NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
§l'ari6efs
8 e Jaargang.
Vrijdag 1 Mei 1891,
No. 2401.
A BOK K EMEBTSPEIJS
ADYERTENTÏEN:
STADSNIEUWS.
Voor Haarlem per 3 maanden1,20
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65
Afzonderlijke nummers.
0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnamiaer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel mee? 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertenties worden aangenomen door
oeze agonten en door alle boekbandelaren en conrantiors.
Directeuren-Uitgevers J. C, PEEREBOOJ£ ev.. .J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland' Compagnie Générale de Fublicité Mrangbrt G* Z. BATJBB y Co., JOHN F, JON F8SvccFaryt 31 bit Faubourg Montmartre.
Haarlem 30 April 1891.
e tentoonstelling va» aatïeke doezen,
Ui8, bonbonnières, juwoalonkistjes enz.,
e op het Mnseum van Ktinstnyverheid
hier zal gehouden worden, belooft bui-
ngewooa belangrijk te worden. Uit
«■schillende plaateen van ocs land wor-
zeer kostbare en antieke inzsn-
[ngen ontvangen.
tentoonstelling wordt Zondag 9 Mei
lopendtot 5 Mei worden neg bijdragen
yacht bij den heer ven Saher, con-
irvator van het Mussum, aïe bereid is
|t het geven van nadere inlichtingen.
I Uitslag akte~e»am©n voor onderwijzer,
[te Amsterdam, op 29 April. G«ëxami-
Berd 6 candidaten, geslaagd 4, nl. d«
leren D. Querner, S. Postaaa, P. Otto,
[G. Ostenderf en H. van Leeuwen, allen
Voor het eixamon in de gymnastiek
tè Amsterdam (vrije en orde-o«éeaingen)
§jn geslaagd de heeren E. F. Avenarios,
W. de Boer en J. Brandenburg, allen
ihier.
Da uitslag der overgangs-esamens, die
lp den 28en en 29en April aan de Bur-
iravondschoöl ?.p afgOEOuéaa, w.ss d&l
[erdeu bevorderd
Van de le naar de 2e klasseJ. W.
F. Lauw. H. Machielse, P. Marseille, F.
Keizers waard, S. de Groot, J. Ver-
fkes, D. E. Glaser, L. W. Fibbe, R. H.
Gelder, C. Nederkoorn, E. van
mmec, G. Gijsbertge, A. van Vlijmen,
|G. Tit, D. C. Bosch, H. Seegers, J. A.
n Boogaard, W. Nederkoorn, W.
|H. Soioolenaars, J. G. Niesten, J Groot.
M. H. van den Ham, R. van Waard,
J. F. van Orden, G. Kapteyn, J. van
W. J. Nelissen, D. M. P. van der
jeyden, H. Oostwald, W. Wolff, A.
iruyt, A. Weere, C. C. Maarleveld, IJ.
:J. Brussee, W. D. C- Blankensterjn, W.-
Oeree, i. C. M. Vreugdenhil en H.
Abs, en voor de niet technische
rakkenJ. C. Timmerman, H. G. Schou
ten en A. J. Bakker.
Van de 2e naar de 3e klasseJ. A.
osso, H. Koning, A. van Zijl, S. Bak-
jr, C. A. M. Jonckbloedt, C. Blokhuis,
H. Spolders, W. P. Nederkoorn, C.
T, Brouwer, J. F. Grilles, A. H. Drayer,
Cramer, P. A. Poppink, D. Mole-
ar, A. Hamann, H. J. Marseille, A.
ifizevoet, D. Blankwater, C. Hofman,
L. de Jong, J. P. Aufderheyde, J. C.
ijbroek, J. O. C. Camman, D. J. van
e Weetering en W. Vollemans.
de 3e naar de 4e klasseA. Maas,
C. de Wilde, H. Corduwener, W. J.
Messels, A. L. de Jong, G. Jurres, W.
J. van Vliet en J. Oestwald, eD voor de
niet-technische vakken F. V. Bots, C.
B. J. Hagebout, K. W. M. Fortgens en
H. WeDsiBg.
Fry zen werden uitgereikt:
voor handteekmen, in do le klasse, aan
C. Nederkoor* ea H. C. M. Vreug-
denhilia de 2e klasse aan D. J. van
de Weetering, in de 3e klasse aan A.
