Op den top van den lout-Blanc. GEMENGD NIEUWS. woedde boven deze stad een zoo hevig geen 4 percent van de onderofficieren breuk gepaard ging, en de geheele leger» onweder, dat men zich de weerga daar van nauwelijks herinnert. Nadat het onweer een kwartier zonder ophouden gewoed had, ontlastte zich een stortre gen. De bui ging van het ZW. naar het NO. en was ook van hagel ver gezeld. Te Deventer brak Donderdagavond ongeveer hall negen een hevig onweder los, vergezeld van een geweldigen stort regen en hagelslag, die ruim een half uur aanhield. Br vielen stukken ys ter grootte van een stuiter. Het onwe?r duurde tot ongeveer 12 uren in den nacht. Onophoudelijk doorkliefden blik semstralen de lucht. De meeste straten liepen onder en waren voor een groot deel onbegaanbaar. De politie te Arnhem arr teerde moeder en dochter G., die zich schuldig hadden gemaakt aan diefstal van schoenen, gepleegd ten nadeele van den schoenenhandelaar B., bij wien de jonge G. als werkvrouw diende. Langs een uitdragerswinkel komende, zag B. eenige paren schoenen uitgestald welke hy meende uit zijnen winkel af komstig te zyn. Aan de politie, door B. gewaarschuwd, bleek het daarop dat de schoenen bij den uitdrager verkocht waren door genoemde vrouwen en slechts een klein deel nitmaakten van eene partij van 73 paren, aan B. door de vrouwen G. ontvreemd, waarvan het meerendeel in de bank van leening was verpand. Tot verbetering van hetbe- richt omtrent den brand in de fabriek van verduurzaamde vruchten, groenten, enz. //De Betuwe", te Tiel, wordt mede minderen op het appèl ontbraken plant in één modderpoel met groote vij- hiervan waren er nog vele die later vers veranderde. De brand ontstond des ochtends te ruim 8 uren. Niet één, maar twee gebouwen, geen van beide belendende aan de steenen hoofdgebouwen, werden in asch gelegd. Op het oogenblik van den brand waren er buiten het kantoorpersoneel ruim veer tig mannelijke en vrouwelijke werklieden aan den arbeid, waarvan niemand ge kwetst werd, daar alles in de volmaaktste orde werd ontruimd. Men meldt aan de Leeuw. Ct.: De Bibbeis was voor eenigen tijd de snelste draver in ons land. Hij behoorde in eigendom aan den heer Bierma te Oudebiltzijl, die hem voor 2800 aan den heer Schouten Hogendijk te Goude rak verkocht, die er ook mede hard draafde. Op de jongste harddraverij te Leeuwarden om de gouden zweep liep ook Bibbeis mede, doch kon niet hard genoeg. De heer Schouten verkocht op dien dag den beroemden draver aan den pikeur A. Siderius te Leeuwardeu voor nog geen 200. Deze pikeur bereed steeds de Bibbeis in de renbaan en won duizenden guldens met dit paard aan prijzen. Leger en Vloot. Slotwoord over de oefeningen der le divisie Infanterie in de leg er- "i Zeist. Bij het verzenden van onzen vorigen brief na de divisiemanoeuvre op 2 Sep tember dachten wij, dat de oefeningen alhier waren afgeloopen, door eene dag order werd uitgegeven dat er geen< avondoefeuingen zouden worden gehouden, terwijl het uur der reveille voor den dag op 6 uur was vastgesteld. Dit laatste bericht werd door ons echter met eenig wantrouwen ontvangen, daar de divisie commandant, in het belang van de ge zondheid der onder zijne bevelen staande troepen, van het zeer juiste beginsel uitgaat de manschappen niet te lang in de vochtige tenten op 's duivels oorkus sen te laten rusten. Ons vermoeden dat er iets broeide werd ten ruim 7 uren in den avond van 2 September bewaar heid door het signaal //alarm" dat lacgs het geheele front klonk. Eene seconde stond men met verbazing elkander aan te zien, doch plotseling kwaman van alle zyde de officieren aangesneld om de im- pulsie te geven. De kantines liepen leeg, en ieder snelde naar de tenten om de wapenrusting te omgorden en daarmede vlug zyne plaats in de gelederen in te nemen. Niet ieder kon by de invallende duisternis zijne groote