NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 9<i Jaargang. Vrijdag 7 Augustus 1891 No. 2481. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIÉN: STADSNIEUWS. PALEIS VAN JUSTITIE. Ars ondissements-iiechtbank. FEUILLETON; PSYCHE. HAARLE DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijt, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blRd verecbjjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Kleine Hontntraat No. 9, Haarlem. Teteronnamiuer 123. van X5 reg-el» 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen eu Advartentiën wordea aangenomen door OI22J15 agent-en on door alle boekhandelaren en conraotiera. Directeuren-Uitgevers J. C. PSEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor hei Buitenland: Compagnie Générale <k Bublicité Mranghe Go L. BAOBM öo-, JOHN J. J ONSS, SuccF ar ij t 315:$ Faubourg Montmartre. Haarlem, 6 Augustus 1891. Heden is het stedelijk museum van schilderijen en oudheden op het Raad huis alhier, bezocht door den Vorst en de Vorstin Khevenhütter uit Weenen, met gezelschap. Men verzoekt ons het navolgende op te nemen Indien men de heeren, die gisteren hun protest tegen de geldigheid der ver kiezing indienden, volgt en zooals de billijkheid vordert, voor al de candida- ten de door hen op de 2 biljetten be haalde stemmen samen teltkomt men tot het volgende resultaat, in stem- mental is dan No. 1. Kruseman 2. Loomeijer 3. v. d. Steur 4. Beijnes 5. Tjeenk Willink 6. v. d. Berg 7. De Clercq 8. Klein. 9. v. d. Wijde. jo. De la Porte. 11. v. Huizen 12. Van Raay 13. Emrik 14. Reeser 15. Heijting 16. Hiimans Wit. 726 45 798 55 25 31 41 28 162 10 23 462 13 17 Groen. r ii9-=S45 1. 797 842 687 676 635 593 554 4°° 540 - 517 1 44 477 26 429 408 799 742 701 666 634 582 562 55° 540 512 442 425 Adema en Zoon te Amsterdam vervaar digd, die daarvoor ruim een half jaar (van begin December al) heeft noodig gehad. Het is in gothische stijl en in een eikenhouten kast besloten. Op den avond der inwijding zal de bekende componist en musicus onze stadgenoot de heer Ph. Loots het orgel bespelen. Het programma zal nader worden bekend gemaakt. Ongetwijfeld is het nieuwe orgel een sieraad voor de kerk. De tentoonstelling van Ambachts scholen gehouden in den „Kraton," werd heden door 23 personen bezocht. Een werkelijk zeer goede gelegenheid om zich met de kermis te amuseeren is het gezelschap van den heer W. Pierre de Boer, dat zijne tenten in de groote zaal van „Felix Favore" heelt opgeslagen. Woensdag werd daar de eerste voorstelling gegeven. Men heeft j er uitstekende zangeressen, acrobaten, den heer Nico de Haas, de bekende hollandsche karakter-komiek, en last not least den heer Lepoldi,de bekende rijwiel virtuoos, terwijl nog tal van andere kunstenaars en kunstenaressen elkander met de uitgezochtste aardigheden af wisselen. Om eens te varieeren met „Kroon" of „Vereeniging" ga men er eens een kijkje nemen. Zeker is het dat zij, die er Woensdagavond waren, zich uitstekend hebben geamuseerd. Volgens die berekening zouden dus de heeren Kruseman, Loomeijer en v. d. Steur bij eerste stemming gekozen zijn, van welk drietal de 2 laatste heeren ook, al trekt men de stemmen der 2 biljetten niet bij elkaar; voor de alsdan nog overige 5 zetels zouden in herstem ming hebben moeten komen de heeren van No. 4 tot en met No. 13 en zouden dus de drie laatsten, waaronder ook de heer Reeser, zijn afgevallen. De heer v. d. Wijde is de eenige, die zich dan te beklagen zou hebben, als ten minste hun becijfering opgaat, hetgeen wel door velen zal worden be twijfeld. Woensdag 12 Augustus e. k., des avonds, zal het nieuwe orgel in de r.