GEMENGD NIEUWS.
VARIA.
1
regeering te wenden, ten einde bij her
ziening der gemeentewet daarin de vol
gende bepalingen op te nemena.
niemand is tot secretaris en ambtenaar
ter secretarie benoembaar dan hij, die
een voldoend examen heeft afgelegd voor
eene commissie, daarvoor van staatswege
te benoemen of aan te wijzenb. de
burgemeesters, secretarissen, en ambte
naren ter seretarie hebben recht cp
pensioen voer henzelven, hunne weduwen
en weezenen e. aan den ambtenaar ter
secretarie wordt een minumum salaris
verzekerd.
III. Referaat van den heer Overmars
te Raalte„De waarborgen van het
uitgereikte diploma, in verband met de
practische opleiding van de adspiran-
ten."
IV. De vorm en inhoud der bekend
makingen en aankondiging van de ge
meentebesturen. In te leiden door den
heer H. G. Hartman Jr., secretaris van
Goes.
Men meldt uit Amsterdam:
In de Vrijdag gehouden laatste verga
dering van aandeelhouders der //Kon.
Fabriek van Stoom- en andere Werk
tuigen" (in likwidatie) werd de likwidatie-
rekening, sluitende met een onverdeeld
saldo van 17662 goedgekeurd. Daar
verschillende groote werken nog uitge
voerd waren, konden de concurrente cre
diteuren 36 pCt. ontvangen.
De voorzitter, de heer A. C. Wert-
heim, braoht hulde aan H. M. de Regentes
en aan de Groothertogin van Saksen, die
het voorbeeld gaven aan de aandeelhou
ders, om in de nieuwe fabriek over te
gaan.
Inde twaalfde internatio
nale conferentie van christelijke joDgelings-
vereenigingen, te Amsterdam, trad o. a.
ook op professer Raoui Allié uit Parijs,
die de jongelieden in eene warme impro
visatie op hunne plichten wees. Hij her
innerde aan hetgeen hem wedervaren was,
toen hij pas student was en zijn leeraar
hem bij de hand nam, zeggende gij noemt
ueen christen, maar wat doet gij voor de
gemeenschap met uw christenbroeders
Leer den mensch kennen in zijne ellende,
ga na8r de voorsteden en achterbuurten
tot het volk en zoek zyn hart voor n te
openen, opdat gij er de zaden van een
levenmakend christendom in kunt strooien!
Dezen raad geeft hij op zijne beurt den
christelijken jongelieden.
Spreker geloofde niet dat het voor
de christelijke jongeÜDgs-vereeniging
weggelegd is, feitelijk op te treden
tegen de sociaal-democratie. Het sociale
vraagstuk is eene zeer ingewikkelde kwes
tie, die aan alle zijden haakt in de wetten
van den staat, met de oeconomische ver
houdingen en wanverhoudingen vast ver
bonden is maar wèl kan de christe
lijke jongeling door persoonlijke toewij
ding, door persoonlijk voorbeeld het heilige
beginsel van het christendom in zijne
vruchtdragende werking doen gevoelen
en het voortplanten in de harten des
volks.
Graf Pückler, uit Berlijn, waarschuwde
tegen eene te materieele opvatting der
taak van de christelijke jongelingsver-
eenigingen. De basis moet zijn liefde tot
Christus. Er moet niet worden gecon
curreerd met de sociaal-democratie. Deze
laatste werkt met millioenen menschen,
wij leden van christelijke jongelingsver-
eenigingen zijn in vergelijking daarvan
slechts een handvol. Wy hebben kracht
te zoeken in de beoefening der liefde
dat is voor ons de vervulling der wet.
Verspreidt liefde om u heen en bewyst
daarmede aan het volk de kracht des
evangelies. Dat men patriotïsme kweekt,
acht spreker goed, maar bovenal moet
het een patriotisme zyn, gericht op het
onzichtbare koninkrijk Gods, dat boven
alle rijken der wereld is. Wij hebben
meer te letten op de onzichtbare dingen,
dan op die van deze wereld.
