NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
8e Jaargang.
Vrijdag 12 Juni 1891
No. 2435.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVEETEN TIEN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
Lstteren en Eunst.
FEUILLETONs
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Hontstvaat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen od Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantiera.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland'. Compagnie Génerale de Pvbliciti Btrangère 6. hasl hp g Co., JOHA' F, JONh'fi, SuccJ'ari:* 31 hit Faubourg Montmartre.
Haarlem n Juni 1891.
Vanwege het Ministerie van Water
staat, Handel en Nijverheid werd heden
aan het gebouw van het Prov. Bestuur
alhier aanbesteed.
ie. de voorziening dér Boorden' van
het Noord-hollandsch Kanaal in 4 per
ceelen.
Raming ie perc. ƒ6500, 2e perc.
10.600, 3e perc ƒ12000, 4e perc.
ƒ2400.
Voor 't ie perc. waren n biljetten
waarvan dat van J. Oldenburg te Bergen
het laagst, voor ƒ6000.
Voor 't 29 perc. waren 8 biljetten
waarvan dat van G. Honig te Purmerend
het laagst, voor ƒ9444-
Voor 't 3e perc. waren 5 biljetten
waarvan dat van J Oldenburg te Bergen
en H. Schuit te Alkmaar het laagst,
ieder voor 11.500.
Voor 't 49 perc. waren 4 biljetten
waarvan dat van G. O. van Doorn te
Amsterdam het laagst, voor ƒ2200.
2e. het herstellen van buitengewone
winterschade aan de Rijkszeewerken op
het eiland Wieringen. Raming ƒ5300
Ingekomen 5 biljetten waarvan dat van
C. Kroon te Wieringen het laagst voor
5496.
Heden herdacht G. Slingerland den
dag waarop hij 40 jaar bij de firma
W. H. Jacobs alhier, in betrekking was.
Niet onopgemerkt mocht deze dag
voor den bejaarden, maar toch nog
opgeruimden kameraad voorbij gaan,
vandaar dan ook het donderend hoera
dat opging toen de jubilaris te 9 uren
de fabriek binnentrad. Hij nam plaats
onder een toepasselijk aangebrachte
versiering en werd door den meester
knecht namens allen hartelijk toege
sproken en hem een zeer gepast geschenk
overhandigd. Getroffen dankte de jubi
laris voor deze verrassing. Ook van den
patroon ontving hij den hartelijksten ge-
lukwensch en dat deze het niet bij
woorden liet, behoeft niet te worden
vermeld.
Deze dag heeft den onderlingen ka-
meraadschappelijken geest, die toch
reeds op de fabriek heerschte, weer
flink verhoogd.
De keizer van Dnitschland
zal met zijne gemalin, bij zijn bezoek
aan Amsterdam een kort uitstapje maken
naar 's Hage en Scheveningen en daarna
per spoortrein naar Rotterdam komen,
een rijtoer door de stad doen en van
daar per jacht vertrekken. HPT MM.
Koningin Wilhelmina en de Koningin-
Regentes zullen het keizerlijk echtpaar
uitgeleide doen tot Rotterdam.
BI ij kens het eerste verslag
van de Vereeniging .tot opvoeding en
verpleging van idioten en achterlijke
kinderen, worden thans reeds 10 man
nelijke patiënten op het buitengoed
„'s Heeren-Loo nabij Harderwijk ver
pleegd en bestaat het voornemen, wel
dra een tweede gesticht voor vrouwe
lijken patiënten te bouwen, waarvoor de
ontwerpen reeds in gereedheid zijn ge
bracht, terwijl het doel is, allengs ge
bouwen op te richten .voor een drie
honderdtal patiënten.
Directeur der inrichting is de heer
F. Kortlang, secretaris der Vereeniging.
De directeur der we es in
richting te Neerboseh heeft over het
thans afgesloten boekjaar ruim ƒ12000
aan giften en bijdragen minder ontvan
gen, dan het voorgaande jaar.
Men meldt uit Amsterdam:
In de Bloemdwarsstraat heeft Woens
dag in een wasch- en strijkinrichting
een jongmensch op zijn meisje, dat de
verkeering met hem verbroken had,
4 revolverschoten gelost. Het slacht
offer was onmiddellijk dood. De moor
denaar kon slechts met groote moeite
gearresteerd worden, daar het publiek
hem te lijf wilde.
Uit Enk huizen meldt men:
Bijna alle vaartuigen zijn Woensdag
in de haven teruggekeerdvan som
mige is bericht ontvangen, dat zij in
andere havens eene toevlucht hebben
gezocht. Een Enkhuizer botter is op
het zand geslagen en lek gewordende
bemanning is gered.
