BINNENLAND. POLITIEK OVERZICHT. Letteren en Kunst. toegelaten, ia dien zin, dac de geldelijke bijdrage voor den leerling worde geregeld naar den maatstaf van de welgesteldheid der ouders. Letter c. Bij genoegzame verstandelijke ontwikkeling heb ben onvermogende jongens bij plaatsing aan de school de voorkeur." Deze punten, ingeleid door den zelfden spréker, der heer Baron, worden door een zeer levendige gedachten wisseling gevolgd. Verschillende motiën wordeu voorgesteld en ten slotte blijven over twee motiën, eeue van Leiden en eene van Tiel. Die van Leiden luidt aldns «Het onderwijs aan de ambachtsscholen moet «voor ieder toegankelijk gemaakt worden en, •zoover noodig, kosteloos verstrekt. i/Dë motie Tiel strekt tot het veranderen van •punt a aldue «Het onderwijs aan de ambachtsscholen is rtoegankelijk voor allen tegen betsling van eeu matig schoolgeld; verder: om punt b te doen vervallen en punt c te handhaven. De motie-Leiden wordt nu aangenomen met 36 stemmen voor en 9 tegen. Daardoor vervalt het voorstel-Baron en de motïe-Tiel. Aan de orde komt punt 5, dat luidt als volgt Rijkssubsidie voor ambachtsscholen is noodig- Naar aanleiding van dit pnnt wordt eenparig aansenomea de volgende motie, voorgesteld door den heer mr. H Ph. de kanter, geamendeerd door Leiden en den Haag «Het congres spreekt de wenschelijkheid nit, adat het particulier initiatief zooals het zich «thans in zake ambachcsonderwijs uitspreekt, «krachtige subsidie ontvange van gemeente, pro- •vincie en Rijk, opdat het langs dezen weg in ■bloei loenemo en de weg worde gebaand *ot «eene definitieve regeling van ambachts- en vak- «onderwijs over geheel Nederland." Thans komen aan de orde punt 6, 7 en 8, voorgesteld door den heer Berghuis en resp. luidende aldus 6. Ook het praktisch onderwijs is eeue zaak van louter onderwijskundigen aard; 7. Op welke grootte moet er in de praktijk gewerkt worden; 8. Wat is bet hoofdvak op de ambachtsscholen. Punt 6 wordt eenparig goedgekeurd. Naar aan leiding van punt 7 wordt aangenomen de vol gende motie van den heer Droogleever Foituyn, geamendeerd door don heer H. 3. Geijl JCz., aldus luidende Bij het onderwijs in de praktijk moet ge- «werkt worden op ware grootte, voor zooverre «dat aan de school mogelijk is." Over punt 8 wordt aangenomen de navol gende motie van den heer Droogleever Fortuyn •De ambachtscholen kennen geen hoofdvak. -Ik •vak, daar onderwezen, wordt mot dezelfde toe- «wijding behandeld. Volgt puut 9, dat aldus luidt: Tot welke vakken moet het onderwijs op de ambachtsscholen zich bepalen? Voorgestelden ingeleid door den heer J. J. F. Beijues. Hieromtrent wordt aangenomen een door an deren geamendeerde motie van mr. de Kanter, die aldus luidt ■Hut onderwijs op de ambachtsscholen moet «aanvangen hij de vakken, die plaatselijke be- «hoef'.en aanwijzen en uitgebreid worden tot •al zoodanige, die financieel bereikbaar zijn en •de gelegenheid bestaat om daarin goad ondec- •wijs te ontvangen." Nu leidt de heer E. von Saher pant 10 in De aesthetische ontwikkeling der leerlingen moet met het praktisch onderwijs haud aan hand gaan. Hieromtrent wordt aaugenoman de volg-mde motie van den heer Hk. Figee Jr., luidende aldus: «Het is wensohelijk, dat bij het ambachts- «ouderwijs de eischen van goede smaak hoog •worden gehouden." Aan de orde is punt 11. Het leerlingstelsel in de bouw ambachten, ge toetst aan de werkelijkheid. Hieromtrent wordt goedgekeurd de navolgeude motie voorgesteld door den heer H. J. Geijl JCz.: «Het leerlingstelsel, hoezeer ook te waardee- ■ren voor fabrieken en maatschappijen, kan in •de bouwvakken alleen als aanvulling van am- •baciltsseholen