n lustigen en verfwaren verdwijnen in den kelder. Ieder klautert zoo goed moge lijk weder naar boven, enkelen getooid met alle kleuren van den regenboog. Op den Overtoom, bij de Dubbele Buurt, te Amsterdam, is Dins dagavond een ongeluk gebeurd, dat groote ontsteltenis in de omgeving verwekte. Voor den winkel van een „koeke- bakker" n. 1 stonden eenige jongens te kijken en hinderden daarbij het per soneel, dat aan liet werk was, al was 't alleen omdat zij in het licht stonden. De jonge bediende van den banket bakker maakte zich daarover driftig hij had reeds een paar maal gedreigd, maar toen dit niet hielp, riep hij een jongen toe„Pas op, hoor, als ge nu nog niet weggaat, zal ik je doodschie ten Meteen greep hij eene kamerbuks, welke onder zijn bereik hiDg, en niet wetende, dat zij geladen was, legde hij op den jongen aan, die nog altijd voor het huis stond. Hij schot ging af en de arme jongen viel, door een kogel in het hoofd getroffen! De knaap werd onmiddellijk naar de woning van dr. Peypers gedragen, die den kogel uit het hoofd haalde, maar slechts den dood kon constateeren, waar het lijk naar het Buiten-Gast huis werd overgebracht. De jongen, die den leeftijd van dertien jaar bereikte, wa het eenige zoontje van een gezin, in de buurt woonachtig. Zijn vader, die op eene boot vaart, werd eerst den volgenden avond thuis verwacht. De misschien geheel onwillekeurige bedrijver van dit droevig geval, een oppassende jonge man en zoon eener weduwe, werd in hechtenis genomen en naar het politiebureel in de Park straat overgebracht. Een rondreizend kiezen trekker hield gep. Maandagavond te Waddingsveen in het openbaar college voor een belangstellend auditorium Verschillende personen lieten een paar tanden of kiezen trekken, terwijl hij, zoo men meldt, in het zoogenaamde „strijken" ook niet onervaren bleek te zijn. De vruchtentijd zegt de IV. Roti. Ct. geeft te Rotterdam meermalen tooneeltjes te aanschouwen, eenig in hun soort. Erasmus is altijd gedwongen daarbij tegenwoordig te zijn. De vischmarkt levert gedurende de zo mermaanden voor de vrouwen te weinig op m te leven, en te veel om te ster ven, zoodat zij gedurende eenige weken vaak in fruit- en groentenvrouwen her vormd worden. Bruine Jaan zit dag aan dag op het hoekje van Steiger en Groote Markt, omringd door stapels volle en ledige manden. Jaan is de heldin der markt. Ze koopt wagens en bootjes ge heel met aardbeziën beladen, en ver koopt die weder met kleine winst bij enkele manden aan haar die minder dan Jaan met het slijk der aarde geze gend zijn. Iedereen kent Jaan en Jaan kent ieder. Ze is altijd gekleed in vuil jak, blauwe baaie rok, zwarte kousen met luchtgaten, en groote klompen. Op den buik hangt een ouderwetsche zak, waarin haar geld geborgen is. Het hoofd is gedekt door eene gehaakte muts, die op den naam van schoon geen aanspraak kan maken. Het aangezicht is bruin met groote rim pels en op enkele plaatsen versierd met wratten. De lippen zijn dik, de mond breed, en de woorden vloeien er even vlug uit als het water uit de leiding. De oogen zijn grijs en half gesloten, ofschoon ze altijd goed wakker is. Ruzie heeft Jaan nooitDit kan niet van alle andere vrouwen gezegd worden. Wan neer het trottoir vereerd wordt met een bezoek van de andere vischdames, en ze komen wat dicht in de buurt der echte groentevrouwen, dan is meermalen één lucifer voldoende om alles in lichter laaie te zetten. Scheldwoorden en ver- wijtingen, waar