Spaansche Stierengevechten. VAR! A. i G E Z 0 N; I) N. belast waren met de inspectie der school- bataljons dat do scboHjongena ge bleken zijn eene kinderachtige en ge vaarlijke instelling te zijn, kinderachtig, omdat mea door her. gedwongen sol- daatjespelen, raet opoffering van betrek kelijk aaoslsalijke siigavenslechts belachelijke automaten vormtgevaarlijk, omdat men de kinderen afheudt van die lichamelyke eefeningen, welke h«t ge schiktst zyn om de spierkracht te ont wikkelen en het leger met gezonde en krachtig® elementen toe te rusten. Men zou nu rneenen, dat het rapport na dit alles concludeert tot afschaffing der se kool bataljons. Maar wser heeft aaea zoover niet durven gaan. Het rapport stelt voor om de echoalbaialjens, gevormd uit de leerlingen der scholen voor lager onderwijs, af te schaffen, maar hen, sast een ge veranderingen betreffend® de in richting, te behouden voer de leerlingen op de scholen voor meer uitgebreid lager onderwys. Te Pest is een vijfvoudige moord gepleegd. Een dar bedienden *-«8 den minister van Koophandel bracht er namelijk zijne vronw, zijne drie kinde ren en zijne schoonmoeder om halö, waarna hy de vlucht nam. De chineesche regeerin ligt weder overhoop met de Vereeninde Si aten, en met reden. Zij weig ort fieii senator Blaie ais gezant der Unie te erkennen, naar aanleiding van eeuige redevoeringen, die de keer Blair in den Senaat te Washington keelt gehouden, eo waarin hij van vijandelijke gezind heid jegens China blijk heelt gegeven. Hebben de Chiueezen gelijk of Diet? De beer J. H. Oerder, a m b t e- near bij het mijnwezen in de Transvaal, zegt in ceuc besekoewiag over do tegenwoordige goadwet onder ander*» her, volgende: z/liet gebeurt somtijds, dat eene goud mijn wordt aan de markt gebracht onder publicatie van eenigo eijfers over de goudkou'-iendbeid, opgetrokken door de promoters of directeuren, naar aan leiding van het onderzoek van een expert. Somtijds gebeurt het ook ëst het consortium, >n Eurepa, voor de zaak ingaande, zeil eerst een expert uitzendt. Het sprisgfc in het oog dat men veel meer kans heeft op vertrouwbare opga ven in het tweede geval dan in het eerste want, hoe kan volkomen ver trouwen gesteld worden in de verkla- riugeu van een zich zoo noemend des kundige, gekozen door de personen, die zoo ontzettend veel belang hebbeu by een schitterend rapport. Deugt dus «U eerste mauier niet veel om bepaalde reden tot vertrouwen te geven, ook met dö tweede wijze van onderzoek kan ik mij nog maar nier, voreeoigen. Waarom? Omdat ik reden heb te betwijfelen ol er zoodanige kwantiteit van geologische en andere kermis kan verzameld zijn in é-ju hooft!, zij het nog zoo vernuftig, dat <ie drager van dat. hoofd in staat zou zijn een nieuwen bodem of formatie, bij zoo'n kortsloauige uitzending voor ex pertise, met eenige juistheid te beoor- ueelen. Ot is bet niet een® bekende zaak, dal degelijke aastralisehe of ame- rikaanscho mijaers tamelijk veringen staan te kijktn voor de grondforwatie der zaidairikaansehe goudvelden? Ja, zelfs heb ik, tijdens mijn verblijf op een deel der Baberton of Kaap-Gouèvelden, vho flinke mymr* van deo Witwater»- rand de verzekering ««kregen, dat van die formatie niets bvgrepsn evenzoo schijut het te staan met «e Zeutpana- bergveiden. He? is dus duidelyk dat men op de verklaringen van een //des kundige" alleen niet met zekerheid kan afgauu. h Welken anderen maatstaf zal men dan nemen tui- beoordeeling De ver klaringen van de:i manager iu »eae et andere vergadering van aandeelhouders geda.iü of voorgelezen, of wel do tele grammen door hein of «ea directeur in de couranten geplaatst over het vinden va» een nieuw rif e. d. Maar het europeescbe, ameriknacsebe en afri- kaanscbe en ander publiek heeft t«ch genoeg dergelijke leugens geslikt om eens ooit verstandig te worden en dia beursmanoeuvrea te houden vo»r wat zy zyn de goeden