tweede head
BEHOOBENDE BIJ
HAARLEM'S DAGBLAD
VAN
Maandag 17 Augustus 1891.
Be tsefhebbsr van Porcelein.
Nouvelle van
HUGH CONWAY.
Het was ia een verkooplokaal, te
'Uonuen, dat ik kennis maakte met Ro
bert Headley. De liefhebberij voor oud
heden in 't algemeen en die voor porce-
leio in 't bizonder was bij mij kartstoch-
Eljjk geworden.
De overeenstemming van smaak bracht
weldra tussehen Headley en mij een
vriendschappelijke vertrouwelijkheid.
Het was een man van omstreeks acht
en dertig jaar, met een aangenaam uiter
lijk als een goed kenner van porcelein
verhinderde hij mij meer dan eens nieuw
te koopen, dat ik zeor onnoozel voor
oud hield.
Daar het grootste genoegen van een
Verzamelaar is om zyne schatten tetoo
nen aan hen, die ze weet te waardeeren,
nooöigde hij mij uit, ze te komen zien.
„Kom v/at vroeg," zeide hij, „ge zult
tijd noodig hebben om alles op klaar
lichten dag te bekijken, en zoo ge niets
beters te doen hebt, hoop ik dat ge bij
ons zult blijven dineeren."
Ik kwam op zijne uitnooöiging, zoo
als we hadden afgesproken.Headley
toonde zich even verrukt mij te ont
vangen als ongeduldig mij zyne merk
waardigheden te toonen.
Een servies van oud Chelsea-porcelein
trok bizonder myn aandachtin 't oogval
lend tentoongesteld op een tafeltje te midden
van minder belangwekkende voorwerpen,
zou men het een koning genoemd hebben, te
midden zijner onderdanen. De volmaakt
heid der teekoning, de zuiverheid van
den vorm, de strakheid van het ver-
goldeel gaven aan dit ongeschonden en
volledige servies een zeer groote waarde.
„In uwe hoedanigheid van verzame
laar," zeide Headley tot mij, „zult go
misschien minder verrast zijn dan een an
der, te vernemen, dat ik op 't punt heb
gestaan, het geluk mijns levens op te
offeren voor dit bewonderenswaardig
servies."
i „Loop heen antwoordde ik, denkende
dat by schertste „zonder zoover te gaan,
zou ik het intusschen gaarne zeer duur
betaald hebben. Maar waar hebt ge dit
wonder ontdekt?"
V „De theepot, de suikerpot, vier kopjes
en hunne schoteltjes zijn mij door mijne
moeder nagelaten. Wat het overige
betreft, heeft het weinig gescheeld of ik
betaalde het te dnur. Ik zal u dat na
het middagmaal vertellen."
Voor wij aan tafel gingen, 6telde
Headly mij aan ziju schoone jonge vrouw
voor. Onze maaltijd was alleraange-
genaamstde schotels en borden waren
van ouci-chineesoh de lepels, de vorken,
de sauskommen uit den tijd van koningin
nna en het glaswerk van venetiaansch
ristal. Mijn gastheer, een weelderig
n, met verfijnden smaakverstond
lykbaar de kunst dien te bevredigen.
Van tafel opstaande verzocht mevrouw
Headley ons, nu niet den geheelen avond,
in de eetzaal te blijven.
1 „Uw echtgenoot, mevrouw, heeft mij
de geschiedenis belooft van zijn kostbaar
servies van Chelsea, maar ik hoop dat-
dit verhaal ons niet te lang van u ver-
ijderd zal houden", zeide ik.