dienstig worden geacht. De twee punten nog door den heer Achterberg ter bespreking voorgesteld, blijven buiten be handeling, daar ze reeds in den loop van het congres zijn besproken, namelijk Een wettelijke regeling van het amhachts- onderwijs. Eenheid van het ambachtsonderwijs. geregeld naar de plaatselijke toestanden en zonder schade voor de individualiteit vau den onderwijzer OFFICIEELE BERICHTEN. Bij kon. besluit is J. M. van Nieuw- land, commissaris van politie te Zwolle, tevens benoemd tot commissaris van rijkspolitie. Bij kon. besluit is benoemd tot broe der der orde van den Nederlandschen Leeuw N. C. M. Koch, deurwaarder bij het gerechtshof te Leeuwarden. Bij kon besluit is, op zijn verzoek, ingetrokken de bij kon. besluit van 4 Juli gedane benoeming van C. J. A. Fercken, thans notaris te Neuzen, tot notaris te Vlissingen, en is benoemd tot notaris binnen het arrond. Middel burg, ter standplaats de gemeente Vlis singen, W. S. Bosch, candidaat-notaris te Dordrecht. Bij kon. besluit is aan jhr. G- M. Verspijck, adj. generaal van wijlen Z. M. den koning, gepens. luit.-gen. titulair van het leger in Nederl. Indië, vergun ning verleend tot het aannemen van de onderscheidingsteekenen van ridder der orde van St. Alexander Newsky, hem door den keizer van Rusland geschon ken. Door de Zuidhollandsche maatschappij tot redding van schipbreu kelingen is aan H. Groenendijk, vroeger stuurman op de sloep Polluxde zil veren medaille toegekend wegens het redden der bemanning van de veron gelukte Duitsche bark Minna. Bij de normaal-schietschool te 's-Hage zullen eerstdaags proeven ge nomen worden om na te gaan in hoeverre een door de Nederl. stoombootmaat schappij geleverd stalen scherm vol doende weerstand biedt aan kogels met stalen mantels, geschoten uit geweren van zeer klein kaliber. Deze stalen schermen zijn bestemd voor dekking van de bedieningsmanschappen van ge wapende uitleggers (geschut op zolder schuiten), die bestemd zijn voor de verdediging onzer inundatiestellingen. Door den directeur-gene raal der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen is in het algemeen be paald, dat aan de weduwen van het hulppersoneel, dat onder toekenning van onderstand eervol uit den dienst der maatschappij werd ontslagen, na het overlijden harer echtgenooten nog ge durende hoogstens een jaar onderstand zal kunnen worden verleend, ten be drage van de helft van den onderstand, die door dat personeel wordt genoten. Bij het te Breda in deze week gehouden examen voor hoofdon derwijzer slaagde o. m. een candidaat, die op zijn 19e jaar nog als landman op den akker werkte, twee jaren later de hulpakte behaalde en thans op zijn 23e jaar de hoofdakte verwierf. Deze werd hem uitgereikt onder de meest vleiende bewoordingen van de examinatoren voor zijn uitstekend exa men. Betreffende het voorgeval lene aan boord van het stoomschip Obdam van de Nederlandsch Ameri kaansche Stoomvaartmaatschappij, waar bij een der stokers door den kapitein werd doodgeschoten, wordt ons nog medegedeeld, dat reeds van het vertrek van de Obdam uit Rotterdam af, een ontevreden geest heerschte onder de stokers en tremmers, die van lieverlede in hevigheid toenam. Twee dagen na het vertrek van New-York weigerden zij te werken, zoodat de stoom zooda nig verminderde, dat het schip spoedig enkel drijvende zon zijn. De hulp van den gezagvoerder werd toen door den chef-machinist ingeroe pen. In het logies komende, werd hij i door een der muiters te lijf een der muiters te lijf gegaan. Het U. R verneemt nader,1 waarop hij, tot zelfbehoud gedwongen, dat het bezoek van den oud-goeverneur I het schot loste, dat den ciood van den van Suriname, jhr. mr. M. A. de Sa- j stoker ten gevolge had. vornin Lohman, op het Loo, Vrijdag De overledene was Nederlander van niet heeft plaats gehad. geboorte. (N. R. Cl.) Zaterdag zijn te Amsterdam nationale en internationale wielerwed strijden gehouden op de baan achter het Rijks-Museum. N°. 