Leger en Yloot.
POLITIEK OVERZICHT.
GEMENGD NIEUWS.
steld, onder toekenning van: een pen
sioen van 600 's jaars, en eene ver
hooging van dat pensioen ten bedrage
van 150 's jaars, voor werkelijk verblijf
in militairen dienst in 's rijks overzee
sche bezittingen en koloniën en tus-
schen de keerkringen.
Bij kon. besl. van 16 Sept. is, met
ingang van 1 October a. s., aan den
hoofdinspecteur van den waterstaat, P.
Calland, op zijn verzoek eervol ontslag
uit zijne betrekking als zoodanig ver
leend, met dankbetuiging voor de door
hem gedurende eene reeks van jaren
aan den lande bewezen gewichtige
diensten.
Bij kon. besluit van 17 Sept. is, met
ingang van 10 October a. s., aan N.
van Yuuren, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als commies der te-
legraphie van de derde klasse.
De gewone audiëntie van den mi
nister van Koloniën zal op Vrijdag 18
September 1891 niet plaats hebben.
Bij koninklijk besluit van
17 September 1891 n<>. 41 is mr. J. G.
Gleichman benoemd tot voorzitter van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
gedurende het tijdperk der tegenwoor
dige zitting. {Stct.)
De minister van Binnen 1.
Zaken heeft de toezending verzocht van
een exemplaar van bestaande verorde
ningen op het houden van bloemen
markten in die gemeenten, waar belang
rijke bloemenmarkten worden gehouden.
De minister van Binnen
landsche Zaken brengt ter aigemeene
kennis, dat op 15 October e. k. en
volgende dagen te Leiden, te Gronin
gen en te Amsterdam gelegenheid zal
worden gegeven tot het afleggen van
de practische examens van arts, ver
meld in art. 2 der wet van 25 Dec.
1878 Staatsblad n°. 222), alsmede te
Utrecht, tot het afleggen van de prac
tische examens van arts en tandmeester,
bedoeld in de artt. 2 en 8 der gemelde
wet.
Zij, die tot die examens wenschen te
worden toegelaten, moeten zich daartoe
vóór 7 Oct. e. k. schriftelijk aanmelden
bij den voorzitter der examen commis
sie, en wel: te Leiden, bij den hoog
leeraar dr. T. Zaaijer; te Groningen,
bü den hoogleeraar dr. Huizingate
Amsterdam, bij den hoogleeraar dr. H.
Hertz, en te Utrecht, bij den hoogleeraar
dr. T. Halbertsma.
Voor verdere bizonderheden wordt
Verwezen naar de Staats-Courant (n°.
319)-
In verband met de voorge
nomen nieuwe regeling van het kies
recht, zijn Gedep. Staten door den
minister van Binnenlandsche Zaken ge
hoord. of en in hoever de kiezerslijsten
en het stemmen der kiezers (afgeschei
den van hetgeen omtrent de kiesbe
voegdheid is bepaald) bij de toepassing
bezwaren hebben opgeleverd en wijzi
ging behoeven.
Hetzelfde verlangt de minister om
trent de lijst der hoogstaangeslagenen
te vernemen.
Ten aanzien van eerstgemelde v.aag
worden op lart van den minister een
aantal stedelijke en plattelandsgemeen
ten gehoord.
De Aigemeene Meubelma-
kersbond, afd. Nederland, zal een natio
naal congres houden op Zondag 27
Sept. 1891, in het lokaal der Vereeni-
ging voor fabrieks- en handwerksnij-
verheid te Utrecht.
Naar men ons mededeelt
is de heer mr. S A. Vening Meinesz,
burgemeester van Rotterdam, met in
gang van 15 October a. s. benoemd tot
burgemeester van Amsterdam.
(N. R. C.)
In eene vergadering van
het bestuur en gedelegeerden van den
„Amsterdamschen Werkmansbond" is
de minister van Buitenl. Zaken, mr. G.
van Tienhoven, tot eere-lid van den
bond benoemd.
