GEMENGD NIEUWS. VARIA. 1 regeering te wenden, ten einde bij her ziening der gemeentewet daarin de vol gende bepalingen op te nemena. niemand is tot secretaris en ambtenaar ter secretarie benoembaar dan hij, die een voldoend examen heeft afgelegd voor eene commissie, daarvoor van staatswege te benoemen of aan te wijzenb. de burgemeesters, secretarissen, en ambte naren ter seretarie hebben recht cp pensioen voer henzelven, hunne weduwen en weezenen e. aan den ambtenaar ter secretarie wordt een minumum salaris verzekerd. III. Referaat van den heer Overmars te Raalte„De waarborgen van het uitgereikte diploma, in verband met de practische opleiding van de adspiran- ten." IV. De vorm en inhoud der bekend makingen en aankondiging van de ge meentebesturen. In te leiden door den heer H. G. Hartman Jr., secretaris van Goes. Men meldt uit Amsterdam: In de Vrijdag gehouden laatste verga dering van aandeelhouders der //Kon. Fabriek van Stoom- en andere Werk tuigen" (in likwidatie) werd de likwidatie- rekening, sluitende met een onverdeeld saldo van 17662 goedgekeurd. Daar verschillende groote werken nog uitge voerd waren, konden de concurrente cre diteuren 36 pCt. ontvangen. De voorzitter, de heer A. C. Wert- heim, braoht hulde aan H. M. de Regentes en aan de Groothertogin van Saksen, die het voorbeeld gaven aan de aandeelhou ders, om in de nieuwe fabriek over te gaan. Inde twaalfde internatio nale conferentie van christelijke joDgelings- vereenigingen, te Amsterdam, trad o. a. ook op professer Raoui Allié uit Parijs, die de jongelieden in eene warme impro visatie op hunne plichten wees. Hij her innerde aan hetgeen hem wedervaren was, toen hij pas student was en zijn leeraar hem bij de hand nam, zeggende gij noemt ueen christen, maar wat doet gij voor de gemeenschap met uw christenbroeders Leer den mensch kennen in zijne ellende, ga na8r de voorsteden en achterbuurten tot het volk en zoek zyn hart voor n te openen, opdat gij er de zaden van een levenmakend christendom in kunt strooien! Dezen raad geeft hij op zijne beurt den christelijken jongelieden. Spreker geloofde niet dat het voor de christelijke jongeÜDgs-vereeniging weggelegd is, feitelijk op te treden tegen de sociaal-democratie. Het sociale vraagstuk is eene zeer ingewikkelde kwes tie, die aan alle zijden haakt in de wetten van den staat, met de oeconomische ver houdingen en wanverhoudingen vast ver bonden is maar wèl kan de christe lijke jongeling door persoonlijke toewij ding, door persoonlijk voorbeeld het heilige beginsel van het christendom in zijne vruchtdragende werking doen gevoelen en het voortplanten in de harten des volks. Graf Pückler, uit Berlijn, waarschuwde tegen eene te materieele opvatting der taak van de christelijke jongelingsver- eenigingen. De basis moet zijn liefde tot Christus. Er moet niet worden gecon curreerd met de sociaal-democratie. Deze laatste werkt met millioenen menschen, wij leden van christelijke jongelingsver- eenigingen zijn in vergelijking daarvan slechts een handvol. Wy hebben kracht te zoeken in de beoefening der liefde dat is voor ons de vervulling der wet. Verspreidt liefde om u heen en bewyst daarmede aan het volk de kracht des evangelies. Dat men patriotïsme kweekt, acht spreker goed, maar bovenal moet het een patriotisme zyn, gericht op het onzichtbare koninkrijk Gods, dat boven alle rijken der wereld is. Wij hebben meer te letten op de onzichtbare dingen, dan op die van deze wereld. Baron Von Oertzen, het in hoofdzaak eens zijnde met den vorigen spreker, acht het toch niet vruchtbaar zich in dien zin af te keeren van de zichtbare dingen, dat wij er het begrip van zouden verliezen. Wel is het waar, dat wij de aardsche dingen niet moeten beweenen of bespotten, maar wij dienen te leeren ze te verstaan, opdat wij ze kunnen doordringen van den vertroostenden