Letteren en Kunst»
BINNENLAND.
d.v.e plaatsen worden pontonbruggen
geslagen en te Hillegom overnacht.
Den 23>;ii op dezeltde wijze van Hille
gom over l'ennebroek naar Heemstede,
vervolgens gemarcheerd dwars door den
Haarlemmer polder naar Aalsmeer (nacht
kwartier).
Den 24'H van Aalsmeer naar Sloten
(nachtkwartier).
Den 25L'n van Sloten overHaltweg naar
Haarlem (nachtkwartier).
Den 26e» opladen te Haarlem en terug
keer naar Dordrecht.
Men meldt ons uit Vogelenzang
Een spoorwaggon met passagiers zich
alleen langs de spoorlijn te zien bewegen,
behoort voorzeker tot de zeldzame ge
vallen j.l Zaterdag kon men dit zeld
zame geval waarnemen tusschen de sta
tions Vogelenzangen Hillegommerbeek
het sliprijtuig achter trein 23 van Am
sterdam, bestemd voor eerstgenoemd
station, kon door een defect aan het
remtoestel, nadat het van den trein was
losgemaakt, niet tot stilstaan worden
gebracht en rolde den trein achterna;
natuurlijk werd de afstand al grooter,
doch eerst nabij de halte Hillegommer
beek stond het rijtuig stilde reizigers
werden door trein 16, die aan die halte
op order stopte, naar Vogelenzang terug
gebracht.
voor landbouwverdiensten de heeren
Bultman, voorzitter, en Waldeck, sec
retaris van de landbouwmaatschappij
tot ridder dier orde baron Van Brienen
van de Groote Lindt.
Door den heer Méline is verder ter
belooning aan de fransche regeering
voorgedragen de heer H. Zillesen,
quaestor van het intern, landbouw con
gres.
OFFICIËELE BElUCHTEiN'.
Bij kon. besluit is mr. J. Lion. O. I.
ambtenaar met verlof, eervol ontheven
van de hem opgedragen werkzaamheden
als secretaris der commissie tot het ont
werpen van een nieuw Wetboek van
Strafrecht voor de Europeanen in Ned.
Indie, onder dankbetuiging voor de door
hem als zoodanig bewezen diensten.
Het Staatsblad n°. 169 bevat een
kon. besluit van 11 September, houdende
verbod van in- en uitvoer uit Oostzaan
van levende varkens en van uitvoer uit
die gemeente van vleesch, mest en af
val dezer dieren.
De gewone audiëntie van den minister
van Justitie zal Dinsdag niet
hebben.
De fransche tooneelspeler Marais,
vroeger aan den Gymnase schouwburg
en in den laatsten tijd aan de „Comédie
frangaise" verbonden, in welke laatste
hij als Nero in Racine's „Britannicus"
optrad, is plotseling krankzinnig gewor
den.
De uitgeschreven prijsvraag van
de „Academia di musica" te Milaan op
gebied der toonkunst, „Influence de la
musique sur les masses et les animaux,"
is van de 307 mededingers toegekend
aan de heer Frans Sagers, te Venloo,
die tevens tot eere lid der gemelde
academie benoemd is.
Inhoud SempervirensDe Zomer in^
Augustus. Bloemenmand „la Pair-
sienne", met een afbeelding. Rozen-
Hoieia (Spirasa) japonica compact,
multiflora. Gillenia (Spiraea) trifoliata.
Agave filifera. Een Chrysanthe
mum plebisciet. Nuttige planten.
De bloemhandel te Parijs. Nizza.
Vochtgehalte van den bodem. Flora-
lia te Purmerend. Verschillende me-
dedeelingen. Vraagbord Ontvangen
Prijscouranten. Weêrsgesteldheid.
Inhoud van het Nederl. Tuinbouw
blad.
Inhoud Floralia No. 37 Ten
toonstelling te Zeist (vervolg). Ten
toonstelling te Zwolle, op 28 en 30 Aug.
Internationaal Landbouw congres.