De schade aan verloren netten be
draagt duizenden guldens.
Woensdagavond omstreeks
7 uur brak de stelling voor het in aan -
bouw zijnde blindengesticht aan de
Van der Duinstraat, te Rotterdam, waar
door 2 werklieden naar beneden stort
ten en per brancard naar het zieken
huis moesten worden gebracht, alwaar
het bleek, dat een daarvan eene zéér
ernstige beleediging aan het onderbeen
had bekomen en de andere eenige rib
ben had gebroken.
Dr. J. J. W. V., gemeente
geneesheer te Zelhem, die de vorige
week voor de rechtbank te Arnhem
terechtstond ter zake van het afgeven
van briefjes van overlijden zonder dood-
schouw te verrichten, is veroordeeld tot
eene gevangenisstraf van 6 dagen. De
eisch was 14 dagen.
In de jongst gehouden
zitting van den Raad der gemeente
Winschoten, was o. m. ^an de orde
eene voordracht van Burg. en Weth.
om, behoudens goedkeuring vanheeren
Ged. Staten, uit den post voor onvoor
ziene uitgaven te betalen de kosten ad
48, veroorzaakt door het luiden der
klok, ter gelegenheid van het o verlij den
en de begrafenis van Z. M. den Koning
in November 1890. Blijkens de bij die
voordracht gevoegde toelichting brachten
burg. en weth. de officiëele uitnoodiging
om de klokken te luiden, over aan hh.
kerkvoogden der herv. gem., omdat de
burgerlijke gemeente geene luidklokken
bezit. Door het kerkelijk college, dat,
behalve ander onroerend goed, ook den
toren met klok en uurwerk beheert,
werd bereidwillig aan die uitnoodiging
voldaan, doch, geene middelen te zijner
beschikking hebbende öm de daardoor
veroorzaakte kosteu te kwijten, bracht
het deze aan de burgelijke gemeente in
rekening. Vandaar de voordracht. Zij
werd aangenomen met acht tegen vier
stemmen, die van de hh. Tresling, Van
Dijk, Bronsema en Brader. De heer
Van Dijk motiveerde zijn stem; z. i.
wettigden de door de gemeente te be
trachten noodzakelijke bezuinigingen
geenszins eene uitgave als waarvan sprake
was het klokluiden noemde spr. een
onnut werk.
Het 3-jarig zoo ritje van den
werkman F. Mulder, met zijn ouders
te Kleine Meer (Gron.) op bezoek,
wist zich al spelen vie van den steel
eener lange gouuscrie pijp meester té
maken ep stak dezen in den mond.
Het toeval wilde, dat de kleine voor
over viel, met het gevolg, dat de steel
door den mond tot in de hersenen
drong. Hoewel de steel dadelijk door
den vader werd verwijderd, is het
hoofdje geweldig opgezwollen. Een
professor te Groningen, wiens hulp
men inriep, moet verklaard hebben,
dat de. kleine niet zal genezen.
De verstandhouding tus-
schen den predikant bij de Ned. Herv.
gemeente te ICielwindenwier (Gron.) en
den voorzanger was in de laatste tijden
erg gespannen en had eene gerechtelijke
vervolging van den voorzanger ten ge
volge, wegens het bespotten van een
dienaar van den godsdienst, daar hij
in de kerk uitgeroepen had toen de
predikant Gezang 24, vers 3, wilde laten
zingen„Bs. van Es wil zeker eene
Aprilgrap met Ide gemeente uithalen
ik verzoek daarom der gemeente de
kruisen en mollen maar weg te laten."
De ambtenaar van het openbaar mi
nisterie bij de arrondissements-recht-
bank te Winschoten eischte, aangezien
de schuld wettig en overtuigend bewe
zen was, voor den voorzanger 100
of 14 hechtenis.
Van 9 Aug.—27 Sept. zal te Ant
werpen een internationale tentoonstel
ling worden gehouden van schoone
kunsten.
In het Prater teWeenen is een mon
ster-concert gegeven ter eere van Johann
Strauss, wiens compositie de Blauwe
Donau-wals nu juist 25 jaren oud is.
Het orkest bestond uit al de te Weenen
aanwezige militaire muziekkorpsen.
Strauss nam zelf den dirigeerstok ter
hand, toen de Blauwe Donau gespeeld
werd en hij werd met geestdrift toege
juicht.
RECHTSZAKEN.
De rechtbank te Utrecht, Kamer van
burgerlijké zaken, heeft heden uitspraak
gedaan in de vordering tot betaling
van een bedrag van ƒ3400, door den
tafelhouder W. H. §F. K, ingesteld
tegen den oud-student A. J. E.v. d. C.