„Als hy| u alles vertelt", zeide zij
teeds lachende, „vergeef ik hem nooit,
ooit
„Lieve vriendin", hernam Headley,
„daar de heer Barke ook een verzame
laar is, weet hij bij ondervinding welk
een tyran de smaak voor het porcelein is".
jSTadat Headley mijn glas met Bordeaux
had gevuld, begon hij zijn verhaal in
deze woorden
Thans heeft dat alles het voorko
men van eene aardigheidmaar ge
zult zelf zien hoe ernstig de zaak had
kunnen worden. Het theeservies, waarvan
sprake is, behoorde aan mijne moeder,
die het van haar vader had geërfd. Dit
is alles wat ik ervan weet. Deze thee
pot, de suikerpot, vier kopjes en seho-
leitjes brachten mij op het eerste denk
beeld van mijn verzameling, iedereen
bewonderde en begeerde die fraaie
stukken.
Mijn naam als groot liefhebber ver
schafte mij eens het bezoek van een der
meest bekende curiositeitenhandelaars van
Londen. Hij liet mij verscheidene vondsten
zien, die hij op zijn laatste reis op 't platte
land had opgedaan. Ik maakte van de
geleg-nhfid gebruik, hem myn Chelsea
te toonen. Plotseling riep hij uit:
„Ik heb laatst do andere stukkon van
dit servies gezien."
„Waar dan? vroeg ik.
„Bij miss Croftor;, in de villa van
Berwick.
„Ik behoef u niet te zeggen, dat zij
niet te koop waren, anders was Wharton
niet zoo onnoozel geweest om mij het
adres te zeggen. Naar het scheen had hij
er een bnitensporigen prys voor geboden,
maar de persoon aan wien zij behoorden,
wilde er, voor geen geld ter wereld
van scheiden. Zij was zoo op haar
schat gesteld, als ik op den mijne. De
financiëele positie dezer dame stond ook
niet toe er aan te denkeD, dat zij zich ooit
door eenig aanbod zou laten verlokkeö.
Maar van dezen dag af werd het aan
vullen van mijn servies van Chelsea
voor mij een „idéé fixe." Het eerste wat ik
te doen had was de juistheid te beves
tigen van de inlichtiugen van Wharton.
Den volgenden morgen meldde ik mij
aan bij miss Crofton, een oude jonge
juffrouw, van een vyftig jaar, wier
woniDg niets te wenschen overliet. Ik
blijf volhouden dat de smaak in porce
lein tusachen de> liefhebbers een soort
van broederlijkheid vormt.
Nauwelijks had ik aan Miss Crofton
het doel van myn bezoek blootgelegd of'
zonder mijne verontschuldigingen af te
wachten, liet ze mij hare stukken Chelsea
zien. Wharton had de waarheid gespro
ken de bewuste melkkan en de acht
koppen en schotels maakten blijkbaar
deel uit van myn servies. Voortaan
beschouwde ik het als een plieht om do
verschillende leden van deze porcelein-
familie te vereenigeD, die zoo lang ge
scheiden waren. Van dien dag af bezocht
ik miss Crofton herhaaldelijk. Het gesprek
liep altijd over het kostbare servies;
daar het bewezen was, dat het tussehen
onze beide familiëa was verdeeld, besloot
ik daaruit dat wij bloedverwanten moes
ten zijn. Dit eenmaal vastgesteld zijnde,
hoopte ik door staatkunde en behendig
heid mijn doel te bereiken, maar daar miss
Crofton steeds doof bleef, besloot ik om haar
vierkant te vragen om mij haar eholsea te
verkoopen. Zooals Wharton het mij maar al
te wel van to voren had doen gevoelen,
wilde de goede dame van niets hooreu,
zoodat het gezicht van die zoozeer be
geerde voorwerpen mij een ware Tan
talus kwelling deed verduren. Intusschen
liet ik daarom nog niet alle hoop varen.
Berst moest ik mij in de gunst vaD
miss Crofton trachten te dringeu. Wio
weet Misschien *kon ik eens de gele
genheid hebben, haar nuttig te zijr., en
dan zou zij mij vol erkentelijkheid
haar kostbaar chelsea schenken. Voortaan
gelooide ik, dat het eene goede politiek
was, telkens wanneer ik hot woord
tot haar richtte, haar aan te spreken
met „mijne waarde bloedverwante."