Bij de voormaligeRijnspoor
weg-maatschappij gold als regel, dat,
bij het eindigen van het badseizoen, aan
de portiers der voornaamste hotels te
Scheveningen een gratificatie werd toe-
gend als blijk van erkentelijkheid voor
de pogingen, door hen aangewend, om
de badgasten gebruik te doen maken
van de lijnen dier Maatschappij. Door
de Exploitatie Maatschappij is echter
besloten, die belooningen niet meer uit
te reiken. {Avondpost.)
De commissie tot het exa
mineeren van stuurlieden aan boord van
koopvaardijschepen hield op 8, 9, 10,
14, 15 en 16 dezer openbare zitting te
Helder.
Vijftien candidaten hadden zich aan
gemeld en wel voor de groote zeilvaart,
programma A, vijf /oor het diploma als
eerste stuurman, vijf voor dat als tweede
stuurman; voor de grooté stoomvaart,
programma B, één candidaat voor het
diploma als eerste stuurman, één voor
dat als tweede en twee voor dat als
derde stuurman. Daarenboven hadden
vijf candidaten zich aangegeven voor
een aanvullingsexamen stoomvaart.
Het diploma als eerste stuurman
groote zeilvaart A werd uitgereikt aan
H. Munneke, L. Visser, A. J. Jongman
en W. Reeder, termijl H. Munneke en
A. J. Jongman tevens slaagden in het
aanvullingsexamen eerste stuurman
groote stoomvairt A. Het diploma als
tweede stuurman groote zeilvaart A
werd uitgereikt aan G. Bos.
Aan J. F. Jullien werd uitgereikt het
diploma als eerste stuurman groote
stoomvaart B en aan J. K. Dood dat
als derde stuurman groote stoomvaa
A.
verzocht van zekeren G. Suet, die ver-;
dacht wordt te Dortmund ten nadeele
van zijn patroon zich te hebben schul
dig gemaakt aan diefftal van ongever
7000 mark.
In de nabijheid van Frane-
ker is door de politie de hand gelegd
op een vaartuig, geladen met kool en
aardappelen, welke lading bleek te zijn
gestolen. Een der bestolen landbouwers
had bij avond de daders, twee broeders
uit Sneek, werkzaam gezien op zijne
akkers en de po'itie gewaarschuwd.
Buiten de beiden, die spoedig bekenden,
was nog aan boord een meisje uit
Dordrecht, met wi° dé oudste der aan
gehoudenen binnen eenige dagen in het
huwelijk zou treden. Men had haar aan
boord opgesloten en wijsgemaakt dat
de lading op crediet was gekocht. De
droefheid en ontsteltenis van het arme
meisje, die zich hare komst in Friesland
zoo geheel anders had voorgesteld, ver
wekte eene aigemeene deelneming.
De cursus ter opleiding tot officier
van wapening bij de werkplaatsen voor
draagbare wapenen te Delft, wordt
thans bijgewoond door den re luitenant
E. A. L Gevers Deijnoot, van het reg.
grenadiers en jagersden ie-luit. P. A.
T. Zanino, van het ie ieg. inf den
2e luit. W. S. A A. H van Rijswijk
de Jong, van het 5e reg. inf. den
2e-luit. B. H. Goudriaan van het 8* reg.
inf.de 2*-luits. J. G A. van der Put
ten en W. L. van Putten, van het
2e reg. vesting-artillerie; den 2e-luit.
H. A. Zeilmaker, van het 3e reg.
vestingartillerie; den 2*-luit. G. de
Josselin de Jong, van het 4c reg.
vest. art.de ie luits. F. W. baron van
Boetzelaar, S C. Gooszen en V. A.
Bloem, resp. van het 2« en 3; reg.
veld art. en van de instr.-comp.
Een kruier te Amsterdam
deed Woensdag bij de politie aangifte,
dat hij uit een gesloten houten kistje
een som \an f 500 vermiste. Hij ver
dacht van deze daad twee personen,
die hij 8 dagen geleden uit medelijden
in zijn woning had opgenomen, en die
sinds Dinsdagavond verdwenen zijn.