-k. kerk aan het Spaarne worden ingewijd. Dit orgel, dat volgens kenners aan de hoogste eischen voldoet, is naar de nieuwste methode van orgelfabricage geheel pneumatisch ingericht. Het heeft twee klavieren en een vrij pedaal, bevat twee en dertig registers, waaronder 8 16-voeten (eene zeldzaamheid) en een zeer mooie vox humana. Het front spreekt geheel. Het orgel is volgens teekening van den architect Cuypers door de firma Heden te tien uur stond alhier te recht Pieter Koole. kleermaker, oud 21 jaar, geboren te Colijnsplaat in Zeeland. Deze beklaagde staat terecht, ter zake dat hij in den nacht van 16 op 17 Maart 1891 zich toegang heelt verschaft tot de welgesloten woning van den heer G A. A. Middelberg, Kenaupark 31, door over de schutting te klimmen, langs een trap in den tuin naar de veranda is gegaan, daar uit de gesloten buitendeur met een centerboor een paneel heeft verwijderd en daardoor is binnengedrongen. Hier nam hij uit ver schillende kamers weg 6 spaarpotten, bevattende te zamen circa f 78 aan geld en omstreeks ƒ6o aan los geld, zes zilveren eetlepels, een zilveren taartmes en vork en een zilveren gembervork; 20. dat hij in den nacht van 12 op 13 Juni 1891 poging tot inbraak heeft ge pleegd in de woning van mr. van Gigch aan het Manpad, waar hij reeds een paneel uit de buitendeur had geboord, toen hij een kind hoorde schreien en beweging bemerkte en daarom van zijn voornemen afzag. Pieter Koole is mager en eer klein dan groot van gestalte. Zijn gezicht is bleek, de oogen liggen diep en hebben eene eenigszins loerende uitdrukking, het blonde, sluike haar is dun. De veldwachter den Beider deelt mede, dat hij den 15» Juni des nachts te 2 uur, op korten afstand gevolgd door twee andere veldwachters, in Heem stede zijne ronde deed, toen hij een man ontmoette, dezen beklaagde. Hij sprak hem aan Waar kom je vandaan Yan Haarlem- Waar ga je naar toe Naar Hillegom. Wat moet je daar doen Naar mijn familie. Wie is je familie Daarop wist hij geen antwoord te geven en den Beider, verdenking opvattende, greep hem in de borst en voelde meteen in zijn jas zak de centerboor, die hij bij zich droeg. Toen kwamen zijne kameraden ter hulp en werd Koole gearresteerd. „Hij had de revolver gespannen in zijn zak," zegt den Beider. „Dit is onwaar,"" antwoordde Koole. „Ik wist, dat ik gearresteerd zon wor den en ik wou het ook, want ik had geen geld meer." Op verzoek van den president der rechtbank geeft den Beider aan, hoe de boor werkt en maakt een gat in een der stukken hout, die als pièces de con viction ter tafel zijn gebracht. Daar den B. echter later moeitu- heeft om de boor er weer uit te krijgen, staat Koole glimlachend toe te zien. De gemeente-veldwachter van Heem stede Bouwman deelt mede, dat Koole, toen ze hem vervoerden, op een paar vragen heeft geantwoord aldus. „Wat moest je met die revolver doen j „Als het noodig was, er iemand mee i neerleggen „Wat weet je van de j inbraak op het Manpad (bij mr. Van Gigch). „Die inbraak heb ik geprobeerd,j ik ben de beruchte inbreker van Haar- lem en omstreken." Thans komt als getuige voor mevrouw j G. A. A. Middelberg, in wier woning, in het Kenaupark Koole den i7deu Maart heeft ingebroken. De dienstbode, vond den volgenden morgen de kamers in wanorde en voetstappen in den tuin, en spoedig vermiste men de boven op genoemde artikelen. Beklaagde erkent, dat hij deze inbraak en den daarop gevolgden diefstal inder daad heeft begaan. Het verwijderen van zulk een paneel (technische bizonderheid) duurt wel drie kwartier. Wanneer hij met de i centerboor rondom gaten heeft geboord, I dan kan hij zonder andere werktuigen j te gebruiken, met de vingers het paneel uit de deur rukken. De taartvork en mes heeft hij stuk gebroken en weggeworpen, omdat hij meende te zien dat het geen zilver was. De zilveren lepels heeft hij verkocht. Brutaal is hij zeker, want als de meid van den heer Middelberg mededeelt, dat de knip op de deur zat, ontkent hij dat, zeggende„Als die knip er op gezeten had, zou ik bovenaan ook een paneel hebben weggenomen en die knip er afgeschoven dat is uitgemaakt." Als getuige komt voor mevr. Julie Katz, echtgenoote van mr. L van Gigch, die verklaart, dat den 13a Juni des morgens, een stuk uit het paneel van de deur der bijkeuken van hare woning op het Manpad is gezaagd. Haar kind had des nachts herhaaldelijk geschreid. Koole bekent ook deze poging tot inbraak. Op een vraag van den presi dent, of hij ook keukengereedschap heeft gezien, antwoordt hij dat hij niet kwam om melkpannetjes. Overigens is de beklaagde bizonder kalm en beleefd, in tegenstelling met de