moeten met de sleehtoei lijden, dat is zoo deo werelds loop. Ik geloot ook dat het moeilijk, zoo siet ea- mogelijk is dergelijke praktijken bij wet te keeren." In den laatsten tijd gaan er meer dan ooit stemmen op tegen het bloeddorstige vermaak, dat do Spanjaarden zoozeer vinden in hunne stierengevechten. Een correspondent van de brusselsche Gazette schrijft daaromtrent uit Madrid het volgende Men herinnert zich levendig den pen- nestriju, door de parijsche pers aange gaan over de stierengevechten, die het vorige jaar in het circus der rne Pergo- lèse werden georganiseerd; men herinnert zich her protest van de Vereenigiog tot die renbescherming tegen dit bloedige en wreedo spel, dat, de Spanjaarden zoo vurig beminnen. Iedereen weet wat stie- ngevechten zijn, duizende beschrijvin gen zijn ervan gegeven in boeken en bladen. Hoe aantrekkelijk men zich ook een veelkleurig spaaosch circus moge voor stellen, steeds is en blijft het een dieren- marteling, een onvergeeflijke wreedaardig heid. Bij ieder groot gevecht te Madrid worden gemiddeld een zeetal stieren en een veertigtal paarden gedood. Deze laatste zijn oude rossen, die na hard werken onbruikbaar zija geworden, dus ware martelaren, wier dood de woede van dea stier moet verzwakken zooda6 de matader (stierondooder) den laatste kan afmaken. De ongelukkige paarden, «ie in den cireus werden gebracht, zij« aan dén oog geblinddoekt, en de picador (iancier), die ze berijdt, moet se zoo danig boude», dat zij den siier niet zien, die, zoodra hij het paard bemerkt, komt aanrennen en hot zijn scherpe horens in de ingewanden plant, zoodat het neder- st&rt met zyn berijder, die een zwaar harnas van ijzer en gelooid leder draagt. Dikwyls rijt de stier met een enkele beweging van de-n kop den buik van 't paard opoe, zoodat de ingewanden in het zand vallen, nog rockende en bloedende, terwyl het paard van angst en schrik voortüolt en er met zijn eigen achter- pootea in verwart raakt.... Een dergelijk tooneal woonde ik onlangs bij, ik ge veelde dat ik bleek werd, een duizeling overviel mij te midden van de brullende toeschouwers, ik drukte mijn zakdoek met kracht tegen den mond om de isis- selykheid te overwinae», die ik in mij veelde opkomen by dat gezicht. Dit ziju de stirrengevechten in de hoofdstad, naar hoe is het gesteld op het platte land eu in de kleinere plaat sen. Wast iedere plaats in Spanje moet miBStena eenmaal per jaar haar stieren gevecht hebben Hoe het daur gesteld is weigert saiju pen haast te besehrijyen, maar ter wille van de waarheid en in de hoop dat mijn schrijven er toe kan leiden de verontsvaardigiog van alle wel- deakeade lieden tegen die afgrijselijke wreedheden te richten, meld ik daarvan de volgende bizonderheden. Op de marktplaats van do stad of het dorp bouwen de inwoners van hout een soort van sehutting, die een groote cir kelvormige ruimte insluit, dat ia de kampplaats; drie of vier lage houten platformen, langs de afsluiting geplaatst, dienen tot toevluchtsoord vooc de „ledi- adorea" (strijders) om aan den stier te ontsnappen, wanneer hij erg woedend ia. Gewoonlijk is de stier alleen, want het budget der gemeente permitteert cizt dea aankoop van eenige beesten, maar do goede dorpelingen vermaken er zich niet winder mede. Een stier, wien gedurende een i ge dagen alle voedsel is onthouden, om hem een weinig te temmen, wordt io de erena gelalen. Eerst ig hij vreesachtig, verwonderd, als onthutst bij d«an aan blik van al die kyklustigen, die hem ver do schutting aanstaren en hem al schreeuwende mos sceeneo gooien. K*nige dapperen, de veeh Eersbazen van de plaaw, treden in de arena en zwaaien m«t rood® doeken. De ssier deelt achteloos links en rechts eenige lichte s too ten uit, hij is oog ciet boos e» zou heel graag weer naar ztj« stal terugkeeren. Hy loopt het strijd perk rond en schuift langs de schutting, op zyn toeht