Spaansche Stierengevechten.
VAR! A.
i G E Z 0 N; I) N.
belast waren met de inspectie der school-
bataljons dat do scboHjongena ge
bleken zijn eene kinderachtige en ge
vaarlijke instelling te zijn, kinderachtig,
omdat mea door her. gedwongen sol-
daatjespelen, raet opoffering van betrek
kelijk aaoslsalijke siigavenslechts
belachelijke automaten vormtgevaarlijk,
omdat men de kinderen afheudt van die
lichamelyke eefeningen, welke h«t ge
schiktst zyn om de spierkracht te ont
wikkelen en het leger met gezonde en
krachtig® elementen toe te rusten.
Men zou nu rneenen, dat het rapport
na dit alles concludeert tot afschaffing
der se kool bataljons. Maar wser heeft aaea
zoover niet durven gaan. Het rapport
stelt voor om de echoalbaialjens, gevormd
uit de leerlingen der scholen voor lager
onderwijs, af te schaffen, maar hen, sast
een ge veranderingen betreffend® de in
richting, te behouden voer de leerlingen
op de scholen voor meer uitgebreid lager
onderwys.
Te Pest is een vijfvoudige
moord gepleegd. Een dar bedienden *-«8
den minister van Koophandel bracht er
namelijk zijne vronw, zijne drie kinde
ren en zijne schoonmoeder om halö,
waarna hy de vlucht nam.
De chineesche regeerin
ligt weder overhoop met de Vereeninde
Si aten, en met reden. Zij weig ort fieii
senator Blaie ais gezant der Unie te
erkennen, naar aanleiding van eeuige
redevoeringen, die de keer Blair in den
Senaat te Washington keelt gehouden,
eo waarin hij van vijandelijke gezind
heid jegens China blijk heelt gegeven.
Hebben de Chiueezen gelijk of Diet?
De beer J. H. Oerder, a m b t e-
near bij het mijnwezen in de Transvaal,
zegt in ceuc besekoewiag over do
tegenwoordige goadwet onder ander*»
her, volgende:
z/liet gebeurt somtijds, dat eene goud
mijn wordt aan de markt gebracht
onder publicatie van eenigo eijfers over
de goudkou'-iendbeid, opgetrokken door
de promoters of directeuren, naar aan
leiding van het onderzoek van een
expert. Somtijds gebeurt het ook ëst
het consortium, >n Eurepa, voor de zaak
ingaande, zeil eerst een expert uitzendt.
Het sprisgfc in het oog dat men veel
meer kans heeft op vertrouwbare opga
ven in het tweede geval dan in het
eerste want, hoe kan volkomen ver
trouwen gesteld worden in de verkla-
riugeu van een zich zoo noemend des
kundige, gekozen door de personen, die
zoo ontzettend veel belang hebbeu by
een schitterend rapport. Deugt dus «U
eerste mauier niet veel om bepaalde
reden tot vertrouwen te geven, ook met
dö tweede wijze van onderzoek kan ik
mij nog maar nier, voreeoigen. Waarom?
Omdat ik reden heb te betwijfelen ol er
zoodanige kwantiteit van geologische en
andere kermis kan verzameld zijn in
é-ju hooft!, zij het nog zoo vernuftig, dat
<ie drager van dat. hoofd in staat zou
zijn een nieuwen bodem of formatie, bij
zoo'n kortsloauige uitzending voor ex
pertise, met eenige juistheid te beoor-
ueelen. Ot is bet niet een® bekende
zaak, dal degelijke aastralisehe of ame-
rikaanscho mijaers tamelijk veringen
staan te kijktn voor de grondforwatie
der zaidairikaansehe goudvelden? Ja,
zelfs heb ik, tijdens mijn verblijf op een
deel der Baberton of Kaap-Gouèvelden,
vho flinke mymr* van deo Witwater»-
rand de verzekering ««kregen, dat
van die formatie niets bvgrepsn evenzoo
schijut het te staan met «e Zeutpana-
bergveiden. He? is dus duidelyk dat
men op de verklaringen van een //des
kundige" alleen niet met zekerheid kan
afgauu.
