk eens hier, ik geloof dat ik een
borstontsteking heb. Ik heb al wal inge
nomen om het af te drijven en toea heb
ik oen andere kwaal gekregen, pijn in
de knie en in de nieren...."
De dokter laat hem jammeren. Regel
matig gaat hij voort met kloppen, be
tasten, legt zijn oor tegen en achter de
borst, luistert naar de ademhaling en deD
hoest.
Vervolgens zegt hij met het gelaat
van den man der wetenschap, die zich
niet spoedig uitlaat:
z/Hoe oud zijt ge, meester Loisel?"
z/Ik loop naar de zestig
,/Zoo, dan zijn het de kwalen van den
ouden dag Maar vrees niets de
kast is nog goed een beetje rheu-
matiek Ik zal u een recept gevdn."
De heer Bourdel zet zich aan tafel.
Hij schrijft op mooi papier met een
hoofdje, daarna reikt hij het blaadje aan
den beer en zegt:
//Vertel nu eens, meester Loisel, waar
toe ge my die geheele comcdie hebt
gespeald."
De ander, die gerustgesteld door het
onderzoek, zyn plompe gevatheid weder
heeft herkregen, antwoordt
//Verdraaid! ik won maar eens zien of
u een goed geneesheer was!"
HUGUES LE ROUX.
Het rapport der staatscom-
missie voor de kustverdediging is Vrij
dag aan H. M. de Koningin-Regentes
verzonden.
De gewijzigde statutes van
de nederlandsche Centraalspeorweg-maat-
sehappij treden op 30 April a. s. in
werking. Zocals wij reeds vreeger meld
den, was het doel van deze wijziging, om
eene verandering mogelijk te maken in
het bestuur der maatschappij, in dier
voege, dat de C. S. M. op dezelfde wijze
zal worden bestuurd als de M. t. E. v. St.
Met ingang van 30 dezer zijn voor
de eerste maal tot leden van den Raad
van commissarissen benoemd de heereo
mrs. H. P. G. Quack, J. H. Geertsema
Cz., C. G. Berger van Hengst, A. van
Naamen van Eemnes en jhr. T. A. J.
van Asch van Wijck, en tot directeur
de heer J. L. Cluysenaar.
(V. I).)
Men meldt ons uit Amster
dam: Het hoofdbestuur der mpy. t. Nut.
v. 't Alg. draagt aan da departementen
als nieuwe bestuursleden voor in de plaats
van mr. Veltman, de hh. mr. J. A. Levy
en mr. v. d. Werk en in de plaats van
den heer Goeman Borgesius, de hb.
Blijdenstein te Enschede en Stork te
Hengelo®.
Een h o o f d c o n d u c t e u r der
H. IJ. S. M. te Amsterdam is door een
trein overreden eo voor dood naar het
Binnengasthuis aldaar overgebracht.
De gemeenteraad van Enk-
huizen heeft besloten, het havengeld voor
schepen, welke alhier binnenloopen om
te laden of te lossen^ vast te stellen op
1 cent per ton; wares tot beden de
vaartuigen, die wegens stormweer of
ysgang van de haven als vluchthaven
gebruik maakteB, vrijgesteld van haven
geld, voortaan zal van elk schip, dat
binnenloopt zonder te laden of te lossen,
©en halve cent per Ma worden geheven.
Op een ingezosdea adres heeft do Raad
met 6 tegen 5 stemmen besloten de
kermis niet af te schaffen.
Terwijl de vrouw van den
arbeider H. de Jenge, onder Aaloo,
Donderdagmorgen bezig was haar zuige
ling van 4 weken te wassehen en te
kleeden, en de moeder der jonge vrouw
een ketel met kokend water van het
vuur wilde nemen, geraakte de ketel vast
en stortte de inhoud ©ver het bijna
naakte lichaam van het kindje. Onmid
dellijk werd geneeskindige hulp inge
roepen, maar de dokter kon weinig hoop
geven op het behoud van het leven van
het kind.
