BINNENLAND.
POLITIEK OVERZICHT.
Letteren en Kunst.
toegelaten, ia dien zin, dac de geldelijke bijdrage
voor den leerling worde geregeld naar den
maatstaf van de welgesteldheid der ouders.
Letter c.
Bij genoegzame verstandelijke ontwikkeling heb
ben onvermogende jongens bij plaatsing aan de
school de voorkeur."
Deze punten, ingeleid door den zelfden spréker,
der heer Baron, worden door een zeer levendige
gedachten wisseling gevolgd.
Verschillende motiën wordeu voorgesteld en
ten slotte blijven over twee motiën, eeue van
Leiden en eene van Tiel. Die van Leiden luidt
aldns
«Het onderwijs aan de ambachtsscholen moet
«voor ieder toegankelijk gemaakt worden en,
•zoover noodig, kosteloos verstrekt.
i/Dë motie Tiel strekt tot het veranderen van
•punt a aldue
«Het onderwijs aan de ambachtsscholen is
rtoegankelijk voor allen tegen betsling van eeu
matig schoolgeld;
verder: om punt b te doen vervallen en punt
c te handhaven.
De motie-Leiden wordt nu aangenomen met
36 stemmen voor en 9 tegen.
Daardoor vervalt het voorstel-Baron en de
motïe-Tiel.
Aan de orde komt punt 5, dat luidt als volgt
Rijkssubsidie voor ambachtsscholen is noodig-
Naar aanleiding van dit pnnt wordt eenparig
aansenomea de volgende motie, voorgesteld door
den heer mr. H Ph. de kanter, geamendeerd
door Leiden en den Haag
«Het congres spreekt de wenschelijkheid nit,
adat het particulier initiatief zooals het zich
«thans in zake ambachcsonderwijs uitspreekt,
«krachtige subsidie ontvange van gemeente, pro-
•vincie en Rijk, opdat het langs dezen weg in
■bloei loenemo en de weg worde gebaand *ot
«eene definitieve regeling van ambachts- en vak-
«onderwijs over geheel Nederland."
Thans komen aan de orde punt 6, 7 en 8,
voorgesteld door den heer Berghuis en resp.
luidende aldus
6. Ook het praktisch onderwijs is eeue zaak
van louter onderwijskundigen aard; 7. Op welke
grootte moet er in de praktijk gewerkt worden;
8. Wat is bet hoofdvak op de ambachtsscholen.
Punt 6 wordt eenparig goedgekeurd. Naar aan
leiding van punt 7 wordt aangenomen de vol
gende motie van den heer Droogleever Foituyn,
geamendeerd door don heer H. 3. Geijl JCz.,
aldus luidende
Bij het onderwijs in de praktijk moet ge-
«werkt worden op ware grootte, voor zooverre
«dat aan de school mogelijk is."
Over punt 8 wordt aangenomen de navol
gende motie van den heer Droogleever Fortuyn
•De ambachtscholen kennen geen hoofdvak. -Ik
•vak, daar onderwezen, wordt mot dezelfde toe-
«wijding behandeld.
Volgt puut 9, dat aldus luidt:
Tot welke vakken moet het onderwijs op de
ambachtsscholen zich bepalen? Voorgestelden
ingeleid door den heer J. J. F. Beijues.
Hieromtrent wordt aangenomen een door an
deren geamendeerde motie van mr. de Kanter,
die aldus luidt
■Hut onderwijs op de ambachtsscholen moet
«aanvangen hij de vakken, die plaatselijke be-
«hoef'.en aanwijzen en uitgebreid worden tot
•al zoodanige, die financieel bereikbaar zijn en
•de gelegenheid bestaat om daarin goad ondec-
•wijs te ontvangen."
Nu leidt de heer E. von Saher pant 10 in
De aesthetische ontwikkeling der leerlingen
moet met het praktisch onderwijs haud aan hand
gaan.
Hieromtrent wordt aaugenoman de volg-mde
motie van den heer Hk. Figee Jr., luidende aldus:
«Het is wensohelijk, dat bij het ambachts-
«ouderwijs de eischen van goede smaak hoog
•worden gehouden."
Aan de orde is punt 11.
Het leerlingstelsel in de bouw ambachten, ge
toetst aan de werkelijkheid.
Hieromtrent wordt goedgekeurd de navolgeude
motie voorgesteld door den heer H. J. Geijl JCz.:
«Het leerlingstelsel, hoezeer ook te waardee-
■ren voor fabrieken en maatschappijen, kan in
•de bouwvakken alleen als aanvulling van am-
•baciltsseholen dienstig worden geacht.