kleedingstukken vinden, doch hierop wordt uit den aard der zaak by alarm niet streng gelet, daar het er slechts op aankomt vlug de mannetjes behoorlijk gewapend in het gelid te hebben. De bataljons kregen last, zich op den weg naar het station Soest in de marsch- kolonne op te stellen, en voort ging het in de duisternis, met de grenadiers en jagers aan het hoofd, het 4e regi ment infanterie in het midden en het 7e regiment achteraandeze volgorde was dan ook in verband met de legering der troepen ten opzichte van de marsch- richtiDg de meest natnurlyke. Het doel bleek te zijn het maken van een nach telijken marsch, die over den straatweg naar Soest en verder door de heide ten westen daarvan langs de hoeve van de veeartsenijschool over den grintweg, uit de richting van Prins Hendriksoord en den straatweg de BildtAmersfoort naar het kamp terugleidde, waar de korpsen te 11 uren zeer vermoeid aan kwamen. Het mag als een gunstig ver schijnsel worden aangemerkt dat er nog hunne compagnieën wisten in te halen. Slechts enkele officieren en onderoffieie- die van den onderstelden vrijen avond hadden gebruik gemaakt om Daburige plaatsen te bezoeken en dus geen signaal hadden gehoord, bleven ontbreken een aantal, die in het naburige Soesterberg vertoefden, haalden later de troepen in. Hedenochtend werd eerst te 7 uren ■eveilie geblazen, zoodat men gelegen heid had van den vermoeienden nacht- marsch uit te rusten. De kwartierma kers vertrokken heden vroegtijdig naar de bivaks van morgen om aldaar alles voor de ontvangst der troepen gereed te maken. De overtollige bagage werd heden naar de garnizoenen teruggezonden, terwijl er inspectiën over kleeding en uitrusting werden gehouden. Tengevolge van het ongunstige weder betreurt niemand het, dit onherbergzaam oord te verlatentoch heerscht er bij de troepen eeDe opgewekte stemming, die zich in allerlei kwinkslagen uit. Zoo hoorden wij gisteren en heden enkele klagers bespotten met //jij bent zeker zoo stug, omdat je denkt dat je meisje ook nog zoo laat met zooveel jongens in de Kalverstraat loopt," of wel«houd toch ja mond Kees, over acht dagen zijn we toch weer by moe ders pappot" enz. Slaan we een terugblik op de geheele inrichting van het kamp en op de re- van den dienst, dan mogeD we Biet verzwijgen dat een en ander niet behoorlijk voorbereid was. Zy die met ons herhaaldelijk voor 19 en meer jaren in de legerplaats bij Milligen kampeer den, zullen dit gewis beamen. Giüg daar vroeger alles met de meeste orde regelmaat, hier werd in vele opzichten van dat zoo goede voorschrift van 1859 weken en wist men menigmaal niet waaraan men zich te houden had. De voeding van den militair waB uit muntend en doet de intendance der di visie alle eer aan. Laat ons hopen dat de verpleging bij de ödaagsche groote Da- jaarsmanoeuvres even goed zal zyn. Te 6 uren marcheert morgenochtend de voorhoede af. Het marschbevel voor den 4en September luidt als volgt De vyand (2e divisie) is by Brommen den IJsel overgestoken, zijne cavalerie heeft de overgangen van het Dierensche kanaal bezet. De le divisie zal morgen met het ^ro8 in de lijn Eede-Bennekom oprukken. De zelfstandige cavalerie (3e reg. huza ren zonder peloton van het 2e escadron; 2 gemarkeerde escadrons en 1 battery rydeode artilllerie) zal de tegenpartij op zoeken, aantasten en zoo mogelijk door artillerievuur tot ontwikkeling nopen. Zij marcheert te 7 uren voormiddag uit hare kontonnementen en bereikt te 9 uren den Apeldoornschen straatweg. De voorhoede der divisie, onder ko lonel Vogel bestaat uit 3 bataljons van het 4e reg. inf., 1 peloton huzaren, eene batterij veld-art. en 1 compagnie genie troepen zij 8t8at te 6 uren voorm. ten afmarsch gereed en marcheert over Wal lenberg, den Utrechtsehen weg en verder langs den straatweg naar Eede. De hoofdkolonne volgt op 2 kilometer afstand in deze volgorde1 