en verzoenenden geest des evangelies. Van al deze toespraken werd telkens d8 korte inhoud in verschillende talen vertolkt door de onderscheiden leden van het bestuur, die daarin eene bewonde renswaardige vaardigheid aan den dag legden. Ten slotte trad nog op dr. F. W. Baedeker nit Londen, die zijne ervarin gen mededeelde van zijne reizen in Rus land en Siberië, alwaar hy door de prediking van het evangelie vele zielen heeft verlost en zelfs den verhardsten ootmoedigheid heeft ingeprent. Spr. schet ste het russische volk als een volk, dat van natuur zeer religieus is, maar, helaas, in zuivere opvatting vari de eeuwige waarheden des evangelies wordt belem merd door de dogma's en de leerstukken der Grieksche kerk. Maar men heeft slechts aan te kloppen, om de poorten zich te zien openen, en de machtigste hand vermag niet ze weder te sluiten. In eene tweede zaal van „Maison Stroueken" werd de maaltijd gehouden. De lange tafels voor meer dan 500 gasten, waren in rijen geplaatst, en de zaal was versierd met de vlaggen der vertegen woordigde natiëu. Het diné, dat uit den aard der zaak eenvoudig, maar voldoend© droeg eeD gezellig en opgewekt karakter. Men hoorde er de talen van alle natiën spreken, en het ontbrak niet aan toosten en toespraken in het iranech, duitsch, engelsch en neder- landsch. De vreemde sprekers ontleenden hunne stof vooral aan onze historie, en lieten niet na te doen uitkomen, hoe die historie rijk is aan gebeurtenissen, die van invloed zijn geweeet op de geschie denis der beschaving in alle landen. Met groote geestdrift werden telkens, als het pas gaf, de volksliederen aange heven. Ook de Marseillaise klonk binnen de vreedzame wanden, waarin het coh- mopolitisch-gezelschap broederlijk bijeen was. Voor eene aangename afwisseling zorgden de studenten uit Upsala, die in dubbel quartet eenige zweedsche liederen ten gehoore brachten. De minister van Binnenlandsche Zaken, die beloofd had mede te zullen aanzitten, verontschuldigde zich op het laatste oogen- blik per telegram. De avond werd verder doorgebracht met de voorlezing van hoofdstukken uit den Bijbel en het aaahooren van gees telijke toespraken. Te half negen vertrok Vrijdag de lange extra-trein met leden der te Am sterdam vergaderde leden van de con ferentie der chr. jongelingsveroeDigiogen van het centraalstation aldaar naar Nijmegen. Zoo goed als alle afgevaar digden maakten den tocht mede, zoodat men het aantal op 600 personen mag schatten. De ruim 2 uren sporens wer den in opgewektheid gesloten met gezang, dat- een zeer polyglottisch karakter droeg. Te 10.52 bereikte men Nijmegen, waar men opgewacht werd door eene commis sie namens den directeur der weesinrich ting te Neerbosch. In trams en ryttaigen van allerlei vorm werden de congresleden vervoerd naar Neerbosch en aan den in gang opgewacht door den heer en me vrouw 't Lïndenhout en de leden van hun gezin, trouwe helpers in de vervul- liog van hunne levenstaak. Na eene korte begroeting toog de stoet naar de kapel, welke aldra geheel gevuld was. Deze kerk, die reeds in zich zelf een wel gewyden maar gezolligen indruk maakt, was zinryk versierd met de vlaj der verschillende natiën. In het voorbijgaan had men gelegenheid op te merken hoe kranig het uit 12 jongelie den bestaande muziekkorps der inrichting eenige volksliederen ten beste gaf. Trou wens, van de eerste tot de laatste schrede die men op het terrein der inrichting zet, maakt alles den indruk van eenvoud, degelijkheid en goeden smaak. Bij eiken stap voelt men zijne bewondering toe nemen voor de goede dingen, die Neerbosch zyn tot stand gebracht onder de doortastende, nooit verflauwende werk zaamheid van Van 'c Lindenhout, in wiens krachtige vierkante figuur, in wiens vastheid van spreektrant zich zoo klaar het karakter afspiegelt van den man, die weet wat hij wil en