Maar zij betoonde zich zoo gevoelig voor
het genoegen van mij te ontvangen, als on
gevoelig voor mijn vraag. Overigens zocht
zij niet den verrader in my en herhaalde
dikwijls: „Maak u geen illusie, mijnheer,
nooit zullen wij ovar dat porcelein onder
handelen. Het is nutteloos er over te den
ken, mijnheer Headley, ik ben en ik zal
onverbiddelijk blijven".
Toen kreeg ik het denkbeeld haar bij
mij uit te noodigen om de stukken
chelsea te bezichtigen, die gedurende
zoovele jaren het verlies van hunne ge
lijken betreurden zij beloofde mij hare
visite voor den volgenden dag. Ik had
voor dit doel een allersmakelijksten lunch
doen gereedmaken. Ik nam zoo goed
mogelijk do honneurs waar aan tafel en
in mijn klein museum.
Alle kasten had ik opengezet, behalve
een waarover ik een zwarten doek had
geworpen, dien ik met- eene tragische
beweging wegnam. De ledige plaatsen,
die ik expres opengesloten had tusschen
myn theepot, kopjes en schoteltjes, gaf
hun een voorkomen van verlatenheid en
droefheid.
Ik sprak geen woord, maar mis3 Crof
ton, die mijn list ried, barstte in lachen
uit. Haar ernst hernemende, zeide zij
„Ah, mijnheer Headley, gy denkt,
geloot ik, mij uw luneh met myne kopjes
te doen betalen 1"
Ik protesteerde eerst, maar bekende haar
ten slotte mijn vurig verlangen om mijn
servies aan te vullen.
„Alles wat ik doen kan," eindigde
zij met te zeggen, „is ze n bij testament
te vermaken."
„Op die voorwaarde," antwoordde ik,
„zal ik lang kunnen waehten."
„Ge zult nog langer moeten wachten,
hoop ik," zeide zij levendig. „Maar zie
eens, om u te bewijzen dat ik u aange
naam wenseh te zijn, zal ik u eene an
dere schikking voorstellen.
Laat mij uw servies medenemen en als
gy by mij zult komen, kunt ge van het
effect genieten! Wanneer deze schikking
mij het genoegen verschait u vaker te
ontvangen, zal ik my daarin ten zeerste
verheugen."
Ik wees dit voorstel krachtdadig af, en
in eon tamelijk sleaht humeur gebracht
door den slechten afloop van miju krijgs
list, geleidde ik miss Crofton huiswaarts.
Gedurende do volgende week was ik
wanhopig te moede, eu om aaa mijn ge
dachten een anderen loop te geven, be
sloot ik, naar Brighton te gaan. Het was
prachtig weer, en ik ontmoette op het
strand tal van vrienden. De verandering
van lucht, het gezicht eer zee, de uit
spanningen en de watertochtjes deden
mij voor 't oogenblik het eervies vau
otielsea en miss Crofton vergeten. Intus
schen had ik eens op een nacht een zon
derlingen droom haar dienstmeid, een
dikke boerendeern, met roode en ge
barsten handen, had niet alleen twee
kopjes gebroken, maar wat nog erger
was de kostbare scherven in het vuil
nisvat geworpen.
Ditmaal was het ontwaken een ware
verlichting voor mij. Ik had slechts eene
gedachteTeruggaan naar Londen en
daar niet weer vandaan gaan. Wat zon
er van mij worden? Wat te doen om
mijn doel te bereiken Na er rijpelijk
over te hebben nagedacht, nam ik een
besluit, ten einde de vereeniging der
stukken chelsea tot stand te brengen
miss Crofton te huwenIk moet hierbij
bekennen, dat zij twintig jaar ouder was
dan ik. Na achtenveertig uren naden-
kens, ging ik mijn officieel aanzoek
doeDik sprak noch van hartstocht,
noch van liefdeik bepaalde mij ertoe
te zeggeD, dat alleen te leven mij on
draaglijk was, en dat ik vast be
sloten waseen goed echtgenoot
te worden. Op het gezicht van den melk
pot en de acht kopjes, namen myne
blikken een innigheid van uitdrukking
aan, welke miss Crofton de gevoelens,
die zy mij inboezemde, moest bevestigen.