bataljon van het ée reg. infanterie, de 5 overige bat terijen veld-artillerie, de 4 bataljons van het 7e reg. infanterie, de bataljons gre nadiers en jagers. De bagagetreia volgt zoo dicht mogelijk aangesloten onder geleide van de maréchaussées. De divisiecommandant bevindt zich bij de hoofdkolonne. De 2e divisie (vijandelijke of oostpartij) wordt op last van den nieuwen minister van oorlog niet gecommandeerd door den kolonel Kool, maar door den werkelyken divisiecommandant, generaal-majoor Joost, zullende de kolonel Kool als scheids rechter optreden. De generaal-majoor Hennus heeft de volgende dagorder aan de kampeerende troepen uitgegeven 91. De generaal-majoor, commandant van de le divisie, woonde gedurende eenigen tijd in de cantine van de olficieren van de gren. en jagers een vocaal en instru mentaal concert bij, dat door de goede krachten, die het officierskorps in zich bevat, onder daverende toejuichingen werd ten gehoore gebracht. Na afloop van het concert baadde een ieder huiswaarts door de plassen, voorgelicht door het weerlicht dat niet van de lucht was. Letteren en Kunst. Door wylen den luit.-generaal M. D. graaf van Limburg Stirum, te 's-Hage, zijn, by testament, aan den Staat der Nederlanden ter plaatsing in het Rijks museum te Amsterdam gelegateerd: drie olieverf-portretten, alséén van Coehoom, door Netscheréén van den testateur één van zijne echtgenoote de beiden laatsten door H. W. Mesdag. te Berlijn van de iV. Legerplaats bij Zeist4 Sept. Bij het vertrek uit de legerplaats is het mij aangenaam te kunnen getuigen, dat officieren en manschappen gedurende den tyd dat zij daarin onder myne be velen werden geoefend, met ijver hunnen pli.ht hebben gedaan, de hoofd- en ver dere officieren door hunne verleende en zeer gewaardeerde medewerking, de on derofficieren en manschappen door krijgs tucht, goeden geest en opgewekte dienst vervulling. Aan allen wordt daarvoor mijn dank gebracht, in de vaste vertuiging dat die krijgsmansdeugden niet alleen by de nu volgende groote manoeuvres, maar ook in de toekomst zullen worden bestendigd. Leve de Koningin Uit de legerplaats by Zeist meldt men van 4 Sept.: H. M. de Koningin-regentes zal met H. M. de Koningin Dinsdag tegenwoor dig zyn bij de groote revue, die over de beide manoeuvreerende division zal wor den gehouden op de heide ten oosten van Eede. Nader geven wij zoo nauwkeurig mo gelijk onzen lezers de juiste plaats alsmede het beste punt van opstelling aan. Gisterenavond was er hier een ont zettend onweer» dat met een soort wolk- De part. corr. R. C. meld: Kort vóór mijne terugreis uit Zwitser land, had ik nog het genoegen, kennis te maken met een lid der Mont-Blanc- expeditie, die onder leiding van den be kenden iogenieur Xaver Irnfeld den top van den hoogsten europeeachen berg had te onderzoeken, met betrekking tot den aanleg van een wetenschappelijk obser vatorium aldaar. Gelijk bekend is, heeft hij met dr. Egli, uit Zurich, en dr. Guglielminotti, uit Brieg, onder veel inspanning en groote gevaren negen dagen op den top van den Mont-Blanc doorgebracht. Terwijl hij zich bezig hield met het terrein te bestudeeren, waren de beide doctoren bezig met het uitwerken hunner gedane waarnemingen, betreffende den invloed van het verblijf in de hoogte op het menschelijk lichaam de veranderde levensfuactiën in de dunnere lucht en lage temperatuur. Het is u reeds bekend, dat de werklieden, welke Irnfeld had medegenomen, ten slotte weigerden, nog langer de onge makken van het hooggebergte te weder- staan, waarna zij onder sneeuwstormen en lawinen naar Chamonix zijn neder gedaald en eenige dagen later de drie heeren hen zijn gevolgd, Irnfeld om nieuwe arbeiders aan te werven ter voort- zetting der werkzaamheden in den bodem aan den top, de heeren Egli en Gug lielminotti om in de stille studeerkamer de resultaten hunner