Op den top van den lout-Blanc.
GEMENGD NIEUWS.
woedde boven deze stad een zoo hevig geen 4 percent van de onderofficieren breuk gepaard ging, en de geheele leger»
onweder, dat men zich de weerga daar
van nauwelijks herinnert. Nadat het
onweer een kwartier zonder ophouden
gewoed had, ontlastte zich een stortre
gen. De bui ging van het ZW. naar
het NO. en was ook van hagel ver
gezeld.
Te Deventer brak Donderdagavond
ongeveer hall negen een hevig onweder
los, vergezeld van een geweldigen stort
regen en hagelslag, die ruim een half
uur aanhield. Br vielen stukken ys ter
grootte van een stuiter. Het onwe?r
duurde tot ongeveer 12 uren in den
nacht. Onophoudelijk doorkliefden blik
semstralen de lucht. De meeste straten
liepen onder en waren voor een groot
deel onbegaanbaar.
De politie te Arnhem arr
teerde moeder en dochter G., die zich
schuldig hadden gemaakt aan diefstal van
schoenen, gepleegd ten nadeele van den
schoenenhandelaar B., bij wien de jonge
G. als werkvrouw diende.
Langs een uitdragerswinkel komende,
zag B. eenige paren schoenen uitgestald
welke hy meende uit zijnen winkel af
komstig te zyn. Aan de politie, door B.
gewaarschuwd, bleek het daarop dat de
schoenen bij den uitdrager verkocht waren
door genoemde vrouwen en slechts een
klein deel nitmaakten van eene partij
van 73 paren, aan B. door de vrouwen
G. ontvreemd, waarvan het meerendeel
in de bank van leening was verpand.
Tot verbetering van hetbe-
richt omtrent den brand in de fabriek
van verduurzaamde vruchten, groenten,
enz. //De Betuwe", te Tiel, wordt mede
minderen op het appèl ontbraken plant in één modderpoel met groote vij-
hiervan waren er nog vele die later vers veranderde.
De brand ontstond des ochtends te ruim
8 uren. Niet één, maar twee gebouwen,
geen van beide belendende aan de steenen
hoofdgebouwen, werden in asch gelegd.
Op het oogenblik van den brand waren
er buiten het kantoorpersoneel ruim veer
tig mannelijke en vrouwelijke werklieden
aan den arbeid, waarvan niemand ge
kwetst werd, daar alles in de volmaaktste
orde werd ontruimd.
Men meldt aan de Leeuw. Ct.:
De Bibbeis was voor eenigen tijd de
snelste draver in ons land. Hij behoorde
in eigendom aan den heer Bierma te
Oudebiltzijl, die hem voor 2800 aan
den heer Schouten Hogendijk te Goude
rak verkocht, die er ook mede hard
draafde. Op de jongste harddraverij te
Leeuwarden om de gouden zweep liep
ook Bibbeis mede, doch kon niet hard
genoeg. De heer Schouten verkocht op
dien dag den beroemden draver aan den
pikeur A. Siderius te Leeuwardeu voor
nog geen 200. Deze pikeur bereed
steeds de Bibbeis in de renbaan en won
duizenden guldens met dit paard aan
prijzen.
Leger en Vloot.
Slotwoord over de oefeningen der le
divisie Infanterie in de leg er-
"i Zeist.
Bij het verzenden van onzen vorigen
brief na de divisiemanoeuvre op 2 Sep
tember dachten wij, dat de oefeningen
alhier waren afgeloopen, door eene dag
order werd uitgegeven dat er geen<
avondoefeuingen zouden worden gehouden,
terwijl het uur der reveille voor den dag
op 6 uur was vastgesteld. Dit laatste
bericht werd door ons echter met eenig
wantrouwen ontvangen, daar de divisie
commandant, in het belang van de ge
zondheid der onder zijne bevelen staande
troepen, van het zeer juiste beginsel
uitgaat de manschappen niet te lang in
de vochtige tenten op 's duivels oorkus
sen te laten rusten. Ons vermoeden dat
er iets broeide werd ten ruim 7 uren
in den avond van 2 September bewaar
heid door het signaal //alarm" dat lacgs
het geheele front klonk. Eene seconde
stond men met verbazing elkander aan
te zien, doch plotseling kwaman van alle
zyde de officieren aangesneld om de im-
pulsie te geven.