Meteorologische waarnemingen te Mid
delburg gedaan door den heer M. Buys-
man. Ingez. stukken. Bloemzen
dingen. Tentoonstellingen. Korte
mededeelingen. Corresp. Ontv.
prijscouranten. Vraagbord. Ad ver-
tentien.
Inhoud Avicultura (bij bi, Floralia
Tentoonstelling Alphen. Het Ruien.
Herfstverkoopen. Mijne Edel-
vinken, door S H. Jakma Szn. In
gezonden stukken. Postduivenwed-
vluchten. Tentoonstellingen. Korte
mededeelingen. Vraagbord. Cor
respondentie. Advertentiën.
Op hoogen leeft ij d is te
's-Hage overleden mr. D. C. A. graaf
van Hogendorp, voormalig resident in
Ned. Indië.
Benoemd zijn tot officieren
der (door den heer Méline tijdens hij
minister was ingestelde) Fransche Orde
De berichtgever van de
Nieuwe Prov. Groninger Cl. meldt,
dat dr. G. P. van Tienhoven, benoemd
lijfarts van H. M. de Koningin, al dade
lijk na zijn optreden den raad heeft
gegeven, alle aanleiding tot overspanning
en zenuwprikkelen aan de jonge Konin
gin zooveel mogelijk te onthouden, en
dat dientengevolge al dadelijk eenige
beraamde bezoeken in verschillende
deelen van het land tot later zijn ver
schoven.
Wij hebben dit bericht, zegt de Delft-
sche Opmerkermet onvermengden bij
val gelezen en vertrouwen, dat wij een
wensch openbaren, die de laatste maan
den door duizenden in den lande is
geuit, als wij de verschillende autori
teiten, die op het ontvangen van bezoe
ken der Koninginnen invloed kunnen
uitoefenen, dringend verzoeken bovenal
rekening te houden met de krachten
van een aanminnig, bekoorlijk, maar tee-
der kind van nauwelijks elf jaren, dat
door hare exceptioneele plaats in de
maatschappij onwillekeurig reeds zoovele
aandoeningen en indrukken heeft te
wederstaan, die aan andere kinderen
gespaard blijven. Laat ons aan onze
burgers het genoegen onthouden de
kleine Koningin in alle oorden van het
land toe te juichen in de overtuiging,
dat deze reizen, dit in het openbaar op
treden, veel te aangrijpend en te ver
moeiend zijn voor deze ontluikende
krachten, en dat, zal onze Koningin
Wilhelmina een gelukkig leven tegemoet-
gaan, bovenal een krachtig ontwikkeld
gestel en een goede gezondheid haar
deel moeten zijn.
Uit 'sHage wordt van 12
September gemeld: Heden had in de
ruime eetzaal van het hotel „Den
Ouden Doelen" het banket plaats, door
den minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid ter eere van het internatio
naal landbouwcongres gegeven.
Rechts van den gastheer was gezeten
de zaakgelastigde van Rusland en links
de heer Méline, voorzitter van het
congres, terwijl mevr. Lely daartegen
over had plaats genomen tusschen de
gezanten van Frankrijk en België.
Verder namen aan het feestmaal, na
mens de regeering aangeboden, deel:
de minister van Binnenlandsche Zaken
Tisserand; ridder Max de Proskowit
baron Bondejonkheer G. de Bosch
KemperJean Poenarsmr. W. O. T.
van Oudheusden van Achttien hoven
Henry Sagnierbaron W. A. van Ver-
schuer; George Thorns; J. F. W. Con
rad Ernest Clarke C. J. Sickeszde
minister van Koloniënde minister van 1
Financiën; graat v. d. Straeten Pont-'
hozD. E. SalmonBouesco Tardit
J. C. de Marez Oyensjonkheer H. A.
CliffordA. BaisantP. A. Vernède
jonkheer W. Röell; André Llaurado
Carlo OhlsenS. BielerYermoloff
D. F. A. Bauduin en H. Zillesen.
Door Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland is bepaald, dat de
verkiezing van een lid der Staten voor
het hootdkiesdistrict Hoorn ter ver
vulling der vacature, ontstaan doordat
de heer mr. W. K. baron van Dedem,
wegens zijne benoeming tot minister
van Koloniën, heeft opgehouden lid
der Staten te zijn zal plaats hebben
op Dinsdag 6 October, de eventueele
noodige herstemming op Dinsdag 20
October e. k.