h Welken anderen maatstaf zal men
dan nemen tui- beoordeeling De ver
klaringen van de:i manager iu »eae et
andere vergadering van aandeelhouders
geda.iü of voorgelezen, of wel do tele
grammen door hein of «ea directeur in
de couranten geplaatst over het vinden
va» een nieuw rif e. d. Maar het
europeescbe, ameriknacsebe en afri-
kaanscbe en ander publiek heeft t«ch
genoeg dergelijke leugens geslikt om
eens ooit verstandig te worden en dia
beursmanoeuvrea te houden vo»r wat zy
zyn de goeden moeten met de sleehtoei
lijden, dat is zoo deo werelds loop. Ik
geloot ook dat het moeilijk, zoo siet ea-
mogelijk is dergelijke praktijken bij wet
te keeren."
In den laatsten tijd gaan er meer dan
ooit stemmen op tegen het bloeddorstige
vermaak, dat do Spanjaarden zoozeer
vinden in hunne stierengevechten.
Een correspondent van de brusselsche
Gazette schrijft daaromtrent uit Madrid
het volgende
Men herinnert zich levendig den pen-
nestriju, door de parijsche pers aange
gaan over de stierengevechten, die het
vorige jaar in het circus der rne Pergo-
lèse werden georganiseerd; men herinnert
zich her protest van de Vereenigiog tot die
renbescherming tegen dit bloedige en
wreedo spel, dat, de Spanjaarden zoo
vurig beminnen. Iedereen weet wat stie-
ngevechten zijn, duizende beschrijvin
gen zijn ervan gegeven in boeken en
bladen.
Hoe aantrekkelijk men zich ook een
veelkleurig spaaosch circus moge voor
stellen, steeds is en blijft het een dieren-
marteling, een onvergeeflijke wreedaardig
heid. Bij ieder groot gevecht te Madrid
worden gemiddeld een zeetal stieren en
een veertigtal paarden gedood. Deze
laatste zijn oude rossen, die na hard
werken onbruikbaar zija geworden, dus
ware martelaren, wier dood de woede
van dea stier moet verzwakken zooda6
de matader (stierondooder) den laatste
kan afmaken. De ongelukkige paarden,
«ie in den cireus werden gebracht, zij«
aan dén oog geblinddoekt, en de picador
(iancier), die ze berijdt, moet se zoo
danig boude», dat zij den siier niet zien,
die, zoodra hij het paard bemerkt, komt
aanrennen en hot zijn scherpe horens in
de ingewanden plant, zoodat het neder-
st&rt met zyn berijder, die een zwaar
harnas van ijzer en gelooid leder draagt.
Dikwyls rijt de stier met een enkele
beweging van de-n kop den buik van 't
paard opoe, zoodat de ingewanden in het
zand vallen, nog rockende en bloedende,
terwyl het paard van angst en schrik
voortüolt en er met zijn eigen achter-
pootea in verwart raakt.... Een dergelijk
tooneal woonde ik onlangs bij, ik ge
veelde dat ik bleek werd, een duizeling
overviel mij te midden van de brullende
toeschouwers, ik drukte mijn zakdoek
met kracht tegen den mond om de isis-
selykheid te overwinae», die ik in mij
veelde opkomen by dat gezicht.
Dit ziju de stirrengevechten in de
hoofdstad, naar hoe is het gesteld op
het platte land eu in de kleinere plaat
sen. Wast iedere plaats in Spanje moet
miBStena eenmaal per jaar haar stieren
gevecht hebben Hoe het daur gesteld
is weigert saiju pen haast te besehrijyen,
maar ter wille van de waarheid en in
de hoop dat mijn schrijven er toe kan
leiden de verontsvaardigiog van alle wel-
deakeade lieden tegen die afgrijselijke
wreedheden te richten, meld ik daarvan
de volgende bizonderheden.