Maas
voor vakteekenen, i» de 2e klasse, aan
C. T. Brouwer, in de 3e klasse aan W.
J. Hessels
voor lynieekenen} in de le klasse, aan
A. vaa Vlijmen en G. M. Capteyn, in
de 2a klasse, aan C. Blokhuis en W.
Vollemans
voor bouwkundig teekenen^ in do 3e kl.,
aan H. Cordnwener
voor machineteekenenin de 4e klasse,
aan J. Hobma
voor rekenen en vormleerin do le kl.,
aan E. van Kammen en H, van Abs
voor rekenen e?i wiskundein de 2e kl.,
aan D. Molenaar, in de 3e kl., aan H.
Corduwener, in do 4e kl., aan J. Hobma;
voor lezen t in de le kl., aan H. See-
g«rs en R. van Waard
voor nederlandsehe taalin de 2e kl.,
aan H. Koning en J. P. Aufderheyde,
in de 3e kl., aaa C. de Wilde.
De nieuwe cursus vangt aan mot lo
September de iasehujviDg van leerlin
gen heeft plaste mijlden July
Do commissie uit de kiesvereaniging
„Vooruitgang", benoemd tot hot opstellen
van ©an ontwerp-program, stelt voor te
besluiten
De Kiesvereeniging «Vooruitgang» te Haarlem
i» van oordeel, dat tot de eischen van eene poli
tiek in voor uit streven den zin, bedoeld bij artikel
1 van haar Reglement, onder anderen behooren,
en bij de verkiezing van Leden der Staten-Ge-
neraal op 9 Juni e. k. voornamelijk op den voor
grond treden, de navolgende punten
lo. Het Kiesrecht. De Vereeniging verlangt
uitbreiding van de kiesbevoegdheid zoo ver als
eene onbekrompen opvatting van het grondwettig
voorschrift toelaat, met toepassing van het couloir-
stelsel. Eene herziening van de Kieswet in dezen
geest wordt door do Vereeniging als een eisch
beschouwd, welke, zoodra. de omstandigheden
slechts eenigszins toelaten, behoort te worden
verwezenlijkt.
So. Het Belastingstelsel. De Vereeniging
wenscht afaehaffing vau de accijnsen op de eerste
levensbehoeftenafschaffing, althans diep ingrij-
ponde wijziging, van de patentbelasting; afschaf
fing van do rautaticrechten voor onroerende
goederen heffing van eene belasting op het
roerend vermogen verruiming van het belasting-
gebioi voor de gemeenten, speciaal mot het oog
op het afzonderlijk treffen van uitwonende grond
eigenaren.
3o. De legerinrichting. De Vereeniging spreekt,
voor zooveel noodig den wensch uit, dat
eene legerinrichting tot stand kome, waarbij het
stelsel van persoonlijken dienstplicht tot vol
ledige toepassing wordt gebracht.
4o. De Arbeidswetgeving. De Vereeniging ver
langt regeling van het arbeidscontract voor zoo
ver nog meerdere voorbereiding van zoodanige
regeling noodig is, krachtige voortzetting van het
pariomentair onderzoek, mede uit te strekkan
tot den veldarbeidzoo noodig wettelijk.;, orga
nisatie van organen, waardoor de arbeiders hunne
wenscfaeA kunnen kenbaar maken.
5o. Het Onderwijs. De Vereeniging rekent in
's Lands belang krachtige handhaving van de
Openbare School, mede door scherpe cóntröle
van de wijze waarop de bestaande Wet h bet
Lager Onderwijs wordt uitgevoerd leerplicht
met behoorlijke organisatie van het herhalings-
onderwijs ten dienste van, en in aansluiting met
vak- cn ambaohtsonderwijs als overgang tot het
Middelbaar Onderwijs handhaving van Ue be
staande Wetten op het Middelbaar en s' ooger
Onderwijs, opdat deze geene wijzigingen onder
gaan, als die laatstelijk op het stuk van hec Lager
Onderwijs zijn tot stand gebracht.
flo. De Koloniën. De Vereeniging wenscht
doortastende administratieve en oeconomische
hervormingen in Oost- en West-Indic, waardoor
de waarborgen zullen worden verkregen, dat
onze Koloniën in haar geheel en in hare onder
deden met kennis van zaken zullen worden be
boerd, en waardoor de welvaart der bevolking
duurzaam zal worden verzekerd.