De kantines liepen leeg, en ieder snelde
naar de tenten om de wapenrusting te
omgorden en daarmede vlug zyne plaats
in de gelederen in te nemen. Niet ieder
kon by de invallende duisternis zijne
groote kleedingstukken vinden, doch
hierop wordt uit den aard der zaak by
alarm niet streng gelet, daar het er
slechts op aankomt vlug de mannetjes
behoorlijk gewapend in het gelid te
hebben.
De bataljons kregen last, zich op den
weg naar het station Soest in de marsch-
kolonne op te stellen, en voort ging
het in de duisternis, met de grenadiers
en jagers aan het hoofd, het 4e regi
ment infanterie in het midden en het 7e
regiment achteraandeze volgorde was
dan ook in verband met de legering der
troepen ten opzichte van de marsch-
richtiDg de meest natnurlyke. Het doel
bleek te zijn het maken van een nach
telijken marsch, die over den straatweg
naar Soest en verder door de heide ten
westen daarvan langs de hoeve van de
veeartsenijschool over den grintweg, uit
de richting van Prins Hendriksoord
en den straatweg de BildtAmersfoort
naar het kamp terugleidde, waar de
korpsen te 11 uren zeer vermoeid aan
kwamen. Het mag als een gunstig ver
schijnsel worden aangemerkt dat er nog
hunne compagnieën wisten in te halen.
Slechts enkele officieren en onderoffieie-
die van den onderstelden vrijen avond
hadden gebruik gemaakt om Daburige
plaatsen te bezoeken en dus geen signaal
hadden gehoord, bleven ontbreken een
aantal, die in het naburige Soesterberg
vertoefden, haalden later de troepen in.
Hedenochtend werd eerst te 7 uren
■eveilie geblazen, zoodat men gelegen
heid had van den vermoeienden nacht-
marsch uit te rusten. De kwartierma
kers vertrokken heden vroegtijdig naar
de bivaks van morgen om aldaar alles
voor de ontvangst der troepen gereed te
maken.
De overtollige bagage werd heden naar
de garnizoenen teruggezonden, terwijl er
inspectiën over kleeding en uitrusting
werden gehouden.
Tengevolge van het ongunstige weder
betreurt niemand het, dit onherbergzaam
oord te verlatentoch heerscht er bij
de troepen eeDe opgewekte stemming,
die zich in allerlei kwinkslagen uit.
Zoo hoorden wij gisteren en heden
enkele klagers bespotten met //jij bent
zeker zoo stug, omdat je denkt dat je
meisje ook nog zoo laat met zooveel
jongens in de Kalverstraat loopt," of
wel«houd toch ja mond Kees, over
acht dagen zijn we toch weer by moe
ders pappot" enz.
Slaan we een terugblik op de geheele
inrichting van het kamp en op de re-
van den dienst, dan mogeD we
Biet verzwijgen dat een en ander niet
behoorlijk voorbereid was. Zy die met
ons herhaaldelijk voor 19 en meer jaren
in de legerplaats bij Milligen kampeer
den, zullen dit gewis beamen. Giüg daar
vroeger alles met de meeste orde
regelmaat, hier werd in vele opzichten
van dat zoo goede voorschrift van 1859
weken en wist men menigmaal niet
waaraan men zich te houden had.
De voeding van den militair waB uit
muntend en doet de intendance der di
visie alle eer aan. Laat ons hopen dat
de verpleging bij de ödaagsche groote Da-
jaarsmanoeuvres even goed zal zyn.