Eene dezer dagen in het
oude kerkhof te Hardegarijp gevonden
bruin zerken doodkist, zonder deksel,
is naar het museum voor oudheden te
Leeuwarden overgebracht. Een jaarcijfer
werd op de kist niet gevonden, even
min andere bizonderheden.
Door de politie in Den
Haag is aangehouden een te Rotterdam
woonachtig persoon, die in den laten
avond van gisteren op het Binnenhof
een heer heeft mishandeld en beroofd
van diens portemonnaie met geldswaarde.
Het geld is in zijn bezit gevonden.
Het onderzoek bracht zoovele bezwaren
voor genoemden persoon aan het licht,
dat de aangehoudene is gesteld ter be
schikking van de justitie.
Bij de politie te Rotterdam
is aangifte gedaan, dat een uitgever
van een aldaar verschijnend blaadje,
zich uitgevende voor den uitgever van
een te 's Hage verschijnend weekblad,
getracht heeft eene zekere som geld
machtig te worden waarvoor hij eene
valschelijk geteekende kwitantie afgaf,
en onder bedreigingen, die het karakter
hadden van chantage.
Naar men verneemt, is de man van
daar
Voor de tegenwoordig heerschende
zenuwachtige stemming in Europa heb
ben de Hamb Nachr. de ware oorzaak
ontdekt. Het komt wijl de ijzeren rijks
kanselier niet meer me: vaste hand ons
werelddeel beheerschtIn een artikel
over den internationalen toestand ver
klaart het doo Bismarck geïnspireerde
blad dat er geen reden bestaat om zich
al te zeer te verontrusten. De opgewon
denheid, welke iu Duitschland heerscht,
schrijft het blad toe -aan het gebrek aan
vertrouwen der bevolking in de regee
ring, sedert Bismarck is afgetreden.
Verder is het artikel een lofrede op het
bestuur van den ex kanselier. De Nati-
onaltib. Korr. duidt dit artikel den heer
Von Bismarck zeer euvel, daar het er
slechts toe bij brengt, het publiek nog
meer te verontrusten en het prestige
van het Duitsche Rijk tegenover het
vijandelijk gezinde buitenland verzwakt.
Als de ex rijkskanselier wenken heeft te
geven aan de regeering, dan staan hem
daartoe andere wegen open dan in de
pers, rneent het blad.
In Frankrijk heeft natuurlijk 's keizers
jongste toespraak, te Erfurt gehouden,
zeer de aandacht getrokken.
De bonapartistische Pair ie bevat aan
het hoofd van haar blad de met vette
letters gedrukte woorden„Frankrijk
beleedigd door Wilhelm II."
t De republikeinsche Temps betreurt
verdwenen, vermoedelijk omdat L het compliment aan den duit
hij nog eemge vonnissen te goed ïee 1 scjien keizsr> deze week gebracht over
vnnr beleedigingen m w°°* en ei* Se' diens grootere gematigdheid in het spre -
verhten. het schieten met em, ge5weest) en vr£agt
keizer Wilhelm I in den conflicted
betitelde. Toch meent het blad, dat men
aan het incident geen te groote betee-
kenis moet toekennenhet verdient
hoofdzakelijk de aandacht als psycho
logisch verschijnsel.
Gelijk gebruikelijk geeft intusschen de
Reichsanzeiger een „gerectificeerden"
tekst van de te Erfurt gehouden toe
spraak des keizers. De zinsnede be
trekkelijk Napoleon luidde volgens het
officieele blad „Op deze plaats heeft
de corsikaansche veroveraar duitsche
vorsten zwaar gekrenkt en ons onge
lukkig vaderland diep gedeemoedigd.
Toenmaals kiemde in de zaal van mijn
overgrootvader de gedachte aan den
tegenstand tot het uiterste, die tot de
heerlijke verheffing van 1813 leidde."
Zooals men ziet zijn de „parvenu'
en de „wraak" uit dezen tekst ver
dwenen.
