NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9é Jaargang.
Donderdag 9 Juli 1891.
No *2456.
ABONNEMENTSPRIJS:
STADSNIEUWS.
Lstteren sn Kunst.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
VAL8CHE KAARTEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Hontstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer l'ii.
A D V E li E N T S N
van 15 regels 50 Cent»; iedere regel meer 10Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat,
Abon nemen ton en Advertentiën worde» aangonomar- door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantier».
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicity Mrangère G» LGA V BS fy GoJOHN F. JONMB^ Succ,, Partje 3Ibit Favb'ovrg Montmartre.
Haarlem, 8 Juli 1891.
Dinsdagavond vereenigde jhr. mr. J.
W. M. Schorer, Commissaris der Ko
ningin, in deze provincie, de leden van
de thans vergaderende Provinciale Staten
aan een diner ten zijnen huize.
Naar wij vernemen zal onze stadge
noot de heer C. P. W. Kriens, luit.-
I kapelmeester van het Gem. Muziek
korps alhier, zich als solist doen hooren
op het buitengewoon concert, dat de
sociëteit „Vereeniging" voornemens is
Dinsdag a. s. ter gelegenheid van de
Nijverheids feesten alhier aan (e bieden.
Beschouwen wij het als een groot voor
recht den begaafden musicus weder eens
als solist te hooren, een woord van
hulde komt het bestuur der soc. „Ver
eeniging" toe voor de gelegenheid, die
zij geeft om zoovelen dit kunstgenot te
doen smaken.
Aan de Vischmarkt alhier zijn eenige
manden met schar in beslag genomen
als schadelijk voor menschelijk voedsei,
naar de vuilnisbelt overgebracht
en vernietigd.
Aan het jaarverslag betreffende het
gesticht „Meerenberg," uitgebracht door
dr. C J. v. Persijn aan de commissie
van toezicht en aan de Prov. Staten
van Noord-Holland, wordt het volgen-
At ,..U:.leend.
■Jaarboeken van het gesticht
•:7ar 1890 weder tot een
V omdat ook dit jaar
pocht worden ver-
--J, c.iv< piing werd gegeven
tot verpleging -ymeer patiënten dan
waartoe het kon. besluit van 28 Aug.
1888 vergunning gat. Toen was dit
aantal bepaald op 1217, terwijl het
thans is uitgebreid tot 1303 Ook gaf
de regeering toestemming tot uitbou-
wing eener ruimte, groot genoeg om er
40 bedden voor mannen en evenveel
voor vrouwen te plaatsen. Met de laat
ste werd, als het meest noodige, begon
nen en later de atdeeling voor de man
nen gemaakt. Door deze uitbreiding is
van de beschikbare ruimte zooveel par
tij getrokken als mogelijk was, en ver
dere uitbreiding van bevolking laten de
tegenwoordige gebouwen niet toe zoo
die noodig mocht worden, zal daarin
op andere wijze moeten worden voor
zien, doch in den naasten tijd bestaat
er niet veel kans dat er gebrek aan
ruimte zal ontstaan. De bevolking van
het gesticht toch vermeerderde in 1890
slechts met 15 mannen en 13 vrouwen
en bedroeg aan het einde van het jaar
juist 1200. en niet vergeten mag wor-
den dat in de eerste maanden van het
i jaar weder amsterdamsche patiënten te
j Medemblik werden opgenomen, wat na-
jtuurlijk „Meerenberg" ten goede kwam.
Toch moet er nogmaals op worden ge-
w ezen, dat op den duur het aantal plaat-
sen te gering zal blijken.