Baron Von Oertzen, het in hoofdzaak
eens zijnde met den vorigen spreker,
acht het toch niet vruchtbaar zich in
dien zin af te keeren van de zichtbare
dingen, dat wij er het begrip van zouden
verliezen. Wel is het waar, dat wij de
aardsche dingen niet moeten beweenen
of bespotten, maar wij dienen te leeren
ze te verstaan, opdat wij ze kunnen
doordringen van den vertroostenden en
verzoenenden geest des evangelies.
Van al deze toespraken werd telkens
d8 korte inhoud in verschillende talen
vertolkt door de onderscheiden leden van
het bestuur, die daarin eene bewonde
renswaardige vaardigheid aan den dag
legden.
Ten slotte trad nog op dr. F. W.
Baedeker nit Londen, die zijne ervarin
gen mededeelde van zijne reizen in Rus
land en Siberië, alwaar hy door de
prediking van het evangelie vele zielen
heeft verlost en zelfs den verhardsten
ootmoedigheid heeft ingeprent. Spr. schet
ste het russische volk als een volk, dat
van natuur zeer religieus is, maar, helaas,
in zuivere opvatting vari de eeuwige
waarheden des evangelies wordt belem
merd door de dogma's en de leerstukken
der Grieksche kerk. Maar men heeft
slechts aan te kloppen, om de poorten
zich te zien openen, en de machtigste
hand vermag niet ze weder te sluiten.
In eene tweede zaal van „Maison
Stroueken" werd de maaltijd gehouden.
De lange tafels voor meer dan 500 gasten,
waren in rijen geplaatst, en de zaal was
versierd met de vlaggen der vertegen
woordigde natiëu. Het diné, dat uit den
aard der zaak eenvoudig, maar voldoend©
droeg eeD gezellig en opgewekt
karakter. Men hoorde er de talen van
alle natiën spreken, en het ontbrak
niet aan toosten en toespraken in het
iranech, duitsch, engelsch en neder-
landsch. De vreemde sprekers ontleenden
hunne stof vooral aan onze historie, en
lieten niet na te doen uitkomen, hoe die
historie rijk is aan gebeurtenissen, die
van invloed zijn geweeet op de geschie
denis der beschaving in alle landen.
Met groote geestdrift werden telkens,
als het pas gaf, de volksliederen aange
heven. Ook de Marseillaise klonk binnen
de vreedzame wanden, waarin het coh-
mopolitisch-gezelschap broederlijk bijeen
was. Voor eene aangename afwisseling
zorgden de studenten uit Upsala, die in
dubbel quartet eenige zweedsche liederen
ten gehoore brachten.
De minister van Binnenlandsche Zaken,
die beloofd had mede te zullen aanzitten,
verontschuldigde zich op het laatste oogen-
blik per telegram.
De avond werd verder doorgebracht
met de voorlezing van hoofdstukken uit
den Bijbel en het aaahooren van gees
telijke toespraken.
Te half negen vertrok Vrijdag de
lange extra-trein met leden der te Am
sterdam vergaderde leden van de con
ferentie der chr. jongelingsveroeDigiogen
van het centraalstation aldaar naar
Nijmegen. Zoo goed als alle afgevaar
digden maakten den tocht mede, zoodat
men het aantal op 600 personen mag
schatten. De ruim 2 uren sporens wer
den in opgewektheid gesloten met gezang,
dat- een zeer polyglottisch karakter droeg.
Te 10.52 bereikte men Nijmegen, waar
men opgewacht werd door eene commis
sie namens den directeur der weesinrich
ting te Neerbosch. In trams en ryttaigen
van allerlei vorm werden de congresleden
vervoerd naar Neerbosch en aan den in
gang opgewacht door den heer en me
vrouw 't Lïndenhout en de leden van
hun gezin, trouwe helpers in de vervul-
liog van hunne levenstaak.
