NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Donderdag 3 September 1891
No. *1504
A BON NEMEN TSPRIJS
ADVERTENTIEN:
NABETRACHTING
STADSNIEUWS.
FEUILLETON.
Ill ilfllill II
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,66.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zoo- en Feestdagen.
Korean Kleine Hontstraat No. 9, Haarlem. Teleronnnmmsr 188.
van 15 regelj 50 Cent»; iedere regel meer 10 Cent..
Groote lettert naar plaattruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door allo houthandelaren en coorantiert.
Directeuren-Uitgevers J. O. FEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten «oor hei BuitenlandCompagnie Générale de Publieilé Etrangire GI. DJÏ/&E f Co.s JOHN J?. JGNN8, Succ., Barijt 31Jii Janbourf Ntontmartre
Bfj dit Nummer is gevoegd
het Gemeenteraadsver stag van
1 September.
uit den
GEMEENTERAAD.
XXX.
We waren erg nieuwsgierig hoe de
Raadzaal er nu uit zou zien en hoe
men voor plaatsen van de nieuwe leden
had gezorgd, 't Was doodeenvoudig,
men had alleen een paar tafels voor de
Burgemeester.
anderen gezet en den doorgang dus
verkleind. Evenwel is die nog breed
genoeg gebleven, want toen de nieuwe
leden binnenkwamen, konden ze bijna
met hun zevenen naast elkaar staan.
De schoorsteen zal eerst als de Staten
zaal gereed isachteruit worden ge
bracht.
Het zal onzen lezers misschien belang
inboezemen, hoe en waar de nieuwe
leden zijn geplaatst en om daaraan te
voldoen geet ik onderstaande lijnteeke-
ning, die zooal niet in kunstigheid, dan
toch in eenvoudigheid, vele andere lijn-
teekeningen overtreft.
Secretaris.
p.
1 *3
K
<R
jz
d5
a
0
F
Ir
a
0
5
y
Ingang. Publiek.
Zooals men weet, was het vandaag
de groote vervelingsdag, nl. de dag
waarop de zoogenaamde vaste commis-
siën worden benoemd; commission even
wel, die zóo weinig vast zijn, dat zij
elk jaar volgens de wet opnieuw moeten
worden benoemd.
Gelukkig geeft de Raad er de vastheid
aan, daar iedereen wordt herkozen
met algemeene stemmen, behalve zijn
eigen stem, terwijl er dezen keer alleen
voor den afgetreden heer Van Ek een
plaatsvervanger moest zijn. In de com
missie voor het onderzoek der bezwaar
schriften werd de heer de Breuk be
noemd en ik wensch dezen daarmee
geluk. Het kan niet uitblijven, of de
heer de Breuk, die bekend staat als
Pers.
degelijk administrateur, zal mettertijd
wel meer van die posten krijgen lid
van de commissie voor de Bank van
Leening bijvoorbeeld, en lid van Finan
ciën óok heel plezierig
Het nieuwe subsidie van 500, ge
vraagd door de teekenschool van kunst
nijverheid, is toegestaan in weerwil van
het ongunstig advies van B. en W. De
waarnemend voorzitter, de heer de
Kanter, lichtte dat advies toe, maar
versterkte zich alleen achter de zwakke
borstwering dat er geen geld in kas is.
Ja, er is eigenlijk nooit geld Toen de
heeren Prins, Figee en Krol met hun
drieën stormliepen op die verschansing,
was er dan ook al heel gauw een bres
in. De vesting werd genomen en de
verdedigers, in casu de drie wethou
ders, schenen dat zelf ook niet zoo
heel erg te vinden, althans ze losten
geen schot 0111 de vesting te behouden,
dat wil zeggen dat zij den heer de
j Kanter alleen de verdediging van het
i advies overlieten. Zoo zal de Teeken-
j school haar ƒ500 krijgen, maar alleen
I dan wanneer ook het Rijk en de Pro
vincie bijdragen. Doen die dat niet, dan
houdt met één jaar het nieuwe sub-
i sidie op.