stokslagen, steenworpen en «olkstooten ontvangende, die hem wor den toegebracht door de mannen, de vrouwen an de kinderen, die zich tegea de afsluiting drukken, om maar zooveel mogelijk van het heerlijke schouwspel te ge» ie ten. Als de stier eu eenmaal getergd is, treedt het vermaak in een tweede phase. Een karretje, waarvan de disselboom -oor vijf kf zes boeren wordt gehai.twerd, wordt achteruit in den cireus gereden. Een fclevige boerenknaap staat rechtop in fowl karretje, dat hem v*or elke» aanval van den stier behoedt, luj is gewapced met win langen stok, met een scherpe punt aan 't uiteinde. hint karretje wordt naar den stier ge raden die achteruitloopt, de man met den gspuutt'R stok, treft, hem onophoudelijk daarmede, zoodat het dier de stukken huid lanjtfi alle dealen van bet lichaam neerliaugcB, zijn bloed het zand verft en fay van smart en vermoeienis een hartverscheurend gebral uitstoot. De aaeeetereooot bestaat iu het gelijk tijdig Kplyteu caa zijn snuit en het uit- bore» vnn zyn ocgeo. Zoodra dir. ge beurd ie, treedt het vermaak onder de woeste toejuichinge» der toeschouwers in zyn derde stadium. Hst gefaeele dorp werpt zich ooder dolle vreugdekreten in de areuudo stier wordt dour dozyoen armen gegre- poa me» slaat hem een lang touw om iedsren h«orn en ann ce.i staart, en inaiR®» vreuweu ®n kinderen beginnen nu uit alle maehfc te trekken. De stier kan nech voor- noch achterwaarts eenige bowsgifcg maken en stoot een klagelijk gebrul uit. Intwsscfaeö heeft de menigte het arme dier buitea de arena getrokken, zij dia aan den kop trekken, wonnen het vao die aaa den staart, eo zoo gaat het in een zegetocht door de straten. Zy die aan de trekpariij geen deel hebben kunne» nemen, zijn intusschen niet werkeloos gebleven en auiuseeren zich ook. Zij werpen heetu aseh in de ooggate» vaa don stier, snijden hem tic ooraa af, kerven hem met messen en Büijdea hem stukken van de huid af. Zelfs de vrouwen doen mede; zy ste- kea hem de lange naalden in hst lichaam, die ey in het haar dragen. Eindelijk valt h«t beest, na een bloedig spoor in do straten te hebben achtergelaten, e* sterft. Zijn vleeseh wordt onder de arme inwoners verdeeld. Eens, toen ik een reis deed in de provineie Valencia in gezelschap van een duitsch journalist en wij het dorp Pa terna naderden, waar de «holera zijne slaehtofi»«*8 begon te maken (het was in h«t vorige jaar) hoorden wij eea luid rumoer. Er was feest in het dorp, en men vocht met een stier ondanks de heersehocdc epidemie, want de hemel had wel mogen instorten alvorens do booren hun geliefkoosd vermaak eraan gaven. Toen wy nu op hot. marktplein kwa men, bemerkten wij eone dichte menigte, die een engclukkigen stier omringde, welke wilde kreten uitstiet. Nooit heb ben mijne «ogen zooiets vreeselijks aan schouwd. Men was iu de derde phase aan het Bpel, da meest belangwekkende. De oogholten van het dier waren ledig ea de dorpelingen hadden het oeren, tong, staart enz. afgesneden, 't Was versehrikkelyk... D»or ««n vreesalijken afschuw bevan gen schoot ik my« revolver af' in eea der bloedende oorgangen van het arme beest, zoodat het dood neerviel. De dapper® boeren heaeheuwden my als een soort spellebreker, maar ondanks hunne donkere blikken lieten ze my toch mvit vrede. Te Medinaceli, een dorp gelegen tusschen het traject MadridSaragossa (Spoorweg-Midi) is het stierengevecht, dat dan lSden October vau elk jaar worèt gegeven, een bizonder aantrekke lijke zaak. Op dien feestdag wordt de stier tegen het vallen van den avond met vette klei bestreken, waarin bossen str«o wor den ge-8tok«n. Deze worden met petroleum begoten eu vervolgens in brand gesto ken. Het éior, dat geheel in vlammen staat, rent dan door de ledige straten. Alle m«nscheu staan aan de vensters om hst te zien, als het dol van pijn voortholt, hem de oogsn uitpuilen, de huid ver schrompelt, en hij akelige klanken uit