onderzoekingen voor een latere openbaarmaking te be werken. Over dit een on ander kan ik dus nu heenstappen, om iets anders te vermelden. Toen namelyk dr. Egli naar beneden was gekomen, heeft de zuricher afdee- ling der Zwitsersche Alpenclub ter zijner eere een feestmaal gegeven en de vrien delijkheid gehad ook uwen berlijnschen correspondent daarbij uit te noodigen. Daardoor ben ik met hem in kennis gekomen, met het gevolg, dat ik van hem zelf nog het een en ander omtrent de expeditie heb vernomen. Hij is vol strekt geen luchthartige bergbeklimmer, maar ten volle een ernstig man der schap, die uit liefde voor haar de gevaarlijke onderneming heeft aanvaard. Hy is tusschen de 40 en 50 jaar oud en gehuwd. Hy heeft zoo eenigszins een buikje, en toen mij dit in het oog viel, begreep ik afstand te moeten doen van mijne tot dusver gevolgde meening, dat iemand, die zekeren tijd op de hoogste bergtoppen wilde gaan doorbrengen vooral mager moest zijn om zich aldaar te kunnen bewegen. Dr. Egli is zelfs nog al aardig rond, kort van postuur, draagt een vollen baard, en ziet er zeer verstandig, bovendien allervriendelijkst uit. Hij heeft een van die artsgezichten, die by iederen patient spoedig vertrou wen wekken, doordien zy nevens goed heid en intelligentie eene onverstoorbare kalmte teekenen. Klassiek in eenvoudigheid was het begin van ons gesprek. Ik vroeg onder anderen //Welnu, doctor, wat was eigen- lyk het aangenaamste bij het verblijf op den top //Ja," antwoordde hy glim lachend, //ronduit gezegd het verrichten van zekere lichamelijke functie. In onzen gletscher-tunnel, waarin wij huisden, verbood zich dat van zelf, en daar buiten was maar geen beschut plekje te vinden om eens rustig te zitten en meteen wat te peinzen; men verkeerde altoos in het gevaar van te bevriezen, of in den af grond te worden neergewaaid." Verder sprak hy ook nog over het leven der tochtgenooten in de sneeuwstormen waarvan het voornaamste inmiddels reeds voldoende is medegedeeld. Wat de klee ding der tochtgenooten betreft, deze be stond uit Eskimo-costuum, waarbij alleen oogen, neus en mond uit de pels te voorschijn komen. Egli's belangrijkste waarnemingen betroffen de bergziekte, wier oorzaak aan de dunne lucht en groote koude wordt toegeschreven en die ook den stevigsten bergbeklimmer op zekere hoogte aantast en ongesteld maakt, De werking van het hart o dergaat dan eene groote verandering en het bloed krimpt in. Egli gelooft, in verband met zijne vroegere opmerkingen te kunnen zeggen, dat die ziekte zich bij iemand voordoet wanneer hij op eene hoogte van ongeveer 4000 meters is gekomen. Zwakke en bizonder gedisponeerde per sonen hebben natuurlijk reeds spoediger er onder te lijden. Egli heeft waargenomen, dat bij die ziekte het aantal roode bloed bolletjes langzamerhand tot 1 3 verminderde en dat zich alle storingen van zware bleekzucht vertoonden. Na verloop van eenige dagen begon wel het lichaam zich te acclima- tiseeren, maar toch kreeg men gedurig weder met dezelfde verschijnselen te doen, en al ware die nog wel te verdragen, zij waren toch een bewijs dat men de ziekte niet geheel en al was te boven gekomen. Ten opzichte van slaap en eet lust werd echter alles weder goed. Zoodra men Daar beneden giDg, begonnen die ongemakken, hoe lager men kwam, zoo veel te meer te verdwijnen. Een der aanwezigen bij dit gesprek meende daartegen te kunnen inbrengen, dat bij eene dergelijke inspanning onder koude en gevaren de meusch ook in het dal aan zulk eene ziekte is blootgesteld. Dr. Egli wilde echter deze tegenwerping niet laten gelden hij hield vast aan de meenit g van het bestaan eener bizon dere bergziekte. Boven Par ij s heeft Donder- dag een ontzettende storm gewoed.Tegen vier uur in den namiddag werd het zóo donker, dat overal het gas ontstoken moest worden. Felle bliksemflitsen door kliefden