TWEEDE BEAD
BINNENLAND.
GEMENGD NIElIfVS.
Een vreemde Passagier.
BBHOOBENDE BIJ
HAARLEM'S DAGBLAD
VAN
Maandag 18 Mei 1891.
duidelyk verlicht door de maan en de
lantaarns, stond ik stokstijf van verwon
dering, want zoowaar als ik leef, scheen
mij haar gestalte nu bijna een halven
voet kleiner toe, dan ik haar totnogtoe
had gezieD. Ik was de eonige, die haar
op dat oogennblik bemerkte, en toen
haar oog het mijne ontmoette, ging zij
zoo snel zij kon weder weg en verdween
ia de kajuit. Het vreemde verschijnsel,
dat ik een oogenblik had waargenomen
had my bijna den adem ontroofd. Mijn
geheele geest was op dat ééoe punt ge
richt, en toen mijn zoon eenige uren
later kwam om zijn wacht te doeu, be
schreef ik de zonderlinge verandering,
die ik in Miss Morwin's gestalte had
opgemerkt.
Eerst staarde hij my aan alsof ik gek
was, en brak toen in een ongeloovig
lachen uit, zeggende, dat mijne oogen
door het onzekere licht moesten zijn ge
fopt. Ik wist het beter, echtermaar
ziende dat ik hem niet kon overtuigen,
zeide ik hem, dat hy moest wachten
totdat dè jonge dame des morgens aan
het ontbijt zou verschijnen, wanneer hij
zelf zou kunnen zien.
Twee nnr later kwam de tweede
stuurman Tom aflossen, die toen naar
beneden girg. De stuurman, die mij
in gedachten verdiept zag zitten, ging
terzijde midscheeps en bleef daar werk
tuigelijk voor zich uit tureu.
Oordeel over mijne verrassing, toen
ik plotseling, myn hoofd opheffende, een
personnage naast mij zag staan, dat ik
nooit tevoren had gezien een slank
man van middelbaren leeftijd, met een
dicht behaard gelaat, zoodat alleen zijne
oogen zichtbaar waren, die als vuurbol
len in het duister glinsterden.
//Hela! Wie ben je? Waar kom je
vandaan riep ik uit.
wWees bedaard," antwoordde bij kalm.
z/Ik ben een detective on door bemidde
ling van een uwer aan boord gekomen
ik mag u niet zeggen wie die
mij ook voedsel heeft verstrekt. Ik ben
steeds in de kajuit geweest naast die
van Miss M*rwin. Als ge daar gekomen
waart, zoudt ge mij gezien hebben, maar
waarschijnlijk hadt ge den sleutel niet,
of dacht dat hij verloren was."
//Dat is zoo, maar..."
z/Hier is mijn bevelschrift," viel hij
in de rode, mij een papier overreikende,
dat, terwijl ik het doorlas, mij bleek te
zijn een document, dat door de bevoegde
autoriteiten was afgegeven, met l«3t aan
John Clews, den bezitter, een detective,
zich aan boord van de Hèrmione te ver
bergen en handelen zooals hem zou blij
ken noodig te zijn om de moordenares
miss Youngson, te arresteereD, die ver
dacht was zich vermomd aan boord van
het schip op te houden.
,/Zij is hier," was zijn overtuigend
antwoord, toen ik opmerkte, dat hier
een vergissing moest plaats hebben. //Ik
heb niet tevergeefs door het gat gegluurd
dat ik in het schot geboord heb."
,/Maar manriep ik ontsteld, „zy
kan nooit de schuldige zijn. Zij is de
onschuld zelf zoo ongekunsteld als
een kind. Bovendien is zij zeer slank en
jong; terwijl mij verteld is, dat do moor
denares veel kleiner en bijna tweemaal
zoo oud was."