loot, alles tot groot vermaak zijner beulen. Als het dier is neergestort, laat men het liggen tot den aanbrekenden dag, wanneer hem de genadestooc wordt ge- ge vee, en zijn half geroosterd vleeseh onder de arinen wordt verdeeld. De regvering moest krachtig tegen deze dingen opkomen, want bet hoeft niel gezegd hoe zij op de moraliteit des volks werken. Onrechtvaardig zou het zijn de toreros van professie met de dierenkwellers hierboven beschreven op een lyn te plaatsen. Wel ireft men onder hen ook ruwe klanten aan, maar een geheel andereu indruk krijgt men, als men raet den espada Muzzantini spreekt, die een aangenaam en ontwikkeld man is. Hy is natuurlijk zeer tegen de vooromschre ven martelingen en hij zoekt de kunst meer i:t behendige en elegante vertoo- oiogen bij het bevechten van den stier, die zooveel mogelijk wordt gespaard. Wetgevende Macht. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 30 April 1891. Het algemeen debat over de Leger wet werd voortgezet. De eerste spreker, die heden aan het woord kwam, was de heer JloèU, die, er op wijzende, dat de Grond wet van 1887 meer vrijheid heeft gege ven ten aanzien van de regeling der landsverdediging, in eone uitvoerige en doorwrsehte rede naging, welke de eischen en de gegevens van het oogen- blik zyn. Na de stelsels-Reuther, -Seyf- fardt vb -De Roo in bieonderheden te hebben besproken, kwam hy tot de con clusie, dat het stelsel dor Regeoring de voorkeur verdient boven de andere aan bevolen stelsels. De legerorganisatie welke th'.ns wordt voorgesteld, reikt z. i. inderdaad niet verder dan de behoeften onzer verdediging voreischen. Nu geeft men hoog op van do financieele lasten en die wegen ook bij spr. zwaar. Een behoorlijke regeling der strijdkrachten echter kost geld, en wil men eene be hoorlijke regeling, dan moet men ook ciet tegen de Uitgaven opzien. Wat de afschaffing der plaatsvervan ging betreft, spr. is tr vóór om dezelide redenen als giaivren door den heer Rut gers zyn aangevoerdlo om een goed kader te verkrijgen2o omdat hij iu persoonlijken dienstplicht het eenige middel ziet om ons Indisch leger voort durend op de vereiachte sterkto te hou der nu 3o omdat spr. het róet ouwen- schelyk vindt om bij de gisting, welke er tegouwoorüig in verschillende kringen heerscht, ook de bvteru klassen iu het ieger te doen vertegenwoordigen. Spr. was niet verziend genoeg om te kunnen voorspellen wat het resultaat der discussies zal zijn, doch dit kon hij wel zeggen, dat de taak der Rogeering thans even schoon als bacuelyk is, dii laatste vooral omdat hei zoo moeilijk is op het punt van sommige beginselen te transi- geeren, zonder het hoofdbeginsel in ge vaar te brengen. Hij heopte, dat de Re geering doordrongen zal zijn van de waarheid, dat, zoo al la politique est Vort des transactionseen krachtige geest toch altyd grooten invloed oefent op zwakke gemoederen. De heer Vermeulen wilde, na al de uitnemende redevoeringen, die hij reeds had gehoord, zijne bezware» zoo beknopt mogelijk doen kennen. Hij wilde dit doen in den vorm eener motie, eok om dat over die van den heer D»mela Nieu wen huis geen zuivere stemaaiag kan plaats hebben, wijl daarin eene meaning wordt uitgesproken over den persoonlijken dienstplicht, waarmede velen zieh niet kunnen vereenigen. Zijne motie luidt aldus i, De Kamer, van oordeel dat te zware financieele en persoonlijke lasten bij dit wetsontwerp aan de natie worden opge legd, terwijl de weerbaarheid des lands er niet op voldoende wijze door wordt gewaarborgd gaat* over tot de orde van den dag". Deze motie werd ondersteund door de heeren Harte, Van Nunen, Van Vlymen, Ruland, Travaglino. De heer Van Karneheek betuigde zyne ingenomenheid met het wetsontwerp, dat, naar hij hoopte, met eene groote meerderheid zou worden aacgenomeD. Hij besprak enkele hoofdbezwaren, welke er tegen waren aangevoerd, ea verklaarde zish een