Aan kapt. A. P o t j e r, gezag
voerder van het stoomschip Dubbeldam
der N. A. S. M., van Amsterdam naar
New-York bestemd, met schade uit den
Oceaan teruggekeerd en te Plymouth
den 50 September binnengeloopen, werd
vanwege de Israëlitische Gemeente te
Plymouth een zilvèren lucifers standaard
en een adres van dankbetuiging over
handigd, als bewijs van erkentelijkheid
voor de menschlievende behandeling
der joodsche emigranten aan boord van
het stoomschip Dubbeldam.
Van wege de eerste klasse passagiers
werd aan kapt. Potjer behalve een adres
van dankbetuiging voor zijn manmoedig
gedrag en betoonde zeemanschap tijdens
het stoomschip door het breken van
het stuurtoestel hulpeloos in den Oceaan
lag, en het later behouden binnen bren
gen te Plymouth van gemelden bodem,
een zilveren beker vereerd met inscriptie
Zooals reeds vermeld is. vertrok gemeld
stoomschip den ioq September na de
schade hersteld te hebben weder van
Plymouth naar New-York.
Onder het opschrift: Een
slachtoffer van eene administratief ver
schil, maakt de Haagsche Cl. melding
van een militair, die na 24 dienstjaren
door een misverstand of een verkeerde
uitlegging van het gagementsreglement,
volgens de opvatting van den minister
van koloniën, F. G. Van Bloemen Waan-
ders, geen recht had op pensioen.
De bedoelde militair Cornelis Bos-
sard, onderofficier bij het O. I. leger,
had het land sedert 1855 bijna onaf
gebroken trouw en eerlijk gediend, ge
durende vier jaren o. a. in Atjeh.
Versierd met de zilveren medaille
voor 24 jaren trouwen dienst, bij het
overhandigen waarvan zijn commandant
op 3 December 1884 zeide: „gedraagt
nu uw pensioen op de borst, gij hebt
het meeste recht er op," verzocht hij
dan ook verlof om te repatrieeren, ten
einde zijn pensioen te gaan genieten.
Op zijn aanvrage om pensioen werd
hem medegedeeld, dat zijn verzoek niet
voor inwilliging vatbaar was, omdat hij
geen 24 dienstjaren kon doen gelden.
De dagen op de terugreis naar Ne
derland aan boord doorgebracht, wer
den nl. door den minister niét als dub
belen (indischen) diensttijd in rekening
aangemerkt.
Wanhopig over het verlies van het
zuur verdiende pensioen, bood Bossard
daarop aan, dan nog eens twee jaren,
zonder handgeld, naar Indië terug te
gaan. Maar ook dit werd hem gewei
gerd, nu omdat hijte oud was
Nadat Bossard nu zes jaren zonder
pensioen is geweest, heeft hij zich met
een adres tot de koningin-regentes ge
wend, in de eerste plaats met de eer
biedige vraagof het den militair ge
oorloofd zou zijn zoo weinig vertrou
wen te stellen in zijne chefs, dat hij
zich eerst nog eens zou moeten verge
wissen, of de legercommandant wel te
recht verklaarde, dat hij 24 dienstjaren
heeft, of dat de militaire autoriteiten
't misschien mis hadden en ten tweede
met deze vraag of hij het slachtoffer
mag zijn, hetzij dan van onwetendheid
dier chefs of van de uitlegging van de
eglementen aan het ministerie
Bossard heeft daarom aan H. M.
verzocht, hem alsnog gagement te ver-
leenen.