Na eene korte begroeting toog de stoet
naar de kapel, welke aldra geheel gevuld
was. Deze kerk, die reeds in zich zelf
een wel gewyden maar gezolligen indruk
maakt, was zinryk versierd met de vlaj
der verschillende natiën. In het
voorbijgaan had men gelegenheid op te
merken hoe kranig het uit 12 jongelie
den bestaande muziekkorps der inrichting
eenige volksliederen ten beste gaf. Trou
wens, van de eerste tot de laatste schrede
die men op het terrein der inrichting
zet, maakt alles den indruk van eenvoud,
degelijkheid en goeden smaak. Bij eiken
stap voelt men zijne bewondering toe
nemen voor de goede dingen, die
Neerbosch zyn tot stand gebracht onder
de doortastende, nooit verflauwende werk
zaamheid van Van 'c Lindenhout, in wiens
krachtige vierkante figuur, in wiens
vastheid van spreektrant zich zoo klaar
het karakter afspiegelt van den man, die
weet wat hij wil en volbrengt wat hij
levenstaak zich heeft gekozen. De
samenkomst in de kerk werd met gebed ge
opend, waarna ds. Karren uit Genemui-
den eene toespraak hield naar aanleiding
van 1 Kor. 9 vers 1627.
De heer Patow uit Londen volgde met
eene engelsche toespraak, welke door
haren geest het auditorium bij uitstek
boeide, zoodat herhaaldelijk een blij-
ge lach door het gewijde gebouw
weerklonk.
De heer Van 't Lindenhout, een voor
stel beantwoordende van een anderen
Engelschman om de liefde vooral practisch
te beoefenen door eene collecte te doen
plaats hebben, zeide dat hij voor zijne
sticbtiDg elke gift daökbaar zou in ont
vangst nemen, mits zij met liefde gegeven
werd. Wat de liefde vermag, dit bewijst
deze stichting, waar thans duizend weezon
worden opgevoed tot degelijke mannen
en vrouwen.
Graaf Bernstorff uit Berlijn beBloot de
byeenkomst met eene korte rede, waarna
de bezoekers zich ter bezichtiging der in
richting, over de verschillende gebouwen
en terreinen verspreidden.
Den indruk beschryven, dien men ont
vangt van de schepping van Lindenhout,
is in weinige woorden niet wel mogelijk.
Men zag alles in zijn dagelijksch kleed
en in zijn gewone doen. Met opzet scheen
nagelaten om het beeld voor deze gele
genheid op te smukken. Op de scholen
gingen de onderwijzers voort met hun
onderwijs; in de smederij, de timmer
werkplaats, de drukkerij, de binderij was
in vollen gang en de bezoekers
konden zich vrij over het terrein be
wegen. Zeer zeker zullen de vreemde
lingen uit alle oorden van de wereld een
blijvender» indruk medenemen van het
geen zij op het gebied der practische
philanthopie hier te aanschouwen kregen.
Ten half twee waren de gasten uit-
genoodigd, opnieuw de kapel te betreden.
Onder den lieflijken vierstommigen
zang van het gemengd koor der inrich
ting, werden daar door mevr. Van 't Lin
denhout en een aantal jonge dames ver-
verschingen rondgediend. Er werd daar
ook menig hartelijk woord gesproken in
vele talen, om den gastheer en zyne
echtgenoote te danken voor don sehooneD
dag. dien zij aan hunne gastsn bereid
hadden.
Ds heer Van 't Lindenhout, die de
ridderorde van den Nederlandschen
Leeuw op de borst droeg, hem als eene
welverdiende erkenning van zijne ver
diensten ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan der inrichting geschonken, leidde
daarna de gasten uit, die ten ongeveer
üalf drie weder Nijmegen bereikten. Na
iu de Groote Kerk aldaar een orgelcon
cert te hebben bijgewoond en de merk
waardigheden der fraaie stad te hebben
bezichtigd, vertrok de uitgebreide stoet
ten half zes weder naar Amsterdam.
