GEMENGD NIEUWS.
In handen van roovers.
De revolutie in Chili.
dag komt. Om zeer grondige redenen ia
echter van dit denkbeeld afgezien.
Minister Kruys doet inmiddels wat
hij kan, om onze vloot tegenover den
keizer van Duitschland zoo indrukwek
kend mogelijk te doen zijn.
Aan de universiteit te Am~
sterdam bevorderd tot doctor in de ge
neeskunde, op proefschriftEen duizend
gevallen van Urethritis, de heer J. G.
Fijan, arts, offieier van gezondheid 2e
klasse, geboren te Bergschenhoek.
Bevorderd te Leiden to
arts de heeren G. A. E. Broese van
Groenou en J. H. an Dorsten geslaagd
bij het eerste gedeelte de heer P. P.M.
C. Murray.
Het toelatings-examen voor
den artillerie-cursus te Delft en voor den
voorbereidenden curcus der Militaire
School te Haarlem, zal dit jaar van
tot en met 29 Augustus te Delft worden
afgenomen.
Meer dan 600 Israëlieten
uit Rusland verdreven, zijn Vrijdag te
Rotterdam aangekomen, en zullen mor
gen direct per stoomschip Spaarndam van
de N. A. S. M. naar New-York ver
trekken. Het aantal tusschendeks passa
giers is zoo groot, dat ongeveer 400
moeten achterblijven. De Edam, welke
10 Juni naar Baltimore gaat, zal de
achtergeblevenen medenemen en te New-
York aan wal zetten, om van daar naar
Baltimore door te varen.
De delftsche politie heef
Vrijdag aangehouden A. M. S., wed,
J. G. W., bijgenaamd Snapske, oud 68
jaar, koopvrouw, bij vonnis van het kan
tongerecht te '8 Hage bij verstek ver
oordeeld tot eene hechtenisstraf van
wekeD, met last tot plaatsing in eene
rijkswerkinrichting voor den tijd van
maanden, wegens dronkenschap bij her
haling.
Door dezelfde politiet
aangehouden T. W. V., bleekersknecht,
door de arrondissemonts-reehtbank
Rotterdam veroordeeld tot 2 jaar gevan
genisstraf, wegens mishandeling, twee
maal gepleegd, en wiens opsporing en
aanhouding was verzocht in het
meen Politieblad.
Onweders. Dinsdag
Woensdag heeft te Mainz een hevig
onweder gewoed. Nadat Dinsdag de
bliksem op drie plaatsen aldaar, als
ook in de katholieke kerk aan de
overzijde, en te Jloinbach op twee
plaatsen was ingeslagen, volgde
Woensdagnamiddag een storm en wolk
breuk, waardoor in de omstreken groote
vernielingen zijn aangericht. Nabij Zahl-
baoh is onder anderen eene nieuwe steenen
brug weggeslagen en een dyk op vier
plaatsen doorgebroken. Tevens is in de
Gustav3burger haven de bliksem in een
schip geslagen, hetwelk een lading van
12,000 centners steenkolen, hars en petro
leum aan boord had, waarbij zulke hevige
ontploffingen zijn gevolgd, dat tot in
Weisenau de ramen der huizen er van
dreunden. Gelukkig dat men er in slaagde
de nabijliggende schepen spoedig te ver
wijderen, waarna het brandende schip,
hetwelk in het achterste gedeelte der
haven lag, naar builen werd gesleept.
Onder anderen wordt van Dinsdag nog
gemeld, dat te Austerlitz de bliksem in
de synagoge is geslagen en er groote
schade heeft aangericht, terwijl in de
omstreken van Glostowitz en Jakier eene
wolkbreuk met hagelslag de velden en
wegen zwaar heeft geteisterd.