Te 6 uren marcheert morgenochtend
de voorhoede af. Het marschbevel voor
den 4en September luidt als volgt
De vyand (2e divisie) is by Brommen
den IJsel overgestoken, zijne cavalerie
heeft de overgangen van het Dierensche
kanaal bezet.
De le divisie zal morgen met het
^ro8 in de lijn Eede-Bennekom oprukken.
De zelfstandige cavalerie (3e reg. huza
ren zonder peloton van het 2e escadron;
2 gemarkeerde escadrons en 1 battery
rydeode artilllerie) zal de tegenpartij op
zoeken, aantasten en zoo mogelijk door
artillerievuur tot ontwikkeling nopen.
Zij marcheert te 7 uren voormiddag uit
hare kontonnementen en bereikt te 9
uren den Apeldoornschen straatweg.
De voorhoede der divisie, onder ko
lonel Vogel bestaat uit 3 bataljons van
het 4e reg. inf., 1 peloton huzaren, eene
batterij veld-art. en 1 compagnie genie
troepen zij 8t8at te 6 uren voorm. ten
afmarsch gereed en marcheert over Wal
lenberg, den Utrechtsehen weg en verder
langs den straatweg naar Eede.
De hoofdkolonne volgt op 2 kilometer
afstand in deze volgorde1 bataljon van
het ée reg. infanterie, de 5 overige bat
terijen veld-artillerie, de 4 bataljons van
het 7e reg. infanterie, de bataljons gre
nadiers en jagers. De bagagetreia volgt
zoo dicht mogelijk aangesloten onder
geleide van de maréchaussées.
De divisiecommandant bevindt zich bij
de hoofdkolonne.
De 2e divisie (vijandelijke of oostpartij)
wordt op last van den nieuwen minister
van oorlog niet gecommandeerd door den
kolonel Kool, maar door den werkelyken
divisiecommandant, generaal-majoor Joost,
zullende de kolonel Kool als scheids
rechter optreden.
De generaal-majoor Hennus heeft de
volgende dagorder aan de kampeerende
troepen uitgegeven
91.
De generaal-majoor, commandant van
de le divisie, woonde gedurende eenigen
tijd in de cantine van de olficieren van
de gren. en jagers een vocaal en instru
mentaal concert bij, dat door de goede
krachten, die het officierskorps in zich
bevat, onder daverende toejuichingen
werd ten gehoore gebracht.
Na afloop van het concert baadde
een ieder huiswaarts door de plassen,
voorgelicht door het weerlicht dat niet
van de lucht was.
Letteren en Kunst.
Door wylen den luit.-generaal M. D.
graaf van Limburg Stirum, te 's-Hage,
zijn, by testament, aan den Staat der
Nederlanden ter plaatsing in het Rijks
museum te Amsterdam gelegateerd: drie
olieverf-portretten, alséén van Coehoom,
door Netscheréén van den testateur
één van zijne echtgenoote de beiden
laatsten door H. W. Mesdag.
te Berlijn van de iV.
Legerplaats bij Zeist4 Sept.
Bij het vertrek uit de legerplaats is
het mij aangenaam te kunnen getuigen,
dat officieren en manschappen gedurende
den tyd dat zij daarin onder myne be
velen werden geoefend, met ijver hunnen
pli.ht hebben gedaan, de hoofd- en ver
dere officieren door hunne verleende en
zeer gewaardeerde medewerking, de on
derofficieren en manschappen door krijgs
tucht, goeden geest en opgewekte dienst
vervulling.
Aan allen wordt daarvoor mijn dank
gebracht, in de vaste vertuiging dat die
krijgsmansdeugden niet alleen by de nu
volgende groote manoeuvres, maar ook
in de toekomst zullen worden bestendigd.
Leve de Koningin
Uit de legerplaats by Zeist meldt
men van 4 Sept.:
H. M. de Koningin-regentes zal met
H. M. de Koningin Dinsdag tegenwoor
dig zyn bij de groote revue, die over de
beide manoeuvreerende division zal wor
den gehouden op de heide ten oosten
van Eede.