Toen aan de orde was de loting voor
de zes nieuwe leden, wierp de heer 't
Hooft den handschoen weer in't strijd
perk en daagde iedereen uit om zich
met hem te meten over de vraag, of
nu alleen de zes nieuwe leden, of al de
14 heden beëedigae leden moeten loten.
Zooals men weet staat de heer 't Hooft
het laatste voor. Men kon vooruit weten,
dat de heer Macaré dien handschoen
zou oprapen en dat het, zooals wij
jongens zeiden, niet om de „waars",
maar uit de „joks" ging, want het was
te voorzien, dat het zou afloopen met
de nederlaag van den heer 't Hooft.
Evenwel is gebleken, dat deze rechts
geleerde nog een proseliet voor zijne
meening heeft gemaakt. Ging bij de
kwestie van de ongeldig-verklaring der
verkiezing alleen de heer Prins met den
heer 't Hooft mede, thans verklaarde
ook de heer Stolp zich ervoor, dat
de 14 leden zouden loten, zich aldus
blootstellende als herkozen lid (als „oud-
nieuw" lid zou men kunnen zeggen,
in tegenstelling met de zes fonkelnieuwe
leden die „nieuw-nieuwe" leden kunnen
heeten) aan de zenuwspannende kansen
van eene aftredings-loterij.
Men vraagt zich af, wat er nu zal
gebeuren als onverhoopt H. M. de Konin
gin eens in meening met den Raad en met
Gedeputeerde Staten mocht verschillen,
en de gehouden verkiezing voor ongel
dig verklaren. Wat dan? Moeten dan
al de veertien leden weer heengaan?
(van hunne „geëtiketteerde plaatsen",
zou de heer Macaré zeggen).
Moeten dan al de besluiten die met
hunne medewerking genomen zijn, on
geldig worden verklaard? Ik duizel bij
de gedachte, dat de vaste commissiën
opnieuw zouden moeten worden be
noemd
Haarlem, 2 September 1891.
Naar wij vernemen heeft het enkelen
bevreemd, op hun aanslagbiljet der per-
soneele belasting een hoogeren aanslag
te vinden van de rubriek „deuren en
vensters". Ter hunner inlichting diene
dat dit het gevolg is van de omstan
digheid dat onze gemeente in een hoo-
gere klasse der rijksbelasting
nomen.
is opge-
De heeren W. C. Hennis c. s., die
nadat hun verzoek om vernietiging van
de laatste Gemeenteraads-verkiezing
door den Raad was afgewezen, zich met
hetzelfde verzoek tot Gedeputeerde
Staten hebben gewend, ontvingen den
29U Aug. 1.1. eene beschikking van
laatstgenoemd colleger, gedateerd 26
Augustus. Hierbij wordt aan adressanten
bericht, dat Gedeputeerde Staten, gezien
de proces-verbalen der stemming, het
Raadsbesluit tot toelating der verkoze-
nen, het verslag der beraadslagingen
van den Raad, en gelet op art. 35 en
op de overige op de gemeenteraads
verkiezing betrekking hebbende bepa
lingen der gemeentewetdat Gedepu
teerde Staten geene termen hebben
gevonden om ambtshalve omtrent de
aangehaalde beslissing van den Raad
uitspraak te doen."
Zoover het antwoord van Gedepu
teerde Staten.
Art. 35 der gemeentewet luidt aldus
„Gedeputeerde Staten kunnen ook
„ambtshalve omtrent de beslissing van
„den Raad uitspraak doen. Zij geven
„van het voornemen hiertoe aan den
„Raad bericht binnen acht dagen, na-
„dat hun de beslissing is medegedeeld.
„Zij brengen binnen veertien dagen na
„dat bericht, hunne uitspraak met re-
„denen omkleed, ter kennis van den
„Raad en van den niet toegelatene."
Het is nog niet zeker, of adressanten
zich thans in hoogste instantie nog tot
H. M. de Koningin zullen wenden,
Dinsdagavond laat is door de politie
een beschonken man in arrest gebracht,
die in den loop van dien dag als mi
licien-plaatsvervanger uit den militairen
dienst was verwijderd wegens verre
gaand wangedrag en dronkenschap.