Eene b c 1 a 11 g w e k k e n d c proef-
liemiug' had op de telephoonlijn Mün-
chenNürnbergWürzburg plaats. Ter
wijl namelijk in het Müochener hoftheater
de opvoering plaats had van Richard
Waguer's „Tristan en Isolde," werd de
schouwburg met het telephoon-net naar
Nürnberg en Würzberg verbonden. Op
beide plaatsen luidde het oordeel over
de overbrenging van de instrumentale
muziek zeer bevredigend, daarentegen liet
de overbrenging van het gezang nog hier
en daar te wenschen over, doch men
hoopt ook dit te kunnen verhelpen.
Naar uit Kieff gemeld
wordt heeft de uitdrijving der joden
aldaar een zonderling' gevolg. Bijna
alle muzikanten der schouwburgen, con
certen enz. dier stad, zyo joden. Men
heeft ze al te zamen uit de stad gezet,
krachtens de wet, die den joden verbiedt
de voornaamste steden van Rusland te
bewonen.
De russische opera van Kieff, evenals
al de andere schouwburgen en concert-
huizen, bevinden zich thans zonder or
kest. De inwoners hebben aan den czaar
een smeekschrift gezonden, ten einde het
behoud hunner muzikanten te bekomen
zij hebben echter 6en weigerend antwoord
ontvangen.
De heer Gerlach, een der duitsche
reizigers, die op den spoorweg in Turkije
door eene rooverbende zijn overvallen,
met drie rei3genooten te Berlyn aan
gekomen en meldt omtrent het gebeurde
het volgende
„Den 31 Mei des avonds 8.15 reden
wij met den gewonen sneltrein uit Con-
stantinopel af. Ons reisgezelschap be
stond uit 12 personen en mij. Wij wer
den verdeeld in twee waggons. Het ge-
heele gezelschap reisde le klasse. Bui
tendien waren er in denzelfden waggon
eene afzon :erlijke coupé nog drie
passagiers 3de klasse. Twee leden van
ons gezelschap hadden met twee andere
heeren gebruik gemaakt van een slaap-
waggon. Met inbegrip van de 3de klasse
zullen er 40 a 50 personen ia den trein
hebben gezeten.
Des avonds ten 11.50 werden de
passagiers, die allen in diepen slaap
door een hevigen schok gewekt.
Ik zat in den laatsten waggon, alwaar
de schok minder merkbaar was, terwijl
daarentegen de personen in den eersten
waggon eenige onzachte stooten kregen,
ofschoon zonder nadeelig gevolg. Ik sprong
dadelijk op, opende het raampje en hoorde
aan de voorzijde van den trein een wild
rumoer. Ik hield dit voor een twist
onder het spoorwegpersoneel, en zelfs
toen er eenige schoten vielen kwam ik
en kwamen ook de andere passagiers
nog niet op de gedachte dat wij door
roovers werden overvallen.
„Het was stikdonker, de maan zou
eerst ten 2 ure opkomen. Ik verliet
mijne coupé en stapte langs den trein
tot bij de locomotief, zonder door iemand
daarin te worden verhinderd. Le loco
motief, de tender en twee bagagewagens
lagen omverde twee volgende waggons
(eene tweede- en derde-klasse) waren
uit het spoor geraakt en eenigzins scheef
elkaar gewrongen, terwijl de daar-
pvolgende slaapwaggon slechts half uit
het spoor stond. De voorste wand van
dezen waggon, alwaar de heer en mevr.
Meyersfeld uit Brunswijk hunne plaatsen
hadden, was ingedrukt, doch zonder dat
een van beiden letsel had bekomen.
„Toen ik van de locomotief terugging
hoorde ik een schot en terstond een
jammerkreet, waardoor de meeste passa
giers, die in het donker heen en weer
liepen, eerst begrepen dat er een aanval
plaats had. Het is later gebleken dat die
gekwetste een spaansche jood uit Adria-
nopel was, die geweigerd had, zijne
voorwerpen van waarde aan de roovers
te geven. De roovers, waarvan wij er 6
a 8 ïo het gezicht kregen, waren gewa
pend met dolken en geweren, en hadden
met hunne handlangers, die in de nabij
heid van het kreupelhout op den lo r
hadden gelegen, vóór de komst van den
trein ongeveer 15 spoorwegwerkers ge
boeid, ten einde de rails te kunnen ver
nielen.