hot luchtruim en ten slotte brak een ware zondvloed los. De lager ge- straten werden in rivieren her schapen en de place de la Concorde ge leek een vijver. Het noodweer hield een uur lang aan, en op verscheidene plaatsen sloeg de bliksem in. Woensdag 11. is de onder- zcescke kabel, die Frankrijk met Brazilië verbindt, geopend. President Carnot ontving door middel der nieuwe gemeenschap de gelukwenschen van den gemeenteraad van Viseu, het eindpunt van den kabel in Brazilië, en van den consul der Vereenigde Staten te Belem. Uit Weenen wordt gemeld: Het is nu bijna twee maanden geleden dat hier een geheimzinnige moord werd gepleegd, welke wegens de omstandighe den, waaronder de misdaad plaats had, groote sensatie wekte. Een bedaagd echt paar, Emeder genaamd, werd 's nachts in den slaap vermoord den man werden niet minder dan 16 en der vrouw 22 wonden toegebracht. In diezelfde kamer sliepen drie arbeiders, omdat het plan gevormd was dat men gezamenlyk 's mor- vroeg voor een daagje naar buiten zou gaan. In het holste van den nacht werden die arbeiders door jammerkreten gewekt en zagen zij bij de flauwe flik kering van op hen geloste pistoolschoten een man met een gryzen flambard. Te gelijk voelden twee van de arbeiders dat ze gewond waren, terwijl de derde uit schrik onder het bed kroop. Geen hunner durfde zich bewegen, allen misten den moed om licht aan te steken, zoodat zij Diets zagen van wat om hen heen voor viel, terwijl de jammerkreten, welke uit de richting kwamen waar de Emeder's sliepen, lang aanhielden doch eindelijk ook verstomden. Kort daarop hoorden zij het gedruisch van schreden, die zich verwijderden, gevolgd door het toeslaan van eene deur. Toen de aanhoudende stilte hun bewees, dat de moordenaars weg waren, waagden de drie jonge ar beiders eerst eeüe kaars aan te steken, en met huivering zagen zij de op beest achtige wijze mishandelde lijken van Emeder en zijne vrouw. Aanstonds wek ten zy de overige bewoners van het huis, en werd de politie gewaarschuwd. Na een streng onderzoek, hetwelk echter niet tot de ontdekking van de moordenaars leidde, werden de drie jonge arbeiders en een neef van Emeder, niet tegenstaande deze zijn alibi in dien nood- lottigen nacht overtuigend bewijzen kon, hechtenis genomen. De politie koes terde het vermoeden, dat deze neef als eenige erfgenaam der vermoorden met de werklui een komplot had gesmeed om zijn oom en tante om hals te bren gen en gezamenlijk den buit te deelen, De wonden van de twee werklieden hadden zij zichzelven toegebracht, ten einde de politie op een dwaalspoor te brengen. Toch vond in de publieke opinie dit vermoeden weinig geloof, wel daaren tegen dat de politie uit ergernis, dat in de laatste jaren nu reeds zooveel mis daden onopgehelderd gebleven zyn, deze vier personen ooute que eoüte de schuldigen wilde zien. De bewijzen daarvoor heeft zij even wel niet kunnen vinden, want na weken hechtenis en verscheidene ver hooren en confrontatiën heeft de rechter van instructie een bevel tot invryheids- stelling moeten uitvaardigen. Deze afloop maakt de vier onschuldig verdachten thans tot de heiden van den dag. Naar zy verhalen, zyn zy in de gevangenis uiterst streng behandeld, terwijl vooral de voortdurende eenzaamheid der cel onduldbaar was, en zij verklaarde den rechter dan ook, dat die pijnigende een zaamheid hen tot de bekentenis zou kunnen brengen van eene misdaad, die zij Biet bedreven hebben. De openbare meening dringt nu aan op eene schade vergoeding voor deze vier onsehuldigen, die in hun cel allen ruim 5 kilo aan gewicht verloren hebben en zooveel heb ben moeten lijden. Trouwens het publiek is hierin met een goed voorbeeld voor gegaan door weldadigheidsfeesten voor hen te organiseeren. Terwijl de politie du? nog steeds naar de moordenaars van het echtpaar Emeder zoekt, is zij met de inhechtenisneming van