brutaliteit bij het voorloopig onderzoek door hem aan den dag gelegd. Zijne werktuigen waren hem door een Pool in bewaring gegeven, die ze evenwel niet kon terughalen omdat hij is gearresteerd. De off. van just., jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré, requisitoir nemende, herinnert eraan, dat voor eenigen tijd maandenlang zoowel te Haarlem als te Amsterdam velen in spanning verkeer den tengevolge van een reeks inbraken en pogingen tot inbraak, die alle met een centerboor werden gepleegd. Bij zijne arrestatie op den openbaren weg, toen men nog niet wist waaraan hij schuldig was, heeft hij met een zekeren trots medegedeeld, dat en welke inbraken hij begaan heeft. Wat betreft de mededeeling, dat be klaagde zijne werktuigen in België van een Pool Strozinsky heeft ontvangen, dit kan juist zijn. Strozinsky maakte deel uit van een wijdvertakte dievenbende, die in België en Frankrijk langen tijd dergelijke diefstallen heeft begaan als nu door Koole zijn gepleegd en die den elfden December 1890 is gevangen genomen. Beklaagde is te Brussel met die ge vaarlijke personage in aanraking geko men vóór dien tijd was hij nooit met de justitie in contact geweest. Nu zal hij ook nog te Amsterdam zich voor den rechter hebben te verantwoorden. De eisch luidtveroordeeling tot een gevangenisstraf voor den tijd van vier jaar. De toegevoegde verdediger mr. A. E. A. S. van Stralen bestrijdt het wettig bewijs, op grond dat het bewijs alleen steunt op de bekentenis van den bekl. en dat daarop geene veroordeeling mag geschieden, hoe groot het vermoeden tegen deze beklaagde ook moge zijn. Pleiter meent, dat derhalve op formeele gronden, geene veroordeeling zal mogen volgen. De officier van just, bestrijdt deze conclusie. De wet veroorlooft wel de gelijk eene veroordeeling alleen op be kentenis van den beklaagde, wanneer die bekentenis van bizonderheden ver gezeld gaat. En dat Koole zeer zeker in de woning van den heer Middelberg is geweest, blijkt uit zijne later door mevr. M. bevestigde verklaring, dat er in eene aangewezen lade visitekaartjes lagen. Na dupliek van den verdediger wordt de uitspraak in deze bepaald op heden over 14 dagen. Na den middag stonden terecht Pie ter Buurs, 42 jaar, boereknecht, wonende ten huize van zijn vader Klaas Buurs, die eveneens terechtstaat met Neeltje Prijs zijne vrouw, en wel ter zake dat Pieter Buurs den 29° April 1891 te Purmerland zijne huisvrouw Jannetje Oly, dié de gemeenschappelijke woning wilde ontvluchten, achterna is geloopen haar gewelddadig aangegrepen en moed willig mishandeld heeft, door haar op zettelijk in hals en armen te knijpen en haar al schoppende en trappende, niet tegenstaande den door haar geboden tegenweer, in de woning terug te drij ven dat hij haar daarna, nadat zij tever geefs had gepoogd zich door verdrin king van het leven te berooven, opzet telijk en wederrechtelijk tegen haar wil, in de gemeenschappelijke woning op gesloten en buiten toegang heeft ge houden, totdat haar op 2 Mei 1891 door den heer Burgemeester van Ilpen- dam op last van den officier van justitie de vrijheid is hergeven 30. dat hij inmiddels toen zijn vrouw den 7n Mei uit de woning was ontsnapt en bij haren buurman Dugardijn was ingevlucht, haar met geweld gerukt heeft uit eerie bedstede, waarin zij zich had verborgen en haar, bijgestaan door zijne ouders, moedwillig en gewelddadig langs den weg heeft voortgesleurd en opnieuw in de gemeenschappelijke woning op gesloten. De twee andere beklaagden staan terecht wegens deelneming aan de mis handeling. De jonge Buurs was in 1885 met Jannetje Oly getrouwd. Jannetje Oly wordt, als huisvrouw van den beklaag de, niet onder eede gehoord. Zij is 17 jaar onder dan haar man. Bij het trouwen bracht de vrouw 2500 gulden mee, het eigendom van een huis, waar een zware hypotheek op stond, en 3000, die haar schoonzoon gebruikte en waarvan zij rente kreeg. 