Het weder, dat zich in den beginne
treurig liet aanzien, klaarde gaandeweg
op, zoodat de tocht in elk opzicht wel-
;eslaagd kan heeteo.
De stoombranderij der firma
Wittkampf te Schiedam, welke Donderdag
nagenoeg geheel in de vlammen is opge
gaan, was verzekerd aan de Rotterdamsche
beurs op beurspolis tot een bedrag van
ƒ99,000.
Betrokken bij deze ramp zijn//The
Commercial Union" met 23,000, //The
Guardian" met ƒ50,000, en diverse
hollandsche maatschappijen met f 23,000.
Te Osch zijn gevankelijk
naar 's-Bosch overgebracht drie personen,
verdacht van drie koeien uit de weide
gestolen en voor een geringen prijs ver
kocht te hebben.
Verleden Maandag ging t
Venloo het gerucht, dat de schoenma
kersgezellen het werk hadden gestaakt
voor het vroegere loon niet meer
wilden werken. Dien dag zag men dan
ook de volgeliugen van St. CrispyD, het
schootsvel voor, in troepjes door de straten
flaneeren en moeite doen om den dorst,
die hun van Zondags was bijgeble'
zooveel mogelijk te lesschen. 's Avonds
hebben ze eene vergadering gehouden,
om hunne belangen te bespreken en om
een schoenmakersbond op te richten,
doch of de gedane voorstellen niet
naar hunnen zin waren, of dat Cambri-
nu8 hun in het hoofd was gestegen,
zooveel is zeker, dat ze aan het stoeien
raakten en blauwe oogea en dikke neu
zen ter gedachtenis mee naar huts namen.
Dinsdags waren al de brave werkstakers
weer bij hunne patroons, alsof er niets
was voorgevallen; maar ze kebbeD mooie
beloften moeten doen, om aan het werk
te kunnen blijven, want de patroons
waren het met de werkstakers lang niet
eens. (Tijd.)
Men schrijft uit Venloo:
Hoe groot de aanvoer van steenkolen
uit Pruisen aan dit station is, blijkt
hieruit, dat in de vorige maand het nog
niet gekende getal van 5800 waggons
bereikt is, of nagenoeg een gewicht van
58 millioen kilo.
,e n 1 c u w c soor^ van op- schrijf lessenaar plotseling blijft hij staan
licliterlj werd dezer dagen met slecht1 alsot hy zich iets herinnerde, en zegt
gevolg te Berlijn toegepast. In een dertot den juwelier: „Ik moet mijn hand
drukst bezochte restaurants zette zich in een verband dragen, iedere beweging
een als boer gekleed man aan een veroorzaakt mij hevige pyn. Wilt u zoo
tafeltje neder en bestelde een diner met goed zijn, twee regeltjes voor my te
een halve flesch wijn, welke hij zich i schrijvan De juwelier verklaart zich
I liet smaken. Poen de laatste schotel j daartoe gaarne bereid en de
was opgediend rijst met kerrie idikteert; „Lieve vrouw. Ik ben in
hij daarvan ^ongeveer de helft had j gelegenheid goedkoop mooie diamanten
opgegeten, het hij het voorkomen, alsof j te koopen, stuur mij daarom met brenger
hij plotseling hevige maagkramp voelde I 8000 pond, Karl." De brief wordt
knecht ter hand gestelddeze vertrekt
met een cab en komt na een uar tijda
met 3000 pond terug. De generaal geelt
den juwelier het geld en ontvangt in
ruil de gesp. Welk een verrassing
wachtte echter den winkelier, toen hij
's avonds thuis kwam. Da brief was
naar de vrouw van den juwelier ge-
j bracht, die den knecht de verlangde
verschrok zichtbaar en J gom dadelijk gaf. daar zij de hand van
haar man kende en deze Karl heette.
