TWEEDE BEAD BINNENLAND. GEMENGD NIElIfVS. Een vreemde Passagier. BBHOOBENDE BIJ HAARLEM'S DAGBLAD VAN Maandag 18 Mei 1891. duidelyk verlicht door de maan en de lantaarns, stond ik stokstijf van verwon dering, want zoowaar als ik leef, scheen mij haar gestalte nu bijna een halven voet kleiner toe, dan ik haar totnogtoe had gezieD. Ik was de eonige, die haar op dat oogennblik bemerkte, en toen haar oog het mijne ontmoette, ging zij zoo snel zij kon weder weg en verdween ia de kajuit. Het vreemde verschijnsel, dat ik een oogenblik had waargenomen had my bijna den adem ontroofd. Mijn geheele geest was op dat ééoe punt ge richt, en toen mijn zoon eenige uren later kwam om zijn wacht te doeu, be schreef ik de zonderlinge verandering, die ik in Miss Morwin's gestalte had opgemerkt. Eerst staarde hij my aan alsof ik gek was, en brak toen in een ongeloovig lachen uit, zeggende, dat mijne oogen door het onzekere licht moesten zijn ge fopt. Ik wist het beter, echtermaar ziende dat ik hem niet kon overtuigen, zeide ik hem, dat hy moest wachten totdat dè jonge dame des morgens aan het ontbijt zou verschijnen, wanneer hij zelf zou kunnen zien. Twee nnr later kwam de tweede stuurman Tom aflossen, die toen naar beneden girg. De stuurman, die mij in gedachten verdiept zag zitten, ging terzijde midscheeps en bleef daar werk tuigelijk voor zich uit tureu. Oordeel over mijne verrassing, toen ik plotseling, myn hoofd opheffende, een personnage naast mij zag staan, dat ik nooit tevoren had gezien een slank man van middelbaren leeftijd, met een dicht behaard gelaat, zoodat alleen zijne oogen zichtbaar waren, die als vuurbol len in het duister glinsterden. //Hela! Wie ben je? Waar kom je vandaan riep ik uit. wWees bedaard," antwoordde bij kalm. z/Ik ben een detective on door bemidde ling van een uwer aan boord gekomen ik mag u niet zeggen wie die mij ook voedsel heeft verstrekt. Ik ben steeds in de kajuit geweest naast die van Miss M*rwin. Als ge daar gekomen waart, zoudt ge mij gezien hebben, maar waarschijnlijk hadt ge den sleutel niet, of dacht dat hij verloren was." //Dat is zoo, maar..." z/Hier is mijn bevelschrift," viel hij in de rode, mij een papier overreikende, dat, terwijl ik het doorlas, mij bleek te zijn een document, dat door de bevoegde autoriteiten was afgegeven, met l«3t aan John Clews, den bezitter, een detective, zich aan boord van de Hèrmione te ver bergen en handelen zooals hem zou blij ken noodig te zijn om de moordenares miss Youngson, te arresteereD, die ver dacht was zich vermomd aan boord van het schip op te houden. ,/Zij is hier," was zijn overtuigend antwoord, toen ik opmerkte, dat hier een vergissing moest plaats hebben. //Ik heb niet tevergeefs door het gat gegluurd dat ik in het schot geboord heb." ,/Maar manriep ik ontsteld, „zy kan nooit de schuldige zijn. Zij is de onschuld zelf zoo ongekunsteld als een kind. Bovendien is zij zeer slank en jong; terwijl mij verteld is, dat do moor denares veel kleiner en bijna tweemaal zoo oud was." Hij lachte op eene wijze, die my hoogst onaangenaam aandeed. z/Iib heb het ook niet over miss Mer- win," zeide hij. /.-Ge zult n ook herin neren, dat de kajuit van miss Lorton ook naast de mijne is." z/Watriep ik uit, bijna even ver rast ais to voren, //gij vermoedt dat die lieve jonge dame, die.... z/Ik vurmoed niet," onderbrak hij; //ik weet dat zij de misdadigster is." z/Maar zij is jong, kleiu en mager; de beschuldigde vrouw was zwaar...." «Bahzeide hij weder. //Vermom ming dat verklaart alles. Het is voor eene vrouw van dat soort gemakkelijk om te maken, dat zy er jonger en muger der uitziet, dan zij gewoonlijk is. Als wij een schip ontmoeten, dat voor Li verpool bestemd is, zal ik deze vrouw arresteeren, en haar aan boord met mij nemen. Ik ga nu naar mijn kajuit terug. Ge moogt me al of niet