Hij lachte op eene wijze, die my hoogst
onaangenaam aandeed.
z/Iib heb het ook niet over miss Mer-
win," zeide hij. /.-Ge zult n ook herin
neren, dat de kajuit van miss Lorton
ook naast de mijne is."
z/Watriep ik uit, bijna even ver
rast ais to voren, //gij vermoedt dat die
lieve jonge dame, die....
z/Ik vurmoed niet," onderbrak hij; //ik
weet dat zij de misdadigster is."
z/Maar zij is jong, kleiu en mager; de
beschuldigde vrouw was zwaar...."
«Bahzeide hij weder. //Vermom
ming dat verklaart alles. Het is voor
eene vrouw van dat soort gemakkelijk
om te maken, dat zy er jonger en muger
der uitziet, dan zij gewoonlijk is. Als
wij een schip ontmoeten, dat voor Li
verpool bestemd is, zal ik deze vrouw
arresteeren, en haar aan boord met mij
nemen. Ik ga nu naar mijn kajuit terug.
Ge moogt me al of niet bezoeken voor
wij een thuiazeilend schip ontmoeten."
Daarmede gleed bij ais eën schaduw
in de kajuit. Nu bad ik iets om mij
wakker te houden om alle gedachten
aan een dutje van mij af te zetten. Zoó
was dan per slot van rekening, die
vrcuw die verschrikkelijke moorde
nares aan boord van mijn sohip
Ik begon het dek op en neer te wan
delen in geen aaDgename stemming en
het ochtendrood.bescheen mij reeds voor
ik bemerkte, dat het al zeer laat was.
Toen het ontbijt iu de salon gereed stond,
bemerkte ik, dat miss Merwin niet
op haar gewone plaats kwam aan tafel.
Gedurende het ontbijt zag ik meermalen
miss Lorton de tengere jonge dame,
die zooals de detective vast verzekerde,
Mary Youngson, de giftmengster, was.
De kalme waardigheid en ernst in bare
manieree, de vrije, eerzame uitdrukking
van haar gelaat en de onloochenbare
onschuldigheid, schenen mij zoo natuur
lijk, zoo waar, dat ik my verwonderde
hoe de detective erin geslaagd was, zulk
eene volkomen vermomming te door
gronden. Daar ik mij na het ontbyt ver
moeid gevoelde, sliep ik tot aan den
middag. Toen ik op 't dek trad, zag ik,
dat Tom toezicht hield op het reparee-
ren van den giek.
wHet is zeer vreemd," zeide hij tot
mij op geërgerden toon, ;/dat miss Mer
win zich nog niet heeft laten zien."
De dag ging voorbij, zonder dat wij
baar zagen. Zelfs aan 't middagmaal
verscheen zij niot.
Tom zag bleek en ontdaan. Eindelijk
ging hij, klopte aan haar deur en
riep haar by haar naam, maar geen ant
woord.
z/Ik weet niet wat ik daarvan maken
moet," zeide hij tot mij op 't dek. „O
vader," voegde bij erbij op wilden toon,
«zou het kunnen wezen, dat zij plotseling
gestorven is
//Dat denk ik niet," antwoordde ik
z/zij scheen volkomen gezond te zijn
en toen dacht iit bij mijzelven, //ware
het niet dat wij zijn, waar wy zijn en
zij een ons onverschillig persoon, dan
zou ik vermoeden, dat zij met uw geld
verdwenen was."
Toen de nacht viel, verwekte haar
wegblijven algemeene ontsteltenis en
men ried mij aaD de deur open te breken,
die op slot was. Ik deed zoo, en wy
vonden haar kamer ledig. Haar keffer
stond nog daar, maar zij waa weg.
Mijn zoon zag mij aan zoo bleek als
de dood.
z/Yader vader I Wat kan or van haar
geworden zijn kermde hij.
Het was zeker een bizondcr geval, en
in verband met rnyEe vroegere opmer
king van de vreemde verkorting van de
gestalte der jonge vrouw, scheen het mij
iets bovennatuurlijks te zijn.
z/Kan zij niet van nacht op het dek
gekomen en overboord gevalleD zijn?"
vroeg een van de passagiers.
