NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Vrijdag 4 September 1891.
No. 2505.
ABOS N EMENTSPRIJS
ADVERTEN TXËN:
STADSNIEUWS.
PALEIS YAN JUSTITIE.
ArrondissemeRts-Bechtbank.
Letteren en Knnst»
BINNENLAND.
FEUILLETON;
EEK"
a
ftlYAVb,
AARLENTS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20
Franco door het geheel» Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummera. 0,05.
Dit blad verschoot dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122,
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer lOCent».
Groot» letters naar plaatsruimte,
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Directeuren-Uitgevers J. O. PEEBEBOOM en J. B. AVIS.
Abonnementen e» Adverfcentisa words* aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren ea eonrantïerf.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale dé PvMicité Mrangère &9 2, BA'O'BS Co,, JOHN F. JGN2S8, SuccParijs 315ii Faudovrf MontMartre.
jtóTS*WW2ZW»iï,i3
Haarlem, 3 September 1891. j
De sociëteit „Vereeniging" bood1
Woensdagavond, ter viering van den
eijaardag van H. M. Koningin Wilhel- j
jina, haren leden en hunnen kinderen i
een alleraardigst feest aan. De groote
Concertzaal was herschapen in een ker- i
is, terwijl in den tuin een draaimolen'
nwezïg was.
Onder leiding van den heer Martin
'as dit geheel tot stand gebracht en
eker mag hem daarvoor zoowel als aan
het bestuur van de sociëteit een woord
van warme hulde niet worden onthouden.
Zooals gezegd, leverde de zaal een
recht feestelijken aanblik op; tal van
geïmproviseerde kramen, spelletjes waar
de meest merkwaardige zaken zooals
een reus, een „sprekend levend men-
schenhoofd" enz. te zien waren, ver
schaften zoowel aan klein als groot menig
genotvol oogenblik.
Vele jonge dames en heeren deden
wat zij konden om de aanwezigen te
vermaken. Zoo „genoot" men de mu
ziek van een 'troepje, rondreizende duit
sche muzikanten voorstellende, terwijl
het welluidende orgel van den schitte
rend verlichten draaimolen zich aanhou
dend deed hooren. De draaimolen maakte
natuurlijk flinke zaken. Onder de kleinen
waren een jongen en een al) erliefst klein
meisje, met viool en tambourijnhet
meisje danste zeer bevallig op.de maat
tvan de viool.
In de zaal gingen een aantal bevallige
bloemenverkoopsters rond, terwijl aan
de kramen ook menige aanval werd
gedaan op de beurzen der bezoekers._
Een opgewekt bal, dat tot diep in
den nacht voortduurde, besloot het leest.
In het ingezonden stuk in ons vorig
nummer komt de uitdrukking voor
„Waar men dat vergunt, neemt men
met de eene hand, wat men met de
andere gaf."
Inplaats van vergunt leze men ver
zuimt
Andermaal is door de politie proces
verbaal opgemaakt tegen den horloge
maker v. W. in de Jacobijnestraat ter zake
het verduisteren van een bem ter repa
ratie toevertrouwd zilveren horloge.
Ook dit horloge heeft hij naar de Bank
van leening doen verhuizen.
Schrikkende voor een heimachine is
gisteren namiddag een paard, gespannen
voor een rijtuig, toebehoorende aan den
heer van der Vliet, te Overveen, aan
den Zijl weg op hol geraakt. Een heer
die in het rijtuig zat, is er uit gevallen,
maar heeft daarbij geen letsel bekomen.
1 Het rijtuig is geheel vernieldhet paard
j is spoedig opgevangen.
Heden stond o. a. terecht Arthur
Gilles, geboren te Capelle bij Antwer
pen en deserteur uit het belgische leger.