„Laat ons zien, oprecht gesproken,
zoudt ge mij durven doen gelooven dat
ge me bemint?" vroeg ze mij.
„Ik ben overtuigd, dat wij een uit
stekend paar zouden vormen", zeide ik,
de bevallige lijn van den tuit van den
melkkan bewonderend.
„Maar go kunt toch inderdaad geen
oude jufirouw van vijftig jaar beminnen",
hernam zij.
„Ik ben zeker, waarde miss CroftOD,
nooit mijne keuzo te beklagen", ant
woordde ik op beminnelijken toon.
„Welnu", ging zij voort, „onderstellen
wij, dat ik het in mijne gedachte kreeg,
dit porcelein te breken, zul6 ge mij dan
nog hetzefde zeggen, spreek op I"
„Als 't u blieftik smeek u
„Laat mij u zeggen, mijnheer Headley,
dat uw geestestoestand mij dikwijls in
derdaad vrees inboezemt.
Hebt ge gekken in uwe familie ge-
bad
„Nooit."
„Welnu, ga dan naar huis terog en
deck ernstig na over bet voorstel in
kwestiewanneer ge volhoudt kom dan
morgen namiddag terug.
Hoezeer wenschte ik mij op dit oogen
blik geluk mol het uitstellende antwoord
van Lesbie Crofton. Maar helaas!
het gezicht alleen van mijn oncompleet
servies deed mij opnieuw het verstand
verliezen en, den volgenden morgen, ging
ik myne aanvraag bij mÏ68 Crofton her
halen.
„Nu ge blijft volhouden om mij uw
naam te schenken zal ik, met het oog
op mijn leetfyd, u niet weigeren. Alle
inlichtingen die ik oveu u heb ingewon
nen, zijn uitstekend. Intnsschen, daar ge
u op den een of anderen dag uwe keuze
zoudt kunnen beklagen, geloof ik dat
het voorzichtig is, ons huwelijk zes
maanden uit te stellen."
De wijsheid van deze beslissing in
ziende, onderwierp ik mij. Voortaan zag
ik Lesbie Crofton en haar porcelein da
gelijks; mijne verloofde, die de goedheid
in persoon was, boezemde mij weldra
een teedere genegenheid in, en ik be
minde haar zooals men zijne moe
der bemint. Wat ik bizonder in haar
op prijs stelde, was de buitengewone
reserve, die zij in onze betrekkingen on
derhield, zij wilde zelfs niet, dat wij el
kander bij onze voornamen noemden.
Het verraste my dat zij voortdurend van
de wanverhouding van onzen leeftijd
sprak inderdaad behandelde zij mij meer
als zoon dan als verloofde. Een gevoel
van kieschheid verhinderde mij, haar to
vragen om haro stukken chelcea naar
mijn huis te mogen medenemen, vóór de
voltrekking van ons huwelijk. Eens
stelde ze mij tot mijne groote verrassing
den sleutel van haar porceleinkast ter
hand, en dauk zij deze talisman, kreeg
ik de ruai van mijn geest terug. Wan-
Deer mies Crofton zich over den slechten
staat van hare gezondheid beklaagde,
iets wat zij aan het gewicht van hare
vijf kruisjes toeschreef, boezemde de
toekomst mij toch angst in. Maar een
blik op haar dierbaar chelsea geworpen,
was voldoende om dezen onaangenamen
indruk to verdrijven.