//Onmogelijkantwoordde ik. //Het
was helder maanlicht. Ik was den ge-
heelen nacht op 't deken bovendien, ik
had goede wachten overal uitgezet. Het
zou niet hebben kunnen geschieden, zonder
dat wij er onkundig van gebleven waren."
Wij keken of er ook soms een brief
of andere verklaring te vinden was,
maar tevergeefs. Toen gaf ik bevel een
grondig onderzoek van het schip in te
stellen. Dit werd gedaanmaar neen,
zij was niet te vinden, ofschoon in ieder
hoekje en gaatje gekeken werd.
Toen kwam ik op de gedachte om er
eens met den detective over te spreken
en zoodra ik dat ongemerkt kon doen,
klopte ik aan zijn deur. Hij opende voor
zichtig, maar ziende wie ik was, vroeg
hij mij binnen te komen. Ik vertelde
hem wat er gebeurd was, ook niet ver
getende melding te maken van de plot
selinge verandering, die ik te voren in
de lichaamslengte der dame had waar
genomen. Toen ik voortging, merkte ik
op dat zijne heldere oogen zieb wijder
schenen te ofPfy-p, 'Vr.wijl de baren van
den vojlen baard, die het gelaat van
dezen vreemdsoortigen man bedekte,
trilden, alsof' iedere haar met zijn in
wendig zieleleven verbonden was.
z/Geef mij tijd," zeide hij op plechtigen
toon, toen ik geëinaigd had, „en ik zal
het geheim oplossen. Binnen enkele dagen
zal ik in staat zyn, het ta doen mis
schien binnen een week."
Ik verliet hem en ging op 't dék.
Tom was' daar, er zoo wanhopig en neer
slachtig uitziende, dat ik besloot, hem
bekend te maken met de tegenwoordig
heid van den detective en hem te ver
tellen wat deze zeide en hem zoo misschien
een weinig op te vroolijfcen.
Zoo deed ik, maar mijne woorden
hadden eene uitwerking, die ik niet ver
wachtte. Na een oogenblik te hebben
nagedacht, riep hij uit
//Vader, ik geloof dat die man een
bedrieger is, detective of nietnu geloof
ik dat hij een dief en een moordenaar
isdat hij wist dat Miss Merwin 5000
dollars in haar bezit had en dat hij om
er zich meester van te maken, haar
gedood en haar lichaam over boord ge
worpen beeit
Ik zag hem met ontzetting aan en
zeide dat ik vreesde dat zijn smart zijn
verstand beneveld had. uHoe was bet
mogelyk", vroeg ik hom, ,/dat de man bet
lichaam overboord zou hebben gekregen
zonder dat wy er iets van wisten
z/Hij kan, haar gesmoord hebben, haar
naar een van de open kajuitvensters
gedragen en daaruit hebben laten val
len," antwoordde hy.
On mogelijk," antwoordde ik, wzonder
dat de plons zou zijn gehoord door den
man aan 't roer, of door iemand op 't
dek en bovendien, de kajuitvensters zyn
zoo klein, dat het te betwyfelen is of
daar ooit iemand doorheen zou kunnen."
Tom scheen echter te denken, dat het
gedaan kon worden, daar miss Merwin
zoo slank was, en ondanks al mijne po
gingen was ik niet in staat hem van
dat vreeselijke denkbeeld te bevrijden.
Dagen gingen voorbij gedurende welke wij
door tegenwinden uit den koers raakten,
maar de detective had mij nu niets te
vertellen, ofschoon bij zeide, dat hij spoe
dig in staat zou zyn om de zaak te
verklaren.
Het was een vreemde zaak. Nooit was
mij zooievs overkomen, noch iets dat er
in de verte maar op geleek, op welk
schip ik ook had gevaren. De passagiers
waren eveneens verbijsterd zij spraken
over niets anders.
Wat Tom betreft, hij werd steeds
bleeker, magerder en treuriger eiken dag.