Dr. Persijn wijst op eene leemte in
de wet van 27 April 1884, welke bleek
bij twee gelijke gevallen. Een patient
was met machtiging van den president
der rechtbank in een ander gesticht
opgenomen. Die machtiging was ver
leend op 27 Sept en expireerde dus
op 25 October d. a. v. Volgens art 25
der genoemde wet werd de patient op
17 Oct naar „Meerenberg" overge
plaatst met de noodige bescheiden, ter
wijl de directeur van het andere ge
sticht mededeelde, dat de verklaring
was afgegeven en met de noodige aan-
teekeningen was opgezonden aan den
officier van justitie van de rechtbank,
waaronder zijn gesticht behoorde, en
verder, dat hij de nieuwe machtiging
voor een jaar zou toezenden zoodra hij
ze ontving. De dag van expiratie ver
liep en nog eenige dagen, doch de
nieuwe machtiging kwam niet, en toen
dr. Persijn daarnaar vroeg, bleek dat
de officier van justitie de hem toege
zonden stukken heel eenvoudig had ter
zijde gelegd, meenende dat hij niet
meer de aangewezen man was om die
te behandelen Hij gaf daarvan toen
kennis aan den officier van justitie en
na op 14 November eene nieuwe ver
klaring te hebben afgegeven, kwam op
18 November de nieuwe machtiging.
Intusschen was alzoo de patient van
25 October tot 18 November zonder
behoorlijke machtiging verpleegd, zon
der dat van de zijde der besturen van
de beide betrokken gestichten eenige
nalatigheid was verpleegd.
Dat bij eene herziening der wet de twij
fel, welke rechtbank eigenlijk de mach
tiging heeft al te geven, worde opge
heven, komt dr. v. P. zeer gewenscht
voor.
In het bestuur van het gesticht kwam
geen verandering
Met leedwezen wordt mededeeling
gedaan van het overlijden van den uit
wonenden geneesheer dr. W. Coert, die
van 1883 af aan het gesticht was ver
bonden.
In hem wordt verloren een kundig,
ervaren en humaan arts en goed colle
ga, wiens verscheiden algemeen deel
neming wekte.
In den loop van 1890 werden 5 be
dienden gepensioneerd, waardoor het
bedrag van het uit te betalen pensioen
steeg van 3122 86% tot f 3938.03^. In
1890 was J 9796.94^ ter beschikking.
De bevolking was niet aan groote
schommelingen onderhevig. Op 1 Jan.
j '90 waren er 569 mannen en 603 vrou-
wenopgenomen werden gedurende het
jjaar 144 mannen en 122 vrouwen, af
gevoerd 129 mannen en 115 vrouwen,
zoodat op 31 Dec. '90 het aantal ver
pleegden juist 1200 bedroeg. Onder de
opgenotnenen waren 23 mannen en 1
vrouw, waarbij de oorzaax der krank
zinnigheid moet worden gezocht in mis
bruik van sterken drankterwijl 17
patiënten van verdriet en 1 wegens
overdreven godsdienstzin krankzinnig
waren geworden.
De stertteverhouding was niet gunstig,
waartoe hebben medegewerkt de influ-
enza-epidemie en tiet groot aantal sterf-
tegevallen onder de pas opgenomenen.
Van de 144 mannen waren 22, en van
de 128 opgenomen vrouwen 14 reeds
voor het einde van het jaar overleden,
cijfers, die werkelijk hoog zijn De ge
vallen waren dit jaar niet zeldzaam, dat
voor een opgenomen patient geen ver
klaring behoefde te werden afgegeven,
omdat hij of zij reeds in de eerste 14
dagen der verpleging bezweken. In het
geheel stierven 78 mannen en 57 vrou
wen of totaal 135 padenten, wat van
het geheele gesticht op 1444 verpleeg
den 9.3 ten honderd maakt.
De verhouding van de herstelden tot
de opgenomenen was gunstiger dan in
de beide voorgaande jaren, wat moet
worden toegeschreven aan het ophouden
der overplaatsingen, zoodat de toestand
weder meer normaal wordt. De heer
Persijn levert hierbij een betoog,, om
aan te toonen dat het niet waar is dat
groote gestichten reeds daarom te ver
oordeelen zijn, omdat het percent van
het aautal herstelden steeds geringer is
dan in de kleine gestichten. Indien
wordt gewerkt als te „Meerenberg", en
ieder geneesheer zijne afdeeling kan be
schouwen als een klein gesticht, gaat
die bewering niet op.