De twee punten nog door den heer Achterberg
ter bespreking voorgesteld, blijven buiten be
handeling, daar ze reeds in den loop van het
congres zijn besproken, namelijk
Een wettelijke regeling van het amhachts-
onderwijs. Eenheid van het ambachtsonderwijs.
geregeld naar de plaatselijke toestanden en zonder
schade voor de individualiteit vau den onderwijzer
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij kon. besluit is J. M. van Nieuw-
land, commissaris van politie te Zwolle,
tevens benoemd tot commissaris van
rijkspolitie.
Bij kon. besluit is benoemd tot broe
der der orde van den Nederlandschen
Leeuw N. C. M. Koch, deurwaarder
bij het gerechtshof te Leeuwarden.
Bij kon besluit is, op zijn verzoek,
ingetrokken de bij kon. besluit van 4
Juli gedane benoeming van C. J. A.
Fercken, thans notaris te Neuzen, tot
notaris te Vlissingen, en is benoemd
tot notaris binnen het arrond. Middel
burg, ter standplaats de gemeente Vlis
singen, W. S. Bosch, candidaat-notaris
te Dordrecht.
Bij kon. besluit is aan jhr. G- M.
Verspijck, adj. generaal van wijlen Z. M.
den koning, gepens. luit.-gen. titulair
van het leger in Nederl. Indië, vergun
ning verleend tot het aannemen van de
onderscheidingsteekenen van ridder der
orde van St. Alexander Newsky, hem
door den keizer van Rusland geschon
ken.
Door de Zuidhollandsche
maatschappij tot redding van schipbreu
kelingen is aan H. Groenendijk, vroeger
stuurman op de sloep Polluxde zil
veren medaille toegekend wegens het
redden der bemanning van de veron
gelukte Duitsche bark Minna.
Bij de normaal-schietschool
te 's-Hage zullen eerstdaags proeven ge
nomen worden om na te gaan in hoeverre
een door de Nederl. stoombootmaat
schappij geleverd stalen scherm vol
doende weerstand biedt aan kogels met
stalen mantels, geschoten uit geweren
van zeer klein kaliber. Deze stalen
schermen zijn bestemd voor dekking
van de bedieningsmanschappen van ge
wapende uitleggers (geschut op zolder
schuiten), die bestemd zijn voor de
verdediging onzer inundatiestellingen.
Door den directeur-gene
raal der Maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen is in het algemeen be
paald, dat aan de weduwen van het
hulppersoneel, dat onder toekenning van
onderstand eervol uit den dienst der
maatschappij werd ontslagen, na het
overlijden harer echtgenooten nog ge
durende hoogstens een jaar onderstand
zal kunnen worden verleend, ten be
drage van de helft van den onderstand,
die door dat personeel wordt genoten.
Bij het te Breda in deze
week gehouden examen voor hoofdon
derwijzer slaagde o. m. een candidaat,
die op zijn 19e jaar nog als landman
op den akker werkte, twee jaren later
de hulpakte behaalde en thans op
zijn 23e jaar de hoofdakte verwierf.
Deze werd hem uitgereikt onder de
meest vleiende bewoordingen van de
examinatoren voor zijn uitstekend exa
men.
Betreffende het voorgeval
lene aan boord van het stoomschip
Obdam van de Nederlandsch Ameri
kaansche Stoomvaartmaatschappij, waar
bij een der stokers door den kapitein
werd doodgeschoten, wordt ons nog
medegedeeld, dat reeds van het vertrek
van de Obdam uit Rotterdam af, een
ontevreden geest heerschte onder de
stokers en tremmers, die van lieverlede
in hevigheid toenam. Twee dagen na
het vertrek van New-York weigerden
zij te werken, zoodat de stoom zooda
nig verminderde, dat het schip spoedig
enkel drijvende zon zijn.
De hulp van den gezagvoerder werd
toen door den chef-machinist ingeroe
pen. In het logies komende, werd hij
i door een der muiters te lijf
een der muiters te lijf gegaan.
Het U. R verneemt nader,1 waarop hij, tot zelfbehoud gedwongen,
dat het bezoek van den oud-goeverneur I het schot loste, dat den ciood van den
van Suriname, jhr. mr. M. A. de Sa- j stoker ten gevolge had.
vornin Lohman, op het Loo, Vrijdag De overledene was Nederlander van
niet heeft plaats gehad. geboorte. (N. R. Cl.)