Zooals men weet, dragen
in Engeland alle dienstmeisjes mutsjes,
die haar heel aardig staandit gebruik
is zoozeer ingeworteld, dat de dames en
heeren meenen de meisjes er zelfs vol
gens de wet toe te kunnen dwingen.
Aan dat dwaalbegrip heeft de rechter
evenwel een einde gemaakt in 't vol
gende proces. Een dienstmeisje, Chapman
geheeten, wilde geen muts dragen en
haar meester zond haar om die reden
op staanden voet weg. Zij eisehte daarop
9 dagen loon, maar de patroon wilde
niet betalen. In rechten daartoe aan
gesproken, werd hy tot de uitkeering
van 't loon en in de kosten veroordeeld,
op grond, dat de wet de verplichting
tot het dragen van mutsen Diet kent,
tenzij de voorwaarde bij het aangaan
der huur uitdrukkelijk is gesteld.
De vrouw van een advocaat
te Blackpool, in Engeland, had zich dezer
dagen voor den rechter te verantwoorden
wegens mishandeling ran hare twee
kinderen. Zij erkende schuld voor zoo
veel het eene kind betrof, waarop de
aanklacht betreffende het andere werd
ingetrokken. De rechtbank beval, dat het
mishandelde kind gedurende den tijd van
twaalf maanden aan het toezicht van
zijne moeder zou worden onttrokken, ter
wijl zij veroordeeld werd twee borgstel
lingen, elk van 500 p. st., te geven, om
gedurende zeven jaren den vrede met
haar kind te bewaren.
By de oudegaschiedsehrij
vers vindt men herhaaldelijk melding
gemaakt van eeii kunstmatig* meer van
ontzaglijke uitgestrektheid, dat dienst
deed om Egypte tijdens het verzengende
jaargetijde te besproeien. Herodotus ver
telt o. a., dat dit zoogenaamde Moeris-
meer een omtrek van 666 KM. en een
diepte van 80 M. had, terwijl het door
een reusachtig kanaal met den Nijl in
verbinding stond. Een amerikaansch
ingenieur, die de plaats van dit meer
teruggevonden heeft, is er in gef
den directeur van publieke werken in
Egypte over te halen om deze werkqn
der ouden weder in werking te brengen.
Weldra zal men thans beginnen mot
het kanaal, waarlangs het kol
reservoir gevuld moet worden, opnieuw
te graven, Het kunstmeer moet ruim
zes milliard M. water kunnen bevatten,
die dienst zullen doen ter besproeiing
van de Delta, waarvan de vruchtbaar
heid in de laatste twintig jaren schijnt
te zijn afgenomen.
en dreigde ïn onmacht te vallen. De
kellner vertelde dit geval aan den pa
troon, die dadelijk kwam zien wat den
man scbeelae.
Deze antwoordde met kreunende stem
„Er waren spelden in de rijst" en ten
bewijzen daarvan haalde hij nog twee
van die voorwerpen uit don schotel, die
op tafel stond.
De patroon
vreezende dat de man schandaal zou
zijn restaurant in opspraak
brengen, liet hij het boertje bij zich in
de kamer komen, waar hij hem voor
stelde dadelijk naar een dokter te gaan
natuurlijk voor rekening van den
restauratiehouder, die hem een vijfmark
stuk in de hand stopte.
De boer scheen daar niets op tegen te
hebben en hij vertrok met de verzeke
ring, dat hij de zaak aan niemand zon
vertellen.
Hiermede scheen de zaak ten ge-
Doege van den restaurateur geschikt te
zijn.
Het toeval echter had gewild, dat dit
zaakje een staartje zou hebben.
Eenige öagea later was de kellner,
die den man bediend bad, voor een dag
ia een ander café-restaurant, ten plei
ziere van een zijner collega's die zijn
vrijen dag had.