Belangrijke verwondingen kwamen
niet voor.
Het godsdienstig onderwijs aan de
israëlietische verpleegden werd thans
opgedragen aan den heer S. Cauveren.
Vroeger was er geen israëlietisch leeraar.
Als middelen ter ontspanning werden
weder als vorige jaren volksfeesten, con
certen enz. gegeven.
Ds. L. Smit te Nieuw-Vennep heeft
bedankt voor het beroep naarNumans-
dorp.
Uit het jaarverslag der Haarlem
Zandvoort Spmij., Dinsdag ter algemeene
vergadering uitgebracht, blijkt dat de
ontvangsten, voortspruitende uit de ex
ploitatie der Holl. IJz. Spmij. over 1890,
hebben bedragen f 51,728.07, bij een
vervoer van 204,226 reizigers 6113,611,179 j
K.G- goederen. Daarvan moest aan de
H. IJ. Skrachtens het exploitatie
contract 40,43201 worden uitgekeerd.
De zuivere ontv. beliep dus 11,296 06,
waarbij, behalve het onverdeelde saldo
ad 820.45 uit 1889, nog 106 67%
kwam voor gemaakte rente, totaal dus
12.223.1S& Uit dit bedrag moesten
worden bestreden de kosten van admi
nistratie, het patentrecht over het divi
dend van 1889, en diversen, in het
geheel 3588.74, zoodat er een voor-
deelig saldo overbleef van ƒ8634. Op
voorstel van commissarissen besloot de
vergadering van dit saldo 8400 of i4/io
pet. van het aandeelenkapitaal voor di
vidend te bestemmen, en het overblij
vende op nieuwe rekening over te
brengen.
De heer P. C. Beelenkamp (hoofd
inspecteur der H IJ. S. te Amsterdam)
werd als commissaris herkozen
Aangaande den muziek wedstrijd
te Wormerveer van 1). Zondag geeft
men nader het volgende eenigszins ver
beterde bericht
Aan het vierde concours, gehouden
door den Provincialen Noord-Holland-
schen bond van Harmonie en Fanfare
korpsen, uitsluitend bestaande uit dilet
tanten, op Zondag 5 Juli in „de Nieuwe
Sociëteit" te Wormerveer, werd deel
genomen door 4 harmonie- en 7 fanfa
rekorpsen. De jury bestond uit de hh.
C. Coenen te Utrecht, C. P. W. Kriens
te Haarlem, J. Koning te PIelder, D.
Couwenhoven te Arnhem en II. Völ-
mar te 's Hage. De wedstrijd ving aan
te 12 uren en de uitslag was als
volgt
2e afdeeling, sectie Bfanfare -korpsen
is prijs, verg. zilv. med., „Concordia",
van Beets, directeur C. F. Anderson,
67 punten, met algemeene steramen
20 prijs, zilv. med., „Winkel's fanfare
korps, van Winkel, dir. A. Egmond,
47 punten, met 3 tegen 2 stemmen;
30 prijs, bronzen medaille, Broek-in
Waterland, dir. H. Stapel, 45 punten
met algemeene stemmen terwijl Edams
fanfarecorps, dir. K. Visser, 42 punten
behaalde.
ie afdeeling. Sectie B. Fanfare-corp
sen. ie prijs, verg. zilmed. het ste
delijk muziekcorps van Purmerend, dir.
J. P. Groot, met 84 p., 20 pr. zilv.
med. „Amstels fanfarecorps" van Am
sterdam, dir. David Koning Jr. met
82 p., „Harmonie" van Zaandam, dir.