Een zonderling' proces
ia op dit oogenblik te Brussel in be
handeling.
De leveranciers van een huisgezin
uit de groote wereld brachten beurte
lings de rekeningen in va va de leverin
gen, welke zij aan mevrouw gedaan
hadden.
Onder dezen zyn een winkelier in witte
goederen met eene rekening van 13,481
fr.170 fr. aan kousebanden parasols
voor 200 fr. te zamen ruim 500 fr.
Eene kleermaakstar heeft eene rekening
van 22,500 es eene andere van 16,000
fr. De bontwerker rekent maar 4300 fr.
En dit alles in minder dan twee jaren
tijds.
De echtgenoot weigert te betalen en de
8chuldaischera procedeeren.
Op de bruiloft. De heer
en mad. B. houden een fruitwinkel in
de wijk Notre-Dame, te Parijs. Verleden
Zaterdag trouwde hunne dochter met
een bediende uit een groot Bankiershuis.
Mej. B. had haars ondanks dien echt
genoot aanvaard, want zij had vroeger
haar hart geschonken aan een onder
officier bij de marine, die echter in Ton
kin overleden was.
De bruiloft werd niettemin lustig ge
vierd. 's Avonds had er in een hotel
nabij de Halles een feestmaal plaats en
bij het nagerecht was iedereen in de
vroolijkste stemming, behalve do bruid,
die reeds den geheeleD dag in sombere
gedachten verzonken was geweest.
Een der genoodigden, die de jonge
echtgenoote wilde opvroolyken, koos
hiertoe een zeer zonderling middel.
Hij ging in eene naburige kamex*, waar
hy zich in een groot wit laken wikkelde
om als een Bpook in de bruiloftskamer
terug te keerea. Hij zwaaide met zijne
armen onder zyn doodskleed eu ging met
zwevende stappen uaar de joage echt
genoote, die opeeos doodsbleek achter
over stortte, den naam van haren ge
storven geliefde stamelende.
Men verdrong zich om de jonge vrouw,
maar niets kon haar geruststellen of het
verschrikkelijke delirium tegengehouden,
dat zieh van haar meester maakte. In
dien toestand werd zij in een rytuig
naar de echtelijke woning gebracht, waar
zij eenige uren later stierf.
Bene slechte plaats. Dezer
dagen reisden eenige dames en heeren in
een coupé eerste klasse van Dresden naar
Leipzig. Schoon zij twee op na met el
kander onbekend waren, werd h6t ge
sprek spoedig algemeen. Men sprak over
de laatste opvoeringen in het hoftheater
te Dresden. Een dame die den vorigen
dag eene voorstelling van de Euryanthe
had bijgewoond, gaf daarover op scherpe
wijze hare afkeuring te kennen. //Het
ergste van alles" riep zij uit //is
dat Frau Schroder veel te oud is voor
haar rolhaar zingen is tegenwoordig
niet meer aao ie 'hooren. Vindt u oat
ook niet vroeg de spreekster, zich tot
haren buurman wendend.
//Zou u dat niet liever aan Frau Schro
der zelve zeggen Zij zit tegenover u",
zeide de buurman koeltjes.
Er volgde een oogenblik een pynlyko
stilte, waarna de kritische dame zich met
een vloed van verwarde verontschuldi
gingen tot de beroemde zangeres wendde.
z/Och", zeide zy onder ar/deren
z/het is de schuld van dien akeligen cri
ticus, Schmieder, dat ik zoo verkeerd
over u oordeel. Hy schrijft immers altijd
leelijke dingen over u Ik verbeeld mij,
dat hij een naar pedant wezen moet".
//Zou u dat niet liever aan Herr
Schmieder zelf zeggen vroeg de zan
geres bedaard.
z/Hij zit vlak naast u".
Onijpl o ff in g lig Rome. Ge
lijk wij in ons vorig nommer met een
enkel woord konden melden, is op 4
kilometer a Islands van Rome een
kruitmagazijn in de lucht gevlogen.