bezoeken voor wij een thuiazeilend schip ontmoeten." Daarmede gleed bij ais eën schaduw in de kajuit. Nu bad ik iets om mij wakker te houden om alle gedachten aan een dutje van mij af te zetten. Zoó was dan per slot van rekening, die vrcuw die verschrikkelijke moorde nares aan boord van mijn sohip Ik begon het dek op en neer te wan delen in geen aaDgename stemming en het ochtendrood.bescheen mij reeds voor ik bemerkte, dat het al zeer laat was. Toen het ontbijt iu de salon gereed stond, bemerkte ik, dat miss Merwin niet op haar gewone plaats kwam aan tafel. Gedurende het ontbijt zag ik meermalen miss Lorton de tengere jonge dame, die zooals de detective vast verzekerde, Mary Youngson, de giftmengster, was. De kalme waardigheid en ernst in bare manieree, de vrije, eerzame uitdrukking van haar gelaat en de onloochenbare onschuldigheid, schenen mij zoo natuur lijk, zoo waar, dat ik my verwonderde hoe de detective erin geslaagd was, zulk eene volkomen vermomming te door gronden. Daar ik mij na het ontbyt ver moeid gevoelde, sliep ik tot aan den middag. Toen ik op 't dek trad, zag ik, dat Tom toezicht hield op het reparee- ren van den giek. wHet is zeer vreemd," zeide hij tot mij op geërgerden toon, ;/dat miss Mer win zich nog niet heeft laten zien." De dag ging voorbij, zonder dat wij baar zagen. Zelfs aan 't middagmaal verscheen zij niot. Tom zag bleek en ontdaan. Eindelijk ging hij, klopte aan haar deur en riep haar by haar naam, maar geen ant woord. z/Ik weet niet wat ik daarvan maken moet," zeide hij tot mij op 't dek. „O vader," voegde bij erbij op wilden toon, «zou het kunnen wezen, dat zij plotseling gestorven is //Dat denk ik niet," antwoordde ik z/zij scheen volkomen gezond te zijn en toen dacht iit bij mijzelven, //ware het niet dat wij zijn, waar wy zijn en zij een ons onverschillig persoon, dan zou ik vermoeden, dat zij met uw geld verdwenen was." Toen de nacht viel, verwekte haar wegblijven algemeene ontsteltenis en men ried mij aaD de deur open te breken, die op slot was. Ik deed zoo, en wy vonden haar kamer ledig. Haar keffer stond nog daar, maar zij waa weg. Mijn zoon zag mij aan zoo bleek als de dood. z/Yader vader I Wat kan or van haar geworden zijn kermde hij. Het was zeker een bizondcr geval, en in verband met rnyEe vroegere opmer king van de vreemde verkorting van de gestalte der jonge vrouw, scheen het mij iets bovennatuurlijks te zijn. z/Kan zij niet van nacht op het dek gekomen en overboord gevalleD zijn?" vroeg een van de passagiers. //Onmogelijkantwoordde ik. //Het was helder maanlicht. Ik was den ge- heelen nacht op 't deken bovendien, ik had goede wachten overal uitgezet. Het zou niet hebben kunnen geschieden, zonder dat wij er onkundig van gebleven waren." Wij keken of er ook soms een brief of andere verklaring te vinden was, maar tevergeefs. Toen gaf ik bevel een grondig onderzoek van het schip in te stellen. Dit werd gedaanmaar neen, zij was niet te vinden, ofschoon in ieder hoekje en gaatje gekeken werd. Toen kwam ik op de gedachte om er eens met den detective over te spreken en zoodra ik dat ongemerkt kon doen, klopte ik aan zijn deur. Hij opende voor zichtig, maar ziende wie ik was, vroeg hij mij binnen te komen. Ik vertelde hem wat er gebeurd was, ook niet ver getende melding te maken van de plot selinge verandering, die ik te voren in de lichaamslengte der dame had waar genomen. Toen ik voortging, merkte ik op dat zijne heldere oogen zieb wijder schenen te ofPfy-p, 'Vr.wijl de baren van den vojlen baard, die het gelaat van dezen vreemdsoortigen man bedekte, trilden, alsof' iedere haar met zijn in wendig zieleleven verbonden was. z/Geef mij tijd," zeide hij op plechtigen toon, toen ik geëinaigd had, „en ik zal het geheim oplossen. Binnen enkele dagen zal ik in staat zyn, het ta doen mis schien binnen