volbrengt wat hij levenstaak zich heeft gekozen. De samenkomst in de kerk werd met gebed ge opend, waarna ds. Karren uit Genemui- den eene toespraak hield naar aanleiding van 1 Kor. 9 vers 1627. De heer Patow uit Londen volgde met eene engelsche toespraak, welke door haren geest het auditorium bij uitstek boeide, zoodat herhaaldelijk een blij- ge lach door het gewijde gebouw weerklonk. De heer Van 't Lindenhout, een voor stel beantwoordende van een anderen Engelschman om de liefde vooral practisch te beoefenen door eene collecte te doen plaats hebben, zeide dat hij voor zijne sticbtiDg elke gift daökbaar zou in ont vangst nemen, mits zij met liefde gegeven werd. Wat de liefde vermag, dit bewijst deze stichting, waar thans duizend weezon worden opgevoed tot degelijke mannen en vrouwen. Graaf Bernstorff uit Berlijn beBloot de byeenkomst met eene korte rede, waarna de bezoekers zich ter bezichtiging der in richting, over de verschillende gebouwen en terreinen verspreidden. Den indruk beschryven, dien men ont vangt van de schepping van Lindenhout, is in weinige woorden niet wel mogelijk. Men zag alles in zijn dagelijksch kleed en in zijn gewone doen. Met opzet scheen nagelaten om het beeld voor deze gele genheid op te smukken. Op de scholen gingen de onderwijzers voort met hun onderwijs; in de smederij, de timmer werkplaats, de drukkerij, de binderij was in vollen gang en de bezoekers konden zich vrij over het terrein be wegen. Zeer zeker zullen de vreemde lingen uit alle oorden van de wereld een blijvender» indruk medenemen van het geen zij op het gebied der practische philanthopie hier te aanschouwen kregen. Ten half twee waren de gasten uit- genoodigd, opnieuw de kapel te betreden. Onder den lieflijken vierstommigen zang van het gemengd koor der inrich ting, werden daar door mevr. Van 't Lin denhout en een aantal jonge dames ver- verschingen rondgediend. Er werd daar ook menig hartelijk woord gesproken in vele talen, om den gastheer en zyne echtgenoote te danken voor don sehooneD dag. dien zij aan hunne gastsn bereid hadden. Ds heer Van 't Lindenhout, die de ridderorde van den Nederlandschen Leeuw op de borst droeg, hem als eene welverdiende erkenning van zijne ver diensten ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der inrichting geschonken, leidde daarna de gasten uit, die ten ongeveer üalf drie weder Nijmegen bereikten. Na iu de Groote Kerk aldaar een orgelcon cert te hebben bijgewoond en de merk waardigheden der fraaie stad te hebben bezichtigd, vertrok de uitgebreide stoet ten half zes weder naar Amsterdam. Het weder, dat zich in den beginne treurig liet aanzien, klaarde gaandeweg op, zoodat de tocht in elk opzicht wel- ;eslaagd kan heeteo. De stoombranderij der firma Wittkampf te Schiedam, welke Donderdag nagenoeg geheel in de vlammen is opge gaan, was verzekerd aan de Rotterdamsche beurs op beurspolis tot een bedrag van ƒ99,000. Betrokken bij deze ramp zijn//The Commercial Union" met 23,000, //The Guardian" met ƒ50,000, en diverse hollandsche maatschappijen met f 23,000. Te Osch zijn gevankelijk naar 's-Bosch overgebracht drie personen, verdacht van drie koeien uit de weide gestolen en voor een geringen prijs ver kocht te hebben. Verleden Maandag ging t Venloo het gerucht, dat de schoenma kersgezellen het werk hadden gestaakt voor het vroegere loon niet meer wilden werken. Dien dag zag men dan ook de volgeliugen van St. CrispyD, het schootsvel voor, in troepjes door de straten flaneeren en moeite doen om den dorst, die hun van Zondags was bijgeble' zooveel mogelijk te lesschen. 