zekeren Sehneider en zijne vrouw gelukkiger geweest. Deze personeD maak ten er een handwerk van, onder voor spiegeling van een voordeeligen dienst, dienstmeisjes naar een afgelegen bosch te lokken, ze aldaar te vermoorden en van haar beetje geld te berooven, Om die vrouwelijke dienstboden in de val te lokkenwachtte Sehnei der of zijne vrouw aan de verschil lende bureaux voor dienstaanbiedingen meisjes op, die hij aansprak en een voor deeligen dienst aanbood bij eene zieke- lyke adellijke dame, die op een kasteel bij NeuieDgbach woonde. Behalve hoog loon en uitstekende behandeling werd ook nog de kans op een legaat voorge spiegeld, en liepen de slachtoffers er in, dan zou Sehneider hen naar bedoeld kasteel brengen. In het bosch vermoordde en beroofde hij ze dan. Een dienstmeisje, die lont rook, deed aangifte van Schnei ders vreemde haDdelwyze bij de politie, die, zonder veel gewicht aan de zaak te hechteD, niettemin een onderzoek instelde hetwelk de vreeselyke waarheid aan het licht bracht. Schneider en zijne vrouw werden in hechtenis genomendeze laatste, voor ziende wat haar te wachten staat, deed eene ernstige poging tot zelfmoord, door zich uit een raam der derde verdieping te laten valleD, ten gevolge waarvan zij nog zwaar ziek ligt. Hoewel slechts van twee dienstmeisjes de lijken in het bosch van Neulengbach gevonden zijn, ver moedt de politie en de geprikkelde volks- pbantasie dat Sehneider veel meer slacht offers gemaakt heeft. Het bosch is door de ge darmerie, houtvesters en jagers, bij wie de bewoners der omliggende dorpen zich hebben aangesloten, nauw keurig onderzocht, en na veel zoeken heeft men een derde lijk in een put ge vonden, waarvan de identiteit, wegens den vergevorderden staat van ontbinding, evenwel niet meer geconstateerd kon worden. Schueider blijft op alle hom ge stelde vragen hardnekkig zwijgen, zoodat men hem nog niets heeft kunnen ont< lokken, terwijl de toestand zijner vrouw nog van dien aard is, dat zy niet aan een regelmatig verhoor kan worden on derworpen. Voor 6 jaren heeft een ingenieur Schenk met zijn medeplichtige voor soortgelyke misdaden met de dood straf moeten boeten, en in de fransche lijfstraffelijke geschiedenis heeft Dumol- lard door dezelfde misdaden zioh berucht gemaakt en is hij deswege geguillotineerd, Ook Sehneider wacht Datuurlijk geen ander lot dan de dood aan de galg. Het gerucht, dat Balinaceda het gebergte door een ezeldrijver vermoord zou zijn, is niet bevestigd. Het schijnt daarentegen vast te staan, dat de ex-dictator de wijk naar Argentinië heeft genomen. Een van 's mans medeplichtigen, die een millioen uit de schatkist had gesto len, is gevangen genomen. Hy zal te Valparaiso terechtstaan wegens diefstal en hoogverraad. VARIA. Een man vond eens, des middags thuis komende, zijn huis gesloten en op zyn bellen kwam niemand. Na ontzag lijke moeite slaagde hij erin, door een achtervenster binnen te komen en vond op de tafel in de huiskamer een briefje van zyn vrouw dat aldus luidde//Ik ben uitgegaan. Je zult den sleutel van de huisdeur naast de trap vinden." //Maar myn beste heer," zei een vader tot een pretendent voor zijne dochter, //hoe zult ge ooit een huishouden kunnen opzetten Gy hebt een klein in komen en myn dochter heeft geen fortuin." //O meneer, dat is niets, ik had ge dacht dat als u een paar jaar zuinig wou leven, u ons wel zooveel kon geven dat wij ons konden inrichten. Rechter. En wat zei de beklaagde, toen u zeide dat u hem zou laten arres teeren Getuige. Hij antwoordde my werk tuigelijk. Hoe zoo Hy sloeg mij met een hamer op het hoofd. Eén compliment^ //Myn waarde vriend," zei iemand tot een jeugdigen poëet, //je bent voor schrijver geboren 1" //Heeft u myn laatsten bundel ge lezen?" vroeg de dichter verrukt. h Bundel wat buudel I ik badoal, dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 6