Pieter Koole, de beruchte inbreker
die door de arr.-rechtbank alhier is
veroordeeld tot 4 jaren gevangenisstraf,
is van dit vonnis in hooger beroep ge
komen.
Wij vernamen nog, dat in de woning
van H. de B., den verdachte van den
diefstal uit de bus op de begraafplaats,
geld is gevonden, waaraan zand zat
gekleefd en dat men beschouwt te zijn
afkomstig van dien diefstal.
Als een bewijs, dat onder alle standen
in onze gemeente belangstellenden in
ons gemeentelijk muziekkorps worden
gevonden, moge dienen, dat door den
tamboer der dd. schutterij J. Bottuaan
genoemd korps ten geschenke is ge
geven de partituur en orchest-partijen
van eene marche militaire op het Mei
lied „Hasseltois", gecomponeerd door
Alexis Pierloz.
Naar wij met genoegen vernemen is
onze stadgenoot de heer K. F. van
Maas Jr. geslaagd voor zijn admissie-
examen (viool) tot het conservatorium
der Maatsch. tot Bev. der Toonkunst,
te Amsterdam.
De heer van Maas, die zich hier ter
stede reeds dikwijls in het openbaar
deed hooren, zal thans zijne studiën
onder leiding van den heer Jos. Cramer
aan genoemde instelling voortzetten.
Voor zoover wij den aanleg van den
heer Maas kunnen beoordeelen, meenen
wij te mogen gelooven, dat hij zich
onder genoemde leiding tot een flink
musicus zal ontwikkelen.
Men meldt ons
Door 137 ingezetenen vanZandvoort
is aan Gedeputeerde Staten het volgende
adres ingezonden
Ondergeteekenden, ingezetenen van
Zandvoort, uit de dagbladen kennis
genomen hebbende van het rekest, door
eenige ontevredenen tot uw college ge
richt om uwe goedkeuring te onthouden
aan het Raadsbesluit van den 8e» Augus
tus j.l.
Protesteeren hierbij met kracht tegen
bovengenoemd rekest.
Zij nemen de vrijheid UEd GrootAchtb.
te doen opmerken
io. Eenige inconsequenties.
Er wordt beweerd: „het is zeer aan
twijfel onderhevig of die (de nieuwe
gemeente-exploitatie) aan de gemeente
meer voordeel heeft aangebracht dan
de toestand, zooals die vroeger was
iets verder„het is eene niet te verde
digen handelwijze, zelf eene zaak op
hoop van winst te drijven en daarvoor
anderen, die haar vroeger hadden, de
verdiensten te ontnemen."
Nu is in eene zaak of wel winst öf
geen winst; is er voor de particulieren
wel winst, zoo zal voor de ge
meente zeer zeker winst zijn, daar er bij
den nieuwen toestand eene controle is,
die toch minder onkosten met zich mede
zal slepen, dan bij voorbeeld vier par
ticuliere exploitatiën, die vier controles
vereischten, terwijl in beide gevallen de
verdiensten door de zandvoortsche bad-
j gasten hetzelfde blijven. In het adres
wordt door de 45 onderteekenaren ge-
jklaagd over den slechten financieelen
toestand der gemeente en toch vinden
zij het eene niet te verdedigen handei-
wijze, dat de gemeente zelf eene zaak
met hoop op winst zou drijven. Waarom
mag de gemeente niet zelf exploiteeren
terwijl zij toch de strandpacht aan het
Rijk betaalt?
i 2°. Er wordt gesproken van een over-
3)
HOOFDSTUK I.
„HierWord wakker, mijnheerword wakker."
Hij kon hem niet wakker maken. Hij hield daarom op met
roepen.