's Avonds hebben ze eene vergadering gehouden, om hunne belangen te bespreken en om een schoenmakersbond op te richten, doch of de gedane voorstellen niet naar hunnen zin waren, of dat Cambri- nu8 hun in het hoofd was gestegen, zooveel is zeker, dat ze aan het stoeien raakten en blauwe oogea en dikke neu zen ter gedachtenis mee naar huts namen. Dinsdags waren al de brave werkstakers weer bij hunne patroons, alsof er niets was voorgevallen; maar ze kebbeD mooie beloften moeten doen, om aan het werk te kunnen blijven, want de patroons waren het met de werkstakers lang niet eens. (Tijd.) Men schrijft uit Venloo: Hoe groot de aanvoer van steenkolen uit Pruisen aan dit station is, blijkt hieruit, dat in de vorige maand het nog niet gekende getal van 5800 waggons bereikt is, of nagenoeg een gewicht van 58 millioen kilo. ,e n 1 c u w c soor^ van op- schrijf lessenaar plotseling blijft hij staan licliterlj werd dezer dagen met slecht1 alsot hy zich iets herinnerde, en zegt gevolg te Berlijn toegepast. In een dertot den juwelier: „Ik moet mijn hand drukst bezochte restaurants zette zich in een verband dragen, iedere beweging een als boer gekleed man aan een veroorzaakt mij hevige pyn. Wilt u zoo tafeltje neder en bestelde een diner met goed zijn, twee regeltjes voor my te een halve flesch wijn, welke hij zich i schrijvan De juwelier verklaart zich I liet smaken. Poen de laatste schotel j daartoe gaarne bereid en de was opgediend rijst met kerrie idikteert; „Lieve vrouw. Ik ben in hij daarvan ^ongeveer de helft had j gelegenheid goedkoop mooie diamanten opgegeten, het hij het voorkomen, alsof j te koopen, stuur mij daarom met brenger hij plotseling hevige maagkramp voelde I 8000 pond, Karl." De brief wordt knecht ter hand gestelddeze vertrekt met een cab en komt na een uar tijda met 3000 pond terug. De generaal geelt den juwelier het geld en ontvangt in ruil de gesp. Welk een verrassing wachtte echter den winkelier, toen hij 's avonds thuis kwam. Da brief was naar de vrouw van den juwelier ge- j bracht, die den knecht de verlangde verschrok zichtbaar en J gom dadelijk gaf. daar zij de hand van haar man kende en deze Karl heette. Zooals men weet, dragen in Engeland alle dienstmeisjes mutsjes, die haar heel aardig staandit gebruik is zoozeer ingeworteld, dat de dames en heeren meenen de meisjes er zelfs vol gens de wet toe te kunnen dwingen. Aan dat dwaalbegrip heeft de rechter evenwel een einde gemaakt in 't vol gende proces. Een dienstmeisje, Chapman geheeten, wilde geen muts dragen en haar meester zond haar om die reden op staanden voet weg. Zij eisehte daarop 9 dagen loon, maar de patroon wilde niet betalen. In rechten daartoe aan gesproken, werd hy tot de uitkeering van 't loon en in de kosten veroordeeld, op grond, dat de wet de verplichting tot het dragen van mutsen Diet kent, tenzij de voorwaarde bij het aangaan der huur uitdrukkelijk is gesteld. De vrouw van een advocaat te Blackpool, in Engeland, had zich dezer dagen voor den rechter te verantwoorden wegens mishandeling ran hare twee kinderen. Zij erkende schuld voor zoo veel het eene kind betrof, waarop de aanklacht betreffende het andere werd ingetrokken. De rechtbank beval, dat het mishandelde kind gedurende den tijd van twaalf maanden aan het toezicht van zijne moeder zou worden onttrokken, ter wijl zij veroordeeld werd twee borgstel lingen, elk van 500 p. st., te geven, om gedurende zeven jaren den vrede met haar kind te bewaren. By de oudegaschiedsehrij vers vindt men herhaaldelijk melding gemaakt van eeii kunstmatig* meer van ontzaglijke uitgestrektheid, dat dienst deed om Egypte tijdens het verzengende jaargetijde te besproeien. Herodotus ver telt o. a., dat dit zoogenaamde Moeris- meer een omtrek van 666 KM. en een diepte van 80 M. had, terwijl het door een reusachtig kanaal met den Nijl in verbinding stond. Een amerikaansch ingenieur, die de plaats van dit meer teruggevonden heeft, is er in gef den directeur van publieke werken in Egypte over te halen om deze werkqn der ouden weder in werking te brengen. Weldra zal men thans beginnen mot het