Op de marktplaats van do stad of het
dorp bouwen de inwoners van hout een
soort van sehutting, die een groote cir
kelvormige ruimte insluit, dat ia de
kampplaats; drie of vier lage houten
platformen, langs de afsluiting geplaatst,
dienen tot toevluchtsoord vooc de „ledi-
adorea" (strijders) om aan den stier te
ontsnappen, wanneer hij erg woedend ia.
Gewoonlijk is de stier alleen, want het
budget der gemeente permitteert cizt dea
aankoop van eenige beesten, maar do
goede dorpelingen vermaken er zich niet
winder mede.
Een stier, wien gedurende een i ge
dagen alle voedsel is onthouden, om hem
een weinig te temmen, wordt io de
erena gelalen. Eerst ig hij vreesachtig,
verwonderd, als onthutst bij d«an aan
blik van al die kyklustigen, die hem
ver do schutting aanstaren en hem al
schreeuwende mos sceeneo gooien. K*nige
dapperen, de veeh Eersbazen van de
plaaw, treden in de arena en zwaaien
m«t rood® doeken.
De ssier deelt achteloos links en rechts
eenige lichte s too ten uit, hij is oog ciet
boos e» zou heel graag weer naar ztj«
stal terugkeeren. Hy loopt het strijd
perk rond en schuift langs de schutting,
op zyn toeht stokslagen, steenworpen en
«olkstooten ontvangende, die hem wor
den toegebracht door de mannen, de
vrouwen an de kinderen, die zich tegea
de afsluiting drukken, om maar zooveel
mogelijk van het heerlijke schouwspel te
ge» ie ten.
Als de stier eu eenmaal getergd is,
treedt het vermaak in een tweede phase.
Een karretje, waarvan de disselboom
-oor vijf kf zes boeren wordt gehai.twerd,
wordt achteruit in den cireus gereden.
Een fclevige boerenknaap staat rechtop
in fowl karretje, dat hem v*or elke» aanval
van den stier behoedt, luj is gewapced
met win langen stok, met een
scherpe punt aan 't uiteinde.
hint karretje wordt naar den stier ge
raden die achteruitloopt, de man met den
gspuutt'R stok, treft, hem onophoudelijk
daarmede, zoodat het dier de stukken
huid lanjtfi alle dealen van bet lichaam
neerliaugcB, zijn bloed het zand verft
en fay van smart en vermoeienis een
hartverscheurend gebral uitstoot.
De aaeeetereooot bestaat iu het gelijk
tijdig Kplyteu caa zijn snuit en het uit-
bore» vnn zyn ocgeo. Zoodra dir. ge
beurd ie, treedt het vermaak onder de
woeste toejuichinge» der toeschouwers in
zyn derde stadium.
Hst gefaeele dorp werpt zich ooder
dolle vreugdekreten in de areuudo
stier wordt dour dozyoen armen gegre-
poa me» slaat hem een lang touw om
iedsren h«orn en ann ce.i staart, en
inaiR®» vreuweu ®n kinderen beginnen
nu uit alle maehfc te trekken. De stier
kan nech voor- noch achterwaarts eenige
bowsgifcg maken en stoot een klagelijk
gebrul uit.
Intwsscfaeö heeft de menigte het arme
dier buitea de arena getrokken, zij
dia aan den kop trekken, wonnen het
vao die aaa den staart, eo zoo gaat het
in een zegetocht door de straten.
Zy die aan de trekpariij geen deel
hebben kunne» nemen, zijn intusschen
niet werkeloos gebleven en auiuseeren
zich ook. Zij werpen heetu aseh in de
ooggate» vaa don stier, snijden hem tic
ooraa af, kerven hem met messen en
Büijdea hem stukken van de huid af.
Zelfs de vrouwen doen mede; zy ste-
kea hem de lange naalden in hst lichaam,
die ey in het haar dragen. Eindelijk
valt h«t beest, na een bloedig spoor in
do straten te hebben achtergelaten, e*
sterft. Zijn vleeseh wordt onder de arme
inwoners verdeeld.