Daarin lagen 250 vaatjes kruit. Naar
men zegt, werd het gebouw door een
14tal soldaten bewaakt.
De slag was zoo hevig, dat in de stad
tal van mensehen ontzet naar buiten
stormden.
De fabriek grensde aan eene hoeve,
waar jongelieden voor den landbouw
werden opgeleid. Tal van dezen werden
gewond, In het' geheel zijn tot heden 2
lyken gevonden. Het aantal gekwetsten
is zeer aanzienlijk in verschillende zie
kenhuizen zijn er reeds ruim tachtig
onder dak gebracht.
Nauwelijks was de ramp bekend ge
worden, of de koniDg, de ministers en
de stedelijke autoriteiten begaven zich
naar de plaats van het onheil, waar
zieh mede spoedig een groote menigte
verzamelde. Do orde werd gehandhaafd
door de troepen, die ook de ziekenhui
zen bewaakten, waar de gewonden bin
nengedragen werden. De koning bleef
ruim «en uur in de nabijheid der puin-
hoopen en stelde zyn rijtuig beschikbaar
voor het vervoer der gekwetsten. Later
bracht Z. M. een bezoek aan de ver
schillende ziekenhuizen. Bij zyn terug
keer werd de koning levendig toegejuicht.
Te Rome zelf is in niet mindere aaate
dan in de onmiddellijke nabijheid van
bet magazyn schade aangericht. In het
Vaticaan sprongen tal van ruiten en
zyn vele kostbare voorwerpen vernield.
Zoo ook in de St. Pieterskerk, welke
men zelfs tydelyk voor het publiek heeft
moeten sluiten. In de St. Pauluskerk
zijn alle geschilderde glazen gebroken
zy moest evenoens gesloten worden. De
bewoners van het St. Paulosklooster
zagen eenige seconden na den slag ver
scheidene deuren onder hevig gekraak
bezwijkental van voorwerpen werden
er bovendien beschadigd.
Verder heeft het gebouw der Kamer
van afgevaardigden veel geleden en zijn
van vele huizen de muren gedeeltelijk
verschoven of afrebï.okksld, zoodat zy
ep instorten staan.
In de Kamer is door den heer Nico-
tera medegedeeld dat 46 personen op de
plaats zelve en 220 in den omtrek ge
wond zyn. Wat de dooden aaDgaat,
werd o. a. reeds het lijk van een inge
nieur gevonden. De minister van Oorlog
verklaarde, dat de administratie niet be
schuldigd kan worden van achteloosheid
Terwyl de minister sprak, viel een stuk
glas uit het dak op het hoofd van den
minister Branca, echter zonder hem te
kwetsen. De minister van Oorlog giDg
voort on kondigde een technische en
administratieve enquête aan. De houding
der soldaten en der officieren was uit
stekend geweest.
Omtrent de oorzaak van de ontplof
fing worden allerlei vermoedens uitge
sproken. O. a. spreekt men van boozen
toeleg. Met zekerheid valt eohter nog
niets daaromtrent te zeggen.
Dinsdag j 1. is voor het dis-
tricts-gerechtöhof te New-Orleans het
getuigenverhoor aangevangen in zake
des moord der Italianen. Er waren
270 getuigen opgekomen, uit alle stan
den en beroepaD, doch daaronder niet
maed die in het gebeurde de rol van
leider of aanvoerder gespeeld heeft.
Hierait wordt afgeleid dat de Groote
Jury in de eerste plaats weascht vast
te stellen in boeverre de volkshoop, die
de itaiiaan8che gevangenen ter dood ge
bracht heeft, beschouwd kan worden de
geheele burgery vertegenwoordigd te-
FRANQOIS COPPÉE.
|eb den dichter Louis Miraz goed gekend. Eertyds in het
Latin gebruikten wij onzen maaltyd in een melkhuis
|rue de la Seine, dat door eene oude Poolsehe werd ge-
die wij den bijnaam gaven van prinses Chocolowska,
le reusachtige terrine met chocolade, die zij dagelijks op
«ik van haar winkel zette. Gewoonlijk kon men er voor
8 dineeren, met wtwee broodjes," een //gewone van 30
1 en „een kleine zwarte."