Nader wordt nog gemeld
Naar aanleiding van hetgeen de
duitsche Keizer in zijne te Erfurt gehou
den toespraak gezegd heeft over „den
parvenu van Corsica" (Napoleon I),
maken ook de Liberty, Jour en Paris
zeer heftige artikelen tegen den duitschen
soeverein openbaar De JS/ational zegt
E- zouden niets dan betreurenswaardi
ge dingen dit kunnen voortvloeien, zoo
wij niet het vaste voornemen hadden,
ons aau geen aanval van dien aard te
storen en geen enkele onvoorzichtigheid
te begaan doch, als het waar bleek te
zijn, dat de duitsche Keizer zoo gespro
ken heeft, als gemeld is, dan zal Frank
rijk eene opheldering moeten vragen
aan Duitschland en een schitterend
herstel moeten bekomen.
Bij het déjeuner, door Carnot aange
boden te Vitry Le Fraugois, aan het
gemeentebestuur, heeft Carnot een toast
gedronken, waarin hij zeide Gedurende
de thans afgeloopen manoeuvres heeft
het leger getoond wat Frankrijk er van
kan verwachten. Het geheele land is aan
het leger erkentelijk voor de wijze waar
op het het vertrouwen heeft gerechtvaar
digd. Het volk weet wat het verschuldigd
is aan deze school der toewijdinghet
weet dat, als flinkheid, wijsheid en
loyaliteit in de buitenlandsche aangele
genheden het land oprechte vrienden
kan doen vinden, een onbeperkt ver
trouwen op zijne hulpmiddelen den
waarborg levert voor den vrede, welken
het niet verstoort wenscht te zien. Het
leger geeft ons zulk een vertrouwen ik
drink op zijne eer.
De Freycinet dronk daarna op de
gezondheid van Carnot.
Una, demenschelijkevlie g".
die Vrijdag avond in een theater te
Grimsby, in Engeland, ten aanschouwen
van eenige honderden tegen den zolder
liep, (leed een misstap, zoodat hij naar
beneden stortte en met een geweldigen
op den vloer terecht kwam, vlak
op zijn hersenpan. Hij was nagenoeg
dood, daar zijn schedel te pletter was
gestooten. Una's ware naam is Sydney I
Bird, en hij was nog maar een jongen
van zestien jaar, die te Lowestoft was
geboren.
Een jonge schilder ont
beet Dinsdag in een restauratie te
Parijs, en gaf den kellner, Joseph,
een bankbiljet van 500 francs Deze
zeide, dat hij het zou gaan wisselen,
dagavond te Parijs aangehouden ter ge
legenheid van de opstootjes wegens
de opvoering van Lohengrin, zijn er
slechts 22 in hechtenis gehouden.
Uit Par ij s wordt van 16
September gemeld: Heden avond bij
de eerste opvoering van de „Lohen
grin44 krioelde de menigte in den om
trek van het operagebouw. De garde
republicaine dreef de nieuwsgierigen
terug. Achthonderd personen zijn gear
resteerd omdat zij niet wilden doorgaan
èn wegens hun zingen. Binnen het ge
bouw heeft er geen enkel incident plaats
gehad. Het eerste en het tweede bedrijf
werden zeer toegejuicht.
De Barm er Ze itung deelt
mede, dat te Belbert een vijftienjarig
dienstmeisje is gearresteerd onder be
schuldiging een kind van 3^ jaar te
hebben vermoord en begraven.
Het m isje was vroeger reeds drie
maal, onder verdenking van brandstich
ting, door de politie verhoord.
Behalve de ferme maatre
gelen, die de politie genomen had om
alle levenmakers bij of in de opera op
den avond der opvoering van „Lohen
grin" onschadelijk te maken, moet tot
den gelukkigen afloop der voorstelling
ook veel hebben bijgedragen, dat er een
aantal van de allervoornaamste leden
der russische kolonie te Parijs op de
eerste rangen in de opera gezeten wa
ren. De Russen zijn over het algemeen
nog hartstochtelijker Wagnerianen dan
zij de Franscben, hunne vrienden van
één dag, liefhebben. Zij zouden het
verstoren van hun kunstgenot erg kwa
lijk genomen hebben, en aangezien het
fransch - russische verbond een teer
plantje is, dat door een schouwburg-
kabaal best ontworteld zou kunnen
worden, hebben de schreeuwers tegen
Wagner wijselijk besloten, de eerste
avonden althans een slot op hurmen
mond te leggen. Later, als er geen Rus
meer in de opes a is, zullen zij misschien
uit den hoek komen.