J. Hooft, bekwam 66 p.
Sectie A. Harmonie-gezelschappen, ie
prijs, verg. zilveren medaille, het ste
delijk muziekcorps van Alkmaar, direc
teur J. M. Otto, met 81 punten2e
prijs, zilveren medaille, „Excelsior", van
Wormerveer, dir. M Ltlrsen, met 67
punten30 prijs bronzen med. „De
Adelaar", van Weesp, dir. P. J. Kive-
ron, met 42 punten. De harmonie-kapel
van Beverwijk dir. J. J. Zwart, behaalde
21 punten.
Z. M. de Keizer van Duitseh-
land heeft den burgemeester van Rot
terdam, mr. S. A. Vening Meinesz, be
noemd tot kommandeur der Kroonorde.
Van de hand des heeren
Henry Tindal is weder een brochure
verschenen, getiteld: „Wat wij wenschen
van den eerstvolgenden minister van
Oorlog".
Dinsdag promoveerde te
Utrecht tot doctor in de rechtsweten
schap de heer W. J. van Overbeek de
Meijer, geboren te Utrecht, met proef
schrift getiteld „Eenige opmerkingen
over Octrooien en Octrooi-wetten
Aan de universiteit van
Amsterdam is met goed gevolg het i«
natuurkundig examen afgelegd door de
'hh. W. A. de Looze, E. van der Hoop,
L. Meijboom en A. A. Jesse, en is
bevorderd tot doctor in de rechtswe
tenschap de heer C. A. Elias, geb. te
Amsterdam, op proefschrift„Het leer
lingencontract.
Aao de rijks-universiteit
te Groningen zijn met goed gevolg af
gelegd de navolgende examens in de
godgeleerdheid doctoraal examen door
den heer Ruibing; candidaats-examen
door de heeren D. Buurraa en J. W.
E. van Loonin de rechtsgeleerdheid
candidaats-examen door de heeren J.
H. Geertsema, P. A. Rutgers van der
Loeff en N. A. L Land in de klas
sieke letterkundecandidaats examen
door den heer J. van Drooge en het
eerste natuurkundig examen door den
heer J. Nijhoff.
Zaterdag ochtend verzond
majoor French van het Leger des Heils
te Amsterdam een groot aantal circu
laires, waarin hij giften vraagt tot vol
tooiing van zijn plan een groot gebouw
in te richten, om aan zwervers een
dak, een bed, voedsel, kleeding en werk
te geven.
Deze circulaire eindigt met een op
wekkend woord van de heerenA. G.
C. van Duyl, dr. W. M Gunning. P.
H. Hugenholtz Jr., Hugo Muller, mr.
N. G. Pierson, J. A. Tours en A. C.
Wertheim, die allen gaarne bereid zijn
gaven in ontvangst te nemen
Op de iei en 20° Juli heeft
de „Amsterdamsche Omnibusmaatschap
pij" ruim 160,000 passagiers vervoerd.
Door een tapper zijnb ij de
amsterdamsche politie gedeponeerd 20
ledige portefeuilles en portemonnaies,
welke Zaterdagmorgen uit zijn privaat
29
HOOFDSTUK X.
De kapitein wierp een paar sovereigns op de tinnen toonbank
en vroeg„Is dit genoeg
„Ja, mijnheer, dank u zeer, mijnheer wel verplicht, mijnheer!"
riep de stalknecht uit, verrukt over dit buitenkansje, en zich
I vervolgens tot een ander wendende, schijnbaar ook een'koetsier,
zeide hij„Help mij een handje, dan zal ik u op een glas bier
trakteereri," en hij verliet oogenblikkelijk de gelagkamer en begaf
1 zich naar de stallen, gevolgd door veel meer helpers, dan hij
kon gebruiken, in den vorm van een half dozijn kroegloopers,
die allen gaarne hun deel wilden hebben van den buit, welke
de stalknecht reeds in zijn bezit had.
Het duurde niet lang of er werden een flesc met oude aie
cn een met ruin naar de stallen gebracht, en een van de sove
reigns van den kapitein werd gewisseld.