Zaterdag zijn te Amsterdam
nationale en internationale wielerwed
strijden gehouden op de baan achter
het Rijks-Museum.
N°. 1. Nieuwelingswedstrijd op hooge
tweewielers, Minimum gewicht 17 K.G
Afstand 2000 M. (5 ronden). Inleggeld
f i- ie pr., verguld zilveren medaille.
pr., zilveren medaille, 3-2 pr., bronzen
medaille.
Deelnemers A. Eysinck, W. Scholtz,
K. Smits, T. J. Klaverwijde, J. Stroethoff.
Eerste prijsEysinck, in 4 min.
24'£ s.tweede prijs, Klaverwijde,
in 4 min. 2775 s.derde prijs, Stroet
hoff, in 4 min. 27:!/s s.
N°. II. Wedstrijd met voorgift voor
éénpersoons driewielers, afstand 2000
M. (5 ronden). Inleg/1,50. Eerste prijs
kunstvoorwerp ter waarde van f 40,
tweede prijs kunstvoorwerp ter waarde
van f 20, derde prijs kunstvoorwerp ter
waarde van J 10.
Deelnemers G. Couvée, J. D. Hout
man, C. A. Koning, C. Maarschalk Dzn.,
M. Adler, H. M. Stroethoff en J. Stroet
hoff.
Record 3 min. 34s 5gereden door
P. W. Scheltema Beduin den 7en Augus
tus 1890 te Amsterdam.
Eerste prijs r M. Adier, in 3 min.
2875 s.tweede prijs, H. M. Stroethof,
3 min. 2875 s.derde prijs. C.
Maarschalk, in 3 min. 32 s.
N° III. Wedstrijd op éénpersoons
tweewielers om het kampioenschap van
Noord-Holland.Afstand 3000 M. (7'^ron
den). Inleg 2.50. i<= prijs gouden eere-
kruis. 2e prijs zilveren medaille. 3 prijs
bronzen medaille.De wedstrijd was alleen
open voor leden van den A. N. W. B.,
minstens sedert 2 maanden woonachtig
.n de provincie Noord Holland.
Deelnemers: J. J. Ott Bultman, C.
Witteveen Jr., J. D. Houtman, H. M.
Stroethoff en H. Roosdorp.
Record 5.24, gereden door P. Schel
tema Beduin, den i8eu Augustus 1888,
te Amsterdam.
Eerste prijs H. Roosdorp in 5.1375;
tweede C. Witteveen 5.14; derde J.
D. Houtman 5.15 Vó-
No. Y. Wedstrijd met voorgift van
hooge tweewielers. Afstand 1609 M.
(4 ronden). Inleggeld 2. ie prijs, kunst
voorwerp ter waarde van ƒ40, 2e prijs
kunstvoorwerp ter waarde van f 20.
3e prijs, kunstvoorwerp ter waarde van
10.
Deelnemers-• J. J. Ott Bultman, J.
R. Fockema, Th. D. W. Filz en H.
Roosdorp.
Record 2 m. 5075 gereden door J.
F. J. Huysser den 12e Augustus 1888
te Scheveningen.
Eerste prijs, H, Roosdorp, 2.4375;
premie, Bultman, 2.4375derde niet
toegekend.
N°. VI. Wedstrijd voor tweepersoons
driewielers. Afstand 3000 M. (7% ronden).
Inleggeld ƒ1.50 persoon, ie prijs:
Twee verg. zilv. med.2e prijs twee
zilv. méd.30 prijstwee bronzen
med.
Deelnemers: L. Leestemaker en? C.
Witteveen en L. Smits, en J. D.
Houtman, G. Couvée en W. J. Rade-
maker, H. Roosdorp en M. Adler.
Record 5.12%, gereden door Pander
Üelbaere 2 Augustus 1890 te Am
sterdam.
Eerste prijs Leestemaker en Stroet
hof in 5.39^5; tweede pr. Witteveen en
Houtman in 5.40; derde pr. Couvee
en Rademaker in 5.42.
Zaterdagavond omstreeks
10 uur ontstond te Amsterdam brand
in de derde verdieping van perceel 410
Singel bij het Koningsplein, waarin het
Photographisch Gezelschap zijn atelier
hield. De eerste en tweede verdieping
werden bewoond door den eersten en
tweeden stalmeester der amsterdamsche
Rijtuigmaatschappij, die in het onder
huis eene harer remises hadhierin
waren gelukkig niet vele brandbare
stoffen aanwezig, tenzij eenige fourages.