Plotseling ziet hij denzelfden man de
eetzaal binnenkomen en zich aan een
der tafeltjes neerzetten, waarna hij even
als den vorigen keer, een diner bestelde
met een halve flesch wyn. De eerste
gedachte van den kellner was naar den
man toe te gaan en hem te vragen, hoe
die geschiedenis met die spelden was
afgeloopen het was echter of hij plot
seling een ingeving kreeg om eona af
wachten de dingen, die komen zouden,
hetgeen hij ongemerkt kon doen, daar
hij niet bediende in de rij, waar do man
had plaategenomen. Alweer bij den laats-
ten schotel begon dezelfde comedie van
den vorigen keer de man kreeg maag
kramp en kermde, dat er spelden in het
eten waren.
Inmiddels 'had de kellner den eigenaar
van het restaurant gewaarschuwd, waarop
deze een politieagent ontbood, die deD
inan naar een plaats bracht, waar hy al
den fcyd had om van zyn maagkramp
te herstellen.
Toen men den man visiteerde, vond
men een doosje met verroeste spelden,
waarmede de oplichter op de beschre
ven wijzo zijne diners met wijn „be
taalde".
Te Messina werd eenfeest
gevierd. Het slot zou zijn een bal in een
herberg. Onder het dansen ontstond twist
over twee jonge dames en ia een oog
wenk had ieder jongeling zijn mes
getrokken. Met heldenmoed ging men
elkaar kerven en steken, een uur lan^
Toen de schare eindelijk uiteen was ge
dreven, hadden drie personen het leven
gelaten op dezen „vloer van eer", terwyl
bijna al de anderen wonden meedroegen
van dezen slag.
Op het bordes van de eerste
nationale Bank te Chicago werd dezer
dagen een krankzinnige aangetroffen,
die daar neergeknield was om te bidden.
Hij gaf voor Pierre Millet te heeten en
een broeder van den beroemden schilder
der Angelus te zyn. Bij onderzoek bleek
dit juist. De man, die vroeger in Boston
woonde, thans in New-York, is nu en
dan, tengevolge van een zonnesteek,
krankzinnig. Hij is een talentvol schilder.
Een zuid-amerikaansch ge-
neraal, die deis rechterarm in een doek
droeg, kwam dezer dagen den winkel
van een der voornaamste juweliers te
Londen binnen. Hij deed eenige kleine
inkoopen en betaalde die contant. Toen
hij den winkel verlaten wilde, bleef hij
plotseling voor een glazen toonbank
staan, waarin een prachtige diamanten
gesp lag. „Hoeveel kost die vroeg de
generaal. „3000 pond," antwoordde de
juwelier. „Zij is heel mooi. Ik wil ze
koopen. Maar zoo gaat hetIk had
niet het plan zooveel geld uit te geven,
en heb dus niet genoeg bij mij,"
„Dat is geen bezwaar, mijnheer, ik wil
de gesp met de kwitantie gaarne naar
uw hotel zenden.,.," „Neen, neen, ik doe
zulke zaken liefst op staanden voet af.
Als u 'tgoed vindt stuur ik mijn knecht
even met een rijtuig terug om het geld
van mijn hotel te halen en wacht dan
zoolang hier, tot hij weer hier komt."
//Zooals u belieft." De generaal roept
zijn knecht. „John, neem een rijtuig en
rij naar huis. Zeg mijn vrouw, dat ik
als bruïloftsgesehenk voor mijn dochter
een mooie diamanten gesp wil koopen,
die ik hier zooeven heb gezien laai
Antwoord van een dienstmeisje (19»
jaar) op de vraag hoe haar de kermis!
bevalt
Nou die is goedDat is ook eene
vraag, hoe mij de kermis bevalt. Bes!
bevalt mij de kermis. Dat is nog een
verzetje in een menschenleven. Ik dans
al als ik een draaiorgel hoor. En wat een
pleizier wij gehad hebben, mijne kame-
raad en ik Begrijp eenswij hebben
in het Nie?iJ*êblad eene advertentie ge-
schreven „Twee notte burgermeisjes zoe
ken twee nette burgerboeren om genoe-
gelijk kermis te vieren." En daar is
antwoord op gekomen ook. En toen
hebben wij geschreven, dat de heeren
zouden loopen, 's avonds om acht uupin
de Oosterstraat met eene paraplu op.