De oppasser, Mavis genaamd, was een man van omstreeks
vijf en veertig jaar. Hij behoorde aan het college; zijn vader
was vóór hem oppasser geweest en zijne moeder was een bedden
naaister; hij had nooit naar iets beters verlangd dan de betrek
king, die hij bekleedde. Hij was nu vijf en twintig jaar lang
oppasser geweest dat is, hij had acht geslachten van studenten
doorleefd. Hij was een man, dien sommige menschen verfoei
den en anderen beschouwden als den besten bediende op de
wereld. Hij was altijd eerbiedig, altijd stil, altijd uitmuntend bij
zijn werk. Ja, sommige menschen verfoeiden hem zij spraken
van wormen en kruipende dieren, als zijn Daam werd genoemd.
Hij sloeg zijne oogen neder, en zijn gladgeschoren gezicht was
bleek.
Toen de oppasser zag, dat hij zijn meester niet wakker kon
krijgen, nam hij de whiskyflesch weg, ging heen en naar
zijn werk.
Om negen, tien en elf uur keek hij weer in de kamer. Ein
delijk vond hij mijnheer Atheling half gekleed op diens bed
zitten.
„Wat scheelt er toch aan, mijnheer?" vroeg de man. „Wat
in de wereld...."
„Ik heb eene gloeiende hoofdpijn."
„Wel, mijnheer, als gij mij niet kwalijk neemt, maar als gij
's nachts een geheele flesch whisky drinkt, wat kunt gij dan
anders verwachten, dan een hoofd, dat zoo zwaar is als lood. Ik
verwonder mij er over, dat gij leeft, mijnheer. Dat doe ik. Eene
geheele flesch."
Eene heele flesch? George verschrikte, want hij herinnerde
zich plotseling, wat er gebeurd was.
„Mavis," zeide hij, „er is mij iets zonderlings overkomen. Ik
ben in het midden van den nacht opgestaan met een woeden
den dorst en ik begon te drinken ik moest drinken, anders
zou ik gek zijn geworden. Wel," zijne oogen rolden en hij
praatte met een dikke tong, „daar voel ik het weer. Ik geloof,
dat ik gek zal worden. Mijne keel brandt zij staat in brand."
Hij viel weer in zijn bed en begroef zuchtende zijn hoofd in
het kussen.
De oppasser, Mavis, had andere jongelui gezien zij zijn nu
geheel niet zoo talrijk als zij vijftig jaar geleden in deze oude
universiteit waren. Hij had ze gezien op dagen, die op drink
gelagen volgden als wanneer brandende kelen, droge tongen en eene
verstoorde spijsvertering de sriaf van de zondaars wa>en. Hij
kende de verschijnselen en veronderstelde, dat ook deze niets
anders waren dan de uitwerkselen van een gewoon geval.
„Wat gij moet hebben, is een klein glaasje artsenij rund-
vleesch, een beetje...."
„Gauw, gauw. Breng de whisky."
De oppasser trok nog een flesch open en bracht haar binnen.
Tot zijne groote verwondering wachtte zijn meester, die altijd
een zeer matig mensch was, niet eens af, dat hem een glas ge
bracht werd, maar begon uit de flesch te drinken.
„Groote God!" riep hij uit. „Mijnheer Atheling mijnheer
denk er aan; gij zult uzelf dooden." Hij greep zijn meester
bij den arm en poogde hem de flesch te ontrukken. George hief
zijn zware vuist op. De oppasser deinsde bij het gezicht van
dit wapen verschrikt achteruit. Hij viel achterover in de bad
kuip en zat daar met verschrikte oogen, terwijl hij zich niet om
het koude water bekommerde; hij zag, dat zijn meester tusschen
de teugen naar lucht snakte en daar met gezwollen wangen en
starende oogen stond.
„Groote God!" riep hij weer. „Hij zal zichzelf dooden."
Hij stond op en beproefde zijne kleeren wat af te drogen met
den badhanddoek. George ging voort met drinken, hoewel een
beetje minder gulzig. De kracht van den eersten aanval was
voorbij. Toen begaf zij hem geheel, en hij wankelde naar zijn
huiskamer.
Het ontbijt stond klaar, maar hij weigerde er iets van te ge
bruiken en wierp zich in een stoel.
De oppasser ruimde de tafel op en verliet hem, terwijl hij de
buitendeur sloot.
Toen hij tusschen vijf en zes uur terugkwam, vond hij