1. Nieuwelingswedstrijd op hooge tweewielers, Minimum gewicht 17 K.G Afstand 2000 M. (5 ronden). Inleggeld f i- ie pr., verguld zilveren medaille. pr., zilveren medaille, 3-2 pr., bronzen medaille. Deelnemers A. Eysinck, W. Scholtz, K. Smits, T. J. Klaverwijde, J. Stroethoff. Eerste prijsEysinck, in 4 min. 24'£ s.tweede prijs, Klaverwijde, in 4 min. 2775 s.derde prijs, Stroet hoff, in 4 min. 27:!/s s. N°. II. Wedstrijd met voorgift voor éénpersoons driewielers, afstand 2000 M. (5 ronden). Inleg/1,50. Eerste prijs kunstvoorwerp ter waarde van f 40, tweede prijs kunstvoorwerp ter waarde van f 20, derde prijs kunstvoorwerp ter waarde van J 10. Deelnemers G. Couvée, J. D. Hout man, C. A. Koning, C. Maarschalk Dzn., M. Adler, H. M. Stroethoff en J. Stroet hoff. Record 3 min. 34s 5gereden door P. W. Scheltema Beduin den 7en Augus tus 1890 te Amsterdam. Eerste prijs r M. Adier, in 3 min. 2875 s.tweede prijs, H. M. Stroethof, 3 min. 2875 s.derde prijs. C. Maarschalk, in 3 min. 32 s. N° III. Wedstrijd op éénpersoons tweewielers om het kampioenschap van Noord-Holland.Afstand 3000 M. (7'^ron den). Inleg 2.50. i<= prijs gouden eere- kruis. 2e prijs zilveren medaille. 3 prijs bronzen medaille.De wedstrijd was alleen open voor leden van den A. N. W. B., minstens sedert 2 maanden woonachtig .n de provincie Noord Holland. Deelnemers: J. J. Ott Bultman, C. Witteveen Jr., J. D. Houtman, H. M. Stroethoff en H. Roosdorp. Record 5.24, gereden door P. Schel tema Beduin, den i8eu Augustus 1888, te Amsterdam. Eerste prijs H. Roosdorp in 5.1375; tweede C. Witteveen 5.14; derde J. D. Houtman 5.15 Vó- No. Y. Wedstrijd met voorgift van hooge tweewielers. Afstand 1609 M. (4 ronden). Inleggeld 2. ie prijs, kunst voorwerp ter waarde van ƒ40, 2e prijs kunstvoorwerp ter waarde van f 20. 3e prijs, kunstvoorwerp ter waarde van 10. Deelnemers-• J. J. Ott Bultman, J. R. Fockema, Th. D. W. Filz en H. Roosdorp. Record 2 m. 5075 gereden door J. F. J. Huysser den 12e Augustus 1888 te Scheveningen. Eerste prijs, H, Roosdorp, 2.4375; premie, Bultman, 2.4375derde niet toegekend. N°. VI. Wedstrijd voor tweepersoons driewielers. Afstand 3000 M. (7% ronden). Inleggeld ƒ1.50 persoon, ie prijs: Twee verg. zilv. med.2e prijs twee zilv. méd.30 prijstwee bronzen med. Deelnemers: L. Leestemaker en? C. Witteveen en L. Smits, en J. D. Houtman, G. Couvée en W. J. Rade- maker, H. Roosdorp en M. Adler. Record 5.12%, gereden door Pander Üelbaere 2 Augustus 1890 te Am sterdam. Eerste prijs Leestemaker en Stroet hof in 5.39^5; tweede pr. Witteveen en Houtman in 5.40; derde pr. Couvee en Rademaker in 5.42. Zaterdagavond omstreeks 10 uur ontstond te Amsterdam brand in de derde verdieping van perceel 410 Singel bij het Koningsplein, waarin het Photographisch Gezelschap zijn atelier hield. De eerste en tweede verdieping werden bewoond door den eersten en tweeden stalmeester der amsterdamsche Rijtuigmaatschappij, die in het onder huis eene harer remises hadhierin waren gelukkig niet vele brandbare stoffen aanwezig, tenzij eenige fourages. In het vertrek, waar de brand ver-1 moedelijk ontstond, schijnt dit echter wel het geval geweest te zijn, vandaar dat de brand aanvankelijk een dreigend aanzien had. De brandweer rukte on middellijk met veel matrieel aan, zoo- dat de brand tot het éene perceel bleef beperkt, dat geheel