Eens, toen ik een reis deed in de
provineie Valencia in gezelschap van een
duitsch journalist en wij het dorp Pa
terna naderden, waar de «holera zijne
slaehtofi»«*8 begon te maken (het was in
h«t vorige jaar) hoorden wij eea luid
rumoer. Er was feest in het dorp, en
men vocht met een stier ondanks de
heersehocdc epidemie, want de hemel
had wel mogen instorten alvorens do
booren hun geliefkoosd vermaak eraan
gaven.
Toen wy nu op hot. marktplein kwa
men, bemerkten wij eone dichte menigte,
die een engclukkigen stier omringde,
welke wilde kreten uitstiet. Nooit heb
ben mijne «ogen zooiets vreeselijks aan
schouwd. Men was iu de derde phase
aan het Bpel, da meest belangwekkende.
De oogholten van het dier waren ledig
ea de dorpelingen hadden het oeren,
tong, staart enz. afgesneden, 't Was
versehrikkelyk...
D»or ««n vreesalijken afschuw bevan
gen schoot ik my« revolver af' in
eea der bloedende oorgangen van het
arme beest, zoodat het dood neerviel.
De dapper® boeren heaeheuwden my als
een soort spellebreker, maar ondanks
hunne donkere blikken lieten ze my toch
mvit vrede.
Te Medinaceli, een dorp gelegen
tusschen het traject MadridSaragossa
(Spoorweg-Midi) is het stierengevecht,
dat dan lSden October vau elk jaar
worèt gegeven, een bizonder aantrekke
lijke zaak.
Op dien feestdag wordt de stier tegen
het vallen van den avond met vette
klei bestreken, waarin bossen str«o wor
den ge-8tok«n. Deze worden met petroleum
begoten eu vervolgens in brand gesto
ken.
Het éior, dat geheel in vlammen staat,
rent dan door de ledige straten. Alle
m«nscheu staan aan de vensters om hst
te zien, als het dol van pijn voortholt,
hem de oogsn uitpuilen, de huid ver
schrompelt, en hij akelige klanken uit
loot, alles tot groot vermaak zijner
beulen.
Als het dier is neergestort, laat men
het liggen tot den aanbrekenden dag,
wanneer hem de genadestooc wordt ge-
ge vee, en zijn half geroosterd vleeseh
onder de arinen wordt verdeeld.
De regvering moest krachtig tegen
deze dingen opkomen, want bet hoeft
niel gezegd hoe zij op de moraliteit des
volks werken.
Onrechtvaardig zou het zijn de toreros
van professie met de dierenkwellers
hierboven beschreven op een lyn te
plaatsen. Wel ireft men onder hen ook
ruwe klanten aan, maar een geheel
andereu indruk krijgt men, als men raet
den espada Muzzantini spreekt, die een
aangenaam en ontwikkeld man is. Hy
is natuurlijk zeer tegen de vooromschre
ven martelingen en hij zoekt de kunst
meer i:t behendige en elegante vertoo-
oiogen bij het bevechten van den stier,
die zooveel mogelijk wordt gespaard.
Wetgevende Macht.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 30 April 1891.
Het algemeen debat over de Leger wet
werd voortgezet. De eerste spreker, die
heden aan het woord kwam, was de heer
JloèU, die, er op wijzende, dat de Grond
wet van 1887 meer vrijheid heeft gege
ven ten aanzien van de regeling der
landsverdediging, in eone uitvoerige en
doorwrsehte rede naging, welke de
eischen en de gegevens van het oogen-
blik zyn. Na de stelsels-Reuther, -Seyf-
fardt vb -De Roo in bieonderheden te
hebben besproken, kwam hy tot de con
clusie, dat het stelsel dor Regeoring de
voorkeur verdient boven de andere aan
bevolen stelsels. De legerorganisatie
welke th'.ns wordt voorgesteld, reikt z. i.
inderdaad niet verder dan de behoeften
onzer verdediging voreischen. Nu geeft
men hoog op van do financieele lasten
en die wegen ook bij spr. zwaar. Een
behoorlijke regeling der strijdkrachten
echter kost geld, en wil men eene be
hoorlijke regeling, dan moet men ook
ciet tegen de Uitgaven opzien.