Uit het telephonisch bericht, dat de
Indé.pendance ontvangen heeft, blijkt
dat de vertooning schitterend geweest
is. De loge van den president der repu
bliek was ledig; anders was er nergens
eene plaats onbezet. Na het voorspel
werd Lamoureux levendig toegejuicht.
De sopraan, mile. Caron {Elsa) en de
tenor Van Dijck werden bij hun op
treden met toejuichingen begroet. Na
het eerste bedrijf was het succes van
den avond verzekerd. De geheele opera
is zonder verkortingen gegeven en is
na de laatste akte andermaal met
warmte toegejuicht. Er hadden geen
andere betoogingen plaats dan dat de
menigte buiten de Marseillaise zong
en dat er onder de toeschouwers strooi
biljetten werden verspreid met het op
schrift Les barbares opéra. Er zijn
echter eenige vechtpartijen op straat
met de politie-agenten geweest. In den
omtrek van het duitsche gezantschaps
hotel waren buitengewone maatregelen
van voorzorg genomen, waardoor alle
opstootjes voorkomen zijn.
In het garnizoen van kro-
toseliin werd een geheele compagnie
gestraft met arrest, omdat een schild
wacht tot die compagnie behoorende,
was ingeslapen. Toen nu eenige dagen
later appèl werd gehouden, ontbraken
op het vierde appèl een en twintig
van de gestraften, die alzoo tegen het
bevel in, de kazerne hadden verlaten.
Twintig van hen zouden eerstdaags
naar hunne haardsteden terugkeeren.
schriften, vechten, het schieten met en °oorbarig
dragen van vuurwapenen enz.
(W. R. U)
Door de duitsche regee
ring is de opsporing en aanhouding
wat men wel in Duitschland zou zeggen,
indien een hooggeplaatst persoon aan
dezen kant der Vogezen gebruik maakte
van de scheldnamen, waarmede men
maar kwam niet terug, en toen dej)e krijgsraad heeft drie schuldigen tot
schilder den eigenaar vroeg waar zijn 2I maanden en de overige 18 tot
geld bleef, constateerde men met schrik achttien maanden vestingstraf veroor-
dat Joseph met ziju buit verdwenendeeld.
was. Den artist bleef niets over, dan
bij de politie een aanklacht in te dienen. Een zwitsersch doctor is er
Een duur ontbijt! i"1 geslaagd fotografieën te nemen van
beschilderde glazen en wel in (lc oor-
Van de personen, W o e n s spronkelijke kleuren. De opname ge
len de tafel stond niet in het midden, er hing geen gaskroon
aan de zoldering en boven den schoorsteen was geen spiegel.
Aan de muren hingen schilderijen, die de bezoekers niet begre
pen het was ook hun smaak niet van een schilderij, weetje
de eene kant van den muur was geheel achter boeken
verborgen.
„Nettie keek op de klok op denschoorsteenmantel. „Pas half
zeven," zeide zij bij zichzelf. „Hij zal op zijn vroegst om acht
uur thuis komen."
Zij hervatte haar werk met een lichten, zwakken zucht. Toen
hoorde zij voetstappen en stond op om de deur te openen.
Haar bezoekster was ook jong evenals ze en eveneens ge
trouwd. Zij had een hoed op, maar droeg geen handschoenen.
„Ik kom eens even aanloopen, Nettie," zeide zij, terwijl zij zich
op een stoel liet vallen. „Het is in huis zoo vervelend, als er
geen werk te doen is. Hoe gaat het met het kleintje? Hoe is
het met jou, George, mijn jongen? Vind je je nieuwe muts
niet mooi
Het was Victoria, een jongere zuster van Nettie, die zoo sprak.
Zij was kort geleden gehuwd met een klerk, die een inkomen
van 150 pond had.