of niet waar worden E g n Z 0 HL 6 U 11 S t a t) 1 e. dan uitgegild, en wanneer dan de armen J de zijde gezet, en de kijvenden in dansende staan, houding tegenover elkander De Hollandsche IJzeren Spoorweg- dan levert zulk een schouwspel !MaatfhaPP'i; fie zulk; een groot deel voor het publiek groot genot op. Het bet nederlandsche spoorwegnet in Wnf rion aitiïrf - aic moor haar oezit heeft en zelfs hare ijzeren pelicie komt"want dan is de pret uit. Vooral op Zaterdagavond is het er ge zellig. Bij een groot aantal walmende landelijke herberg, de noodige verver- schingen kan verschaffen. Al verder leidt thans de weg en men nadert allengs de heerlijke dreven van Baarn. Daarover in een volgend nummer. armen in het oosten en zuid-oosten des lands ver over de grenzen uitstrekt, kondigt in de verschillende bladen zo- olielampen wordt er dan veel luider I '"«uitstapjes aan, gedurende Juli nrfnetne non H an rvnelar vaan c gesproken dan noodig is om zich ver staanbaar te maken. Heeft Bolle Miet, die roept „een dubbeltje een pond", het wat drukker dan Kaat de Keutel, begint die dan „negen centjes een i pond, allemaal droog en lekker", dan gaan de poppen aan het dansen. Augustus te houden en onder zeer gun stige voorwaarden voor het publiek te ondernemen. Wanneer er van die tochten, welke naar de schoonste streken des lands leiden en thans binnen het bereik van de meest schrale beurzen liggen, geen Voor de bewoners der Markt is dau druk S<=brulk g?raaakt w°rat> dan lsdlt het grootste genot, wanneer de grootevoorzeker te wijten aan de weinige be- klok zijne twaklf slagen laat hooren In kendheid met de schoone dreven van een oogwenk zijn dan allen verdwenen, Utrecht en Gelderland Menigeen ver- om plaats te maken voor de vuilnis- beeldt ZIch> dat men alleen 111 tbulten" mannen, die terstond beginnen het plein in een toestand te brengen, dat het er op Zondag knap uitziet. Een 4 4-fal vleeschhouwers land natuurschoon kan genieten, maar I hij vergist zich deerlijk, want genoemde provinciën bezitten streken, waar men vertoevende, zich in een aardsch para te 'sHage hebben den gemeenteraad I d«l d®e"stf Plaats,het ver verzocht, niet goed te keuren de voor-rukkellJke. »Got>1 Schrijver dezes be- gestelde wijziging van art 145 derjvo ,Gooi' zich voor enkele dagen aldaar politie-verordening in dien zin, dat vaniom daaruit een tocht gedeeltelijk de keuring van vleesch zullen worden !te ™et> door Utrecht Gelderland te - - - - - - - - ondernemen en op deze wijze die schoone streken te bewonderen. Wan uitgezonderd, stukken kleiner dan van 10 kilogram en bestemd voor particu lieren. Adressanten voeren aan, dat daar door aan concurrenten buiten de ge meente een voorrecht te hunnen nadeele zal worden verleend, en dat alzoo scha delijk vleesch aan de contróle zou kun nen worden onttrokken. Te Sliedrecht ontstond Woensdag brand in eene woning aan den Stationsweg, doordien de kleederen der bewoonster, wed. v. M., bij het naar bed gaan in brand raakten. Vrij spoedig was er hulp aanwezig, doch te laat. De vlammen hadden zich aan het ledikant meegedeeld, en nu stond alles spoedig in lichte laaie. De brandweer was spoedig ter plaatse en weldra den brand meester. Men vond het lijk der ongelukkige geheel verkoold. Te Wageningen viel Woens dag de 16-jarige G. K., op een één jarig paard zittende, er af, en hij werd meegesleept, doordien hij het touw van den halster om zijn arm had geslagen. Hij werd zoodanig