Deze man, die nog maar 21 jaar oud
is, had opname gevonden bij James
'Fordham, paardenfokker alhier, en om
daarvoor zijne dankbaarheid te toonen
ging hij op zekeren morgen aan de haal
met een doekspeld, horloge, hoed,
broek, vest en jas die aan Fordham
toebehoorden.
j De subs. off. van just. Mr. Joh. P.
i van Outeren, requireert zijne veroor
deeling tot 3 maanden gevangenisstraf,
terwijl Mr. A. E. A. S. van Stralen als
toegevoegd verdediger, de clementie
der Rechtbank voor den beklaagde in-
j roept.
I Daarna staat terecht Alexander Fer-
ree, een jongen van nog geen zestien
jjaar, die op zekeren dag een zevenjarig
knaapje ontmoet, Marcel Cornax ge
I heeten, die met een kwartje voor zijn
moeder een boodschap ging doen. Cornax
vertelde dat aan Ferree en deze bood
hem aan, het kwartje in een papiertje
i te wikkelen. De kleine Marcel vond
dat goed en gaf hem het kwartje, maar
Ferree behield tersluiks het kwartje en
1 gaf aan Marcel een in papier gewikkeld
j steentje ervoor in de plaats.
I „Waarom deed je dat?" vraagt de
president. „Ik kreeg thuis geen eten,"
zegt de jongen, maar het onderzoek
heeft bewezen dat dit niet waar is. Hij
verdiende als loopjongen bij een krui-
denier f 1,50 per week. Voor een deel
j van het kwartje heeft hij eieren en zuur
I gekocht.
I Natuurlijk kon de kleine Marcel, een
.klein kereltje, dat met een zacht stem-
metje het gebeurde aan de rechtbank
j mededeelt, niet onder eede worden ge-
Ihoord, maar daar de beklaagde bekent
i het feit te hebben gepleegd, is zijne
j veroordeeling mogelijk,
i De ambtenaar van het Openbaar Mi
nisterie, van meening zijnde dat op den
beklaagde een gestrenge straf moet wor
den toegepast, omdat dergelijke feiten
1 ikwijls plaats hebben, requireert zijne
veroordeeling tot een gevangenisstraf
voor den tijd van 2 maanden.
Over acht dagen uitspraak.
Men meldt ons uit Haarlemmermeer
In de jongste raadsvergadering stelden
B. en W. voor, het nieuw gekozen raads
lid, de heer C. Bos, niet toe te laten op
grond dat hij in 1866 door de arrond.
rechtbank te Haarlem was gehomolo
geerd, maar nooit gerehabiliteerd en
alzoo niet was in het volle bezit van
zijne burgerlijke en burgerschapsrechten
het raadslid Verkuijl stelde een drietal
rechtskundige adviezen tegenover dat
van B. en W., welke inhielden dat tegen
de toelating van den heer Bos op grond
van art. 143 en 8c van de grondwet
geene bezwaren bestonden.
Na uitvoerige discussie wordt het
voorstel van B. en W. verworpen met
12 tegen 3 stemmen, dat van den heer
Verkuijl met 12 tegen 3 stemmen aan
genomen, en alzoo tot toelating van den
heer Bos besloten.
De voorzitter deelde hierop den raad
mede, dat hij tot zijn leedwezen genood
zaakt was, dit besluit aan de beslissing
van Gedep. Staten te onderwerpen.
Bij de Ned. Herv. Gemeente te
Leimuiden is beroepen ds. A. van Veen
te Benschop.
Door een aantal veehouders onder
de gemeente Sloten is reeds een ge
deelte van het vee gestald, daar geen
genoegzame hoeveelheid gras op de
weilanden aanwezig is.
Woensdag werd de nieuw aangelegde
en flink ingerichte begraafplaats aan
de Sloterweg bij he\ huis „de Haag"
in gebruik gesteldhét gebouw daarop
gesteld kan 300 personen bevatten.
Aan den Overtoom heeft men de
laagheid gehad een paard van den
stalhouder C. de Vrome, dat in de
weide liep, de tong uit den bek te
snijden.