een week." Ik verliet hem en ging op 't dék. Tom was' daar, er zoo wanhopig en neer slachtig uitziende, dat ik besloot, hem bekend te maken met de tegenwoordig heid van den detective en hem te ver tellen wat deze zeide en hem zoo misschien een weinig op te vroolijfcen. Zoo deed ik, maar mijne woorden hadden eene uitwerking, die ik niet ver wachtte. Na een oogenblik te hebben nagedacht, riep hij uit //Vader, ik geloof dat die man een bedrieger is, detective of nietnu geloof ik dat hij een dief en een moordenaar isdat hij wist dat Miss Merwin 5000 dollars in haar bezit had en dat hij om er zich meester van te maken, haar gedood en haar lichaam over boord ge worpen beeit Ik zag hem met ontzetting aan en zeide dat ik vreesde dat zijn smart zijn verstand beneveld had. uHoe was bet mogelyk", vroeg ik hom, ,/dat de man bet lichaam overboord zou hebben gekregen zonder dat wy er iets van wisten z/Hij kan, haar gesmoord hebben, haar naar een van de open kajuitvensters gedragen en daaruit hebben laten val len," antwoordde hy. On mogelijk," antwoordde ik, wzonder dat de plons zou zijn gehoord door den man aan 't roer, of door iemand op 't dek en bovendien, de kajuitvensters zyn zoo klein, dat het te betwyfelen is of daar ooit iemand doorheen zou kunnen." Tom scheen echter te denken, dat het gedaan kon worden, daar miss Merwin zoo slank was, en ondanks al mijne po gingen was ik niet in staat hem van dat vreeselijke denkbeeld te bevrijden. Dagen gingen voorbij gedurende welke wij door tegenwinden uit den koers raakten, maar de detective had mij nu niets te vertellen, ofschoon bij zeide, dat hij spoe dig in staat zou zyn om de zaak te verklaren. Het was een vreemde zaak. Nooit was mij zooievs overkomen, noch iets dat er in de verte maar op geleek, op welk schip ik ook had gevaren. De passagiers waren eveneens verbijsterd zij spraken over niets anders. Wat Tom betreft, hij werd steeds bleeker, magerder en treuriger eiken dag. Ten laatste op een namiddag, toen wij de haven van New-York binnenkwamen, snelde hij op mij toe en zeide op fluiste renden, gejaagden toon/,Het is zooals ik dachtSpoedigIk moet u iets laten zien Maak geen leven Ik volgde hem. Wij droegen beiden lichte pantoffels en traden zonder ge rucht te maken de kajuit binnen, die Miss Merwin had bewoond. Hij wees op een scheur, die men blykbaar in het beschot had gemaakt, en er doorheen ziende, zag ik den detective in de aangren zende kajuit, nedergeknield bij zijn ge opend valies, waaruit nu de twee halve laarzen staken ik kon mij er niet in vergissen die miss Merwin had ge dragen. Voor hem uitgespreid lagen de effecten ter waarde van vijf duizend dollars blijkbaar die, welke mijn zoon aan de jonge dame had gegeven z/Ge ziet het," fluisterde hij. ,/Had ik f-oon gelijk Hij heeft haar vermoord en beroofd Hoe zacht ook gefluisterd, had de man het blijkbaar gehoord, want by stopte de halve laarzen en daarna de papieren vlug in het valies weg, dat hij daarna sloot. Voor ik het kon verhinderen, .vloog Tom naar buiten en met zulk een ge wold tegen de deur van den detective, dat het slot brak en hij de kamer binnen drong. Hij wierp zich op den man en greep hem by de keel, waarop de kerel een dolk trok, on in zijn nuttelooze pogingen om zich ervan te bedienen want ik hield zijn pols vast en ontwa pende hem viel zijn baard af, die was dus val&eh en op 't zelfde oogenblik scheurde zijn overhemd geheel open. Toen uitten Tom en ik tegelijk een kreet van verrassing, daar wy zagen dat de vermeende detectïeva eene vrouw was van minstens vijf en dertig jaar of, met andore woorden, het was miss Mer win zelf, die, thans ontdaan van de cos- metieken en andere hulpmiddeltjes, er met haar jeugdige kleeding veel jonger had uitgezien, dan zij werkelijk was. Nu begreep ik de geheele zaak. Deze vrouw, vermoedde ik, was