verwond, dat hij overleed toen er hulp kwam opdagen. Door slaap bevangen, is een matroos, op schildwacht staande te Hellevoetsluis, van eene aanzienlijke hoogte in het drooge dok gevallen. In wendig gekneusd, is hij naar de mari tieme ziekeninrichting overgebracht. Het driejarig kind van een arbeiders-telegrafist te 's Heer Arendskerke, dat voor de woning speel de, is ongemerkt in een sloot geraakt en in de modder gestikt. Woensdag is te Rockanje een man van 28 jaren in eene sloot om het leven gekomen. Hij leed aan toevallen. Er is een belangrijk tekort ontdekt in de kas van den penning meester der „Buitensociëteit te Zwolle. De schade, door de sociëteit te dragen, beloopt vermoedelijk een bedrag van f 3500. Eene commissie uit de leden is aan gewezen, om over de vraag wat in deze omstandigheden te doen zal zijn, van advies te dienen. Sinds eenige dagen be weegt zich nabij de nederlandsche grenzen tusschen Gronau en Bentheim een troep van p. m. 150 Zigeuners, die alle moeite doen over onze grenzen te komende maréchaussées zijn steeds op hun post om dien overtocht te be letten. neer men den tijd heeft om dit te doen is deze wijze van reizen, bij net bezit van een paar flinke beenen, zeker het aangenaamst, maar hoe weinigen gelukt het de beslommeringen van het dage lijksch leven eenige dagen te ontvlie denKan men er slechts een enkelen dag „uitbreken," dan komt de spoor wegmaatschappij u te hulp en doet u veel van dat schoons binnen een half etmaal genieten. Beschikt men echter over meer tijd, dan doet men 't best met de schoonste gedeelten te wandelen en voorts van tram en boot gebruik te maken. Voor ons, Haarlemmers, is eene ver gelijking, op kleine schaal, met Over- veen, Bloemendaal, Heemstede, Benne- broek enz., de streek langs de Duinen, misschien eenigszins in staat ons een klein denkbeeld te geven van de uit gestrekte bosschen en verrukkelijke landouwen van het Gooi enz., maar zij die in minder door de natuur bevoor rechte streken wonen, kunnen er zich onmogelijk eene voorstelling van maken. Is men aan een der stations, na Am sterdam te hebben verlaten, afgestapt, b. v. b. Hilversumdan komt men alras, na dit schilderachtige dorp te zijn doorgetrokken, en den straatweg naar Baarn volgende, te midden van de natuurpracht, die zich daar vertoont. De menschelijke kunst heeft daar echter veel geordend en geregeld, wat niet weinig tot de verfraaiing van 't geheel heeft bijgedragen. De weg van Hilversum naar Baarn is boven alle beschrijving verhe ven. Nauw heeft men het eerst genoemde dorp verlaten of men ont waart links en rechts smaakvolle schil derachtig gelegen villa's, de verblijfplaat sen van een groot deel van Nederlands beau mondedie den zomer buiten door brengt. Verschillende wegen staan ons ten dienste om de schoone omstreken te bereiken. Ons vooruit vastgesteld plan volgende, namen wij den straatweg naar Baarn, aan weerszijden met prach tige boomen beplant, rechts bosch en links afgewisseld door kleine en groote villa's, waarvan vooral „Heidepark" zeer de aandacht trekt, ook door de heerlijke waterpartij, die het van den weg scheidt. Daar bevindt men zich rondom in de bosschen en kan men, de zijwegen vol gende, zich de prachtigste plekjes uit zoeken, om een oogenblik te verpoozen. Daartoe leent zich vooral de „Hooge Vuursche", een klein gehucht, te mid den van het hoogopgaand geboomte, Het kamp te Laren. In het kamp te Laren zijn thans weer de jeugdige „vrijwilligers", de „vacan- tie-soldaten" uit Amsterdam, vereenigd. Aan het Alg. Hand. wordt, dd. 21 Juli, uit het kamp geschreven Hard werken en „haast-je, rep-je", ziedaar den eersten indruk van den eer sten dag in dit kamp. Alles moest nog gedaan worden. Al leen de pomp, het middenpunt, en een half opgezette wachttent duidden de plek aan, waar de legerplaats verrijzen moest: de legerplaats, d. w. z. ruim dertig tenten met al haar toebehooren, Eerst moest echter de legertros, deze reize voornamelijk bestaande uit zeer vreedzame koffers en pakjes, uit den goederenwagen geladen en op zijn plaats van bestemming gebracht worden. Dat was me een gesjouw Een heele rij van manschappen (zoo heeten we hier), stond in haag opge steld van de kampplaats naar den goe derenwagen. De voorsten laadden uit, de volgenden brachten het wat verder en zoo kwam het, als het water uit een van hand tot hand gaanden brandem mer, ten slotte waar het wezen moest. Dit voor ons, gymnasiasten en hoogere burgers, ongewone werk was natuurlijk zeer vermoeiend en met groote vreugde begroetten we dus het signaal, dat ons rust en brood schonk. Brood Een kwart kommies, ja zelfs een halt. was, zonder boter, in een oogenblik verslonden en schonk nieuwe krachten voor nieuwen arbeid, ditmaal pelen jassen". Een aardig gezicht: Al de vrijwilli gers in een kring gezeten op koffers en kisten, rondom een groote kuip, waar de geschilde aardappelen ingeworpen moesten wordeu. Eén man in 't midden, die de mis gegooiden op hun plaats moest brengen en natuurlijk braaf werd bespot. Toen 't goed aan de gang was, begon er één 'n liedje en 't werk vlotte - spoedig. Daarna stroozakken stoppen en toen tirribili tonitii tuba taratantara dicitli zooals Virgilius zegt: daar klonk het signaal „alarm". 'tWas echter een loos alarm en alleen geblazen om ons spoe dig onder de wapens te brengens, die even gauw weer ergens anders neerge zet moesten worden, om ruimte te ma ken voor de tenten, die nu zouden worden opgeslagen. Ziehier de dagelijksche „dienstrege ling" reveille. werkmarsch en aardappelen- schillen, soep eten. tamboers-appèl, verzamelen (het uitrukken in den regel tot 12 uur), koffiedrinken. - 3% uur namiddag-oefening, middagappèl, daarna eten. tamboers appèl, voor 't schijf schieten, avondvelddienst of marsch. verzamelen en uitrukken, taptoe en wachtparade voor de nachtwacht. 9!£ avondappèl. 10 licht uit. Zooals men ziet, hebben wij dus ge noeg te doen. (1. o.) de dames Nelly Veldheer te Haarlem, en J. den Berger te Kampen. De groote gouden medailles zijn op de Internationale Kunsttentoonstel ling te Berlijn toegekend aan de schil ders W. Mac-Even (Amerika», A. Struyz (België), den beeldhouwer L. Mignon (België), de schilders Kroyer (Denemar ken), P. Forbes-Stanhope (Engeland, J. J. Shannon (Engeland), den architect A. Waterhouse (Engeland), de schilders J. P. Michetti (Italië). E. J. Schindler (Oostenrijk), de beeldhouwers R. Weyr en A. Scharfi (Oostenrijk), den etser W. Unger (Oostenrijk), de schilders J. v. Brandt (Warschau), E. Alvarez (Spanje), E. Sala (Spanje), v. Bochmann (Dusseldorp). Ferd. Keiler (Karlsrnhe), Bruno Piglhein (Munehen) en Walter Firle (Munehen). - De grand-prix de Rome is toe- :end aan den schilder Alex. C. L. Lavalley, geboren in 1862 te Parijs (leerling van Cabannel, Muillot Bouguereau), die in 1886 reeds de tweede grand-prix verwierf. 