Wat de afschaffing der plaatsvervan
ging betreft, spr. is tr vóór om dezelide
redenen als giaivren door den heer Rut
gers zyn aangevoerdlo om een goed
kader te verkrijgen2o omdat hij iu
persoonlijken dienstplicht het eenige
middel ziet om ons Indisch leger voort
durend op de vereiachte sterkto te hou
der nu 3o omdat spr. het róet ouwen-
schelyk vindt om bij de gisting, welke
er tegouwoorüig in verschillende kringen
heerscht, ook de bvteru klassen iu het
ieger te doen vertegenwoordigen.
Spr. was niet verziend genoeg om te
kunnen voorspellen wat het resultaat der
discussies zal zijn, doch dit kon hij wel
zeggen, dat de taak der Rogeering thans
even schoon als bacuelyk is, dii laatste
vooral omdat hei zoo moeilijk is op het
punt van sommige beginselen te transi-
geeren, zonder het hoofdbeginsel in ge
vaar te brengen. Hij heopte, dat de Re
geering doordrongen zal zijn van de
waarheid, dat, zoo al la politique est
Vort des transactionseen krachtige geest
toch altyd grooten invloed oefent op
zwakke gemoederen.
De heer Vermeulen wilde, na al de
uitnemende redevoeringen, die hij reeds
had gehoord, zijne bezware» zoo beknopt
mogelijk doen kennen. Hij wilde dit
doen in den vorm eener motie, eok om
dat over die van den heer D»mela Nieu
wen huis geen zuivere stemaaiag kan plaats
hebben, wijl daarin eene meaning wordt
uitgesproken over den persoonlijken
dienstplicht, waarmede velen zieh niet
kunnen vereenigen.
Zijne motie luidt aldus
i, De Kamer, van oordeel dat te zware
financieele en persoonlijke lasten bij dit
wetsontwerp aan de natie worden opge
legd, terwijl de weerbaarheid des lands
er niet op voldoende wijze door wordt
gewaarborgd gaat* over tot de orde
van den dag".
Deze motie werd ondersteund door de
heeren Harte, Van Nunen, Van Vlymen,
Ruland, Travaglino.
De heer Van Karneheek betuigde zyne
ingenomenheid met het wetsontwerp,
dat, naar hij hoopte, met eene groote
meerderheid zou worden aacgenomeD.
Hij besprak enkele hoofdbezwaren, welke
er tegen waren aangevoerd, ea verklaarde
zish een beslist voorstander van den
persoonlijken dienstplicht. Ter verleven
diging van het nationaal bewustzijn is
het noodig af te laten van het stelsel
van het huren van aaderer bloed en
lichaam voor de verdediging des lands.
De heer Hvber meende, dat de geveerde
discussies en de gewichtige bezwaren,
welke van alle kanten zijn te berde ge
bracht, der Regeering er toe moeten
leiden, om niet re etreDg aan al hare
eischen vast te houdee. Tea aaBziea van
de 6e8tryder8, wees spr. er op, dat ra«n
steeds voorop heeft gesteld een zg. volks
leger, hetgeen hij meende te meeten toe
schrijven aan den tegenzin, dien men
algemeen koestert tegen het kazeraeleven.
Maar spr. stelde er prijs op te verklaree,
dat hij met al die bezware» tegen het
kazerneleven niet geheel en al instemt.
En wat de kwestie dar staande- ef velks-
legers betreft, spr. durfde niet te zeggen,
wat do voorkeur verdient, maar als men
een staand leger noodig acht, dan most
men daarvoor ook de kosten overhebben.
Een groot bezwaar v in spr. echter is,
dat in dit ontwerp te veel aan de mili
taire autoriteit en te weieig aan het
burgerlijk gezag is overgelaten. Niet de
rechtspositie* van den soldaat, maar het
rechtsbewustzijn bij de militairen behoort
te worden hersteld. En dat kao zeer
goed geschieden by deze wet, gelijk spr.
aantoonde door te wijzen op de artt.