14) HOOFDSTUK X. „Kom mee, Psyche, laten wij teruggaan naar de plaats en eens zien wat wij er aan kunnen doen," zeide ik, toen wij in ons provisiehol de overblijfselen hadden gebracht. Zij hep dadelijk heenhaalde de bijl en scheen eer bedroefd dan blij, toen ik haar beduidde, dat wij deze niet meer zouden gebruiken. „Maar later zal er genoeg werk voor u zijn, kleine vriendin," zeide ik. „Wij hebben nu alleen te bepalen, hoe wij met het grootste voordeel kunnen werken en ons niet aan een hopeloozen arbeid over te geven, zooals wij in onze wanhoop deden. Blijf nu eens even bij mij staan, terwijl ik er over nadenk. En het schijnt mij toe, dat ik helderder denk, wanneer ik overluid praat, daarom zal ik u alles vertellen wat mij in den geest komt, alsof gij alles verstond, oplettende kleine. Hier hebben wij nu die rots, die ons van de vrijheid scheidt. Waar is nu de beste plaats om een tunnel onder de rots te graven? Eerst scheen het, dat de natuur ons veel goeds had gedaan door een groote holte te maken, waaruit wij konden beginnen. Ik ben nu echter van gedachte veranderd en van meening, dat ik mij door zulk een denkbeeld zou laten misleiden. Ik ge loof, dat het daar jnist het slechtste punt is om een gat te graven, juist omdat daar een diepte is. Want wanneer daar de rots niet diep in den zandgrond was gezonken en daardoor alles tegenhield, dan zou die kuil nu reeds gevuld zijn met zand, dat telkens, wanneer het vloed is, wordt aangebrachtWaar het zand het hoogst ligt, Psyche, daar moet de neergevallen rots den minsten tegenstand hebben geboden aan het naar binnenspoelende zand. Op het oogenblik ligt er niet veel water op den bodem, wij zullen het er uitscheppen en dan zien aan welken kant het water het snelst naar binnen dringt. Ga de waterkan eens halen, Psyche waterkan." Zij zag mij een oogenblik aan, en toen zij zich het woord herinnerde, dat ik haar had geleerd, snelde zij weg en keerde zeer verrukt niet de waterkan terug. Ik daalde neer in den kuil, schepte het water van den bodem weg en keek aandachtig naar hetgeen zou volgen. „Ziedaar nu," zeide ik zegevierend, „kijk eens hoe die dunne waterstraal glinstert in het lichtHet water komt van den rech terkant en daar bevindt zich dan ook het meeste zand." Steunende op deze theorie, zocht ik de plaats, waar de grond het hoogst was en maakte toen een begin met den niet onaan- zienlijken arbeid door in de richting van den neergestorten rots klomp te gaan graven. Zoodra Psyche zag, wat mijn bedoeling was, viel zij neer op hare knieën en verwijderde het losse zand, terwijl zij hare handen als een spade gebruikte. „Wacht een oogenblik, mijn kind," zeide ik. „Gij hebt kwet suren aan uwe handen, ga met mij mee, dan zullen wij eens zien of wij niet iets kunnen vinden in den vorm van handschoe nen, waarmee gij ze kunt beschutten." Onder de voorwerpen, die zij in haar alkoof had opgehangen, bevond zich ook een paar dikke, gebreide kousen, die zij in het geheel niet noodig had. Ik trok ze over hare handen en armen heen, zoodat ze deze geheel beschutten. Zij wekten zeer haar lachlust op, en ofschoon zij in den beginne een prikkelend ge voel veroorzaakten en haar eenigszins hinderlijk waren, deed het haar genoegen ze te mogen dragen, vooral omdat ik haar be duidde, hoe goed het voor hare handen was ze te gebruiken ja, in die dagen konden alle nieuwe gewaarwordingen slechts haar geluk verhoogen Het spitten in het zand was een veel gemakkelijker werk dan het uithouwen van een rotswand, en wij arbeidden steeds door zonder vermoeienis te gevoelen, totdat ik besloot om ons mid dagmaal te gaan gebruiken. Wij stonden nu in een gat, dat tot aan mijne oksels reikte, maar hadden nog geen water gevonden, hoewel het getij zijn hoogste punt had bereikt, hetgeen merkbaar was in de kom bij den rotswand. Ik was echter zeer voldaan over den arbeid, en toen ik op den rand stond, knikte ik Psyche goedkeurend toe, zij keek naar omlaag, en knikte ook goed keurend met het hoofd. Madat wij ons maal hadden genuttigd, togen wij opnieuw aan den arbeid en hielden niet eerder op dan toen de duisternis begon te vallen, terwijl wij in den namiddag slechts een half uurtje hadden gerust om ons met een stuk brood en een teug water te versterken. Ho^ffieerlijk ons dit eenvoudig maal smaakte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1