Nader geven wij zoo nauwkeurig mo
gelijk onzen lezers de juiste plaats alsmede
het beste punt van opstelling aan.
Gisterenavond was er hier een ont
zettend onweer» dat met een soort wolk-
De part. corr.
R. C. meld:
Kort vóór mijne terugreis uit Zwitser
land, had ik nog het genoegen, kennis
te maken met een lid der Mont-Blanc-
expeditie, die onder leiding van den be
kenden iogenieur Xaver Irnfeld den top
van den hoogsten europeeachen berg had
te onderzoeken, met betrekking tot den
aanleg van een wetenschappelijk obser
vatorium aldaar. Gelijk bekend is, heeft
hij met dr. Egli, uit Zurich, en dr.
Guglielminotti, uit Brieg, onder veel
inspanning en groote gevaren negen
dagen op den top van den Mont-Blanc
doorgebracht. Terwijl hij zich bezig
hield met het terrein te bestudeeren,
waren de beide doctoren bezig met het
uitwerken hunner gedane waarnemingen,
betreffende den invloed van het verblijf
in de hoogte op het menschelijk lichaam
de veranderde levensfuactiën in de
dunnere lucht en lage temperatuur. Het
is u reeds bekend, dat de werklieden,
welke Irnfeld had medegenomen, ten
slotte weigerden, nog langer de onge
makken van het hooggebergte te weder-
staan, waarna zij onder sneeuwstormen
en lawinen naar Chamonix zijn neder
gedaald en eenige dagen later de drie
heeren hen zijn gevolgd, Irnfeld om
nieuwe arbeiders aan te werven ter voort-
zetting der werkzaamheden in den bodem
aan den top, de heeren Egli en Gug
lielminotti om in de stille studeerkamer
de resultaten hunner onderzoekingen
voor een latere openbaarmaking te be
werken. Over dit een on ander kan ik
dus nu heenstappen, om iets anders te
vermelden.
Toen namelyk dr. Egli naar beneden
was gekomen, heeft de zuricher afdee-
ling der Zwitsersche Alpenclub ter zijner
eere een feestmaal gegeven en de vrien
delijkheid gehad ook uwen berlijnschen
correspondent daarbij uit te noodigen.
Daardoor ben ik met hem in kennis
gekomen, met het gevolg, dat ik van
hem zelf nog het een en ander omtrent
de expeditie heb vernomen. Hij is vol
strekt geen luchthartige bergbeklimmer,
maar ten volle een ernstig man der
schap, die uit liefde voor haar de
gevaarlijke onderneming heeft aanvaard.
Hy is tusschen de 40 en 50 jaar oud
en gehuwd. Hy heeft zoo eenigszins een
buikje, en toen mij dit in het oog viel,
begreep ik afstand te moeten doen van
mijne tot dusver gevolgde meening, dat
iemand, die zekeren tijd op de hoogste
bergtoppen wilde gaan doorbrengen
vooral mager moest zijn om zich aldaar
te kunnen bewegen. Dr. Egli is zelfs
nog al aardig rond, kort van postuur,
draagt een vollen baard, en ziet er zeer
verstandig, bovendien allervriendelijkst
uit. Hij heeft een van die artsgezichten,
die by iederen patient spoedig vertrou
wen wekken, doordien zy nevens goed
heid en intelligentie eene onverstoorbare
kalmte teekenen.