is uitgebrand. Alle bewoners konden in tijds het perceel verlaten. In de laatste 3 4 weken werden sommige winkeliers in horloges te Leiden opgelicht door een of meer jeugdige knapen, zonder dat die knapen bij eene recherche der politie werden aangehouden, terwijl wel de opgelichte horloges werden opgespoord en in be slag genomen. Vrijdagavond werd door de activiteit van een der winkeliers een jongen, die een nieuw horloge ten ver koop presenteerde, door de politie aan gehouden, als wanneer bleek dat de jongen met nog twee schuldig was aan de oplichtingen bovenbedoeld. Het zijn allen knapen van 16 17 jarigen leef tijd, die inet tact te werk gingen, daar zij bij hunne operaties elkanders klee deren aantrokken, om zoodoende de politie het spoor bijster te maken. De door misdrijf verkregen gelden hebben zij ten eigen bate aangewend. Tegen alle drie wordt proces-verbaal opgemaakt. Men meldt uit Beekber gen: Zaterdag is door de zutfensche jus titie het lijk van J. B. geschouwd; daarbij is gebleken dat zij niet aan mishandeling, maar aan eene beroerte is gestorven. Zooals gemeld is, ontving zij in drift van haren broeder een paar stompen en bleef zij daarop in bewus teloozen toestand. De spoorwegambtenaar W., die een veertien dagen geleden te Nij megen tusschen de buffers van een trein bekneld geraakte, waarbij hij in wendig zwaar gekneusd werd, is aan de gevolgen daarvan in het Ziekenhuis aldaar overleden. Het gaat er in de laatste dagen te 's Bosch vrij wanordelijk op toe. Door nog niet geheel duidelijke oorzaken hebben en volksoploopjes plaats gehad en deze hebben zich Vrijdag avond weder herhaald. Zingende en schreeuwende trok een nog talrijker troep dan den vorigen dag verschillende straten door en begaf zich toen weder naar het huis van den commissaris van politie, aan de rechterzijde der ZWvaart, nabij de voormalige esplanade. Een zevental agenten, die daar hadden post gevat, sloegen bij herhaling op den troep in, maar met minder gunstig ge volg dan Vrijdagd.; menigte week wel een oogenblik terug, maar ging niet uiteen. Jammer genoeg, viel toen 'net oog van eenige straatbengels op een hoop steenen, aan de overzijde der Zuid Willemsvaart gelegen. Onmiddellijk nam de beweging een meer kwaadaardig karakter aan. De gaslantaarns moesten het toen ontgeldenonder een luid hoera werden een paar ruiten van den politiepost aan de Veemarkt ingewor pen, eveneens in het. huis van den commissaris van politie en in dat van zijn naasten buurman. Het was inmiddels voor velen vrij laat geworden; langzamerhand ontbond zich de troep, bhjkbaar geneigd om morgen op nieuw aan zijne baldadigheid bot te vieren. Er worden echter krachtige maat regelen genomen, om aan de wanorde lijkheden paal en perk te stellen. werkende met hare koninklijke gebied ster Carmen Sylva. Hare „Chants d' Au rore" werden door de fransche Aca demie eene bekroning waardig gekeurd. Mej. Vacaresco's vader had zijne be zittingen |in de Dimbovitza vallei, waar niet minder dan drie vierduizend Zigeunergezinnen wonen. Op deze wijze was het jonge meisje in de gelegenheid onder de Zigeuners zich te bewegen en hunne liederen te hooren. Ook werden zij dikwijls uitgenoodigd in het huis der Vacaresco's te komen, en zoo gelukte het Helene, aanteekeningen van hunne liederen te maken, Dit is echter eene zeer moeilijke .taak, daar de Zigeuners iets dergelijks niet dulden en niet tot zingen zijn te bewegen, als zij weten, dat er notities van worden gemaakt. In i888_was mej. Vacaresco in staat aan de Koningin hare Zigeunerliederen te L laten lezen, die zij gedurende vier jaren op alle mogelijke wijzen had zien te verkrijgen^ Carmen