Woensdagochtend vertrokken de in
ons land vertoevende fransche ingeni
eurs met hunne hollandsche begeleiders
naar Amsterdam en IJmuiden, ter be
zichtiging der verschillende inrichtingen
en waterwerken aldaar.
i Uit Amsterdam wordt van 2 Sep-
J tember gemeldIn de heden voortge-
zette raadsvergadering werd mededeeling
1 gedaan dat door mej. De Vries te
I Genève aan de gemeente zijn aange-
I boden werken en geschriften van mr.
jW. Bilderdijk of op hem betrekking
j hebbende, uit de boekerij van den heer
Jeronimo de Vries.
Het geschenk werd met erkentelijk
heid aanvaard ter plaatsing in de uni-
versiteits- bibliotheek
Van Neclerlandsche schrijvers zul
len dezen winter door het Nederlandsch
Tooneel ten tooneele worden gebracht
„Een Deugniet" van H. J. Schimmel
een tooneelspel, getiteld„Geluk is
broos" en een drama in verzen„Fran-
cesca's Huwelijk" van Alb. J. J. Seidel.
Ibsen zal nog dit jaar een nieuw
drama uitgeven.
Men meldt uit 's-Hage van
2 September Hedenochtend per staats
spoor van 9 uur 21 min., keerde de
vorstelijke familie von Wied naar Neu-
wied terug.
Z. K. H. de Groothertog van
Saksen-Weimar en H. H. de Hertogin
Elisabeth van Mecklemburg zijn heden
met een salonwagen van de Hollandsche
spoor over Amsterdam naar Het Loo
vertrokken. Hun werd uitgeleide gedaan
door de Vorstin van Wied, minister
Van Tienhoven, de Commissaris der
Koningin, den militairen goe\erneur
der residentie en andere hoogwaardig
heidsbekleders, van wie de vorstelijke
personen een hartelijk afscheid namen
bij den terugkeer naar hun land. De
prinsessen omhelsden elkaar herhaalde
lijk. Aan de hertogin werden bloemrui
kers aangeboden. In de wachtkamer
onderhielden de vertrekkende vorstelijke
personen zich eenige oogenblikken met
den heer Van Tienhoven.
Door den minister van Wa
terstaat, Handel en nij verheid is bepaald
dat de nagenoemde ambtenaren bij de
administratie der posterijen hunne func-
tien zullen uitoefenen als volgtde
commiezen 4e klasse S. Gamderse ten
postkantore te Goes, ingaande 16 Aug:
C. G. C. F. Greiner ten postkantore te
Rotterdam, ingaande 16 Aug.; C. Wil
link op het spoorwegpostkantoor no 2,
ingaande 1 Oct.A. P. de Vey Mest-
dagh ten postkantore te Leiden, in
gaande 1 Oct.; W. van Rijn ten post
kantore te Amsterdam, ingaande 1 Nov.;
G. J. Somer ten postkantore te Utrecht,
ingaande 1 Nov.; de surnumerairs M. J.
D. Merens ten post- en telegraafkantore
te Oosterbeek, ingaande 1 Sept.J. P.
J. de Kleyn ten postkantore te Breda,
ingaande 1 Sept.R. F. C. baron Ben-
tinck van SchooDheten ten post- en
telegraafkantore te Harderwijk, ingaande
1 Oct.
Met ingang van 1 Septem"
ber is de goederenvervoer onderneming
van Van Gend <Sc Loos onder de admi
nistratie gekomen van de Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen,
ingevolge eene met haar gesloten over
eenkomst, welke ook dit gevolg zal
hebben, dat de goederen factorijen der
Staatsspoorweg-maatschappij in verband
zijn gebracht met den dienst van Van
Gend en Loos.