In het vertrek, waar de brand ver-1
moedelijk ontstond, schijnt dit echter
wel het geval geweest te zijn, vandaar
dat de brand aanvankelijk een dreigend
aanzien had. De brandweer rukte on
middellijk met veel matrieel aan, zoo-
dat de brand tot het éene perceel bleef
beperkt, dat geheel is uitgebrand.
Alle bewoners konden in tijds het
perceel verlaten.
In de laatste 3 4 weken
werden sommige winkeliers in horloges
te Leiden opgelicht door een of meer
jeugdige knapen, zonder dat die knapen
bij eene recherche der politie werden
aangehouden, terwijl wel de opgelichte
horloges werden opgespoord en in be
slag genomen. Vrijdagavond werd door
de activiteit van een der winkeliers een
jongen, die een nieuw horloge ten ver
koop presenteerde, door de politie aan
gehouden, als wanneer bleek dat de
jongen met nog twee schuldig was aan
de oplichtingen bovenbedoeld. Het zijn
allen knapen van 16 17 jarigen leef
tijd, die inet tact te werk gingen, daar
zij bij hunne operaties elkanders klee
deren aantrokken, om zoodoende de
politie het spoor bijster te maken. De
door misdrijf verkregen gelden hebben
zij ten eigen bate aangewend.
Tegen alle drie wordt proces-verbaal
opgemaakt.
Men meldt uit Beekber
gen:
Zaterdag is door de zutfensche jus
titie het lijk van J. B. geschouwd;
daarbij is gebleken dat zij niet aan
mishandeling, maar aan eene beroerte
is gestorven. Zooals gemeld is, ontving
zij in drift van haren broeder een paar
stompen en bleef zij daarop in bewus
teloozen toestand.
De spoorwegambtenaar W.,
die een veertien dagen geleden te Nij
megen tusschen de buffers van een
trein bekneld geraakte, waarbij hij in
wendig zwaar gekneusd werd, is aan de
gevolgen daarvan in het Ziekenhuis
aldaar overleden.
Het gaat er in de laatste
dagen te 's Bosch vrij wanordelijk op
toe. Door nog niet geheel duidelijke
oorzaken hebben en volksoploopjes
plaats gehad en deze hebben zich Vrijdag
avond weder herhaald. Zingende en
schreeuwende trok een nog talrijker
troep dan den vorigen dag verschillende
straten door en begaf zich toen weder
naar het huis van den commissaris van
politie, aan de rechterzijde der ZWvaart,
nabij de voormalige esplanade. Een
zevental agenten, die daar hadden post
gevat, sloegen bij herhaling op den
troep in, maar met minder gunstig ge
volg dan Vrijdagd.; menigte week
wel een oogenblik terug, maar ging
niet uiteen. Jammer genoeg, viel toen
'net oog van eenige straatbengels op
een hoop steenen, aan de overzijde der
Zuid Willemsvaart gelegen. Onmiddellijk
nam de beweging een meer kwaadaardig
karakter aan. De gaslantaarns moesten
het toen ontgeldenonder een luid
hoera werden een paar ruiten van den
politiepost aan de Veemarkt ingewor
pen, eveneens in het. huis van den
commissaris van politie en in dat van
zijn naasten buurman.
Het was inmiddels voor velen vrij
laat geworden; langzamerhand ontbond
zich de troep, bhjkbaar geneigd om
morgen op nieuw aan zijne baldadigheid
bot te vieren.
Er worden echter krachtige maat
regelen genomen, om aan de wanorde
lijkheden paal en perk te stellen.
werkende met hare koninklijke gebied
ster Carmen Sylva. Hare „Chants d' Au
rore" werden door de fransche Aca
demie eene bekroning waardig gekeurd.