kanaal, waarlangs het kol reservoir gevuld moet worden, opnieuw te graven, Het kunstmeer moet ruim zes milliard M. water kunnen bevatten, die dienst zullen doen ter besproeiing van de Delta, waarvan de vruchtbaar heid in de laatste twintig jaren schijnt te zijn afgenomen. en dreigde ïn onmacht te vallen. De kellner vertelde dit geval aan den pa troon, die dadelijk kwam zien wat den man scbeelae. Deze antwoordde met kreunende stem „Er waren spelden in de rijst" en ten bewijzen daarvan haalde hij nog twee van die voorwerpen uit don schotel, die op tafel stond. De patroon vreezende dat de man schandaal zou zijn restaurant in opspraak brengen, liet hij het boertje bij zich in de kamer komen, waar hij hem voor stelde dadelijk naar een dokter te gaan natuurlijk voor rekening van den restauratiehouder, die hem een vijfmark stuk in de hand stopte. De boer scheen daar niets op tegen te hebben en hij vertrok met de verzeke ring, dat hij de zaak aan niemand zon vertellen. Hiermede scheen de zaak ten ge- Doege van den restaurateur geschikt te zijn. Het toeval echter had gewild, dat dit zaakje een staartje zou hebben. Eenige öagea later was de kellner, die den man bediend bad, voor een dag ia een ander café-restaurant, ten plei ziere van een zijner collega's die zijn vrijen dag had. Plotseling ziet hij denzelfden man de eetzaal binnenkomen en zich aan een der tafeltjes neerzetten, waarna hij even als den vorigen keer, een diner bestelde met een halve flesch wyn. De eerste gedachte van den kellner was naar den man toe te gaan en hem te vragen, hoe die geschiedenis met die spelden was afgeloopen het was echter of hij plot seling een ingeving kreeg om eona af wachten de dingen, die komen zouden, hetgeen hij ongemerkt kon doen, daar hij niet bediende in de rij, waar do man had plaategenomen. Alweer bij den laats- ten schotel begon dezelfde comedie van den vorigen keer de man kreeg maag kramp en kermde, dat er spelden in het eten waren. Inmiddels 'had de kellner den eigenaar van het restaurant gewaarschuwd, waarop deze een politieagent ontbood, die deD inan naar een plaats bracht, waar hy al den fcyd had om van zyn maagkramp te herstellen. Toen men den man visiteerde, vond men een doosje met verroeste spelden, waarmede de oplichter op de beschre ven wijzo zijne diners met wijn „be taalde". Te Messina werd eenfeest gevierd. Het slot zou zijn een bal in een herberg. Onder het dansen ontstond twist over twee jonge dames en ia een oog wenk had ieder jongeling zijn mes getrokken. Met heldenmoed ging men elkaar kerven en steken, een uur lan^ Toen de schare eindelijk uiteen was ge dreven, hadden drie personen het leven gelaten op dezen „vloer van eer", terwyl bijna al de anderen wonden meedroegen van dezen slag. Op het bordes van de eerste nationale Bank te Chicago werd dezer dagen een krankzinnige aangetroffen, die daar neergeknield was om te bidden. Hij gaf voor Pierre Millet te heeten en een broeder van den beroemden schilder der Angelus te zyn. Bij onderzoek bleek dit juist. De man, die vroeger in Boston woonde, thans in New-York, is nu en dan, tengevolge van een zonnesteek, krankzinnig. Hij is een talentvol schilder. Een zuid-amerikaansch ge- neraal, die deis rechterarm in een doek droeg, kwam dezer dagen den winkel van een der voornaamste juweliers te Londen binnen. Hij deed eenige kleine inkoopen en betaalde die contant. Toen hij den winkel verlaten wilde, bleef hij plotseling voor een glazen toonbank staan, waarin een prachtige diamanten gesp lag. „Hoeveel kost die vroeg de generaal. „3000 pond," antwoordde de juwelier. „Zij is heel mooi. Ik wil ze koopen. Maar zoo gaat hetIk had niet het plan zooveel geld uit te geven, en heb dus niet genoeg bij mij," „Dat is geen bezwaar, mijnheer, ik wil de gesp met de kwitantie gaarne naar uw hotel zenden.,.," „Neen, neen, ik