Ten laatste op een namiddag, toen wij
de haven van New-York binnenkwamen,
snelde hij op mij toe en zeide op fluiste
renden, gejaagden toon/,Het is zooals
ik dachtSpoedigIk moet u iets laten
zien Maak geen leven
Ik volgde hem. Wij droegen beiden
lichte pantoffels en traden zonder ge
rucht te maken de kajuit binnen, die
Miss Merwin had bewoond. Hij wees
op een scheur, die men blykbaar in het
beschot had gemaakt, en er doorheen
ziende, zag ik den detective in de aangren
zende kajuit, nedergeknield bij zijn ge
opend valies, waaruit nu de twee halve
laarzen staken ik kon mij er niet in
vergissen die miss Merwin had ge
dragen. Voor hem uitgespreid lagen de
effecten ter waarde van vijf duizend
dollars blijkbaar die, welke mijn zoon
aan de jonge dame had gegeven
z/Ge ziet het," fluisterde hij. ,/Had ik
f-oon gelijk Hij heeft haar vermoord en
beroofd
Hoe zacht ook gefluisterd, had de man
het blijkbaar gehoord, want by stopte
de halve laarzen en daarna de papieren
vlug in het valies weg, dat hij daarna
sloot.
Voor ik het kon verhinderen, .vloog
Tom naar buiten en met zulk een ge
wold tegen de deur van den detective,
dat het slot brak en hij de kamer binnen
drong. Hij wierp zich op den man en
greep hem by de keel, waarop de kerel
een dolk trok, on in zijn nuttelooze
pogingen om zich ervan te bedienen
want ik hield zijn pols vast en ontwa
pende hem viel zijn baard af, die
was dus val&eh en op 't zelfde oogenblik
scheurde zijn overhemd geheel open.
Toen uitten Tom en ik tegelijk een
kreet van verrassing, daar wy zagen dat
de vermeende detectïeva eene vrouw was
van minstens vijf en dertig jaar of,
met andore woorden, het was miss Mer
win zelf, die, thans ontdaan van de cos-
metieken en andere hulpmiddeltjes, er met
haar jeugdige kleeding veel jonger had
uitgezien, dan zij werkelijk was.
Nu begreep ik de geheele zaak. Deze
vrouw, vermoedde ik, was inderdaad
Mary Youngson, de moordenares, want
baar gelaat en lengte beantwoordden vol
komen aan de beschrijving, die ik van
haar haden wij vonden, terwijl wij
naar de effecton van mijn zoon zochten,
in haar valies eenige artikelen, dia haar
naam droegen, en andere gemerkt met
die van haar slachtoffer.
Inderdaad bekende zij later, terwijl zij
ziek was, Mary Youngson te zyn. Haar
motief om zich te vermommen was dui
delijk.
Zij had gevreesd, nadat ik de vreemde
verkorting van haar gestalte had gemerkt,
dat ik zou vermoeden, wie zy werkelijk
wasen bovendien, de list zou, zooals
•sij t;acht, bu&ï' uea ia beter in slaat
stellen om Tom to ontloopen met zyn
5000 dollars. Het geheim waardoor zij
er als miss Merwin zooveel langer had
uitgezien, dan zij werkelijk was, vonden
wij ia haar halve laarzen, die evenals
dezulke welke door acteurs van beroep
worden gedragen, van dikke kurken zolen
waren voorzien, om op het tooneel hun
gestalte meer te doen verheffen.
Dien nacht, dat ze mij door hare
verschijning zoo verwonderde, had zy in
de drukte en de verwarring vergeten
hare halve laarzen voor hare pantoffels
te verwisselen.
Het is wel niet noodig om te zeggen,
dat het bevelschrift van den detective
door haarzelve was geschreven en getee-
kend en ook niet, dat Tom thans een
afschrik van die vrouw had en geheel
genezen was van zijne verliefdheid.