Eens hoorde ik tot mijne groote ver
rassing by mijne verloofde op de piano
spelenik was muziekkenner genoeg
om te constateereD, dat er een talent van
den eersteu rang aan 't woord was. Dat
kon Lesbio Crofton niet zijn. Toen ik
het salon binnentrad, hield de muziek
op, en ik bevond mij in tegenwoordig
heid van een jong niet alleen schoon,
maar verrukkelijk meisje. Haar zwarte
japon, degelijk, elegant en eenvoudig,
deed de slankheid van haar lichaam uit
komen. Terwijl ik eenige verontschuldi
gingen stamelde, kwam deze lieve ver
schijning naar mij toe, en zeide:
„Het is toch wel de hesr Headley tot
wien ik het genoegen heb te spreken
Tante heeft my van uw bezoek gespro
ken. Zij is uitgegegaan, maar zy neeft
mij belast u te verzoeken op haar te
wachten."
Door deze beminnelyke ontvangst ge
rustgesteld, begon ik een gesprek met de
nicht van miss Crofton, die ik een model
vond van bevalligheid, eenvoud en ver
stand. Zij drukte my baar genoegen uit
in Londen te zijn. Ik verzekerde baar
dat hare tegenwoordigheid in 't huis barer
tante vroolijkhoid en levendigheid zou
brengen.
„Ik zal gelukkig zijn zoolaDg bij haar
te blijven als het haar zal behagen,"
hernam zij. „Welk eene beminnelyke
oude dameBij deze woorden sprong
mijn hart op.
„Zij is wel van den goeden ouden tijd,"
ging de spreekster voort, „en toch is haar
hart nog altijd jong."
Niet meer wetende wat te zeggen,
hernam ik „Ik vraag mij af, waarom miss
Crofton het stilzwijgen heeft bewaard
over het goede nieuws van uwe komst
alhier. Misschien heeft zij my een aan
gename verrassing willen bereiden."
„Misschien riep zij vroolijk uit. „In
tusschen beeft ze mij veel van u ver
teld, mijnheer, en dat in zulke termen,
dat ik haar met u zeer geplaagd heb."
Kleurende tot over myne ooren, her
nam ik„Ik zie met genoegen, dat zij u
niet te veel kwaad van mij verteld heeft."
„Om de menschen te beoordeeleD, dat
beken ik u, vertrouw ik slechts op mij
zelve," antwoordde het joDge meisje on
deugend.
Ons onderhoud willende afbreken, ver
zocht ik haar, zich weder aan de piano
te willen plaatsen.
Eerst speelde zij met veel meesterschap
een Nocturne van Chopin, vervolgens
zong zij met een bekoorlijke stem ver
schillende stukken.
„Zijt ge muziekkenner vroeg ze mij.
„Ja, voor zooveel noodig is om de
muziek te waardeeren, wanneer zy
goed is."
„Inderdaad ik vergatge zijt
een groot verzamelaar van porcelein
Ditmaal keek ik niet naar de schoteltjes,
noch naar den melkpot, noch naar den
resteert enkele zaak hield mij bezig te
weten of miss Crofton alles aan haar
nicht had verteld Was het aldus ge
weest, dan had het jonge meisje waar
schijnlijk haar toekomstigen oom geheel
anders beschouwd. Terwijl ik mij aan
mijne gedachten overgaf, kwam mijne
verloofde thuis en inplaats van zich on
gerust te toonen over mijne vertrouwe
lijkheid met haar nicht, zeide zij tot mij
„Moet ik u aan elkander voorstellen
„Uw nicht weet reeds mijn naam, maar
ik weet de hare nog niet."
„Mijnheer Robert Headley miss
Ethel Crofton, mijne welbeminde nicht,"
zeide Lesbie Crofton met het oude cere
monieel van weleer.
Daarop groette miss Ethel mij plechtig
en verliet het salon, zeggende dat zij
even toilet ging maken voor het diner.
Dezelfde reden die mij het porcelein
had doen vergetent, gaf my voor de
eerste maal onaangename gedachten over
den hoogen leeftijd van mijne verloofde.
„Robert," zeide zij, mij voor de eerste
maal bij mijn voornaam noemende, „ik
heb het minder geschikt geoordeeld, onze
plannen aan Ethel mede te deelen."
Ik had moeite om de vreugde te ver
bergen, die mij dit nieuws veroorzaakte.
Goddank Miss Ethel wist van niets.