350 eu 359. Hij drong er bij den Minis
ter krachtig op aan deze punten te
regelen.
De minister van Oorlog wees op zijn
ambtgenoot vau Binnenlandsche Zaken,
den heer De Savornin Lobman.
De heer Huber Nu, dan ben ik aas
het rechte kantoorMinister Lohman.
die steeds als lid der Kamer zoo krach
tig is opgekomen voor de rechten der
verdrukten, ook bij de behandeling der
Schoolwet, zal zeker niet natten aan
mijne ernstige bezwaren te gemoet te
komen.
Spr. bestreed ten slotte de motie van
den heer Vermeulen, als zijnde praema-
tuur en onlogisch.
De heer Hafmans wilde, als lid
dor Commissie van voorbereiding, ook
een woord in het midden brengen. Kon
men de ongelukkige annexatie van
Elzas-Lotharingen ongedaan maken, dan
zouden de groote mogendheden thans
niet tof aan de tanden gewapend tegen
over elkander staan en behoetden zij
niet mot angstige gez'ofaten op hunne
berooide schatkisten te staren. En wbj
zouden bevryd zijn van het drijven en
dringen der militairistea. Wij zonden
geen behoefte hebben gehad aan een
veldleger en thans op dit ongelegen tyd-
stip niet met de Legerwet opgescheept
zitten, die de grootste verwarring in
het politieke leven heeft teweeggebracht
Zelfs een veteraan als spr. begint de
kluts kwijt te raken, 't Is niet meer een
airyd van de liberalen tegen anti-libe
ralen, maar vao militairisteu tegen anti-
militaiiisteu. Wat gouvernementeel was,
is oppositie geworden Tijd en Maas
bode zijn bestrijders, Handelsblad eu N.
R. Ct. vrieaitwu der Regeering gewor
den. En spr is tot zijn groote verba
zing, in plaats van in het schuitje van
graal Schimmelpenninck en baroD Braot-
tmu, in dat van de heeren Vao Houten
en Domela Nieuwenhuis verzeild ge
raakt.
En die verwarring, aan wie is zij
te wijlen Aan de Regeering, die
««.lijk de heer Lohman het onomwonden
)i: de Eer8te Kamer zeide zieh niet
richt naar de partijen, maar eaar het
geen zij in 'a lands b*lang noodzakelijk
acht, advienne que pourra Maar elk be
windsman har.oelt :n 's lands belang 1
Kappeyne hanuelde roet zyn Schoolwet
v»..k in 's lands belang en de heer Do
mela Nieuwenhuis doet het evenzeer,
elk naar zijn inzicht.
De Scioolwet van 1878 bleek Bood-
lottig voor de liberalen, maar dese wet
doet ens eek geen goed Wij gevoelen
er ons alles behalve „lekker" ®»der. Zij
kost veel geld ea hy vreesde, dat zij
ons brengt op eeD hellend vlak en nood.
zakelykerwijs tot eene steeds hoogere
opdrijving van oorlogsuitgaveo moet lei.
de». De wet van 1878 wekte groote
ontevredenheid, en dat deet deze wet
oek. Spr. hooptedat wij vcor deze
tweede scherpe resolutie bespaard moch«
ten blijven.
De heer Lieftinck wees op het groot
verschil van meening. dat ouder de des
kundigen ten opzichte van het weteont-
werp bestaat. Dat pleitte z. i. niet voor
de wet. Id zijn oog gaf zij ons een
kostbaar stelsel van verdediging, dat
steeds grootere financieele laste» van
do natie zal vergen em volgesss verschil,
lende specialiteiten, in tijd van nood
volstrekt niet proefhoudend zal blijken.
Spr. meende, dat wy op oorlogsgebied
gerust, wat achteraan mochten komen en
beter deden voor te gaan op ©economisch
en moreel gebied.