Door zekeren Tobias Sij-
denhage, te Zaandam gewoond heb
bende, werd bij testament dd. 12 Maart
ï773 zijne nalatenschap onder beheer
gesteld van de regenten van het wees-
en armhuis aldaar, om daarvan de
renten te doen uitkeerenvoor 9/10 aan
een nichtje van den erfsteller, of hare
nakomelingen, en voor 1/10 aan het
wees- en armhuis. Dat kapitaal moet
vroeger nog al belangrijk zijn geweest;
het schijnt thans nog ruim f 48,000 te
bedragen, ingeschreven op het groot
boek N. W. S. Een deel der erfgena
men vermeent thans meer rente te
kunnen maken, terwijl anderen aan
spraak vermeenen te hebben op ver
deeling van het kapitaal, wat volgens het
testament mogelijk schijnt, waarom zij
zich gezamelijk tot de regenten van het
algemeen wees- en armhuis te Zaandam
hebben gewend, met verzoek tot los
making en verdeeling van hun kapitaal.
Daar de regenten zich niet ongenegen
verklaren daartoe mede te werken, be
staat er alle kans dat een kapitaal, na
bijna 120 jarige rust, zal worden ver
deeld, én daar het den erfgenamen
meest allen zeer welkom zou zijn en er
zelfs bedeelden onder hen zijn, kan men
nagaan hoe verlangend de uitslag hier
van wordt toegemoetgezien.
Uit Bergschenhoek wordt
gemeld: Bij den op den 7 a dezer plaats
gehad hebbenden brand in de bouw
manswoning van C. v. d. Helm alhier,
verbrandde ook alles wat de 4 inwo
nende knechts en dienstboden bezaten,
tot eene waarde van pl. m. 275.
Eene collecte te hunnen behoeve bij de
gegoede ingezetenen gehouden, bracht
circa f 205 op, terwijl verschillende
kleedingstukken ten geschenke werden
gegeven.
Door de goedheid hunner mede
burgers zal hunne schade dus zeer ge
ring zijn.
Te Wageningen is Zater
dag een i5jarige knaap bij het zwem
men in den Rijn verdronken.
Zekere vrouw v. M., te Beu-
sichem, die eenig goed uitgewasschen
had, schijnt zeep gebruikt te hebben,
die vergiftige bestanddeelen bevatte,
want tengevolge van een wondje, dat
zij in de hand had, begon deze te
zwellen, terwijl eindelijk de geheele arm
aangetast werd en de vrouw Donderdag
overleden is.
Naar aanleiding van het
bericht uit Nunspeet betreffennde de
betoo veringsgeschiedenis aldaar, deelt
men ons van daar nog mede
De predikant heeft den man niet in
de kerk aangesproken of onderhouhen,
maar naar aanleiding van het voorge
vallene heeft hij de gemeente naafloop
der godsdienstoefening ernstig vermaand
zich nooit met zulke dwaasheden in
te laten en nimmer eenig geloof te
hechten aan dergelijke ontzettende bij—
geloovigheden.
Het is ook onjuist, dat de man, ten
gevolge dier toespraak (die hij,
zonder dat de predikant dit wist, mede
aanhoorde) een einde aan zijn leven
Leeft trachten te maken. Dit noodlottig
besluit heeft hij genomen vooral uit
vrees voor de straf, die de rechtbank
hem zoude kunnen opleggen, en ook
ten deele om de sensatie, die het geval
hier en in de omtrek heeft teweeg ge
bracht. (N. P. Cl.)
Den iin Augustus j.l. was
in trein 527 een waggon warm geloo-
pen. De wachteres van Agtmaal, op de
wachtpost n°. 8, tusschen Oudenbosch
en Zevenbergen, deed den trein stil
staan, zoodat te Oudenbosch de waggon
uit den trein kon worden verwijderd.
Voor de door haar betoonde oplettend
heid is genoemde wachteres door den
directeur generaal der Maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen eervol
vermeld geworden.
De burgemeester van
's-Bosch heeft de volgende proclamatie
uitgevaardigd
Gezien zijne proclamatie van 21
Augustus jl.
Overwegende dat de rust thans ge
durende verscheidene dagen niet meer
is verstoord en de kalmte dus in de
gemoederen schijnt wedergekeerd
dat de kermis aanstaande is en het
in het belang van de ingezetenen nuttig
voorkomt, de kermisvreugde zoomin als
met de goede orde bestaanbaar is te
belemmeren
heeft besloten iü te trekken het ver
bod op samenscholing van meer dan
drie peisonen en de hoop uit te drukken,
dat de goede geest der bevolking zich
opnieuw van gunstige zijde zal doen
kennen, door eene viering van de ker
mis zonder verstoring der openbare
orde, opdat dit feest werkelijk moge
strekken ten genoege van de bossche
burgerij.