„De roovers maakten zich eerst meester
van den hoofdconducteur, na hem de
geweerkolven te hebben gestompt. Zij
dwongen hem, bij de berooving als tolk
te dieaen en gingen met hem van de
eene coupé naar de andere, terwijl zij
zeiven met geveld geweer voor het
portier gingen staan en door hem de
voorwerpen van waarde lieten opeisehen
Alle heeren begrepen terstond dat elke
tegenstand ten eenenmale nutteloos zou
zijn en voldeden derhalve uit nsod aan
den eïsch. Van de eerste heeren verlangden
do roovers alleen de horlogiën en het
geld. Opmerkelijk is het, dat zij niet
na8r ringen en dergelijke dingen vroegen
en zelfs den door mevr. Solitander
vertoonden ring afwezen. Geld eischten
zij by de volgende reizigers ook niet
meer, omdat zij bij inzage van de
portemonnaies der eerste heeren alleen
duitsch geld hadden gevondeD. Van mij
verlangden zij enkel mijn horloge. Het
verdere voor de reis benoodigde geld
had ik verborgen en in mijne portemon-
naie had ik slechts 100 francs
goud.
„Beroofd werden alleen de passagiers
le en 2o klasse. Die van de 3e klasse
werden niet lastig gevallen. Tijdens de
roofpleging koos de aanvoerder der bende
ijf passagiers uit, die hem het meest
welgesteld toeschenen, en gaf hun bevel,
af te stappen. Wij meenden toen, dat de
roovers hen slechts Dader wilden visiteeren
om naar geld te zoekendoch uit de
gesprekken, die nabij den trein plaats
hadden, begrepen wij dat zy als gijzelaars
medegenomen en slechts tegen losgeld
vrygelaten zouden worden. Nadat nu de
rooverhoofdman had geconstateerd dat
de gevangenen Duitschers waren, werd
aan een dezer heeren opgedragen, het
volgende op een blaadje papier te
schrijven.
„Aan het duitsche consulaat te Con-
stantinopel.
„Wy, Moritz Israël, Berlijn Belle-
vuestrasse 18Oscar Graeger, Berlijn.
Stralauer-Platz 5 Oscar Kotsch, Zorbig
(district Bitterfeld) Albert Maquet,
Siegelsdorf (distr. Bitterfeld) en Franz
Kiak, engelsch gezantschap te Constan-
tinopel, zijn gevangen genomen er wordt
een losgeld geëischt van 200,000 francs,
te zenden naar Kerbelisse. Anders wor
den wij doodgeschoten. Dringend verzoe
ken wij, het geld te zenden. De heer
Israel en de heer Maquet zijn alleen in
staat het te betalen. By het verschijnen
van militairen of politie worden wij
omgebracht."
„Dit stuk werd den hoofdcondueteur
ter bezorging overgegeven. Daarentegen
namen de roovers thans den machinist,
een geboren Zwitser, Freundinger ge
naamd, als tolk gevankelijk mede. Terwijl
zij al dien tijd met zekere hoffelijkheid
waren te werk gegaan, verganden zij den
machinist thans ook nog, uit den trein
zijne tabak mede te nemen. Daarna gin
gen zij op hec turksche commando „haidi!"
van hunnen aanvoerder op weg. De aan
voerder werd als kapitein aangesproken.
Bij het heengaan der bende was het nog
zoo donker, dat men niet kon zien in
welke richting zij zich werkelijk verwij
derde.
„In den trein bevond zich ook een te
Adrianopel woonaektigespoorwegbeambte.