De heer Oppedijk betuigde zijae warme
ingenomeuhoid met het gronddenkbeeld
en het doel dezer wet. Hij hoopte, dat
de Regeering, die door de indieaiogvan
het ontwerp blyk had gegeven van
moed en freuw, door hare verdediging
ook het bewijs zou geven van beleid.
Spr. drong er echter tevens op aan, dat
de Minister van de financieele en per-
aeneele draagkracht der natie niet te veel
zou vergen
De heer Harte bestreed do wet we
gens haar militairistisch karakter en de
noodlottige gevolgen, die zy, aear zijne
meening, uit een financieel oogpunt en
voor het muatsehappclyk leven zal
hebben.
Er zijn thans geen sprekers meer in
geschreven. Derhalve is morgen de minis
ter van Oorlog aan het woord.
Ruiling van gehouwen te Haarlem.
De regeering heeft beantwoord het
afdeeiiagsverslag der Tweede Kamer,
betrekkelyk de overeenkomst met Haar
lem, omtrent de stichting van e«£ nieuw
post- en telegraafkantoor aldaar.
Zij deelt mede, dat volgens het plan
der verbouwing, hetwelk in beginsel is
vastgesteld, oe»e inrichting zal worden
verkregen, die aau alle billijke eisehen
ook voor de naaste toekomst schijnt te
zullen beantwoorden. De kosten van die
verbouwing zijn op p. ru. 20,000
begroot. Met het doel om voor ingang
van het personeel, alsmede voor bat laden
en lossen der pestrytuigen, eone betere
gelegenheid te verkrijgen, is de aankoop
van een klein aangrenzend pand aehter
het nieuwe gebouw voor de som van
f 1700 in overweging.
Mevrouw (tot iemand, die haar dienst
komt presenteeren.) Houd J8 van kin
deren
Zij. Dat kan er naar wezen, mevrouw.
Natuurlijk. Waar heb je het laatst
gediend
Bij mevrouw X-, die had maar éen
jongentje.
O ja. Nu als je het met dien on-
deugenden rekel van mevrouw X. hebt
kunnen vinden, dan weet ik zeker, dat
je van mijn zes zoete lievelingen geen
last hebben zult.
foor den inhoud dezer rubriek stelt de ttedactie
zich niet aanspraketrijk.)
Mijnheer de Redacteur
Gelieve s. v. p. eau plaatsje te geven
aan het volgende
Het is deo lezers van uw veelgelezen
blad zeker bekend, h«e verleden jaar als
het ware werd „gevochten" by do afgifte
der „Paardenloten" aan de Httari.Bank.
Om aas de groote afnemers in de stad
Haarlem do voorkeur te geren bij dea
inkoop der loten, stelt de letery-com-
missie voor (bij circulaire) den aankoop
der loten te doen plaats hebben by in
schrijving.
Dit voordeel is echter een nadeel.
Vroeger kreeg mea 110 loten voer 97.50,
die dan meestal verkocht werden voor
f 10.de elf stuks. Nu moeten de 110
stuks f 100 kosteu, en zal er by gevolg
door de groote afnemers weinig of niets
verdiend worden.
Oodergeieekonden, ontevreden met dezen
maatregel van de eommissie, zullen nu
geen enkel lot op deze voorwaarden
nemen en das aan vreemdelingen de
gelegenheid overlaten voor deee voor-
deelige speculatiën, zoodat dit jaur zich
waarschijnlijk niemand zal behoeven pDt
te dringen om eenige loten maehtig te
worden.
Mijnbeer de Redacteur, ontvang den
dank der ondergeteekenden voor de plaat
sing.
{Get.) A. Bruijns, Breestraat; H. Len-
teliuk, HoogstraatJ. Soellaart, Koning
straat P. vao Cittert Zonen, O. Groen
markt; H. v. Brederode, KI. Houtstraat
J. Brussó, v. Marura8traatJan Rustige,
GierstraatT. A. DonnéeH. W. van
der Laan C. H. van Looij J. Duijff
J. J. BeukersW. J. Bruyna.