5% uur 61 7 12$ 2% 4 5 5X 9 Lstteren en Kunst. Hage, 23 Juli, Bij de alhier voortgezette examens T oonkunstenaars - vereeniging heden der Ned. zijn ge- Leger en Vloot. Van de 276 jongelieden, die zich hebben aangemeld voor het toelatings examen voor de Kon. Mil. Academie te Breda, hebben zich 6 candidaten teruggetrokken; voorts zijn 58 lichame lijk ongeschikt bevonden en dus afge keurd, terwijl 3 niet voor het monde ling gedeelte van het examen zijn op gekomen, Er hebben dus 209 jonge lieden het geheele examen afgelegd, tenvijl er 77 plaatsen zijn opengesteld. Het examen is hedenmiddag te 12 uren geëindigd; de uitslag kan Woensdag 1 a. s. bekend worden. Het bestuur van de „Vereeniging van Militaire Wielrijders" heeft het vol gende adres aan den minister van Oorlog ingediend. Geeft met verschul digden eerbied te kennen, het bestuur van de „Vereeniging van Militaire Wielrijders, "vertegenwoordigende de be langen van allen der bij uwer Excellentie besluit aangestelde militaire wielrijders, dat hun is gebleken dat het tegenwoordige onderscheidstee- ken, hun van wegen het departement van Oorlog verstrekt, verre van vol doend isdat daaruit meermalen groote ongeriefelijkheden voor hen persoonlijk, die ook belangrijke belemmeringen van hunnen dienst tengevolge hebben ge had, zijn voortgesproten dat zij van oordeel zijn, dat ter nauw keurige uitvoering der hun opgedragen orders hierin noodzakelijk ten spoedigste eene ingrijpende verandering moet wor den gebracht redenen waarom het zich eerbiediglijk tot uwe excellentie wendt met verzoek hun te willen aanwijzen het model eener eenvoudige uniform-kleeding, die zij zich desnoods tegen den kosten den prijs zelf kunnen aanschaffen. Land- en fninbouw. He hagelslag. De heer A. van Bodecker, directeur der landhuishoudkundige winterschool te Peiné, geeft nog een raad aan de landbouwers, wier velden de vorige maand totaal zijn verhageld. Zijn raad is een kleine wijziging van een bekend advies Al maar weer om bouwen, al zij het voor den tweeden of derden keer, maar nu zonder dralen of uitstel en, voor zoover men er dan geen rutabaga's, engelsche turneps of gewone knollen op telen wil, het om geploegde land bezaaien, afzonderlijk of door elkander, met eenige bekende ge wassen, die later een groote groene massa ter bemesting opleveren, of herfst- en wintervoeder voor het vee, die diep wortelen en den ondergrond losmaken, stikstof uit den dampkring verzamelen, de onkruiden onder hun terwijl men zich in „de Roskam", een I sUagd van de 4 candidal: voi piano dfchfe gewassen vërsrikken deze zijn zoon minachtte, was het mij een volkomen raadsel, hoe hij mij met zooveel zekerheid kon beloven, dat hij mij den volgenden dag de bedoelde som zou uitbetalen. Voor dien nacht betrok ik een kamer in het logement „Trusty Mariner Inn", te Sandhaven. Toen ik aldaar in de kleine eetkamer, die op de High Street uitzag, iets zat te gebruiken, zag ik mijn grootvader aankomen en hij liep stevig door als iemand, die een verre wandeling in het vooruitzicht heeft. Tegenover de herberg bleef hij staan en wierp in gepeins ver zonken een blik in de gelagkamer. Hij schudde het hoofd en deed besluiteloos eenige schreden voorwaarts, bleef daarna weer staan, keek eerst rechts en toen links de straat af, als vreesde hij, dat er een geestelijke in de buurt was, streek met zijne vingers langs zijne slappe wangen en rolde met zijn tong in zijn mond. Eindelijk stampte hij met zijn voet opdengrond, waarmee hij scheen te willen zeggen„Wat drommels, ik kan er niets