Deze liep naar het station Sinikli een
afstand van 8 kilometers terug om
vau daar alarmsignalen te geven. De roof
en gevangenneming hadden echter slechts
een half uur geduurd, en hulp kwam dus
te Iaat. Eerst des morgens tegen 4 ure
kwam er een trein met spoorwegperso
neel van den anderen kant aan, en nadat
wij nu in den te gemoet komenden trein
waren gestapt, bereikten wij binnen 15
minuten het station Tscherkesakoi, al
waar wij van het gebeurde telegrafisch
bericht konden verzenden. Ik verzocht
den stationschef, den inhoud van den
brief der gevangenen naar Constantinopel
aan het duitsche consulaat te doen over
seinen, hetgeen ook terstond werd g
Tevens nam ik een plaatsbiljet om, ten
behoeve der gevangenen, met den eerst-
volgenden treiu zelf naar Constantinopel
te gaan, terwijl de leden van het gezel
schap naar Adrianopel wilden gaan en
mij aldaar zouden opwachten.
„Tegen 8 uur 's morgens verliet ik
Tsoherkesskoi en moest onderweg de plaats
van het voorgevallene weder voorbij. Al
daar waren toen juist de heeren Israël
en Kiak aangekomen, die mij verhaalden
dat zij door de roovers waren terugge
zonden. De heer Kiak was geheel en al
vrij gelaten, maar aan den heer Israël
was opgedragen, te Constantinopel het
losgeld te gaan halen en het zelf naar
Kirkeiisse te brengen. Dit had hij zijnen
iegevangenen, alsook den „kapitein"
ep handslag moeten verzekeren.
De gevangenen hebben vier uren
moeten .loopen, maar hun werd geene
enkele mishandeling aangedaan zelfs
werden zij beleefd op ververschingeu
onthaald. Daar de heer Israël verzekerde,
te Constantinopel voor het noodige te
zullen zorgen, kon ik naar het gezelschap
te Adrianopel terugkeeren. Den heer en
mevr. Solitander en mevr. Graeger heb
ik toen in het hotel-Djernik, alwaar
duitsch wordt gesproken, achtergelaten
en met de overige leden van het gezel
schap de terugreis aangenomen".
zeld van den vrederechter, uit naam van
den minister van Justitie en van den
voorzitter der rechtbank van het Seine-
arrondi88ement, officieel beslag gelegd op
het pantserschip Capitan Prat en den
kruiser Presidente Pintobeide gebouwd
voor rekening vsn het Chili-goeverneme«t
en zeilrêe liggende op de werf der Société
des forges et Chantiers de la Méditerra-
née te Toulon. De Presidente Pinto had
een deel harer bemanning reeds
boord. De beslaglegging geschiedde krach
tens een vonnis van de reehtbank ge
wezen op verzoek van de gemachtigden
der opstandelingen party te Parijs.
Een derde schip, de Presidente Erra-
zuriz ligt te Havre. Het lijdt geen twijfel
of ook deze zal aangehouden worden, op
grond van het volkenrechtelijke beginsel,
dat bij het bestaan van een revolutio
nairen toestand in eenig land, ieder on
zijdig goevernement gehouden is te waken,
datgeen der strijdende partijen onderstand
verleend worde, ïn welken vorm eok, door
of van wege zijne onderdanen.