Het duurde vrij wat langer aan tien minuten alvorens het
paard en' het wagentje voor het huis gereed stonden, en de
kapitein verdreef de vervelingdoor zich aan een tweede
flesch brandewijn te goed te doen, en toen hij eindelijk vernam,
dat alles gereed was, stond hij op, wierp nog een sovereign op
de tafel en noodigde deri waard uit om te drinken „op den
dood en het verderf" van zijn vijand. Hij knoopte vervolgens
zijn jas dicht en waggelde naar buiten. De stalknecht zat reeds
in het rijtuig met de leidsels in zijn hand gereed om te ver
trekken.
„Ga aan den anderen kant zitten," zeide de kapitein tot den
stalknecht, toen hij zijn voet op de trede plaatste.
„Wanneer u het goed vindt, zal ik sturen, mijnheer," ant
woordde de stalknecht.
„Gij wilt sturen Voor den dik zal sturen en met een
vloek, die zelfs het bloed in de aderen van den waard deed
stollen, want het spreekt vanzelf, dat zoo iemand langzamerhand
aan godslasterende woorden gewend raakt, spropg Beverley in
het rijtuig en duwde den stalknecht met een hevigen stoot van
zijn plaat5, zoodat deze aan den anderen kant bijna uit het
rijaiig viel. Toen hij nu de teugels moest loslaten, schudde de
menie haar kop en begon te steigeren.
„Wees voorzichtig, mijnheer. „Rollicking Sal" is niet gemak
kelijk te regeeren. Ik heb heel wat moeite met haar gehad, toen
ik met den squire hierheen reed. Wees toch voorzichtig met het
paard, mijnheer," zeide hij op waarschuwenden toon
„Gij kunt met den squire naar de maan loopen, en wanneer
gij u niet bedaard houdt, dan gooi ik u er uitriep Beverley.
„Wat moet ik met uw bagage doen vroeg de bediende
van den kapitein.
„Volg mij zoo spoedig mogelijk met mijne koffers. Wanneer
ik niet in het Elbor-Hotel ben, ga dan maar naar de kazerne
Kolonel Rintoul zal wel weten waar ik ben," antwoordde zijn
meester.
„Hallo!" riep Beverley uit tot de merrie, die nog voortdurend
steigerde, tot groote ontsteltenis van den stalknecht, die de
eigenaardigheden van „Rollicking Sal" maar al te goed kende.
„Vooruiten terzelfdertijd gaf hij het paard zulk een flinken
zweepslag, dat het dier meende levend te zullen worden gevild,
zoodat het letterlijk wegholde als eén achtervolgd hert.
„Wat denkt gij daarvan, Tim vroeg juffrouw Palframan met
een angstigen blik.
„Wat ik er van denk. Ja, ik denk, dat de kapitein en de
merrie vannacht York niet tegelijk zullen bereiken," was het
hoogst verstandige antwoord van Timothy, en voor de tweede
maal waren dien dag zijne gevolgtrekkingen ten opzichte van den
neef van den squire zeer juist want deze kwam niet verder
dan Ba'ton en daarvoor waren verschillende oorzaken.
Ten eerste was het karakter van „Rollicking Sal" verre van
beminnelijk te noemen. De merrie was in de goede stad York
algemeen berucht, zoodat niemand zich daar aan dezen viervoe
ter wilde toevertrouwen. Reeds drie maal had zij dien dag den
stal van het „Elbor Hotel" verlaten en drie maal had zij dien
dag verre van vleiende benamingen ontvangen van degenen, die
haar hadden leeren kennen, en dat herhaalde in- en uitspannen
had haar stemming geenszins verbeterd, vooral niet, toen zij voor
de vierde maal werd ingespannen om den squire naar het huis
zijner voorvaderen te brengen. Wat bovendien nog meer erger
nis bij haar verwekte, was, dat zij tot de ontdekking kwam, dat
de stalknecht, van wien zij een bizonderen afkee*