beslist voorstander van den persoonlijken dienstplicht. Ter verleven diging van het nationaal bewustzijn is het noodig af te laten van het stelsel van het huren van aaderer bloed en lichaam voor de verdediging des lands. De heer Hvber meende, dat de geveerde discussies en de gewichtige bezwaren, welke van alle kanten zijn te berde ge bracht, der Regeering er toe moeten leiden, om niet re etreDg aan al hare eischen vast te houdee. Tea aaBziea van de 6e8tryder8, wees spr. er op, dat ra«n steeds voorop heeft gesteld een zg. volks leger, hetgeen hij meende te meeten toe schrijven aan den tegenzin, dien men algemeen koestert tegen het kazeraeleven. Maar spr. stelde er prijs op te verklaree, dat hij met al die bezware» tegen het kazerneleven niet geheel en al instemt. En wat de kwestie dar staande- ef velks- legers betreft, spr. durfde niet te zeggen, wat do voorkeur verdient, maar als men een staand leger noodig acht, dan most men daarvoor ook de kosten overhebben. Een groot bezwaar v in spr. echter is, dat in dit ontwerp te veel aan de mili taire autoriteit en te weieig aan het burgerlijk gezag is overgelaten. Niet de rechtspositie* van den soldaat, maar het rechtsbewustzijn bij de militairen behoort te worden hersteld. En dat kao zeer goed geschieden by deze wet, gelijk spr. aantoonde door te wijzen op de artt. 350 eu 359. Hij drong er bij den Minis ter krachtig op aan deze punten te regelen. De minister van Oorlog wees op zijn ambtgenoot vau Binnenlandsche Zaken, den heer De Savornin Lobman. De heer Huber Nu, dan ben ik aas het rechte kantoorMinister Lohman. die steeds als lid der Kamer zoo krach tig is opgekomen voor de rechten der verdrukten, ook bij de behandeling der Schoolwet, zal zeker niet natten aan mijne ernstige bezwaren te gemoet te komen. Spr. bestreed ten slotte de motie van den heer Vermeulen, als zijnde praema- tuur en onlogisch. De heer Hafmans wilde, als lid dor Commissie van voorbereiding, ook een woord in het midden brengen. Kon men de ongelukkige annexatie van Elzas-Lotharingen ongedaan maken, dan zouden de groote mogendheden thans niet tof aan de tanden gewapend tegen over elkander staan en behoetden zij niet mot angstige gez'ofaten op hunne berooide schatkisten te staren. En wbj zouden bevryd zijn van het drijven en dringen der militairistea. Wij zonden geen behoefte hebben gehad aan een veldleger en thans op dit ongelegen tyd- stip niet met de Legerwet opgescheept zitten, die de grootste verwarring in het politieke leven heeft teweeggebracht Zelfs een veteraan als spr. begint de kluts kwijt te raken, 't Is niet meer een airyd van de liberalen tegen anti-libe ralen, maar vao militairisteu tegen anti- militaiiisteu. Wat gouvernementeel was, is oppositie geworden Tijd en Maas bode zijn bestrijders, Handelsblad eu N. R. Ct. vrieaitwu der Regeering gewor den. En spr is tot zijn groote verba zing, in plaats van in het schuitje van graal Schimmelpenninck en baroD Braot- tmu, in dat van de heeren Vao Houten en Domela Nieuwenhuis verzeild ge raakt. En die verwarring, aan wie is zij te wijlen Aan de Regeering, die ««.lijk de heer Lohman het onomwonden )i: de Eer8te Kamer zeide zieh niet richt naar de partijen, maar eaar het geen zij in 'a lands b*lang noodzakelijk acht, advienne que pourra Maar elk be windsman har.oelt :n 's lands belang 1 Kappeyne hanuelde roet zyn Schoolwet v»..k in 's lands belang en de heer Do mela Nieuwenhuis doet het evenzeer, elk naar zijn inzicht. De Scioolwet van 1878 bleek Bood- lottig voor de liberalen, maar dese wet doet ens eek geen goed Wij gevoelen er ons alles behalve „lekker" ®»der. Zij kost veel geld ea hy vreesde, dat zij ons brengt op eeD hellend vlak en nood. zakelykerwijs tot eene steeds hoogere opdrijving van oorlogsuitgaveo moet lei. de». De wet van 1878 wekte groote ontevredenheid, en dat deet deze wet oek. Spr. hooptedat wij vcor deze tweede