Of dit beginsel zóo ver gaat, dat zoo
danige onderstand, in den vorm van een
schip met oorlogsbehoeften of gewapen-
den aan boord, nog door de neutrale
r8ge6ring achterhaald moet worden nadat
het schip hare havens reeds verlaten
heeft, daarover zijn op dit oogenblik
ïn de Vereenigde Staten de gevoelens
verdeeld. Men weet dat de staats-secre-
taris Blaine en de minister van Marine
het contrebande-schip Ita'a, nadat het
■0 gekozen had, een oorlogsschip ach
terna gezonden hebben. Maar dit is, be
weren de oppositiebladen, meer dan het
volkenrecht verlangt of wettigt, en de
staats-secretaris heeft, leggen zij hem ten
laste, de neutraliteit geschonden. Op
grond van het straks genoemde beginsel
heeft, na den amerikaanschen burgeroor
log, de regeering der Yereenigde Staten
eeoen eiech van schadevergoeding inge
steld tegen Groot-Brittaüniedewijl
kaperschepen der Geconfedereerden in
havens van het Yereenigd Koninkrijk
waren uitgerust en van benoodigdhedeu
voorzien. Het scheidsgerecht te Genève
heeft dien eisch toegewezen op grond
dat de britsehe regeering verzuimd had
het uitvaren der kapers te beletten
maar van eene verplichting om hen,
eenmaal uitgevaren zijnde, in zee nog
na te zetten, is nooit sprake geweest.
Reuter kwam met een kort telegram
over het zeegevecht te Chanaral, waar
de amerikaan8che bladen reeds kolom
men vol over hebben. Zooals reeds ge
meld werd, heefc het schip der opstande
lingen, de Magalhaeseene beslissende
overwinning behaald op de drie kanon-
neerbooten der presidentspartij, die het
op de reede kwamen aanvallen. Het moet
een woedend gevecht geweest zijn, waarin
de Magalhaes aanvankelijk bijna weerloos
tegenover hare kleinere, doch van
verschillende kanten haar bestokende vij
anden. Eerst Dadat de Magalhaes door
eenige gelukkige schoten hare tegenstan
ders belangrijke averijen had toegebracht
herstelde de kans zich. Een oogenjlik
verkeerde de Magalhaes nog in groot
gevaar, toen eene torpedo, door de Al-
marante Lynch afgeschoten, recht op haar
aankwam. Maar een groote kanonskogel,
voor de torpedo bestemd, plofte op zijde
van deze in het water en maakte dat
het moordtuig van richting veranderde
en eene onschuldige engelache koopvaar-
dijbark, de Bertha E, midden in de zijdi
ging treffeD. De mannen van de Bertha E
die zich in het ongewone schouwspel van
eenen zeeslag op de reede verlustigden
hadden nog juist den tijd om, terwijl het
schip onder hunne voeten wegzonk,
overboord te tjompen maar twee arme
kerels, die in het ruim bezig waren
verdronken.
Een kranige streek wordt van
van de mannen van de Magalhaes be
richt. In hot heetst van het geveöht,
juist toen het groote schip er in ges
was zijne breede zijde, met de volle
batterij, naar éen zijner bespringers te
keeren, schoot een kogel de nok van de
ra af, waar de vlag van de Mag<
aan vastgemaakt was. Fluks sproDg een
van de matrozen haar na, en in een
kogelregen werd de dappere man en zij;
kostbare last, onder de toejuichingen
zijner scheepsgezellen, met touwen weder
aan boord gehaald.
De drie kanonneerbooten zijn zwaar
gehavend afgedeinsd, en worden thans
te Valparaiso in orde gebracht vooreen
nieuwen tocht. Ook de Magalhaes zal
spoedig in staat zijn hen opnieuw te
staan. Van hare bemanning werden er
22 gedood en 60 gewond. De verliezen
der presidentsschepen vinden wij niet
opgegeven.
De hoop, dat de presidents-marine door
de drie nieuwe, in Frankrijk gebouwde
oorlogsschepen versterkt zcu worden,
moet Balmaceda opgeven. Den 2n dezer
heeft de procureur der republiek, verge-
VARIA.
Rechter tot een gevangene, die als
vagebond is opgepakt. Je bent dus
tourist, zeg je Hoeveel geld heb je dan
dén zak?
Zeventien centen, edelachtbare.
Dan moet ik je als landlooper ver-
oordeelen. Eerst boven zestig cents spre
ken wij van touristec.