inderdaad Mary Youngson, de moordenares, want baar gelaat en lengte beantwoordden vol komen aan de beschrijving, die ik van haar haden wij vonden, terwijl wij naar de effecton van mijn zoon zochten, in haar valies eenige artikelen, dia haar naam droegen, en andere gemerkt met die van haar slachtoffer. Inderdaad bekende zij later, terwijl zij ziek was, Mary Youngson te zyn. Haar motief om zich te vermommen was dui delijk. Zij had gevreesd, nadat ik de vreemde verkorting van haar gestalte had gemerkt, dat ik zou vermoeden, wie zy werkelijk wasen bovendien, de list zou, zooals •sij t;acht, bu&ï' uea ia beter in slaat stellen om Tom to ontloopen met zyn 5000 dollars. Het geheim waardoor zij er als miss Merwin zooveel langer had uitgezien, dan zij werkelijk was, vonden wij ia haar halve laarzen, die evenals dezulke welke door acteurs van beroep worden gedragen, van dikke kurken zolen waren voorzien, om op het tooneel hun gestalte meer te doen verheffen. Dien nacht, dat ze mij door hare verschijning zoo verwonderde, had zy in de drukte en de verwarring vergeten hare halve laarzen voor hare pantoffels te verwisselen. Het is wel niet noodig om te zeggen, dat het bevelschrift van den detective door haarzelve was geschreven en getee- kend en ook niet, dat Tom thans een afschrik van die vrouw had en geheel genezen was van zijne verliefdheid. Later stierf zij aan een gevaarlijke koorts, toen zij als gevangene naar En geland werd overgebracht on ontkwam dus op deze wijze aan de straf, die zy voor haar afschuwelijke misdaad wel verdiend had. Wij vernemen, dat van H. M. de Koningin-Regentes en van H. M. de Koningin feelangrijke giften zijn inge komen hoor het gedenkteeken op het graf van Ter Haar te Rozendaal. (N. R. C.) Do Regeering ontvingvan de koloniale staten van Suriname het volgende telegram Donderdagavond 1. Na ovatie negers aan goeverneur (hebben) benden (de) oproerige bewegin gen van gisteren ernstiger voortgezet. Winkels en kantoren gesloten, politie gewond (en) machteloos, toestand beden kelijk. Wij verzoeken (u den) goeverneur bij telegram te gelasten (deD) procureur- generaal niet verder te verhinderen in handhaving (der) orde (en) beveiliging personen en goederen (en om) procurenr- generaal te machtigen in te roepen mili taire hulp. Koloniale Staten. Juda. Granada. 2. Vrijdagochtend: Sedert eergisteren rustverstoring wegens statenfeest ontstaan door voortdurend handelen door procureur- generaal tegen mijne bevelen in verstand houding met de staten, beide dagen ge lukt herstel der orde door persoonlijk optreden en zonder bloedvergieten, rust- j verstoringen waren tot gisteren van geen bedenkelijken aard. Sedert gisteren 4 ure was de rust geheel hersteld. Nacht vol maakt rustig. Politie heeft hedenochtend .weder gehandeld tegen uitdrukkelijke bevelen. Rustige marktbezookers geweld dadige weggedreven en een neger door politie-commissaris doodgeschoten. Thans toestand niet zonder zorg. Herstel der orde opgedragen aan zee- en landmacht samen met politie. Ik sein nader. Lohman. Door B. en W, van Amster dam is een uitvoerig rapport uitgebracht op adressen om asphaltbestrating. Zij verklaren zich beslist voor het asphal- teeren van de voornaamste winkelstraten, welke tevens verkeerswegen tusschen de verschillende deelee der stad zijn. De tijd voor proefnemingen is dus te Am sterdam al voorbij. In een bylage worden niet minder dan 29 straten aangewezen, die voor asphalteering in aanmerking be- hooren te komen. De kosten worden be rekend op f 31,6.090. Iu verband met de a8phalteering behooren een 52 tal brug gen te worden verlaagd, hetwelk een uitgave van 446,000 zal vereisehen. Naar wij vernemen, is aan do nieuwe cellulaire gevangenis op den AmstelveeDSchen weg bij Amsterdam een ernstig gebrek ontdekt. Het moet nl. gebleken zyn, dat de