7o. De Vereeniging stelt den hodgsten prijs
op krachtige hand,having van ons vrijhandel-
stelsels en hoopt dat de grondwettelijke bepaling,
die regeling der administratieve rechtspraak
voorschrijft, zoo spoedig mogelijk tot uits'oering
zal komen.
Da formuleering van het bovenstaande had in
Je Commissie plaats met algemeeno stemmen,
behoudens de volgende uitzonderingen
I. Eén lid was tegen de opneming van het
couloir-stelsel in do kiesrechtparagraaf.
II. Twee leden waren tegen de afschaffing der
mutatkrechteD, «én lid tegen de nitbr>. van
het bebisting^ebied voor de geïnde uien hiu be-
lastingparatxaaf.
III. Twee leden waren er tegen, in dit program
te gewagen van de legerinrichting.
VI. Eén lid verklaarde zich tegen de formu
leering van de koloniale paragraaf.
Woensdag trad voor Yolkebelang als
spreker op Mr. A. J. W. Farncombe
Sanders, lid van de 2de kamer voor
Haarlem, met het onderwerpEenïge
vragen van den dag, waarender de leger-
wet. De zaal was flink bezet.
De heer Sanders zegt o. a., dat hij
een goed profeet is geweest, wat betreft de
aanneming der spoorwegwet. EeDe andere
profetie is niet uitgekomen, nl. dat hij
hier spreken zou over do legerwet. Dit
toch zal hij niet doen, omdat de beraad
slagingen reeds zijn begonnen. Spreker
had niet gedacht, dat die wet met zooveel
overhaasting zeu worden behandeld.
Het publiek, oppervlakkig oordeelende,
denkt dat het is een kwestie over het al
of niet behoud der plaatsvervanging. Dit
is een zeer ondergeschikt punt.
Wanneer men wil beoordeelen wat ik
gisteren in de Kamer erover heb gezegd,
moet men het staatsblad koopen, waar
do rede geheel instaat. Het uittreksel in
bijna alle couranten is onvoldoende.
Ik wensch nu te spreken over enkele vra
gen van den dag. Op vergaderingen als deze
wordt teveel geprrat over wetten, maar
het komt vooral op de uitvoering aan,
en op de voorbereiding daarvan. In de
laatste 20 jaar is in ons land niet ge
noeg vooTzien en vooral op sociaal ge
bied, kan ni9t te grondig onderzocht, voor
men een wet gaat maken. Men is te laat
begonnen met de enquête. Over de veilig
heid in fabrieken moet men meer doen
en zich voorbereiden.
Het eerste van de belangrijkste pun
ten voor iedere regeering is het oprichten
van een pensioenfonds voor werklieden.
Wie dat eea sociaal-democratisch idee
vindt, dien zou ik willen vragen of keizer
Wilhelm I en Bismarck vermomde
sociaal-democraten waren. Man moet
voorzien in de nooden van het volk en
daarom is in 1889 de duitsche wet tot-
stand gekomen. Het heeft veel voorbe
reiding gekost voor het zoover was ook
hier zal dat niet gemakkelijk gaan, om
dat het zoo moeilijk is. Maar men moet
geen beloften doen die men niet kan hou
den en daarom spoedig aan #t onderzoe
ken gaan.
Een tweede punt is de herziening van
onze burgerlijke wetgeving. Men denkc
dat van algemeen stemrecht alle heil is
te wachten, maar men vergete niet dat
van ieder stelsel de werking afhangt
van de kiezers. Ik heb veel liever te
doen met een kiezerspersoneel, dat niet
door honger wordt geplaagd. De verdee
ling van de arbeidsvruehten hangt voor
eer. greet deol af van het erfrecht, bet
familierecht en de verhouding fcusschen
werkgevers en nemers, van de wgze dua
waarop het arbeidscontract is geregeld.
Over dat contract hebben we in obs B.