„Dora, onze huishoudster Susanna gaat
trouwen," zei een weduwnaar tot zijn
tienjarig dochtertje.
„O, hoe heerlijk dat we die heks kwijt
raken," riep Dora. Wat zal 't hier prettig
worden, als die oude pelikaan weg is.
Met wien trouwt ze
Dö vader benepen „Wel, met... mij."
vader van Bertha Gooseman leest dief]
krant en die ziet nu de advertentie i
denkt, dat ik wel rijk moet wezen om|j
zooveel geld te kunnen verliezen en cl
geeft hij mij zijn dochter.
Zoo, zoo. Van wie heb je Het geld 1
gekregen om die groote advertentie tc|
betalen
Wel, van Bertha, het lieve kind,|
Een italiaansche bankiersfirma heeftl
tegen een duitsehen journalistdief
haar naar zij meent, belasterd heeft,
een eisch tot schadevergoeding ingesteld,f
Zy verlangt betaling van een millioenl
mark (600.000 gulden). Als een persmanT
die vijf cents per regel krijgt, zulk eenl
som wou overleggen, zou hij ongeveer!
9000 jaar moeten leven.
Een kleine jongen, die een tydlangl
logeerde bij een gierigen oom, ging eens!
met dezen uit wandelen en zag onder-li
weg een hazewindhond, die naar hemi
toekwam en hem de handen likte. Del
kleine joDgen, die nog nooit een haze-|
wind had gezien, sloeg zijne armen oral
den hals van het dier en zei, vol mede-f
lijden
„Och, hondje, hondje, woon je ook bijl
je oom, dat je zoo mager bent?"
In de eDgelsche werkhuizen kunnen!
man en vrouw, als zij dat verlangen, nal
hun zestigste jaar samenleven. Hoogst!
zelden wordt daarvan echter gebruik ge-1
maakt, de oudjes zeggen gewoonlijk:!
„och, we zijn al zoolang samen geweestI
of: „hijheeft zoo'n slecht humeur;" ook!
wel „zij heeft zoo'u vervelende kuch I
Huwelijkstrouw, waar zijt gij
De beroemde schilder Meissonier wasl
een groot liefhebber van zyn tuin. Hij I
had een ouden tuinman, een volmaakt I
botanicus, die nog nooit aan zijn heer I
had behoeven te zeggen „ik weet het I
niet."
„Nu zal ik hem toch eens te pakken I
nemen," zei eens de artist tot eenige I
vrienden die bij hem aten en liet I
hun een klein pakje zien. „Dit is de
gedroogde hom van een haring."
Hij liet den tuinman komen en vroeg I
hem of hij dat zaad kende. „O, jawel,"
zei de man, „dat is zaad van de polpus
fluseimus, een seer zeldzame plant." I
„Hoeveel tyd heeft die noodig om op te I
komen?" vroeg Meissonier.
„Veertien dagen," zei de tuinman.
Twee weken later had Meissonier het
zelfde gezelschap ten eten gevraagd. I
Toen de maaltijd geëindigd was, werd
de tuinman aangediend. „Het zaad is
opgekomen, meneer," zei hij ernstig.
Meissonier keek hem aan en zei toen,
ietwat verbluft: „komaan, laten we dat I
natuurwonder eens gaan zien
In den tuin lichtte de tuinman het
deksel van een broeikas op en de ver
baasde toeschouwers zagen een dubbele
rij haringkoppen, die uit den grond
staken en elk een uitje in den bek hadden.
Meissonier gaf den man op staaudon
voet zijn ontslag, maar nam hem den
volgenden dag weer terug.
Bismarck heeft gezegd, dat als hij nog
tien jaar leeft (waarom niethij bij
zijn leven nog zijne gedenkschriften zal
uitgeven.
„Ik kan wel zoowafc nagaan wat men
erover zal zeggen," zei hij „en als ik
dan dood ben, zou men mij vrij kunnen
zwart maken en bekladden. Daarom wil
ik ze bij mijn leven uitgeven, om op
alle aanvallen te kunnen antwoorden."