Klassiek in eenvoudigheid was het
begin van ons gesprek. Ik vroeg onder
anderen //Welnu, doctor, wat was eigen-
lyk het aangenaamste bij het verblijf op
den top //Ja," antwoordde hy glim
lachend, //ronduit gezegd het verrichten
van zekere lichamelijke functie. In onzen
gletscher-tunnel, waarin wij huisden,
verbood zich dat van zelf, en daar buiten
was maar geen beschut plekje te vinden
om eens rustig te zitten en meteen wat
te peinzen; men verkeerde altoos in het
gevaar van te bevriezen, of in den af
grond te worden neergewaaid." Verder
sprak hy ook nog over het leven der
tochtgenooten in de sneeuwstormen
waarvan het voornaamste inmiddels reeds
voldoende is medegedeeld. Wat de klee
ding der tochtgenooten betreft, deze be
stond uit Eskimo-costuum, waarbij alleen
oogen, neus en mond uit de pels te
voorschijn komen. Egli's belangrijkste
waarnemingen betroffen de bergziekte,
wier oorzaak aan de dunne lucht en
groote koude wordt toegeschreven en die
ook den stevigsten bergbeklimmer op
zekere hoogte aantast en ongesteld maakt,
De werking van het hart o dergaat dan
eene groote verandering en het bloed
krimpt in. Egli gelooft, in verband met
zijne vroegere opmerkingen te kunnen
zeggen, dat die ziekte zich bij iemand
voordoet wanneer hij op eene hoogte van
ongeveer 4000 meters is gekomen.
Zwakke en bizonder gedisponeerde per
sonen hebben natuurlijk reeds spoediger
er onder te lijden.
Egli heeft waargenomen, dat bij die
ziekte het aantal roode bloed bolletjes
langzamerhand tot 1 3 verminderde en dat
zich alle storingen van zware bleekzucht
vertoonden. Na verloop van eenige dagen
begon wel het lichaam zich te acclima-
tiseeren, maar toch kreeg men gedurig
weder met dezelfde verschijnselen te doen,
en al ware die nog wel te verdragen,
zij waren toch een bewijs dat men de
ziekte niet geheel en al was te boven
gekomen. Ten opzichte van slaap en eet
lust werd echter alles weder goed. Zoodra
men Daar beneden giDg, begonnen die
ongemakken, hoe lager men kwam, zoo
veel te meer te verdwijnen.
Een der aanwezigen bij dit gesprek
meende daartegen te kunnen inbrengen,
dat bij eene dergelijke inspanning onder
koude en gevaren de meusch ook in het
dal aan zulk eene ziekte is blootgesteld.
Dr. Egli wilde echter deze tegenwerping
niet laten gelden hij hield vast aan de
meenit g van het bestaan eener bizon
dere bergziekte.
Boven Par ij s heeft Donder-
dag een ontzettende storm gewoed.Tegen
vier uur in den namiddag werd het zóo
donker, dat overal het gas ontstoken
moest worden. Felle bliksemflitsen door
kliefden hot luchtruim en ten slotte brak
een ware zondvloed los. De lager ge-
straten werden in rivieren her
schapen en de place de la Concorde ge
leek een vijver.
Het noodweer hield een uur lang aan,
en op verscheidene plaatsen sloeg de
bliksem in.
Woensdag 11. is de onder-
zcescke kabel, die Frankrijk met
Brazilië verbindt, geopend. President
Carnot ontving door middel der nieuwe
gemeenschap de gelukwenschen van den
gemeenteraad van Viseu, het eindpunt
van den kabel in Brazilië, en van den
consul der Vereenigde Staten te Belem.