W. maar 3 artikeltjes, van grooten
ouderdom. Zij Komen uit den tijd, toen
elke werkman een slaaf was. Veer de
verdwenen gilden is niets in plaats ge
komen. Dat moet veranderd worden en
een betere regeling tusschen arfeeidge-
vers en arbeidnemers verschijnen.
De wijze van produetie is zeer ver
anderd. In de plaats van den meester en
zijne gezellen, die veel gemeen hadden,
is getreden een productie in het groot,
door maatschappyen. Des te meer wordt
het noodig, dat de Staat toezicht uit
oefent.
We leven in een eeuw van wetboe
ken. Willen we het reeht ontwikkelen,
roept dan leden uit eiken stand der maat-
8ohappy tot voorlichting, om de begin
selen te bespreken waarop de wetsarti
kelen berusten en wat ze moeten uit
voeren, en laat dan door de bekwaamste
rechtsgeleerden die ideën belichamen.
Over het erfrecht zijn merkwaardige
stukjes verschenen o. o. een van Bieder-
lack (in den Nieuwen Gids).
Een smet in onze wetgeving is de
plaats, toegekend aan de vreuw; komt
de man zonder kinderen te sterven, dan
komt de vrouw gelijk te staan met de
neefjes en nichijes in den 12den graad.
Dat erfrecht moet beperkt worden.
De families loopen veel meer uiteen dan
vroeger. Als er geen testament bestaat,
zou ik het erfrecht beperkt willen zien
tot den 4den graad.
Men spreekt ook van een arfrecht van
den 8taat. Het is een stokpaardje en ik
begrijp het verschil niet tusschen suc
cessiebelasting en medo-erven. Het suc
cessierecht zou ik willen uitbreiden.
Alles wat iemand opzamelt zonder werk
van hoofd en handen, ia een gevolg van
de algemeene maatschappelijke verhou
dingen, en ik vind er niets onbillijks in, dat
men in de zijlinie grooter portie aan
den staat betaalt, dan in de rechte lijn.
Ik ben meer voor successiebelasting
dan voor inkomstenbelasting, omdat de
ontduiking by de eerste minder mogelijk
is in da zijlijn kan men eene ambte-
lyke inventarisatie invoeren, wat in de
reohte lijn grooten weerzin zou wekken.
Zoodanige successie zou ik voor een
deel willen doen komen aan den Staat
en voor een deel aan de gemeente, een idee
ran minister Goschen in Engeland.
Een 3de punt is de hervorming van
het familierecht, maar op dat gebied
meet men zeer behoedzaam gaan. Als
men bet B. W. naziet over de verhou
ding in het huwelijk tusschen man en
vrouw, dan zegt men ik kan wel zien
dat de mannen de wet hebben gemaakt.
Ik wensch hot gezin te behouden en
vrije liefde daar ben ik tegen. Wel zou
men de vrouw beter waarborg moeten
geven voor de vruchten van haar arbeid,
als de man een doordraaier is. Maar
raak niet aan de heiligheid van het
gezin l
JHet algemeen kiesrecht zal er toe ko
men, maar de vraag is of dat nu zal
moeten komen. Ik sluit mij aan bij hen,
die thans geen grondwetsherziening willen
en zonder dat is geen algemeen stemrecht
mogelijk. Zulk eene herziening houdt
lang op en .moet met 3A van de stem-
nomen in de beide Kamers worden aange-
men. Tracht liever het bereikbare te
krijgen en zie af van het aDdere.
Het bereikbare is uitbreiding van het
kiesrecht, zoover de grondwet dit ge
doogt. En wanneer Wel, dadelijk.
Naar mijn oordeel had deze Kamer aller
eerst met kiesrechtuitbreidïng te beginnen
en ik was voorde stedenwet, maar wilde
niet deelnomen aan al het kleine lap
werk, waarmee de zaak telkens van de
baan wordt geschoven.
Ik heb wel eens hooren zeggen ik
ben niet tegen algemeen kiesrecht, maar
in trappen.
De grondwet schrijft echter voor, dat de
verkiezing rechtstreeks zij, en ook als dat
niet het geval was, dan zou men by eene
verkiezing met een trap gekozen worden
om te stemmen op Jan of Piet.
FEUILLETON.