3Q er nog een sou bij deed, kreeg men een servet.
17« eenige jonge genieën, waren de gewone gasten der
iige arme landgenooten van de melkhuishoudster, die
fager of korter tijd legers hadden aangevoerd. Vooral
Ben een indrukwekke-iden en droefgeestigen grijsaard op,
isn baard en wiens schamele kleeding een onderwerp op
leverde voor een gedicht aan de ellende gewijd. De andere Polen
behandelden hem met veel onderscheiding, want hij was drie
dagen lang dictator geweest.
Het was ook bij prinses Chocolowska, dat ik een
zonderling personnage leerde kennen, die zijn kost verdiende met
duitsche les geven, en die zeide, dat hy tot don boeddhistischen
godsdienst was overgegaan. Op den schoorsteen van het armzalig
vertrek, dat hij bewoonde, troonde een vry schoone Boeddha van
speksteen, die zijn gehypnotiseerde oogen op zyn dikken buik
gevestigd en zijne teenen in de hand hield. De duitsche leeraar
betoonde het afgodje de grootste vereering maar tegen den tijd
van de huurpenningen, was hij somtyds gedwongen, het naar de
bank van leening te brengen. Dan verviel hij in een sombere
droefheid en kreeg zy*D normale stemming niet terug alvorens hij
zijn goddelooze daad had kunnen herstellen, maar hy werkte dan
iets harder en slaagde er ten slotte in zijn god weder los te
koopen.
Wat Louis Miraz betreft, hij had halfgesloten oogen, een ble9ke
kleur en zijn haren zaten verwilderd zeoals van alle jongelieden,
die per derde klasse van den spoortrein aankomen om de glorie
te behalen, die meer olie gebruiken cm te verbranden dan voor
biefstukken en die reeds met tal van handschriften het groote
Parijs naar zich hebben doen trachten op te zien door de staal
tjes van hun al of niet vermeend talent. Te dien tijde bevuilden ook
mijne lange haren /,a,la Mérovingienne" den kraag van mijn jas.
Wij waren dus als voor elkander geboren, en weldra bracht
Louis Miraz my in zijn hooge kamer in de rue des Quatre Vents,
waar hij mij twee duizend alexandrijnen deed slikken.
Xaderdaad het waren frissche en bekoorlyke verzen, en de
//Oiseaux libres" de titel van dezen bundel gedichten, die
Louis Miraz uitgaf korten tijd na ze my te hebben voorgelezen
zullen een plaats bewaren ïn de boekenkast der groote geletterden,
naast die van zijn meest beroemde vakgenootea. Andere verzen
heeft hy niet geschreven. Als een jonge adelaar in ontembre
vlucht wijdde hy zich aan hooger en ernstiger belangen en ik
verloor hom uit 't gezicht. Later vond ik zijn onderteekening in
de bladen en de revues, waarin hij korte en uitgezochte novellen
begon te schryven, die zijn naam hebben govestigd.
Vijf jaren gingen voorbij, eindelijk ontmoette ik hem eens in
het redactie-bureau van een blad, waaraan ik medewerkte.
Beiden waren wy verheugd elkander weder te zien, en na de
eerste //Wat, zyt gij het?... ben jij het?" bloven wij tegenover
elkander staan, de hand schuddend en elkander in een welgemeen-
den lach de tanden toonende, die eertijds hetzelfde stuk ossevleesch
hadden verslonden. Hij was niet veranderd hy had zelfs zijne
lange haren niet opgeofferd, die hij nog steeds naar achteren
wierp met dia eigenaardige beweging, welke aan een koppig
paard deed denken.