De rechtbank heeft de vordering tot
betaling van het bedrag van 1225 voor
dé aan den gedaagde sedert den dag van
zijné meerderjarigheid geleverde diners
toegewezen, als op de wet gegrond.
Wat het overige gedeelte van de
vordering betreft, heeft de rechtbank
overwogen, dat dit gedeelte slechts dan
kauworden toegewezen, als blijkt, dat de
gedaagde stilzwijgend en uitdrukkelijk
de—verbintenissen tijdens zijne minder
jarigheid" aangegaan, heeft bekrachtigd.
De mondelinge mededeelingen van
den gedaagde nu, waarop eischer zich
beroept, bevatten wel eene erkentenis
van de schuld, maar zijn niet als eene
bekrachtiging of bevestiging van de
vernietigbare overeenkomst in den zin
der wet aan te merken.
Ook het overgelegde afschrift der
schuldbekentenis is niet als eene schrif
telijke bekrachtiging aan te merken,
omdat de gedaagde daarbij slechts
voorwaardelijk afstand doet van zijn
recht om zich op zijne minderjarigheid
te, beroepen, namelijk onder de voor
waarde dat de eischer genoegen zal
nemen met betaling zoodra hij er toe
in staat is. Die voorwaarde is niet ver-
v*ld en dus is de voorwaardelijke af
stand vervallen en is het recht van
gedaagde onverlet gebleven, om van
het middel zoodanig gebruik te maken
als hij zal gei aden achten.
De eischer is daarom in dit deel van
zijne vordering niet ontvanklijk ver
klaard.
Rechtdoende op de vertrouwbare
vordering, is de overeenkomst tusschen
partijen eene opgave van Januari 1884
tot 12 Juli 1886, nietig verklaard op
den enkelen grond der minderjarigheid
van gedaagde.
De kosten van het geding zijn ge
compenseerd in dier voege dat ieder
der partijen zijn eigen kosten moet be
talen* O. D.)
KOLONIËN.
Blijkens de jongste uit Batavia ont
vangen indische mail hebben twee
vreeselijke jacht-ongelukken allerwegen
sensatie gemaakt.
Het eerste heeft plaats gehad in het
Pamalangsche. De controleur J. C.
Beynen was nl. op zekeren morgen op
de kidangjacht gegaan. Toen hij er één
onder schot kreeg, loste hij één loop
van zijn geweer, doch trof de kidang
niet doodelijk. Toen liep hij er op toe
en sloeg haar met de kolf, evenwel met
het ongelukkig gevolg, dat het schot
uit een anderen loop afging ,en zijn
rechter bovenbeen verbrijzelde. Had het
been dadelijk geamputeerd kunnen
worden, dan had er nog hoop bestaan
zijn leven te behouden, maar daarop
bestond geen uitzicht, omdat men 24
palen moest reizen om een geneesheer
te ontbieden. Onder hevige pijnen gaf
de ongelukkige Beynen den geest. Hij
was uiterst bemind. De begrafenis werd
door eene groote menigte bijgewoond,
w. o de bevolking van de door hem
bestuurde afdeeling.
Plet tweede jacht-ongeluk heeft inde
omstreken van Batavia plaats gehad.
Een vijftal jongelieden waren 11I. des
Zondags op de varkensjacht. Één hun
ner, de klerk bij het departement der
burg. openb. werken, Persijn, kreeg een
varken in het oog, verwijderde zich van
zijne standplaats en stelde zich in het
struikgewas verdekt op. Eensklaps echter
werd hij door een kogel, afgeschoten
door den heer Penn Jr. zoon van den
luitenant-kolonel der schutterij te Bata
via, doodelijk gewond. Het projectiel
drong in den onderbuik, verbrijzelde
de lever en bleef in de ruggegraat
steken. Nog slechts enkele minuten heeft
de ongelukkige geleefd en is teu gevolge
van eene inwendige verbloeding be
zweken. Op het jachtterrein voelde hij
zijn einde naderen, nam daar afscheid
van zijne vrienden, vergaf den heer
Penn zijn noodlottig schot en omhelsde
hem.
De officier van jusrite heeft van het
gebeurde proces verbaal opgemaakt en
zal tegen Penn eene rechtsvervolging
instellen.
Aan wien het ongeluk moet worden
toegeschreven, kan en mag nog niet
worden uitgemaakt, maar algemeen is
men het er over eens, dat het gebeurde
slechts een ongeluk is geweest.
6)
HOOFDSTUK III.