16)
HOOFDSTUK XI
Nu werden de redevoeringen weer hervat, en deze mannen
adden zonderlinge verhalen te vertellen van zonderlinge ge-
eurtenissen in vreemde landen, want er bevonden er zich onder
die te Napels zwaar geboeid in gevangenissen hadden ge-
iefcl, anderen, die onder het tweede keizerrijk hadden gezwoegd
n gewerkt, en door den langclurigen dwangarbeid al hun geest-
racht hadden verloren, die met handen even rood als hunne
autsen, in de straten van Parijs de flambouw en de driekleur
adden gezwaaid.
Nog anderen, die in poolsche gevangenschap en zelfs in de
oijnen van Siberië plannen hadden beraamd en komplotten
adden gesmeed om hunne vrijheid terug te krijgen, en dat.
Heen om hun vrijheid en hun leven weder in gevaar te
tengen.
Het waren dolle, zorgelooze lieden, die steeds nieuwe plannen
•eraamden, waarvan vele, als zij niet geheel onuitvoerbaar waren,
[eel bijbrachten tot regeeringloosheid en ellende, en toch waren
lr niet weinigen onder hen, die even edele voornemens hadden
die van Hampden, en die evenzeer bereid waren om zich
op te offeren voor hun zaak als Wallace. Zij waren de verdor
ven voortbrengselen van een eeuw, waarin men zich verbeeldde
de hoogste trap van beschaving te kunnen bereiken, omdat de
machines den menschen zoo nabij kwamen en de mannen en
vrouwen zooveel op machines geleken.
Op onze laatste vergadering," zeide de president, nadat hij
stilte had verkregen door middel van een tafelbel, „hebben wij
nagegaan, welke straf wij zouden toekennen aan onzen gewezen
broeder Giordano, en wij hebben toen eenstemmig besloten, dat
wij hem volgens artikel V van het wetboek zouden straffen."
De gelaatstrekken van de toehoorders werden strakker en
sommigen zelfs verbleekten terwijl één man het gelaat met
de handen bedekte het was Giordano's broeder alleen op
het totnogtoe sombere gelaat van Pedro speelde een glimlach
nog onheilspellender dan zijn eigen uiterlijk.
uAllen, die hier zijn, moeten er om loten, wie zich met de
boodschap zal belasten om Giordano zijne „belooning" te
brengen."
Na deze woorden telde de president de aanwezigentoen
nam hij evenveel briefjes als er personen waren en deeid ze in
een stembus, die naast hem stond. Een voor een stonden de
leden van het gezelschap op, namen een brietje uit de bus en
de president riep het nummer af. Er ontstond een pijnlijke stilte,
toen de broeder van Giordano van zijn stoel opstond en de zaal
doorliep Zijn gelaat was doodsbleek, en ondankszijne inspan
ning, beefde zijn hand, toen hij deze in de bus stak en er een
brietje uitnam Hij las het zelf niet, maar gaf het aan den pre
sident om het in te zien.
„Twaalf," zeide deze kalm.
De stilte werd verbroken door een onwillekeurigen uitroep van
de aanwezigen en een innig gemeend „maledetta" van Gior
dano's broeuer.
Naar zijn plaats terugkeerende, liet hij het gelaat zinken op
zijne gevouwen handen en weende.
Het loten ging zijn gang, tot het eindelijk Gianini's beurt was.
Toen hij zijn hand uit de bus trok en het nummer van zijn
briefje las, verbleekte hij, en hij staarde met glazige oogen den
president aan.
„Dertien."
Er ontstond een huiveringwekkende stilte.
De president stond op en nu stonden de twee mannen tegen
over elka&\ De zwijgende toehoorders hieven zich ook van
hunne zetels op, er ontstond oen doodelijke stilte en daarna
sprak de president Gianini aldus aan
„Giordano Canovessa was eens een broeder van den bond voor
het algemeen welzijn; hij was arm, zooals er meer zijn in de
wereld, maar een trouwe en eerlijke broeder, die veel opofferde
en veel durfde voor de goede zaak, zoodat hij vriendsohapsbe-
wijzec ontving uit alle deelen der wereld en in elke stad thuis
was. Maar Giordano was gelukkig in den handel, hij verzamelde
zich schatten en eindelijk werd hij kapitalist, waarnaar hij altijd
had gestreefd."
Wordt vervolgd