aan doenkeerde terug en trad de gelagkamer binnen. Hij was daar nog, toen ik in den namiddag mijn kamer verliet om een wandeling te maken, terwijl hij zich aan de geestrijke vochten te goed deed, en toen ik des avonds terugkeerde, was hij daar nog en zong een aandoenlijk, oud lied met een bevende, schorre stem; hij was daar nog, toen ik om tien uur mijn kamer ging opzoeken; hij was in een hevigen woordenstrijd gewisseld en zette zijne woorden kracht bij door aanhalingen uit de heilige schrift en vloeken, die u het kippevel aanjoegen. Korten tijd daarna hoorde ik, dat de waardin hem aanmaande om te vertrekken en als een eerzamen man naar huis te gaan, terwijl zijn vrienden er hem ook toe trachten te bewegen om zich wat in de avondlucht te verfrisschen* Ik hoorde een geschuifel op den met zand bedekten vloer van de herberg en vervolgens op de treden van den drempel, alsof hij hunne raadgevingen wilde opvolgen. Eensklaps hoorde ik het geluid van een zwaren val, gevolgd door een schellen angst kreet van de waardin Ik snelde naar beneden. Mijn grootvader lag in de armen van hen, die hem trachten op te heffen en staarde verbijsterd om zich heen. Hij trachtte rechtop te staan, maar zijn linkerbeen kon het volle gewicht van zijn lichaam niet dragen het was gebroken en met een kreet van pijn liet hij zich weer op den grond neervallen. Ik strekte het been uit, dat geheel onder hem lag samengevouwen. „Hij is bewusteloos, mijnheer, maak zijn bovenkleeren los," zeide de waardin, die wegsnelde om water te halen. Ik knoopte het bovenste gedeelte van zijn wollen, grijze borst rok los. Daaronder hing een leeren riem met een klein zakje er aan vastgebonden, hetgeen oude zeelieden dikwijls dragen, en dat een voorbehoedmiddel tegen verdrinken bevat. Hij opende zijne oogen en keek mij een oogenblik verbijsterd aan; toen hij echter mijne vingers op zijn borst voelde, want de leeren riem scheen op zijn luchtpijp een drukking uit te oefenen, greep hij plotseling naar het leêren zakje met een angstige uitdrukking in zijne oogen, die mij geheel onverklaarbaar toescheen. „Hebt gij het er uitgenomen," riep hij woedend uit, toen zijn hand het zakje gevonden had, en terwijl hij er met zijn duim en wijsvinger langs streek als om zich te verwijten, dat er niets uit was genomen; „gij hebt het geopend gij hebt het gezien I" „Neen," zeide ik, „ik heb het zakje niet aangeraakt." De angst had hem ontnuchterd. Hij borg het zakje weg door zijn borstrok dicht te knoopen en keek mij voortdurend argwa nend in het gelaat; daarna bedekte hij het met beide handen, hield zijn schat vast, alsof zijn leven er afhing, en in zijn doodsangst om zijn geheim te verliezen, vergat hij de pijn, die hij licha- lijk leed. HOOFDSTUK III. Er werd een matras in de eetkamer gebracht en daarop werd mijn grootvader neergelegd, terwijl zijne vrienden uit de gelag kamer, zoo snel hunne beenen het toelieten, naar Bonport ijlden om een beroemden chirurgijn te halen, die aldaar woonde. Het was geen gemakkelijke taak om dien uit zijn bed te krijgen en hem er van te overtuigen, dat zijn hulp dringend noodzakelijk was en dat hij er voor zou worden betaald, Er verliepen drie uren alvorens hij in „Trusty Mariner" ver scheen, en gedurende dien tijd lag mijn grootvader op zijn rug en leed hevige pijnen, hoewel hij zijne handen steeds op zijn borst hield, op de plek, waar het zakje zich bevond. Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 2