Uit Weenen wordt gemeld:
Het is nu bijna twee maanden geleden
dat hier een geheimzinnige moord werd
gepleegd, welke wegens de omstandighe
den, waaronder de misdaad plaats had,
groote sensatie wekte. Een bedaagd echt
paar, Emeder genaamd, werd 's nachts
in den slaap vermoord den man werden
niet minder dan 16 en der vrouw 22
wonden toegebracht. In diezelfde kamer
sliepen drie arbeiders, omdat het plan
gevormd was dat men gezamenlyk 's mor-
vroeg voor een daagje naar buiten
zou gaan. In het holste van den nacht
werden die arbeiders door jammerkreten
gewekt en zagen zij bij de flauwe flik
kering van op hen geloste pistoolschoten
een man met een gryzen flambard. Te
gelijk voelden twee van de arbeiders dat
ze gewond waren, terwijl de derde uit
schrik onder het bed kroop. Geen hunner
durfde zich bewegen, allen misten den
moed om licht aan te steken, zoodat zij
Diets zagen van wat om hen heen voor
viel, terwijl de jammerkreten, welke uit
de richting kwamen waar de Emeder's
sliepen, lang aanhielden doch eindelijk
ook verstomden. Kort daarop hoorden
zij het gedruisch van schreden, die zich
verwijderden, gevolgd door het toeslaan
van eene deur. Toen de aanhoudende
stilte hun bewees, dat de moordenaars
weg waren, waagden de drie jonge ar
beiders eerst eeüe kaars aan te steken,
en met huivering zagen zij de op beest
achtige wijze mishandelde lijken van
Emeder en zijne vrouw. Aanstonds wek
ten zy de overige bewoners van het huis,
en werd de politie gewaarschuwd.
Na een streng onderzoek, hetwelk
echter niet tot de ontdekking van de
moordenaars leidde, werden de drie jonge
arbeiders en een neef van Emeder, niet
tegenstaande deze zijn alibi in dien nood-
lottigen nacht overtuigend bewijzen kon,
hechtenis genomen. De politie koes
terde het vermoeden, dat deze neef als
eenige erfgenaam der vermoorden met
de werklui een komplot had gesmeed
om zijn oom en tante om hals te bren
gen en gezamenlijk den buit te deelen,
De wonden van de twee werklieden
hadden zij zichzelven toegebracht, ten
einde de politie op een dwaalspoor te
brengen. Toch vond in de publieke opinie
dit vermoeden weinig geloof, wel daaren
tegen dat de politie uit ergernis, dat in
de laatste jaren nu reeds zooveel mis
daden onopgehelderd gebleven zyn,
deze vier personen ooute que eoüte de
schuldigen wilde zien.
De bewijzen daarvoor heeft zij even
wel niet kunnen vinden, want na
weken hechtenis en verscheidene ver
hooren en confrontatiën heeft de rechter
van instructie een bevel tot invryheids-
stelling moeten uitvaardigen. Deze afloop
maakt de vier onschuldig verdachten
thans tot de heiden van den dag. Naar
zy verhalen, zyn zy in de gevangenis
uiterst streng behandeld, terwijl vooral
de voortdurende eenzaamheid der cel
onduldbaar was, en zij verklaarde den
rechter dan ook, dat die pijnigende een
zaamheid hen tot de bekentenis zou
kunnen brengen van eene misdaad, die
zij Biet bedreven hebben. De openbare
meening dringt nu aan op eene schade
vergoeding voor deze vier onsehuldigen,
die in hun cel allen ruim 5 kilo aan
gewicht verloren hebben en zooveel heb
ben moeten lijden. Trouwens het publiek
is hierin met een goed voorbeeld voor
gegaan door weldadigheidsfeesten voor
hen te organiseeren.
Terwijl de politie du? nog steeds naar
de moordenaars van het echtpaar Emeder
zoekt, is zij met de inhechtenisneming
van zekeren Sehneider en zijne vrouw
gelukkiger geweest. Deze personeD maak
ten er een handwerk van, onder voor
spiegeling van een voordeeligen dienst,
dienstmeisjes naar een afgelegen bosch
te lokken, ze aldaar te vermoorden en
van haar beetje geld te berooven,
Om die vrouwelijke dienstboden in
de val te lokkenwachtte Sehnei
der of zijne vrouw aan de verschil
lende bureaux voor dienstaanbiedingen
meisjes op, die hij aansprak en een voor
deeligen dienst aanbood bij eene zieke-
lyke adellijke dame, die op een kasteel
bij NeuieDgbach woonde. Behalve hoog
loon en uitstekende behandeling werd
ook nog de kans op een legaat voorge
spiegeld, en liepen de slachtoffers er in,
dan zou Sehneider hen naar bedoeld
kasteel brengen. In het bosch vermoordde
en beroofde hij ze dan. Een dienstmeisje,
die lont rook, deed aangifte van Schnei
ders vreemde haDdelwyze bij de politie,
die, zonder veel gewicht aan de zaak te
hechteD, niettemin een onderzoek instelde
hetwelk de vreeselyke waarheid aan het
licht bracht.