doe zulke zaken liefst op staanden voet af. Als u 'tgoed vindt stuur ik mijn knecht even met een rijtuig terug om het geld van mijn hotel te halen en wacht dan zoolang hier, tot hij weer hier komt." //Zooals u belieft." De generaal roept zijn knecht. „John, neem een rijtuig en rij naar huis. Zeg mijn vrouw, dat ik als bruïloftsgesehenk voor mijn dochter een mooie diamanten gesp wil koopen, die ik hier zooeven heb gezien laai Antwoord van een dienstmeisje (19» jaar) op de vraag hoe haar de kermis! bevalt Nou die is goedDat is ook eene vraag, hoe mij de kermis bevalt. Bes! bevalt mij de kermis. Dat is nog een verzetje in een menschenleven. Ik dans al als ik een draaiorgel hoor. En wat een pleizier wij gehad hebben, mijne kame- raad en ik Begrijp eenswij hebben in het Nie?iJ*êblad eene advertentie ge- schreven „Twee notte burgermeisjes zoe ken twee nette burgerboeren om genoe- gelijk kermis te vieren." En daar is antwoord op gekomen ook. En toen hebben wij geschreven, dat de heeren zouden loopen, 's avonds om acht uupin de Oosterstraat met eene paraplu op. Dat hebben zij wezenlijk ook gedaan en regende niet eens. En wat hebben wij De eene was meneer Cis en de andere meneer Gia. En mij De kame raad heeft nog wel bij meneer Cis zijn zijn ouders gewoond en toen hij er voor- bij liep onder de paraplu zei zij zoo Zoo, meneer Cis, is u die nette meneer I Gelachen dat wij hebban Nu, u kan begrijpen, ik heb geen kermisvrijer uit het Nieuwsblad noodig, Want ik heb een vrijer en morgen gaan wij uit en hy is eon heel ordentelijke jongen, niet erg mooi, maar ik zeg als hij van bin nen maar goed is en dat houdt niet over by de mannen tegenwoordig. Zoodat ik maar zeggen wil, meneer dat de kermis een mooi ding is. Voorzichtig VVouwtje (hartstochtelijk). Ach, mijne smart is te grootlaat mij een oogen- blik mijne tranen den vrijen loop laten, aan je trouwe borst. Janlief. Maar laat me das even eenj ander vest aantrekken. 0*p hoog bevel Hoogheid (tot hoveling). Wel, wat heb ik vernomenis er bij u eon gelukkige familie-gebeurtenis te wachten En wan neer komt de ooievaar Hoveling. Wanneer Uwe Hoogheid het beveelt. Mislukt compliment. Juffrouw, u ziet er zoo frisch en bloeiend uit als een roos van twintig zomers. Te Parys gezien. Een bedelaar vraagt een aalmoes aan personen, die voor een koffiehuis op een parijsehen boulevard zitten. Bij het laatste tafeltje gekomen dat onbezet is, telt hij zijn ontvangst, knikt tevreden, zet zich neer en roept gebiedend: „Aannemen, een glas bier I" Verkeerde diagnose. Dokter. Mijn waarde heer, wat u noo- dig hebt, is verandering van lucht. Het eenige wat u geDezen kan, is een lang durige zeereis. Patient. Dat is lastig. U moet weten, i ik kom juist terug van een reis om de wereld De huisbewaarster op eene villa schreef aan eene vriendin in de stad eene uit- noodiging, om eenige dagen bij haar te komen logeeren. Bij wijze van post scriptum voegde zij er bij „Breng, voor het geval het slecht weer mocht worden, 't een of ander mede, om je wat bezig te houden." Op den bepaalden dag kwam de vriendin en had meegebrachthaar aanstaande. Zelfkennis. Jong weeuwtje. Wanneer ik weer ga trouwen, moet de man mijner keuze een aangenaam voorkomen hebben, goed en bovenal geestig zijn W&& Jonkman. Houd op, mevrouw, uwe woorden zouden me overmoedig maken. Wat 'n gelukkig toeval, dat wij mekaar leerden kennen! jy je daarom 3000 pond meegevenZuinigheid bovenal „Mag ik uwe excellentie opmerken, dat Heer (tot bedelaardien hij den vorigen mevrouw mij zooveel geld niet zal wil- dag een pak kleeren gegeven heeft). Wat, len meegeven, als u mij geen bewijs man, ben jo alweer in lompen wat meegeeft. „Dat is waar ookEonheb je gedaan met de kleeren, die ik je oogenblikje De generaal gaat naar een gisteren gaf P

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 6