Sylva ontdekte bij eerste lezing aanstonds hunne waarde Zij vertaalde ze in het duitsch en pu- bliceerde ze onder den titel: „Lieder aus dem Dimbovitzathale." In hare voorrede zegt zij„Deze won derlijke schoone zangen zijn eene kost bare vondst, eene gebeurtenis voor de wereld van dichters en denkers. De lie- deren verdienen eene waardige plaats naast die uit Indië, Arabië en het verre Noorden tot ons gekomen; zij zijn waarlijk subliem in hun kinderlijken, onbedorven eenvoud, een boek van troost voor alle droefheid." In de in- tellectueele kringen van Boekarest ver oorzaakte de verschijning van het boekje veel sensatie. Reeds worden zij op mu ziek gezet en werden de lievelingslie-1 deren der Koningin. Huisvrouw '"j De petersburgsche correspondent van de Times heeft uit voorname bron het volgende vernomen sedert eenigen tijd onderhandelden de fransche regee ring en de russische gezant te Parijs over de grondslagen van een Fransch- Russisch Verbond. De fransche schout bij -nacht Gervais bracht nu een uitge werkt plan /an alliantie naar Kroonstad om het den ministers van Buitenland- sche Zaken, van Oorlog en van Marine ter hand te stellen. Zoodra dezen het goedkeuren, zullen zij, maar niet de czaar, het onderteekenen. Op die wijze blijft het tractaat liggen totdat het oogen blik van handelen gekomen zal zijn. De fransche vlootvoogd beraadslaagde over de voorwaarden van het verdrag met de russische ministers, wier onder- teekening Rus lands actieve medewerking ter zee en te land zal verzekeren. In het wonderschoone oude zwitser - sche stadje Schwyz nam Zaterdag, te midden van de grootsche Alpenweiden het groote zwitsersche nationale feest een aanvang op op even vroolijke als verheffende wijze Toen in den vroegen ochtend kanongebulder, klokgelui en mu ziekuitvoeringen de bevolking en de feest- genooten, wekten dreven er nog zware wol kenmassa's, van het Vierwaldstatter meer afkomende, in het Schwyzerdal, en hul den de feeststad geheel in nevel en regen. Niettemin begon zich van lieverlede de officieele feestelijke optocht te rang schikken. Uit het overoude raadhuis, welks geheeie front bedekt is met eene machtige muurbeschildering: de slag van Morgarten, kwamen de afzonderlijke teestgroepen te voorschijn. Het eerst de hoogste bondsoverheden, dan het corps diplomatique (waarin zich niet de nederlandsche gezant bevond, zooals gisteren verkeerdelijk gemeld werd), vervolgens vertegenwoordigers van het Mej. Helene Vacaresco, hofdame van o de koningin van Rumenië, heeft aan dezwitsersche leger en eene lange reeks literatuur een grooten dienst bewezen door het verzamelen en opteekenen van verschillende Zigeunerliederen. Reeds sedert eenigen tijd was zij bekend als dichteres en als zoodanig tevens samen- van deputaties uit de 25 zwitsersche kantons, verder geleerde vereenigingen, zangers, turners, enz. Somtijds vormde de optocht slechts een langen slinger van opgestoken paraplu s, waarin alleen zijn om de opening in het dak grooter te maker en op die wijze te ontsnappen. De opening van dit hol was echter gesloten, niet door een massa rotsblokken, welke een schuine helling vormden, maar door een vlakke, steile helling, die met den bodem een scherpen hoek vormde,en welke op geen enkele plaats onregelmatig heden vertoonde, waardoor het mogelijk werd de steilte te be klimmen. Ook de wanden van het hol helden naar binnen over, zoodat men er met geen mogelijkheid tegenop kon klimmen. De opening bevond zich, naar mijne berekening, vijftig voet boven onze hoofden, terwijl wij ongeveer twaalf voet van den dichtst- bijzijnden wand verwijderd waren. „Lag die groote hoop steenen uit het