gevangenen met elkaar kunnen spreken door de ventila- tiebuizen. Een gesprek met luider stemme door hen gevoerd kan zelfs door iemand, die buiten bet gebouw staat, gehoord worden. {RU.) Te Deventer kwam dezer dagen by |den manufacturier H. B. een als heerboer gekleed persooD, die zeide genaamd te zijn J. Gerritsn en te wonen te Wilp. Daar hij zou gaan trouwen, kocht hij een bed met peluw en 4 kus sens en nog ander beddegoed. De win kelier noodigde hem in zijn woonvertrek, om er eene hartversterking to gebrui ken, en liet hem tevens eene sigaar op steken. Daarna kocht de klant een trouwpak en een tricot onderpak, alles te samen voor f 103. Het onderpak zou hij maar meenemenhet andere goed zou hij later komen halen en dan tegelijk de rekening vereffenen. Tot nu toe is hij echter nog niet teruggekomen, en uit een onderzoek is gebleken, dat te Wilp geen ongehuwde J. Gerritsen woont. Leger en Vloot. Aangaande de oorlogsorganisatie van het leger is nog bepaald, dat, ingeval bij mobilisatie van het leger ov^r zeven lichtingen van de militie te .land k?.n worden beschikt, bij elk dor regimenten infanterie zoo spoedig mogelijk na de oprichting der depots, hetzy aanvanke lijk één reserve-compagnie, hetzij reeds dadelijk een reserve-bataljon zal worden gevormd. De minister van Oorlog is gemachtigd de bestemming en het gebruik van de reservetroopen te regelen. Zoodra mogelyk en uiterlijk op den 3on dag na dion, waarop de buitenge wone oproeping der militie is bevolen, zullen tijdelijk worden opgehevende normaal schietschool, de rij- en hoef- smidschooljde commissie van proefneming, de directie der militaire verkenningen, de cursussen bij de militaire hospitalen, het instructie-bataljon, de art. schiet school, óe instructie-compagnie en batterij, terwijl de werkzaamheden geschorst worden aan de militaire inrichtingen van onderwijs en aan de pupillenschool. Met het bevel in de militaire afdee- lingen, ingeval van mobilisatie van he.t leger, zullen tijdelrk afzonderlijk daartoe aan te wijzen opper- of hoofdofficieren worden belast, aan wie tijdelijk kapiteins of ritmeesters van een der wapens wor den toegevoegd. Met de leiding van het toezicht over de remonteering der cavalerie cn over die der bereden artillerie kunnen, inge val van mobilisatie van het leger, worden belast, daartoe door den minister van Oorlog aan to wijzen hoofdofficieron der cavalerie en der bereden art., die als zoodanig den titel zullen voeren van //directeur van hot remoDtewezen voor de cavalerie" en idem voor de bereden artillerie. Deze hoofdofficieren zullen als zoodanig worden gevoerd bij den staf van het wapeD, waartoe zij behooren en hunnen dienst verrichten overeenkomstig eene hun door den minister van Oorlog te ver strekken instructie. De standplaatsen van de depots der korpsen van het leger op voet van oorlog zijn eenigszins gewijzigd. Rochefort en Isaac hebben geprobeerd tc vechten, maar de politie heeft hen gescheiden. Zij wachten nu to Brugge. Dit is het laatste berichtdat de Indépendance Woensdagavond uit Ostende ontving. Vóór dien heette het dat er van het duel afgezien was, omdat de wederzijdache getuigen, de hollaudsehe en de belgische grenspolitie te goed op haar post gevonden hadden. Maar er werd by gemeld dat Rochefort aan Isaac Toen mijn schip, de Hermionewerd uitgerust voor eene reis van Liverpool naar New-York, werd ik gewaarschuwd om niet als passagier aan boord te ne men zekere Mary Youngson, die haar zieken man, die veel ouder was dan zij en dien zij verpleegde, door veFgif om het leven bad gebracht, zich van alle geld en geldswaarden had meester ge maakt en toen uit de voeten. Men dacht dat zij beproeven zou, Engeland op het een of andere uitzeilende schip te ver laten en naar Amerika te gaan, daarom onderzocht ik de passagiers, acht in ge tal, nauwkeurig, toen