scherpe resolutie bespaard moch« ten blijven. De heer Lieftinck wees op het groot verschil van meening. dat ouder de des kundigen ten opzichte van het weteont- werp bestaat. Dat pleitte z. i. niet voor de wet. Id zijn oog gaf zij ons een kostbaar stelsel van verdediging, dat steeds grootere financieele laste» van do natie zal vergen em volgesss verschil, lende specialiteiten, in tijd van nood volstrekt niet proefhoudend zal blijken. Spr. meende, dat wy op oorlogsgebied gerust, wat achteraan mochten komen en beter deden voor te gaan op ©economisch en moreel gebied. De heer Oppedijk betuigde zijae warme ingenomeuhoid met het gronddenkbeeld en het doel dezer wet. Hij hoopte, dat de Regeering, die door de indieaiogvan het ontwerp blyk had gegeven van moed en freuw, door hare verdediging ook het bewijs zou geven van beleid. Spr. drong er echter tevens op aan, dat de Minister van de financieele en per- aeneele draagkracht der natie niet te veel zou vergen De heer Harte bestreed do wet we gens haar militairistisch karakter en de noodlottige gevolgen, die zy, aear zijne meening, uit een financieel oogpunt en voor het muatsehappclyk leven zal hebben. Er zijn thans geen sprekers meer in geschreven. Derhalve is morgen de minis ter van Oorlog aan het woord. Ruiling van gehouwen te Haarlem. De regeering heeft beantwoord het afdeeiiagsverslag der Tweede Kamer, betrekkelyk de overeenkomst met Haar lem, omtrent de stichting van e«£ nieuw post- en telegraafkantoor aldaar. Zij deelt mede, dat volgens het plan der verbouwing, hetwelk in beginsel is vastgesteld, oe»e inrichting zal worden verkregen, die aau alle billijke eisehen ook voor de naaste toekomst schijnt te zullen beantwoorden. De kosten van die verbouwing zijn op p. ru. 20,000 begroot. Met het doel om voor ingang van het personeel, alsmede voor bat laden en lossen der pestrytuigen, eone betere gelegenheid te verkrijgen, is de aankoop van een klein aangrenzend pand aehter het nieuwe gebouw voor de som van f 1700 in overweging. Mevrouw (tot iemand, die haar dienst komt presenteeren.) Houd J8 van kin deren Zij. Dat kan er naar wezen, mevrouw. Natuurlijk. Waar heb je het laatst gediend Bij mevrouw X-, die had maar éen jongentje. O ja. Nu als je het met dien on- deugenden rekel van mevrouw X. hebt kunnen vinden, dan weet ik zeker, dat je van mijn zes zoete lievelingen geen last hebben zult. foor den inhoud dezer rubriek stelt de ttedactie zich niet aanspraketrijk.) Mijnheer de Redacteur Gelieve s. v. p. eau plaatsje te geven aan het volgende Het is deo lezers van uw veelgelezen blad zeker bekend, h«e verleden jaar als het ware werd „gevochten" by do afgifte der „Paardenloten" aan de Httari.Bank. Om aas de groote afnemers in de stad Haarlem do voorkeur te geren bij dea inkoop der loten, stelt de letery-com- missie voor (bij circulaire) den aankoop der loten te doen plaats hebben by in schrijving. Dit voordeel is echter een nadeel. Vroeger kreeg mea 110 loten voer 97.50, die dan meestal verkocht werden voor f 10.de elf stuks. Nu moeten de 110 stuks f 100 kosteu, en zal er by gevolg door de groote afnemers weinig of niets verdiend worden. Oodergeieekonden, ontevreden met dezen maatregel van de eommissie, zullen nu geen enkel lot op deze voorwaarden nemen en das aan vreemdelingen de gelegenheid overlaten voor deee voor- deelige speculatiën, zoodat dit jaur zich waarschijnlijk niemand zal behoeven pDt te dringen om eenige loten maehtig te worden. Mijnbeer de Redacteur, ontvang den dank der ondergeteekenden voor de plaat sing. {Get.) A. Bruijns, Breestraat; H. Len- teliuk, HoogstraatJ. Soellaart, Koning straat P. vao Cittert Zonen, O. Groen markt; H. v. Brederode, KI. Houtstraat J. Brussó, v. Marura8traatJan Rustige, GierstraatT. A. DonnéeH. W. van der Laan C. H. van Looij J. Duijff J. J. BeukersW. J. Bruyna.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 6