Later stierf zij aan een gevaarlijke
koorts, toen zij als gevangene naar En
geland werd overgebracht on ontkwam
dus op deze wijze aan de straf, die zy
voor haar afschuwelijke misdaad wel
verdiend had.
Wij vernemen, dat van H. M.
de Koningin-Regentes en van H. M. de
Koningin feelangrijke giften zijn inge
komen hoor het gedenkteeken op het
graf van Ter Haar te Rozendaal.
(N. R. C.)
Do Regeering ontvingvan
de koloniale staten van Suriname het
volgende telegram Donderdagavond
1. Na ovatie negers aan goeverneur
(hebben) benden (de) oproerige bewegin
gen van gisteren ernstiger voortgezet.
Winkels en kantoren gesloten, politie
gewond (en) machteloos, toestand beden
kelijk. Wij verzoeken (u den) goeverneur
bij telegram te gelasten (deD) procureur-
generaal niet verder te verhinderen in
handhaving (der) orde (en) beveiliging
personen en goederen (en om) procurenr-
generaal te machtigen in te roepen mili
taire hulp.
Koloniale Staten.
Juda.
Granada.
2. Vrijdagochtend: Sedert eergisteren
rustverstoring wegens statenfeest ontstaan
door voortdurend handelen door procureur-
generaal tegen mijne bevelen in verstand
houding met de staten, beide dagen ge
lukt herstel der orde door persoonlijk
optreden en zonder bloedvergieten, rust- j
verstoringen waren tot gisteren van geen
bedenkelijken aard. Sedert gisteren 4 ure
was de rust geheel hersteld. Nacht vol
maakt rustig. Politie heeft hedenochtend
.weder gehandeld tegen uitdrukkelijke
bevelen. Rustige marktbezookers geweld
dadige weggedreven en een neger door
politie-commissaris doodgeschoten. Thans
toestand niet zonder zorg. Herstel der
orde opgedragen aan zee- en landmacht
samen met politie. Ik sein nader.
Lohman.
Door B. en W, van Amster
dam is een uitvoerig rapport uitgebracht
op adressen om asphaltbestrating. Zij
verklaren zich beslist voor het asphal-
teeren van de voornaamste winkelstraten,
welke tevens verkeerswegen tusschen de
verschillende deelee der stad zijn. De
tijd voor proefnemingen is dus te Am
sterdam al voorbij. In een bylage worden
niet minder dan 29 straten aangewezen,
die voor asphalteering in aanmerking be-
hooren te komen. De kosten worden be
rekend op f 31,6.090. Iu verband met de
a8phalteering behooren een 52 tal brug
gen te worden verlaagd, hetwelk een
uitgave van 446,000 zal vereisehen.
Naar wij vernemen, is aan
do nieuwe cellulaire gevangenis op den
AmstelveeDSchen weg bij Amsterdam
een ernstig gebrek ontdekt. Het moet
nl. gebleken zyn, dat de gevangenen met
elkaar kunnen spreken door de ventila-
tiebuizen. Een gesprek met luider stemme
door hen gevoerd kan zelfs door iemand,
die buiten bet gebouw staat, gehoord
worden. {RU.)
Te Deventer kwam dezer
dagen by |den manufacturier H. B. een
als heerboer gekleed persooD, die zeide
genaamd te zijn J. Gerritsn en te wonen
te Wilp. Daar hij zou gaan trouwen,
kocht hij een bed met peluw en 4 kus
sens en nog ander beddegoed. De win
kelier noodigde hem in zijn woonvertrek,
om er eene hartversterking to gebrui
ken, en liet hem tevens eene sigaar op
steken. Daarna kocht de klant een
trouwpak en een tricot onderpak, alles
te samen voor f 103. Het onderpak zou
hij maar meenemenhet andere goed
zou hij later komen halen en dan tegelijk
de rekening vereffenen. Tot nu toe is
hij echter nog niet teruggekomen, en uit
een onderzoek is gebleken, dat te Wilp
geen ongehuwde J. Gerritsen woont.
Leger en Vloot.