De bekende komiek Veltman moest
eens in een zijner „verraaiersrollen" geld
uitbetalen aan den held van het stuk.
Veltman deed dit om den indruk te
verhoogen echter zoo langzaam, dat het
publiek dat neertellen van rijksdaalder
na rijksdaalder verveelde en een stem
van de gaanderij plotseling riep„Och,
geef het hem maar in bankpapier
Een schoolmeester vertelde eens, dat
hij er om twee redenen van hield om in
zichzelf te praten ten eerste, omdat hij
het aangenaam vond, te spreken tot een
verstandig man ten tweede, omdat hij
gaarne een verstandig man hoorde
spreken.
Een engelsch officier, kolonel Tanner,
heeft in het Himalayagebergte een
sneeuwval gezien. Dit op zichzelf is niets
bizonders, maar wel merkwaardig is het,
dat die sneeuw neerviel in ballen, ter
grootte van een menschenhoofd, welke
over elkaar heentuimelden.
De sneeuwballenstorfcing hield gedu
rende een kwartier aan en de officier
kon niet ontdekken, hoe de eigenaardige
sneeuwvorming werd veroorzaakt.
Zeg, ik zie daar in de courant, dat
je een portefeuille hebt verloren. Wiens
portefeuille is dat
Wel, de mijne, natuurlijk.
Loop Een portefeuille vol bank
noten en wissels! Do eerlijke vinder kan
het geld houden als hy de papieren maar
terugbrengt. LoopJy ziet geen drie
bankbiljetten in een heel jaar
Neen, dat is ook zoo, maar de
Toen rnon Mozart eens vroeg hoe hij
het orgelspel vond van een zeer onbe
duidend organist, gaf hij ten antwoord
„De man speelt geheel naar bijbelschen
trant: zijn rechterhand weet niet wat
zijn linker doet."
Een jongmensch had eenige gewone
volzinnen tot de door hem aangebedene
gezegd en wilde hare hand vragen, toen
hij uit hare onvriendelijke houding op
maakte, dat zij hem niet gunstig zou
ontvangen. „Ik wou zeggen, juffrouw,
dat ik zeer goed weet, dat het vrouwen
hart een teeder iets is en ik kom van
avond hier om een verkeerden indruk
weg te nemen, dien gij sedert eenigen
tijd naar ik meen, hebt opgevat. Laat ik
u ronduit zeggen, dat ik niet genoeg van
u houd, om u te verzoeken uw lot aau
het mijne te verbindenkortom, ik kan
uwe liefde niet beantwoorden. Mijne at
tenties voor u werden alleen door een
gevoel van vriendschap ingegeven en uw
vriend zal ik altijd gaarne blijven.
Vaarwel 1"
Terwijl hij met eene buiging heenging,
was zij, door verbazing als met stomheid
geslagen, niet instaat te antwoorden
Er zijn in Londen drie sociëteiten
voor dames, eene voor aristocratische
dames eene voor vrouwen, die de aka-
deraie bezoeken en eene voor vrouwelijke
artisten. Alleen de laatste is gezellig, in
de andere twee gaat het lachwekkend
stijf en vormelijk toe. Alle drie weren
zorgvuldig iederen man.
Wat is roem, pa?
Verwaarloozing. zoolang je leeft en
een standbeeld als je dood bent, jongen.
„Het moet toch verbazend moeilijk
wezen om zooiets te sohilderen," zei een
bewonderend bezoeker in het atelier van
een schilder.
„Dwaasheid," zei de artist. „Haast
iedereen kan een schilderij maken, maar
om het dan te verkoopen dat is eigen
lijk de kunst."
„Ik ga bepaald vooruit met pianospe
len," zei Mathilde tot hare vriendin.
„Een week nadat ik mij begon te oefenen,