Mej. Vacaresco's vader had zijne be
zittingen |in de Dimbovitza vallei, waar
niet minder dan drie vierduizend
Zigeunergezinnen wonen. Op deze wijze
was het jonge meisje in de gelegenheid
onder de Zigeuners zich te bewegen en
hunne liederen te hooren. Ook werden
zij dikwijls uitgenoodigd in het huis der
Vacaresco's te komen, en zoo gelukte
het Helene, aanteekeningen van hunne
liederen te maken, Dit is echter eene
zeer moeilijke .taak, daar de Zigeuners
iets dergelijks niet dulden en niet tot
zingen zijn te bewegen, als zij weten,
dat er notities van worden gemaakt. In
i888_was mej. Vacaresco in staat aan
de Koningin hare Zigeunerliederen te L
laten lezen, die zij gedurende vier jaren
op alle mogelijke wijzen had zien te
verkrijgen^ Carmen Sylva ontdekte bij
eerste lezing aanstonds hunne waarde
Zij vertaalde ze in het duitsch en pu-
bliceerde ze onder den titel: „Lieder
aus dem Dimbovitzathale."
In hare voorrede zegt zij„Deze won
derlijke schoone zangen zijn eene kost
bare vondst, eene gebeurtenis voor de
wereld van dichters en denkers. De lie-
deren verdienen eene waardige plaats
naast die uit Indië, Arabië en het verre
Noorden tot ons gekomen; zij zijn
waarlijk subliem in hun kinderlijken,
onbedorven eenvoud, een boek van
troost voor alle droefheid." In de in-
tellectueele kringen van Boekarest ver
oorzaakte de verschijning van het boekje
veel sensatie. Reeds worden zij op mu
ziek gezet en werden de lievelingslie-1
deren der Koningin. Huisvrouw '"j
De petersburgsche correspondent van
de Times heeft uit voorname bron
het volgende vernomen sedert eenigen
tijd onderhandelden de fransche regee
ring en de russische gezant te Parijs
over de grondslagen van een Fransch-
Russisch Verbond. De fransche schout
bij -nacht Gervais bracht nu een uitge
werkt plan /an alliantie naar Kroonstad
om het den ministers van Buitenland-
sche Zaken, van Oorlog en van Marine
ter hand te stellen. Zoodra dezen het
goedkeuren, zullen zij, maar niet de
czaar, het onderteekenen. Op die wijze
blijft het tractaat liggen totdat het oogen
blik van handelen gekomen zal zijn.
De fransche vlootvoogd beraadslaagde
over de voorwaarden van het verdrag
met de russische ministers, wier onder-
teekening Rus lands actieve medewerking
ter zee en te land zal verzekeren.
In het wonderschoone oude zwitser -
sche stadje Schwyz nam Zaterdag, te
midden van de grootsche Alpenweiden
het groote zwitsersche nationale feest
een aanvang op op even vroolijke als
verheffende wijze Toen in den vroegen
ochtend kanongebulder, klokgelui en mu
ziekuitvoeringen de bevolking en de feest-
genooten, wekten dreven er nog zware wol
kenmassa's, van het Vierwaldstatter meer
afkomende, in het Schwyzerdal, en hul
den de feeststad geheel in nevel en regen.
Niettemin begon zich van lieverlede de
officieele feestelijke optocht te rang
schikken. Uit het overoude raadhuis,
welks geheeie front bedekt is met eene
machtige muurbeschildering: de slag van
Morgarten, kwamen de afzonderlijke
teestgroepen te voorschijn. Het eerst
de hoogste bondsoverheden, dan het
corps diplomatique (waarin zich niet de
nederlandsche gezant bevond, zooals
gisteren verkeerdelijk gemeld werd),
vervolgens vertegenwoordigers van het
Mej. Helene Vacaresco, hofdame van o
de koningin van Rumenië, heeft aan dezwitsersche leger en eene lange reeks
literatuur een grooten dienst bewezen
door het verzamelen en opteekenen van
verschillende Zigeunerliederen. Reeds
sedert eenigen tijd was zij bekend als
dichteres en als zoodanig tevens samen-
van deputaties uit de 25 zwitsersche
kantons, verder geleerde vereenigingen,
zangers, turners, enz. Somtijds vormde
de optocht slechts een langen slinger
van opgestoken paraplu s, waarin alleen
zijn om de opening in het dak grooter te maker en op die wijze
te ontsnappen. De opening van dit hol was echter gesloten, niet
door een massa rotsblokken, welke een schuine helling vormden,
maar door een vlakke, steile helling, die met den bodem een
scherpen hoek vormde,en welke op geen enkele plaats onregelmatig
heden vertoonde, waardoor het mogelijk werd de steilte te be
klimmen. Ook de wanden van het hol helden naar binnen over,
zoodat men er met geen mogelijkheid tegenop kon klimmen. De
opening bevond zich, naar mijne berekening, vijftig voet boven
onze hoofden, terwijl wij ongeveer twaalf voet van den dichtst-
bijzijnden wand verwijderd waren.