De Rei sw ij z er voor W i el-
rijders. Geen tak van sport, die zich
in korten tijd zóó sterk heeft ontwik
keld als de vélocipède-port. De „velo"
is het middenpunt geworden van een
wereld op zich zelf, welke van jaar tot
jaar hare grenzen uitzet; een wereldje
met haar eigen wetten, haar eigen taal,
haar eigen geschiedenis, haar eigen
geografie. Er worden boeken over de
kunst van wielrijders geschreven en er
verschijnen weekbladen, aan het onder
werp gewijd. Een sterk teekenend feit
van het opgewekt leven in wielrijders
kringen, zien wij in de verschijning van
een „Reiswijzer van den algemeenen
Nederlandschen Wielrijdersbond." Wij
hebben hier trouwens te doen met een
tweeden verbeterden en veel uitgebrei-
den druk. Wie terstond een denkbeeld
krijgen wil van den zeer omvangrijken
arbeid, aan de samenstelling van dezen
reiswijzer ten koste gelegd, heeft slechts
de zooogenaamde Spinneweb-
kaarten te ontvouwen. Van deze
kaarten geeft de reiswijzer er drie 1.
het noordelijk gedeelte an Nederland
2. het zuidelijk gedeelte en 3. de grens
landen Hanover, Oldenburg, Westfalen,
Rijnprovincie en de Ardennen (België).
Aan deze kaarten is ongelooflijk veel
zorg besteed. Zij geven schier alle be-
reidbare wegen aan met de afstanden.
Als een „spinweb" zoo ingewikkeld is
het uiterlijk van dat wegennet, maar
nochtans laat het geheel aan duidelijk
heid niets te wenschen over.
In den reiswijzer zelf, die naar het
voorbeeld van Baedeker zoo handig is
ingericht, dat men de verschillende
deelen uit den baDd kan losmaken,
zoodat de wielrijder slechts dat stuk bij
zich behoeft te steken, dat hij op zijne
voorgenomen reis noodig heeft, in den
reiswijzer zelf vindt men 1. een regis
ter der plaatsnamen met de nommers
der routes; 2. een register der routes,
aanwijzende welke richtingen men heeft
in te slaan van deze naar gene plaats
3. routes met aanwijzing van den aard
der wegen (grint of straatwegen enz.)
de breedte der wegen (geschikt voor
2- of 3-wieiers)den telkens naastbij-
wonenden rijwielhersteller. Ten slotte
vindt men nog een afzonderlijk staatje
der bondshotels met hunne tarieven.
Het bestuur heeft namelijk voor de
bondsleden in verschillende hotels in
den lande reductie weten te verkrijgen.
Art. 5. van de contracten o. a. luidt
„Voor licht of bediening zal niets
in rekening mogen worden gebracht."
HOOFDSTUK I.
„Goede Godzeide hij. „Dat is een buitenkansjeEn dat
is nog maar een begin. Hij zal het stellig nog wel eens doen.
Dat is altijd zoo met hen. Jammer! 'tis jammer! Hij is reeds
aan het eind van het tweede studiejaar. O, wat zou ik al veel
geld van hem gekregen hebben, als hij maar begonnen was, toen
hij nog groen liep."
HOOFDSTUK II.
Hoe de zaak ontvangen werd,
George ontbeet haastig. Toen, bedenkende dat zijne kamera
den allen in de collegezalen waren, en dat niemand hem zou
ontmoeten, nam hij zijn hoed en ging uit. Hij wilde den gehee-
len dag alleen zijn om aan het gebeurde van den vorigen dag te
denken om zich de zaak duidelijk te kunnen voorstellen. Om
alleen te zijn, moest hij buiten de stad gaan wandelen.
Hij sloeg den weg in, die zich voor hem uitstrekte en die
naar Madingley voerde. Hij betrad vastbesloten den vlakken,
breeden weg, die door het land liep.