Schneider en zijne vrouw werden in
hechtenis genomendeze laatste, voor
ziende wat haar te wachten staat, deed
eene ernstige poging tot zelfmoord, door
zich uit een raam der derde verdieping
te laten valleD, ten gevolge waarvan zij
nog zwaar ziek ligt. Hoewel slechts van
twee dienstmeisjes de lijken in het bosch
van Neulengbach gevonden zijn, ver
moedt de politie en de geprikkelde volks-
pbantasie dat Sehneider veel meer slacht
offers gemaakt heeft. Het bosch is door
de ge darmerie, houtvesters en jagers,
bij wie de bewoners der omliggende
dorpen zich hebben aangesloten, nauw
keurig onderzocht, en na veel zoeken
heeft men een derde lijk in een put ge
vonden, waarvan de identiteit, wegens
den vergevorderden staat van ontbinding,
evenwel niet meer geconstateerd kon
worden. Schueider blijft op alle hom ge
stelde vragen hardnekkig zwijgen, zoodat
men hem nog niets heeft kunnen ont<
lokken, terwijl de toestand zijner vrouw
nog van dien aard is, dat zy niet aan
een regelmatig verhoor kan worden on
derworpen. Voor 6 jaren heeft een
ingenieur Schenk met zijn medeplichtige
voor soortgelyke misdaden met de dood
straf moeten boeten, en in de fransche
lijfstraffelijke geschiedenis heeft Dumol-
lard door dezelfde misdaden zioh berucht
gemaakt en is hij deswege geguillotineerd,
Ook Sehneider wacht Datuurlijk geen
ander lot dan de dood aan de galg.
Het gerucht, dat Balinaceda
het gebergte door een ezeldrijver
vermoord zou zijn, is niet bevestigd.
Het schijnt daarentegen vast te staan,
dat de ex-dictator de wijk naar Argentinië
heeft genomen.
Een van 's mans medeplichtigen, die
een millioen uit de schatkist had gesto
len, is gevangen genomen. Hy zal te
Valparaiso terechtstaan wegens diefstal
en hoogverraad.
VARIA.
Een man vond eens, des middags thuis
komende, zijn huis gesloten en op
zyn bellen kwam niemand. Na ontzag
lijke moeite slaagde hij erin, door een
achtervenster binnen te komen en vond
op de tafel in de huiskamer een briefje
van zyn vrouw dat aldus luidde//Ik
ben uitgegaan. Je zult den sleutel van
de huisdeur naast de trap vinden."
//Maar myn beste heer," zei een
vader tot een pretendent voor zijne
dochter, //hoe zult ge ooit een huishouden
kunnen opzetten Gy hebt een klein in
komen en myn dochter heeft geen
fortuin."
//O meneer, dat is niets, ik had ge
dacht dat als u een paar jaar zuinig
wou leven, u ons wel zooveel kon geven
dat wij ons konden inrichten.
Rechter. En wat zei de beklaagde,
toen u zeide dat u hem zou laten arres
teeren
Getuige. Hij antwoordde my werk
tuigelijk.
Hoe zoo
Hy sloeg mij met een hamer op het
hoofd.
Eén compliment^ //Myn waarde vriend,"
zei iemand tot een jeugdigen poëet, //je
bent voor schrijver geboren 1"
//Heeft u myn laatsten bundel ge
lezen?" vroeg de dichter verrukt.
h Bundel wat buudel I ik badoal, dat