Dit besluit zal onmiddellijk op de
gebruikelijke wijze worden afgekondigd
De N. Bredase he Ct. meldt:
Bij eene onzer vrouwelijke stadge-
nooten, die als waarzegster en kaart
legster zekere „beroemdheid" geniet,
worden, naar men ons verzekert, dage
lijks gemiddeld25 bezoeken afge
legd door meest vrouwelijke
personen uit Breda en omstreken
Te Ammerzoden is het thans
alles rustig. De dorpsonderwijzer, ge
naamd I. D., heeft nu voor het kanton
gerecht te Zalt-Bommel terechtgestaan
ter zake de bekende drankwet overtre
ding, „den kennelijken staat b ij her
haling," en tegen hem is geëischt
eene hechtenis van zeven dagen. Een
vijftiental getuigen d, décharge had de
aangeklaagde ter terechtzitting aange
voerd, om te weerleggen hetgeen door
drie beambten van rijks- en gemeente
politie was waargenomen aangaande
den „kennelijken staat" van beklaagde.
Omtrent den diefstal te
Sneek deelt de Sn. Ct. mede
De winkelbediende van de firma R.
S. V. vond in de turf op den zolder
een baaltje gebrande koffieboonen. Een
der patroons werd terstond hiervan
verwittigd, waarop een paar branders,
L. D. en J. R., in verhoor werden ge
nomen. Al spoedig bleek het, dat dezen
zich elke week schuldig maakten aan
diefstal van koffieboonen. Van het ge
beurde werd natuurlijk aangifte bij de
politie gedaan.
Het voorloopig verhoor, dat Vrijdag
morgen begon, leidde alras tot treurige
bekentenissen. Sedert een jaar of vier,
anderen zeggen vijf, hadden genoemde
branders de gewoonte, elke week een
30 pond koffieboonen aan een zekeren
W. F., thans te Amsterdam, af te leve
ren. Als belooning voor het gestolene
ontving men hoogstens ƒ2.50. F. had
natuurlijk weer klanten, waarvan o. a.
genoemd worden U. F. en schoenmaker
D., die den makelaar voor f 10 van
zijn schat ontlastten.
Toen F. zich metterwoon ging vesti
gen in Amsterdam, trad de visscherman
J. B. als zaakgelastigde op- Vóór dag
en dauw was deze meestal klaar, om
zijne grage afnemers te bedienen, tot
op den dag van Vrijdag er voor goed
een spaak in het wiel werd gestoken.
Bij twee winkel'eis vond de politie
de gewenschte koffieboonen. Toen onze
schoenmaker aan de beurt van visitatie
kwam, waren er geen boonen te vinden,
niettegenstaande zijne vrouw den heer
commissaris reeds had medegedeeld,
waar het gestolen goedje stond.
Nadat man en vrouw zich beiden in
doelloos leven en zijne lafhartige overgave brachten hem in diep
zedelijk verval. Maar hij had een besluit genomen. Hij zou
werken en zou dan tenminste een doel hebben om voort te
leven, al was het alleen om zijn dagelijksch brood te verdienen.
„Mavis," zeide hij dien avond tot zijn bediende, „ik heb mijn
dokter weer gezien, en vertelde hem, dat de duivel toch slimmer
was dan hij dacht. Want je moet weten, dat hij niet aan den
duivel gelooft."
„Neen, mijnheer?"
„De dokter was niet tevreden over het resultaat van de reis,
want hij had betere dingen verwacht. Wij hadden toch wel zulk
een einde voorzien, niet waar
„Ja, mijnheer," zeide Mavis. „Maar zij heeft u toch geen
kwaad gedaan, want gij ziet er even gezond en sterk uit als
ooit. Den laatsten tijd zijn de aanvallen niet zoo erg geweest."