Voor den eersten keer in zijn leven was hij vernederd. Een
akeliger gevoel dan schaamte had hem aangegrepen; een diepe
vernedering, een gevoel van verval. Hij was van de hoogte van
zijn eigenwaarde afgeworpen. „Ik ben een zwijn ik ben een
zwijn," zeide hij duizendmaal bij zichzelven. „Ik verzette mij
niet ik dronk, omdat ik dorstig was. Waar was mijne kracht
waar was mijn wil? Waar was mijn gevoel van eigenwaarde?
Alles, alles verdween in een oogenblik. Waarom moest dit mij
overkomen Waardoor werd het veroorzaakt Deze en andere
vragen kwamen bij hern op, die alle uit dien toestand voort
sproten, evenals men op een. examen vragen doet omtrent de
oorzaken, die den peloponesischen oorlog konden doen uitbreken.
Maar als hij geprobeerd had zijn examen te doen, door op zijne
eigen vragen te antwoorden, dan zou hij stellig en zeker gezakt
zijn, omdat hij er geen enkele kon beantwoorden.
Hoe gebeurde het? Wel het was eene ongelooflijke zaak.
Wie had het kunnen verwachten Dat een jongmensch, die
altijd zoo matig geweest was, zoo plotseling een dronkaard kon
worden dat hij meer dan twee dagen, zonder ophouden,
kon drinken I wie zou dat kunnen gelooven
Zooals wijlen de hertog van Sussex, werd hij genoopt om als
hij het gebod „gij zult niet drinken" hoorde, te mompelen, in
plaats van zooals gewoonlijk de woorden„Dat deed ik nooit",
„dat deed ik" uit te spreken. Het verbod bevatte iets, dat
onmogelijk voor hem was. Hel was niet voor hem, maar voor
andere menschen bedoeld. En hij had het gedaan; hij waszoo'n
ellendig, laf schepsel, een dronkaard.
Hij liep snel; hij werd warm en dorstig. Een vreeselijke angst
overviel hem, dat dit een teeken zou zijn, dat de vroegere on-
leschbare dorst zou terugkeeren. Hij hield in een dorpje bij een
winkel stil, waar gemberbier verkocht werd en bestelde met een
treurig voorgevoel een fleschje van dit aangenaam mengsel
Niets volgde. Zijn dorst was slechts het resultaat van vermoeid
heid door lichaamsbeweging, benevens de natuurlijke gevolgen van
zijn drinkgelag. Hij dronk zijn gemberbier en gevoelde zich
verkwikt. Nu keerde hij weer naar de stad terug. Toen hij het
college bereikte, was hij zooveel beter, dat hij den moed had
zich naar binnen te begeven, waar hij zijn afwezigheid van den
vorigen dag aan een lichte ongesteldheid toeschreef een van
die soort, die niet in de jaarboeken worden aangeteekend. Hij
zeide, dat hij keelpijn gehad had, wat volkomen waar was. Zij
zeiden hem, dat hij er slecht uitzag. Hij vreesde nog, dat hij
het een of andere oogenblik door dien drankduivel aangegrepen
zou worden. Gelukkig gebeurde het niet.
Hij trok zich, na de lessen, in zijne kamers terug, daar hij
zich niet langer bij zijne vrienden durfde ophouden. Hij ging
vroeg naar bed, niet zoozeer «mdat hij vermoeid was, maar
omdat hij onrustig was. Hij legde zich te bed met een vreese-
lijken angst, wat er nu weer zou gebeuren. Hij ontwaakte om 3
uur. Er gebeurde niets. Hij verlangde niet naar drank. De ge
dachte aan het drinken van whisky vervulde hem met afkeer.
Hij lei zijn hoofd weer op het kussen en viel weer in slaap.
Den volgenden morgen ontwaakte hij geheel hersteld. Hij stond
vroeg op en ging vóór het ontbijt een eind wandelen. Hij was
zichzelf weer. Ja, hoewel de gedachte aan het gebeurde hem me