andere hol hier maar opgestapeld, Psyche 1" zeide ik, toen ik bemerkte, dat ik gerui- men tijd het stilzwijgen had bewaard. Zij antwoordde door met haar wang tegen mijn schouder te wrijven, terwijl zij eenige onverstaanbare klanken uitte. Maar dat is niet het geval, zoodat wij tot iets anders onze toevlucht moeten nemen. Wij zouden de steenen een voor een naar hier kunnen overbrengen, maar het zou maanden duren, alvorens wij een stapel hadden gemaakt, die tot de opening reikte, en ik vrees, dat wij het hier geen maanden lang kunnen uithouden. Wanneer wij een van de balken, die de zoldering steunen, naar beneden durfden halen, met het doel, om haar als ladder te gebruiken, dan weet ik niet. of wij die zware vracht naar hier zonden kunnen slepen, maar ik weet zeker, dat wij de balk met ons beiden niet overeind zouden kunnen zetten. Dat helpt dus nietsNeen, wij moeten door de steenlaag boren of ons er-onder-door een uitgang zien te verschaffen. Wanneer ik nu den muur eens aan alle kanten beklop, misschien vind ik dan wel een plek, waar de wand minder dik is dan op andere plaatsen. Wij begaven ons naar den uitersten hoek van het hol en met den rug van de bijl sloeg ik op de kalklaag, totdat wij het andere einde hadden bereikt. Het wekte den lachlust van Psyche op, maar de uitslag ontmoedigde mij, want overal hoorde ik hetzelfde doffe geluid. „Het doet er volstrekt niets toe, waar wij beginnen, Psyche. Wij zullen niet meer dan een teeken kunnen maken voor den toekomstigen ontdekker van dit hol, waaruit hem zal blijken, waar wij trachtten te ontsnappen, alvorens te sterven, en dat is alles. „Dat is alles," zeide zij, de woorden herhalende op denzelfden droevigen toon. „Welnu, hier zullen wij dan maar beginnen," zeide ik in wan hoop en hare handen uit de mijne losmakende, sloeg ik met mijn bijl in den wand van kalksteen. Na eerst een gat van twee voet in het vierkant te hebben uitgehakt, hetgeen ik voor ons beiden wijd genoeg vond om er met onze lichamen doorheen te dringen, wanneer wij het geluk hadden om den wand te door boren, werkte ik door, totdat ik geheel uitgeput was. Psyche stond naast mij stilzwijgend mijn werk gade te slaan, maar toen ik den bijl neerlegde, nam zij hem op en zette den arbeid voort; zij legde den bijl niet eerder neer, dan toen zij geheel krachte loos hare armen liet hangen. „Uitstekend gedaan, Psychegij zijt een moedige, kteine help ster," zeide ik, maar toen ik den bijl weer van haar overnam, bemerkte ik, dat zij beefde van vermoeienis, terwijl hare armen en haar gelaat nat waren van het zweet. Met teederheid wischte ik het zweet van haar gelaat, en met vriendelijke woorden, die uit mijn hart opstegen, noopte ik haar om naast mij plaats te nemen. Ik geloof, dat dit het gelukkigste uur van haar leven was, want zij uitte kreten van verrukking, terwijl zij zich met innige teederheid tegen mij aandrukte. Wij hadden naar mijn oordeel ongeveer een uur gewerkt en door de nauwe spleet boven ons kijkende, zag ik, dat het don- ker werd, waaruit ik de gevolgtrekking maakte, dat het onge veer zeven uur washet was op het einde van Maart. „Wij hebben nn voor vandaag genoeg gewerkt, Psyche," zeide ik zeer verrukt, dat wij zoo snel vorderden, „en gij hebt u be wonderenswaardig gedragen, en evenveel gewerkt als ik, zoo niet meer, want ofschoon uwe slagen niet zoo forsch zijn, kunt gij zien, waar uw bijl neerkomt." „Ik geloof wel, dat wij een gat van ongeveer zes duim diepte hebben gemaakt. Dat is goed. Een goed begin is het halve werk, zegt men wel eens, maar ik geloof niet, dat het met ons het geval is/1 Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 2