Dat hebben zij wezenlijk ook gedaan en
regende niet eens. En wat hebben wij
De eene was meneer Cis en
de andere meneer Gia. En mij De kame
raad heeft nog wel bij meneer Cis zijn
zijn ouders gewoond en toen hij er voor-
bij liep onder de paraplu zei zij zoo
Zoo, meneer Cis, is u die nette meneer I
Gelachen dat wij hebban Nu, u
kan begrijpen, ik heb geen kermisvrijer
uit het Nieuwsblad noodig, Want ik heb
een vrijer en morgen gaan wij uit en
hy is eon heel ordentelijke jongen, niet
erg mooi, maar ik zeg als hij van bin
nen maar goed is en dat houdt niet
over by de mannen tegenwoordig.
Zoodat ik maar zeggen wil, meneer
dat de kermis een mooi ding is.
Voorzichtig
VVouwtje (hartstochtelijk). Ach, mijne
smart is te grootlaat mij een oogen-
blik mijne tranen den vrijen loop laten,
aan je trouwe borst.
Janlief. Maar laat me das even eenj
ander vest aantrekken.
0*p hoog bevel
Hoogheid (tot hoveling). Wel, wat heb
ik vernomenis er bij u eon gelukkige
familie-gebeurtenis te wachten En wan
neer komt de ooievaar
Hoveling. Wanneer Uwe Hoogheid het
beveelt.
Mislukt compliment. Juffrouw, u ziet
er zoo frisch en bloeiend uit als een
roos van twintig zomers.
Te Parys gezien. Een bedelaar vraagt
een aalmoes aan personen, die voor een
koffiehuis op een parijsehen boulevard
zitten. Bij het laatste tafeltje gekomen
dat onbezet is, telt hij zijn ontvangst,
knikt tevreden, zet zich neer en roept
gebiedend: „Aannemen, een glas bier I"
Verkeerde diagnose.
Dokter. Mijn waarde heer, wat u noo-
dig hebt, is verandering van lucht. Het
eenige wat u geDezen kan, is een lang
durige zeereis.
Patient. Dat is lastig. U moet weten, i
ik kom juist terug van een reis om de
wereld
De huisbewaarster op eene villa schreef
aan eene vriendin in de stad eene uit-
noodiging, om eenige dagen bij haar te
komen logeeren. Bij wijze van post
scriptum voegde zij er bij „Breng, voor
het geval het slecht weer mocht worden,
't een of ander mede, om je wat bezig
te houden."
Op den bepaalden dag kwam de
vriendin en had meegebrachthaar
aanstaande.
Zelfkennis.
Jong weeuwtje. Wanneer ik weer ga
trouwen, moet de man mijner keuze een
aangenaam voorkomen hebben, goed en
bovenal geestig zijn W&&
Jonkman. Houd op, mevrouw, uwe
woorden zouden me overmoedig maken.
Wat 'n gelukkig toeval, dat wij mekaar
leerden kennen!
jy
je daarom 3000 pond meegevenZuinigheid bovenal
„Mag ik uwe excellentie opmerken, dat Heer (tot bedelaardien hij den vorigen
mevrouw mij zooveel geld niet zal wil- dag een pak kleeren gegeven heeft). Wat,
len meegeven, als u mij geen bewijs man, ben jo alweer in lompen wat
meegeeft. „Dat is waar ookEonheb je gedaan met de kleeren, die ik je
oogenblikje De generaal gaat naar een gisteren gaf P