„Lag die groote hoop steenen uit het andere hol hier maar
opgestapeld, Psyche 1" zeide ik, toen ik bemerkte, dat ik gerui-
men tijd het stilzwijgen had bewaard.
Zij antwoordde door met haar wang tegen mijn schouder te
wrijven, terwijl zij eenige onverstaanbare klanken uitte.
Maar dat is niet het geval, zoodat wij tot iets anders onze
toevlucht moeten nemen. Wij zouden de steenen een voor een
naar hier kunnen overbrengen, maar het zou maanden duren,
alvorens wij een stapel hadden gemaakt, die tot de opening
reikte, en ik vrees, dat wij het hier geen maanden lang kunnen
uithouden. Wanneer wij een van de balken, die de zoldering
steunen, naar beneden durfden halen, met het doel, om haar als
ladder te gebruiken, dan weet ik niet. of wij die zware vracht
naar hier zonden kunnen slepen, maar ik weet zeker, dat wij de
balk met ons beiden niet overeind zouden kunnen zetten. Dat
helpt dus nietsNeen, wij moeten door de steenlaag boren of
ons er-onder-door een uitgang zien te verschaffen. Wanneer ik
nu den muur eens aan alle kanten beklop, misschien vind ik dan
wel een plek, waar de wand minder dik is dan op andere
plaatsen.
Wij begaven ons naar den uitersten hoek van het hol en met
den rug van de bijl sloeg ik op de kalklaag, totdat wij het
andere einde hadden bereikt. Het wekte den lachlust van Psyche
op, maar de uitslag ontmoedigde mij, want overal hoorde ik
hetzelfde doffe geluid.
„Het doet er volstrekt niets toe, waar wij beginnen, Psyche.
Wij zullen niet meer dan een teeken kunnen maken voor den
toekomstigen ontdekker van dit hol, waaruit hem zal blijken,
waar wij trachtten te ontsnappen, alvorens te sterven, en dat
is alles.
„Dat is alles," zeide zij, de woorden herhalende op denzelfden
droevigen toon.
„Welnu, hier zullen wij dan maar beginnen," zeide ik in wan
hoop en hare handen uit de mijne losmakende, sloeg ik met
mijn bijl in den wand van kalksteen. Na eerst een gat van twee
voet in het vierkant te hebben uitgehakt, hetgeen ik voor ons
beiden wijd genoeg vond om er met onze lichamen doorheen
te dringen, wanneer wij het geluk hadden om den wand te door
boren, werkte ik door, totdat ik geheel uitgeput was. Psyche
stond naast mij stilzwijgend mijn werk gade te slaan, maar toen
ik den bijl neerlegde, nam zij hem op en zette den arbeid voort;
zij legde den bijl niet eerder neer, dan toen zij geheel krachte
loos hare armen liet hangen.
„Uitstekend gedaan, Psychegij zijt een moedige, kteine help
ster," zeide ik, maar toen ik den bijl weer van haar overnam,
bemerkte ik, dat zij beefde van vermoeienis, terwijl hare armen
en haar gelaat nat waren van het zweet. Met teederheid wischte
ik het zweet van haar gelaat, en met vriendelijke woorden, die
uit mijn hart opstegen, noopte ik haar om naast mij plaats te
nemen. Ik geloof, dat dit het gelukkigste uur van haar leven
was, want zij uitte kreten van verrukking, terwijl zij zich met
innige teederheid tegen mij aandrukte.
Wij hadden naar mijn oordeel ongeveer een uur gewerkt en
door de nauwe spleet boven ons kijkende, zag ik, dat het don-
ker werd, waaruit ik de gevolgtrekking maakte, dat het onge
veer zeven uur washet was op het einde van Maart.
„Wij hebben nn voor vandaag genoeg gewerkt, Psyche," zeide
ik zeer verrukt, dat wij zoo snel vorderden, „en gij hebt u be
wonderenswaardig gedragen, en evenveel gewerkt als ik, zoo niet
meer, want ofschoon uwe slagen niet zoo forsch zijn, kunt gij
zien, waar uw bijl neerkomt." „Ik geloof wel, dat wij een
gat van ongeveer zes duim diepte hebben gemaakt. Dat is goed.
Een goed begin is het halve werk, zegt men wel eens, maar ik
geloof niet, dat het met ons het geval is/1
Wordt vervolgd,)