zij in een bootje aan boord werden gebraoht. Teen zij op 't dek stapten, was het voor mij eene verlichting, te bemerken dat geen hunner overeenstemde met de beschrijving, die ik van Miss Youngson had gekregen, welke, naar my werd mede gedeeld, eene gchoone vrouw was, van ruim 35 jaar, ongeveer vyf voet zes duim lang en eenigszins gezet, met bruin haar, donkere oogen en een zachten teint. Zij was huitenslands geboren en opge voed, maar haar vader was een En- gelschman en een liefhebber tooneelspe- ler geweest, van wiea zij een merk waardige behendigheid had geërfd, de measchen in haar karakter te bedriegen. Twee van de vrouwelijke passagiers, die nu aan boord kwamenwaren getrouwde dames en van een donker uiterlijk en waren ook twee jonge vrou wen van ongeveer 21een zekere miss Lorton. bleek en tenger en de andere, miss Merwin. lang en slank, oogen- schynlyk niet minder dan 5 voet 9 duim, met het meest kinderlijke, on schuldige uiterlijk voor iemand van haai' leeftijd, als ik ooit had gezien. Zij had bruin haar en oogen, kinderlijke trekken en zachte, welgevormde wangen, v/aarop onophoudelijk een glimlach zetelde. Teen zij haar laDgen japon opnam zagen wij dat zij inplaats van schoenen of laarzen, halve laarzen, zooale bij tooneeispelers in gebruik, droeg, van z&obt leder, die geen gerucht maakten, als aij liep. Later hoorden wij, dat zij ze droeg omdat zij kort geleden haar vooi had verstuikt en nog geen hard leder kon verdragen. Van het eerste oogenblik af bemerkte ik dat mijn zoon Tom, een jonkman van vijf en twintig cn eerste stuurman, zeer door dit meÏBje werd geboeid en wij waren niet weinig verrast, een week nadat wij uitgezeild waren, te vernemen, dat hij baar hand gevraagd en verkregen had. nZy is zoo onschuldig en geestig, zoo vrij en dartel als een kind," zeide hij, «dat ge terstond in haar hart kunt le zen Wij zullen trouwen als wij te Li verpool zijn toruggekeerd, ten huize van haar tante, die haar afwacht. Met haar gewone kinderlijke vrij moedigheid deelde ze mij mede, dat ofschoon zij een klein fortuin in 3 pCts. heeft, haar door haar vader nagelaten, die koopman was, zij op 't oogenblik slecht bij kas is, hetgeen haar verhin derd aan land eenige inkoopen te doen, die voor een bruidsuitzet zoo gewenscht zyn. Ik was door baar verlegenheid zoo getroffen en verblind door de kinderlijke eenvoud, waarmede ze mii dat vertelde, dat ik terstond naar mijn kajuit ging en haar de 5000 dollars in effecten gaf, die zy noodig had, zijnde mijne spaarpen- penningen, met aanwyzing waar zij ze kon deponeeren en ervan nemen wat zij noodig had." //Waarom hebt ge me dat niet eerder gezegd riep ik eenigszins ontstelt uit. nWaarom," antwoordde bij. //Welwezijn immers verloofd cn dat is in geldzaken hetzelfde alsof wij getrouwd waren." Hij ging naar beneden, en ik bleef lang in het heldere maanlicht zitten na- denben over die haastige en dwaze han delwijze, to»n ik plotseling werd opge schrikt door een kreet van den man op den voorplecht //Zeil! recht vooruit!" De vreemdeling een groot schip wenddo de steven, zoodat ik niet aar zelde of het zou ons voorbijzeilen maar toen het dichterby kwam, draaide de man aan 't stuurrad zijn wiel te traag, zyn steven wendde af maar zijn boeg spriet kwam onder den mijne en brak die at met groot gekraak. Er ontstond een hevig rumoer en groote verwarring aan boord, terwijl wij alles deden om de twee schepen los te wer ken en verdei e schade te voorkomen, te midden waarvan verscht-idene passagiers kwameD aanhollen, eenigszins verschrikt, om te zien wat er aan do hand was. //Het is niets; 't is al in orde!" riep ik uit, om hun gerust te stellen, terwijl het andere schip van or.8 afwendde. Miss Merwin was uit den campagne- weg gekomen, en toen ik haar bekeek,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 5