Dien dag bleef ik op de villa Ber
wick dineeren. De nicht schertste een
weinig over het rococo-toilet van haar
tante. Miss Ethel, in een allersliefste
robe van lichtblauwe zijde, veroverde
mijn hart voor altijd. Yan dien dag at
bracht ik de dames dagelijks een be
zoek wanneer miss Crofton van een ja-
loersche natuur ware geweest, zou zij
stellig boos geworden zijn. De schatten
waarvoor ik gereed was geweest, mijn
toekomst op te oöeren, hadden geen en
kele bekoring meer voor mij. In plaats
van mijne blikken er onafgewend op ge
vestigd te houden, bleef ik steeds aan
de zijde van miss Ethel, hetzij by de
piano of om haar myne lievelingsdich
ters voor te lezen.
Miss Crofton zou volkomen in haar
recht zijn geweest om mij met verwyten
te overladen maar zij zeide niets, wat
daarop geleek. In een grooten leunstoel
gezeten, verdiept in haar breiwerk,
scheen zij de eerbetuigingen niet te be
merken, die ik openlyk aan haar nicht
bracht maar de toestand werd dage
lijks critieker, want ik was dol verliefd
op Ethel Crofton. Ik moest het tot
iederen prys aan haar tante bekennen,
en ik besloot dus haar het sleuteltje
terug te geven, dat zij mij had toever
trouwd. Toen zeide de arme Lesbie
tot mij
„Wat denkt ge met dezen sleutel te
doen, Robert
„Helaas hernam ik met bevende
stem, „ik kom u uw woord teruggeven,
en u zeggen, dat ik tot over de ooren
verliefd ben op miss Ethel."
„ORobertRobertriep miss
Crofton uit, haar zakdoek aan de oogen
breDgend sedert een maand overlaadt ge
mij met betuigingen uwer gehechtheid,
en daar wordt ge terstond verzot op het
eerste aardige gezichtje, dat ge ontmoet."
Op dit oogenblik barstte zy in snik
ken uit.
Trachtende mij te verontschuldigen,
antwoordde ik stamelend
„Als 't u blieft, vergeef me, waarde
miss Croftonmaar het was om het
porcelein 1"
„Kyk eens aandoor myn nicht te
trouwen droomt gij tegelijkertijd een
schoone vrouw en myn chelsea op den
koop toe te hebben. Gerechte Hemel
welk een onstandvastig en lichtzinnig
hart
„Dat de duivel my hale, als ik aan
het eholsea denkriep ik op luiden
toon uit. Het is de hand van miss
Ethel, die ik wensch, die ik vraag, die
ik wil
Door de kracht van mijn taal, begreep
miss Crofton de hevigheid van mijn
hartstocht voor haar nicht. Haar goedig
lachje boezemde mij vertrouwen in op
het eindresultaat van myn stap, en ik
geloofde dat de zaken vroeg of laat
tot mijne voldoening zouden worden ge
schikt. Toen Miss Crafton omhelzende,
drukte ik voor de eerste maal een er-
kentelijken kus op haar voorhoofd.
„O, zoo," zeide zij, „maar, in vertrou
wen kondt gij gelooven, dat ik u zou
huwen, toen het zoo klaar als de dag
was, dat gij slechts aan mijne kopjes
dacht? Wanneer Ethel uwe wenschen
inwilligt, zal ik gelukkig zyn, u mijn
neef te zien worden, maar ik verbind
er e'én voorwaarde aan.
„Welke? spreek, bid ik u."
„Om volkomen zeker te zijn, dat ge
voor altijd genezen zijt van uwe aan
vallen van dwaasheid, eisch ik dat ge
mij uwe stukken chelsea ten geschenke
geeft. Mijn bedoeling is om vervolgens
het servies in zijn geheel aan een mu
seum aan te bieden!"
Mijn vrouw, mijn waarde Burke, zou
het mij niet vergeven, wanneer ik er u
meer van vertelde. Ik zal u alleen zeggen,
dat ik, thuiskomende, zonder een zucht
van spijt te slaken, de kopjes, de scho
teltjes, den theepot en den suikerpot
inpakte.