„Dat weet ik zoo precies niet meer."
„Nu en dan zijt gij wel eens dronken, maar dat doet niemand
kwaad," zeide Mavis. „Wel, zoo leven de zeelui altijd; zij zouden
zich niet in alle weer en wind staande kunnen houden, als zij
niet een borrel in het vooruitzicht hadden. Het is hetzelfde ge
val als met die heeren, die iederen dag champagne drinken, dat
is eigenlijk nog erger. Een matiger heer dan u leeft er bijna
niet. Gij mocht wel trotsch zijn op uwe matigheid; wat betee-
kenen nu een paar flesschen whisky in de twee maanden, dus
maar een kwart flesch per week?"
Dit was de langste rede, die Mavis ooit had gehouden.
„Zeer goed, Mavis," zeide zijn meester. „Ik zal mijn troost
zoeken in die overdenking. Er zal eene groote verandering
komen. Gij kunt in het huisje gaan wonen, terwijl ik mij in het
een of ander onbekend gedeelte van Londen ga vestigen. Ik zal
u laten weten, waar ik dan ben, opdat gij tegenwoordig zult zijn
als de aanval komt."
„Zeer goed, mijnheer," zeide Mavis.
„Ik ben besloten om eene andere plaats in de maatschappij
te gaan innemen, en 'k heb een nieuw doel voor oogen. Een
anderen naam zal ik aannemen, en ik zal mij onder menschen
van een minderen stand begeven. Niet langer zal ik een rijk
man zijn, maar iemand, die voor zijn dagelijksch brood
werkt. Mijne nieuwe kameraden zullen mij mijne kleine
eigenaardigheden vergeven, als zij de zaak ontdekken. Zij zullen
waarschijnlijk minder veeleischend zijn op het punt van per
soonlijke waarde en eergevoel. Als de profetie van den dokter
bewaarheid wordt en ik moet zeggen, dat ik niet weet, dat
het niet het geval zal zijn dan zullen zij mij niet met schande
beladen in de wijde, wijde wereld stooten. Misschien zijn er
wel lotgenooten onder hen. Begrijpt gij het?"
„Volkomen, mijnheer. Moet ik een plaats en kameraden voor
u zoeken?"
„Neen. Voor dezen keer zal ik het zelf eens doen. Gij hebt
eens voor een kapitein en een hofmeester gezorgd en bovendien
voor eene kunstigen knop, nietwaar?"
„Wat moet ik nu doen, mijnheer?"
„Gij kunt nu heengaan om in het huisje te wonen. Ik zal u
hetzelfde loon betalen. Ook de huur van het huisje zal door mij
voldaan worden en uw eigen kostgeld daarenboven. Gij moogt
wonen waar gij wilt, maar gij moet het huisje voor mij houden
Op bepaalde tijden moet gij mij komen opzoeken, om mij, zoo
als altijd, op te passen. Ik heb anders niet meer werk
voor u."
„Zeer goed, mijnheer."
„Gij zult veel vrijen tijd hebben. Maar denk er om, dat gij
een bescheiden man moet zijn en deze geheimen goed moet
bewaren. En als gij mij weer ontmoet, herinner u dan, dat gij
niet mijn bediende, maar een oude kennis zijt, met wien ik
handelsbetrekkingen heb."
„Zeer goed, mijnheer," zeide Mavis.
HOOFDSTUK VII.
„Waarom dringt gij nu nog zoo op een antwoord aan," vroeg
het meisje. „Ik heb al twaalf keer uwe vraag beantwoord."
„Ik dring er op aan, omdat het mq hoe langer hoe onbegrij
pelijker toeschijnt. De tijd is nu wel voor u gekomen om een
ander bescheid te geven."
„Neen, ik heb maar éen antwoord. Ik ben al verloofd, zooals
gij weet. Daarom kan ik niet over dit onderwerp spreken, zelfs
niet met u, mijnheer Carew."
„Gij zijt met een man verbonden, die u nooit heeft geschre
ven, noch u heeft bezocht of in vijf jaar iets van zich heeft
laten hooren."
Wordt vervolgd.)