Aangaande de oorlogsorganisatie van
het leger is nog bepaald, dat, ingeval bij
mobilisatie van het leger ov^r zeven
lichtingen van de militie te .land k?.n
worden beschikt, bij elk dor regimenten
infanterie zoo spoedig mogelijk na de
oprichting der depots, hetzy aanvanke
lijk één reserve-compagnie, hetzij reeds
dadelijk een reserve-bataljon zal worden
gevormd. De minister van Oorlog is
gemachtigd de bestemming en het gebruik
van de reservetroopen te regelen.
Zoodra mogelyk en uiterlijk op den
3on dag na dion, waarop de buitenge
wone oproeping der militie is bevolen,
zullen tijdelijk worden opgehevende
normaal schietschool, de rij- en hoef-
smidschooljde commissie van proefneming,
de directie der militaire verkenningen,
de cursussen bij de militaire hospitalen,
het instructie-bataljon, de art. schiet
school, óe instructie-compagnie en batterij,
terwijl de werkzaamheden geschorst
worden aan de militaire inrichtingen
van onderwijs en aan de pupillenschool.
Met het bevel in de militaire afdee-
lingen, ingeval van mobilisatie van he.t
leger, zullen tijdelrk afzonderlijk daartoe
aan te wijzen opper- of hoofdofficieren
worden belast, aan wie tijdelijk kapiteins
of ritmeesters van een der wapens wor
den toegevoegd.
Met de leiding van het toezicht over
de remonteering der cavalerie cn over
die der bereden artillerie kunnen, inge
val van mobilisatie van het leger, worden
belast, daartoe door den minister van
Oorlog aan to wijzen hoofdofficieron der
cavalerie en der bereden art., die als
zoodanig den titel zullen voeren van
//directeur van hot remoDtewezen voor
de cavalerie" en idem voor de bereden
artillerie.
Deze hoofdofficieren zullen als zoodanig
worden gevoerd bij den staf van het
wapeD, waartoe zij behooren en hunnen
dienst verrichten overeenkomstig eene
hun door den minister van Oorlog te ver
strekken instructie.
De standplaatsen van de depots der
korpsen van het leger op voet van oorlog
zijn eenigszins gewijzigd.
Rochefort en Isaac hebben
geprobeerd tc vechten, maar de politie
heeft hen gescheiden. Zij wachten nu to
Brugge.
Dit is het laatste berichtdat de
Indépendance Woensdagavond uit Ostende
ontving. Vóór dien heette het dat er
van het duel afgezien was, omdat de
wederzijdache getuigen, de hollaudsehe
en de belgische grenspolitie te goed op
haar post gevonden hadden. Maar er
werd by gemeld dat Rochefort aan Isaac
Toen mijn schip, de Hermionewerd
uitgerust voor eene reis van Liverpool
naar New-York, werd ik gewaarschuwd
om niet als passagier aan boord te ne
men zekere Mary Youngson, die haar
zieken man, die veel ouder was dan zij
en dien zij verpleegde, door veFgif om
het leven bad gebracht, zich van alle
geld en geldswaarden had meester ge
maakt en toen uit de voeten. Men dacht
dat zij beproeven zou, Engeland op het
een of andere uitzeilende schip te ver
laten en naar Amerika te gaan, daarom
onderzocht ik de passagiers, acht in ge
tal, nauwkeurig, toen zij in een bootje
aan boord werden gebraoht.
Teen zij op 't dek stapten, was het
voor mij eene verlichting, te bemerken
dat geen hunner overeenstemde met de
beschrijving, die ik van Miss Youngson
had gekregen, welke, naar my werd mede
gedeeld, eene gchoone vrouw was, van
ruim 35 jaar, ongeveer vyf voet zes
duim lang en eenigszins gezet, met bruin
haar, donkere oogen en een zachten teint.
Zij was huitenslands geboren en opge
voed, maar haar vader was een En-
gelschman en een liefhebber tooneelspe-
ler geweest, van wiea zij een merk
waardige behendigheid had geërfd, de
measchen in haar karakter te bedriegen.