Slechts dacht- ik bij mij zeiven, dat
het toppunt van mijn geluk zou zyn
Ethel te bezitten en het chelsea-servies,
maar ik dorst er geen woord van aan
miss Crofton te zeggen, die, ik beken
het, sterk op mijne zenuwen werkte,
door zonder ophouden tot hare nicht
over mijne edelmoedigheid te spreken.
Onze wittebroodsweken deden mij vol
komen het kostbare servies vergeten, dat
ik voor altijd voor mij verloren waande.
Hoe groot was dus mijne verrassing en
vreugde, toen ik bij mijn terugkeer te
Londen, in mijn salon een étagère zag,
waarop geplaatst waren, zooals gij ze nog
heden ziet, alle stukken van het Chelsea-
servies 1
Op deze wijze had ik in één slag een
^goede vrouw, en mijn servies aangevuld.
Op dit oogenblik ging do deur open,
en de jonge en schoone mevrouw Head
ley riep op haar gewonen levendigen
toon
„Welnu, komt ge dan niet in 't salon
terug. Tante Lesbie is hier, Robert, en
zy wil u nog gaarne zien voor zij ver
trekt."
Nu, mijn waarde Burke, laat ons naai
de dames gaan, en als ge nog andere
bizonderheden wenscht over de manie van
een verzamelaar van porcelein, wend u
dan tot miss Crofton.
BIMENLAAD.
In het te Den Helder ver-
schijnend Noord- Hollandsoh Nieuws- en
Advertentieblad komt een artikel voor,
dat in populairen vorm ernstige klachten
doet vernemen omtrent de zeewaardigheid
van de Sumatra, het nederlandsche oor
logsschip, dat Z. M. den keizer van
Duitschlar.d bij zijn bezoek aan Amster
dam tot kort voor de hoofdstad be
geleidde.
Te Tilburg bevindt zich
op het oogenblik monseigneur Couppé,
bisschop van Nieuw-Guinea, die als
missionaris daarheen vertrok. Hij heeft
by zich twee zwartjes, van 4 en 10
jaar, die hij daar vrij kocht op het
oogenblik dat zij tot menschelyk voedsel
moesten dienen. Zij zijn vlug van begrip. p
Een gewezen onderofficier
van het ned. Indische leger, die tenge
volge eener beroerte, welke hem trof,
ongelukkig werd en na dien tijd moest
leven van een pensioentje van ƒ180,
was op weg naar Bronbeek, om te trachten
zich daar te doen opnemen in het inva
lidenhuis. Hij ken het slechts brengen
tot Breda, waar hij, zonder geld zijnde,
gedwongen was zich aan te melden by
de politie. Als landlooper werd hy ver
oordeeld tot 12 dagen hechtenis, doch
nu is men bezig om stappen te doen,
die zijne opneming in het invalidenhuis
mogelijk zullen maken. NB. C.)
De Nederland so he V er eeni-
ging voor Gemeentebelangen zal op Don
derdag den 27n Augustus a. s, hare
jaarvergadering houden te Haarlem, in
het Hotel Fmickler. Behalve huishoude
lijke zaken, alsrekening, begrooting,
verslag van het jongste examen voor
aspirant-gemeente-secretaris en benoeming
van twee leden in het bestuur, tenge
volge van de periodieke aftreding van
de heeren P. B. J. Ferf, lid van Ged.
Staten van Noord-Holland, on C. W. A.
M. Groskamp, borg. van Sloten (N.-H.),
zyn aan de orde gesteld de volgende
punten van behandeling
I. Advies van de permanente commis
sie uit het bestuur in zakea. schatting
van dienstlokalenb. jaarwedden van
burgemeesters, secretarissen en ontvan
gers o. wettelijke eischen van bekwaam
heid voor den gemeente-secretaris.
II. Voorstel van den heer J. Karduw
te Middelburg om zich tot de hooga