„Het is een droevige geschiedenis, maar toch zeer eenvoudig,"
gaf de vicaris ten antwoord, „Haar vader was een studievriend
van mij, een knappe vent, die niet voor de wereld deugde en
hartstochtelijk veel hield van grieksche jamben, ouden portwijn
en een partijtje whist. Tot aller verwondering verliet hij eens
klaps zijne vrienden en trad in het huwelijk met de weduwe
van een zijner kennissen, die, naar het schijnt, zijn geliefde uit
zijn vroegste jeugd was geweest, en deze liefde had hij nooit
uit zijn hart kunnen verbannen. Zij had een kind, een dochter.
De weduwe zelf was nog een lieftallige, maar zwakke vrouw. Zij
stierf ook voor haar tijd, toen Grace nog zeer jong was. Haar
dood scheen een diepen indruk op hem te hebben gemaakt,
want een paar jaar later volgde hij haar in het graf."
„En werd het kind aan uw zorg toevertrouwd?" vroeg de
squire.
„Geenszins," vervolgde de vicaris; „een jaar geleden zagen
Fanny en ik op onze reis naar Lake, Grace zeer toevallig, toen
zij onderwijs gaf op een klein school te Keswich. De rector
verzocht mij om den kinderen een examen af te nemen, en toen
ik den naam van haar vader in een van hare boeken had ge
lezen, begreep ik wie zij was. Zij zag er ziekelijk en afgemat uit
en scheen zich te overwerken. Arm kind 1 hare krachten waren
niet tegen zulk een zwaren arbeid opgewassen. Wij voelden ons
reeds dadelijk tot haar aangetrokken."
„En de andere zuster," vroeg de squire, „wat is er van die
geworden
„Grace scheen het zooveel mogelijk te vermijden van haar te
spreken; zij was gelóóf ik ongelukkig gehuwd; Grace spreekt
tenminste nooit over haar, en daar dus niets haar aan the
Dales scheen te binden, haalden wij er haar toe over, een
gezelliger huiselijk leven en een minder zwaren arbeid zou vin
den. En hier is zij' steeds gsbleven meer als een dochter dan
een afhankelijke, en voor onze kinderen en onze pupil meer een
zuster, dan een goevernante en juffrouw van gezelschap."
„God zegene u daarvoor, dokterriep George op hartelijken
toon, uit, „en ook mevrouw Selby. Het was een schikking der
Vööfótènigheid, die Grace met u in aanraking bracht."
ÈnBna dit gesprek rookten beiden mannen kalm een poosje
hun sigaar zonder een woord te spreken. De vicaris stond met
zijn rechterelleboog op den schoorsteenmantel geleund en hield
zijn blik gevestigd op George, die in de groote, door den vicaris
geliefkoosde rieten stoel achterovergeleund lag, met zijne stevige,
blanke handen op zijn borst en zijn sigaar stijf tusschen zijne
tanden geklemd, terwijl hij door het openstaande raam opwaarts
keek naar de fonkelende sterren, die als diamanten aan den
hemel schitterden.
Eindelijk verbrak de jonge man de stilte met de woorden:
„Het is mij zeer moeilijk gevallen om mijn geheim te bewaren,
en ik weet niet, waarom ik dit ook zou doen. Ik heb Grace
Dalton lief, en ik wenschte haar tot mijn vrouw te maken, indien
zij dit wilde gij zijt hier haar voogd. Zij heeft echter geen bloed
verwanten, tot wie ik mij kon wenden, alvorens haar aanzoek
om haar hand te doen."
„Néén, met uitzondering van haar half-zuster staat zij geheel
alleen op de wereld, hét arme meisjeantwoordde de vicaris.
„Dat doet mij genoegen. Wij zullen dan alles voor elkaar zijn,
maar alvorens mij te verklaren, moet ik als een oude zeiler
eetrst mijne peilingen doen. Dokter, Grace Dalton heeft twaalf
maanden lang onder uw dak gewoondzeg mij, juist alsof uw
eigen zoon die vraag tot u richtte, is zij een meisje, dat een
goede vrouw kan zijn voor een liefhebbend echtgenoot?"
„Studley, hebt gij Grace Dalton werkelijk lief?" was het eenige
antwoord, dat de squire ontving.
„Ja, vurig en oprecht, en daarom vraag ik u wat ik doen
moet," antwoordde George.
„Dan moet ik zeggen, dat gij voor een verliefd man buiten
gewoon voorzichtig zijt. Verliefden zijn meestal niet gewoon
zulke vragen te doen; in den regel trouwen zij eerst om dan
later naar het een en ander een onderzoek in te stellen. Wat
maakt u zoo omzichtig
„De ervaring," antwoordde de squire op bitteren toon.
„Ervaring?" herhaalde de vicaris met een blik vol verbazing.
„Ja, de ervaring! maar dat alles is nu voorbij," zeide George
met een diepen aucht.