Twee van de vrouwelijke passagiers,
die nu aan boord kwamenwaren
getrouwde dames en van een donker
uiterlijk en waren ook twee jonge vrou
wen van ongeveer 21een zekere miss
Lorton. bleek en tenger en de andere,
miss Merwin. lang en slank, oogen-
schynlyk niet minder dan 5 voet 9
duim, met het meest kinderlijke, on
schuldige uiterlijk voor iemand van haai'
leeftijd, als ik ooit had gezien. Zij had
bruin haar en oogen, kinderlijke trekken
en zachte, welgevormde wangen, v/aarop
onophoudelijk een glimlach zetelde. Teen
zij haar laDgen japon opnam zagen wij
dat zij inplaats van schoenen of laarzen,
halve laarzen, zooale bij tooneeispelers
in gebruik, droeg, van z&obt leder, die
geen gerucht maakten, als aij liep. Later
hoorden wij, dat zij ze droeg omdat zij
kort geleden haar vooi had verstuikt en
nog geen hard leder kon verdragen.
Van het eerste oogenblik af bemerkte
ik dat mijn zoon Tom, een jonkman
van vijf en twintig cn eerste stuurman,
zeer door dit meÏBje werd geboeid en
wij waren niet weinig verrast, een week
nadat wij uitgezeild waren, te vernemen,
dat hij baar hand gevraagd en verkregen
had.
nZy is zoo onschuldig en geestig, zoo
vrij en dartel als een kind," zeide hij,
«dat ge terstond in haar hart kunt le
zen Wij zullen trouwen als wij te Li
verpool zijn toruggekeerd, ten huize
van haar tante, die haar afwacht.
Met haar gewone kinderlijke vrij
moedigheid deelde ze mij mede, dat
ofschoon zij een klein fortuin in 3 pCts.
heeft, haar door haar vader nagelaten,
die koopman was, zij op 't oogenblik
slecht bij kas is, hetgeen haar verhin
derd aan land eenige inkoopen te doen,
die voor een bruidsuitzet zoo gewenscht
zyn. Ik was door baar verlegenheid zoo
getroffen en verblind door de kinderlijke
eenvoud, waarmede ze mii dat vertelde,
dat ik terstond naar mijn kajuit ging en
haar de 5000 dollars in effecten gaf, die
zy noodig had, zijnde mijne spaarpen-
penningen, met aanwyzing waar zij ze
kon deponeeren en ervan nemen wat
zij noodig had."
//Waarom hebt ge me dat niet eerder
gezegd riep ik eenigszins ontstelt uit.
nWaarom," antwoordde bij. //Welwezijn
immers verloofd cn dat is in geldzaken
hetzelfde alsof wij getrouwd waren."
Hij ging naar beneden, en ik bleef
lang in het heldere maanlicht zitten na-
denben over die haastige en dwaze han
delwijze, to»n ik plotseling werd opge
schrikt door een kreet van den man op
den voorplecht
//Zeil! recht vooruit!"
De vreemdeling een groot schip
wenddo de steven, zoodat ik niet aar
zelde of het zou ons voorbijzeilen maar
toen het dichterby kwam, draaide de
man aan 't stuurrad zijn wiel te traag,
zyn steven wendde af maar zijn boeg
spriet kwam onder den mijne en brak
die at met groot gekraak.
Er ontstond een hevig rumoer en groote
verwarring aan boord, terwijl wij alles
deden om de twee schepen los te wer
ken en verdei e schade te voorkomen, te
midden waarvan verscht-idene passagiers
kwameD aanhollen, eenigszins verschrikt,
om te zien wat er aan do hand was.
//Het is niets; 't is al in orde!" riep
ik uit, om hun gerust te stellen, terwijl
het andere schip van or.8 afwendde.
Miss Merwin was uit den campagne-
weg gekomen, en toen ik haar bekeek,