Victoria geleek veel op haar zuster, maar deze was kleiner,
zag er aardiger maar meer onbeteekenend uit. Zij was zeer knap
maar had eene zeer alledaagsche schoonheid; zooals fijne regel
matige trekken, heldergrijze oogen, lichtblond haar, zeer kleine
handen en een mondje met lippen zoo frisch als een roaeknop,
maar welks opgetrokken bovenlip een driftig humeur te kennen
gaf. Zij was eene Venus in 't klein, maar een Venus, die luimen
heeft. De ware Venus, de ongenaakbare schoonheid, kan nooit
boos worden. Het is haar onmogelijk ooit slecht gehumeurd te
zijn over de onverwaarloozing van hen, wier hart niet klopt, als
ze haar zien en naderen. Zij beklaagt hen, maar is niet meer
vertoornd op die koude, ongevoelige naturen.
„Wij zijn allen zeer goed, Vic. Hoe is 't met Charlie?"
„Charles ging vanmorgen zeer ontstemd naar zijn kantoor.
Alsof eene vrouw nooit eens hare meening mag zeggen, 't is wat
moois. Nu, hij zal vandaag wel weer bijdraaien, en als dat niet
het geval is, dan kan het mij nog niet schelen. Hij heeft meer
t land aan een mokkend gezicht dan ik. Wat heb je daar Een
nieuwe stoel Goede hemel, zes maanden geleden had je ook al
een nieuwe. Mijn beste Nettie, jelui inkomen zal op den duur
zulk een weelde niet kunnen betalen."
„George koopt niets, dat hij niet dadelijk kan betalen. En wij
leggen zelfs nog geld over, dus maak je maar niet bezorgd over
onze vreeselijke verkwisting, lieve Vic. Moeder is vanmorgen
hier geweest en had ook al veel aan te merken, voorarop de
rekening van den slager.
„Wel, gij leeft ook tegenwoordig lang zoo zuinig niet, als wij
opgevoed zijn, nietwaar Gij eet maar zooveel osse- en schape-
vleesch als gij wilt, uwe geheele wasch wordt door andere men-
schen beschikt en uwe japonnen koopt gij geheel gemaakt." Vic
zuchtte. „Gij moogt uzelf wel gelukkig rekenen, Nettie, dat gij
het zoo goed getroffen hebt in uw huwelijk. Ik wou maar, dat
ik uw huishoudgeld kreeg. Maar het geeft niet of ik dat al
wensch, misschien als Charlie eens aandeel in de zaak krijgt,
maar dat zal nog wel lang duren."
„Heb maar geduld, beste Vic."
Vic stond op en bekeek ongeduldig de zaken, die op de
tafel lagen. Een photographie-album lag er ook. Zij opende het;
het bevatte slechts enkele familieportretten, zooals haar vader met
e°n boek in de hand en zulk een peinzend gezicht, alsof hij een
wijsgeer was, die bezig was een moeilijk vraagstuk op te lossen;
haar moeder met een zelfbewust lachje op haar gelaat; zijzelf een
beetje onbeschaamd en meer gelijkende op een zangeres van een
café-chantant dan op een eerzame getrouwde vrouw; voorts be
vatte het een portret van George, die zeer forsch was en een
zwaren baard had.
„Nettie," zeide zij, „heb je geen enkel portret van George's
bloedverwanten? Hij. moet er toch eenige hebben. Wij hebben
toch allen een vader en moeder en broers en neven. Waar wo
nen al die menschen?"
„Zij wonen ergens in Australië."
„Wel, als ik u was, zou ik niet rusten, voordat ik alles precies
van hen wist."
„Wel, lieve, ik weet alles van hen."
„Hun namen en de betrekkingen, die zij bekleeden ook?
Misschien zijn het wel allen winkeliers, ik wil dat George nu
niet voor de voeten werpen, want Charlie zegt ook, dat wij niet
alle geboren heeren kunnen zijn/ ofschoon ik wel weet, dat ik
Charlie nooit getrouwd zou hebben, als ik niet geweten had, dat
zijn familie zeer fatsoenlijk was."
Wordt vervolgd