NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Donderdag 1 October 1891. No. 2528 A BON N EM ENTSPEIJS ADVERTENTIÊN: Lijst van aangeboden Betrekkingen, STADSNIEUWS. DüITSCHE OPERA. Letteren en Kunst. BINNENLAND. FEUILLET ON 111 HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad .araehynt dagelpka, behalve op Zon- en Feestdagen. Hurean Kleine Hontetraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer i2£. Tan 15 regel* 50 Ceiits; iedere regel maer 10 Cent*. Groete letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanxienlijk rabat. AbonnoxnenÊea es Advertenties wordee aangenomen door onze «genten ea door alle boekhandelare-a ea coarantserB. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. U00fdagenten vcor het Buitenland'. Compagnie Générale de Fublicilé Btrangère B» L. 1)AVB3 Go^ JOHN I. JONB8Suce.y Farijt 31 bi: Faubourg Montmartr (Wij vestigen op de de aandacht voorkomende in dit Blad op de 3e pagina. Directeuren- Uitgevers. Haarlem, 30 September 189 Bij kon. besl. van 28 Sept. is als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij kon besl. van 22 Sept. 1855 no. 64 toegekend aan J. C. van der Walle, brievenbesteller alhier, wegens het met levensgevaar redden van een kind uit de Bakeneser- gracht aldaar op 15 Juni 1891. Door het gerechtshof te Amsterdam is bekrachtigd het vonnis der Arrond. Rechtbank alhier, waarbij Pieter Koole (de beruchte inbreker te Haarlem en Heemstede) tot 4 jaren gevangenisstraf is veroordeeld. Door de politie alhier is aangehouden een 18 jarige tamboer van het korps mariniers, in garnizoen te Rotterdam, die van verlof was achtergebleven en wiens opsporing was verzocht. Hij is ter beschikking van de militaire auto riteit gesteld. Don Juan. Maandagavond gaf de nieuwe duitsche opera uit Amsterdam, onder directie van den heer Ludwig Schwarz, eene introductie voorstelling in onzen schouw burg met Mozsrts „Don Juan". Geen van de artisten der vroegere opera in Rotterdam troffen wij bij dit gezelschap aan, en wanneer wij daarom een oordeel vellen, dan zal dit uit den aard der zaak slechts betrekkelijk kun nen zijn. Er zijn zoovele invloeden, die inwerken op den indruk dien een zangeres of zanger maken, dat men be zwaarlijk een absoluut oordeel kan uit spreken na een eerste voorstelling. Zóóveel durven wij er echter wel van zeggen, dat de eerste sopraan, Emmy Sonntag-Uhl, een der beste krachten is, waarover het gezelschap beschikt, én door haar zuiver en kolossaal geluid én door de geschoolde voordracht. Het publiek toonde zich dan ook bizonder met haar ingenomen en riep haar her haaldelijk met meer kracht terug, dan men van een zóo weinig talrijk audito rium had kunnen verwachten. Na deze dame mogen de heeren Eduard Schnegraf (Don Juan) en Adolf Stierlin (Leporello) genoemd worden, eerstgenoemde, betiteld als „Kammer- sanger," met een niet groot maar aangenaam geluid en Leporello met een basgeluid, dat door den klank en de buigzaamheid, voortdurend boeit. Ook hun beider tooneelspel was goed, den heer Stierlin in de operette te zien moet een genoegen wezen.- Zerline (Rosa Berthier) kon ons beter voldoen dan Donna Ehira (Lewina Milles), maar toch had de laatste zeer goede oogenblikken, die zich wellicht in eeoe andere partij talrijker zouden voordoen. De Gouverneur (Paul Jugel) en Masetto (Ignaz Dolani) vervulden hunne uiet zeer belangrijke rollen zeer bevredigend. Don Offavio's aandeel in de opera hebben wij altijd eene zeer ondankbare gevonden. Zijn optreden heeft iets me chanisch, als het opspringen van een duiveltje uit een doosje en door het voortdurend wraakroepen over Don Juan, in gezelschap van Donna Anna's weeklagen, iets eentonigs tevens. Maar ook de fraaie momenten in de partij heeit de heer Gehrmann niet tot hun recht laten komen, de partij ligt hem blijkbaar te hoog, en zijn stem is vaak klankloos. Dit uitgezonderd, heeft deze eerste voorstelling op ons, en naar wij meenen, ook op het grootste deel van het publiek, een goeden indruk gemaakt. Wat de regie betreft, mag men op een provincie- theater niet de mise- en scène van Berlijn of Dresden verwachten en moet daarom ook over het hoofd zien de coupures, die vooral in de recitatieven worden gemaakt. Het koor heeft te' weinig te doen, dan dat men zou kunnen zeggen, hoe dit is saamgesteld, maar het orkest leek ons goed en bij het accompagnement niet te luidruchtig. Over de opera zelt valt niet veel te zeggen, dat er in de honderd en vier jaar van haar bestaan niet over gezegd is. Mozarts genie betwijfelt niemand meer. Alleen is in deze opera evenals in „die Zauberflöte" op te merken, dat sommige aria's wat gerekt zijn en dat onbeteekenende woorden worden her haald en herhaald op eene manier, die zich niet kan verdragen met den wagneri- aanschen geest in onze moderne toon werken. Vandaar dat sommige scènes niet van begin tot einde kunnen boeien. door elk middel, rijk en aanzienlijk wil 1 worden en daarin ook slaagt, ten koste van het levensgeluk van een aantal per sonen, die zijn doel in den weg staan. De held van het verhaal is goedge- teekend, sympathiek soms door zijn energie en helder doorzicht, antipathiek nog vaker door zijn cynisme in de keuze der middelen om tot zijn doel te raken. Aan het einde van den roman is hij rijk en aanzienlijk geworden, het geen den lezer geen plezier doet. Eén troost blijft hem (den lezer namelijk) over, dat hij op den duur onmogelijk gelukkig kar» zijn. Het boek is de lectuur wel waardig In een der amsterdamsche bladen wordt den leden van het Paleis voor Volksvlijt in overweging gegeven Hol te boycotten, door de klassieke concerten onder zijn leiding te mijden. Junkermann komt eerlang weder een tournée maken door ons land. Den 6a Oct. treedt hij te Almelo op, den 711 te Enschede. Bij de 4j- opvoering van „Lohen grin" te Parijs, droeg Van Dijck, die tot hiertoe baardeloos was opgetreden en daarover heel wat had moeten hoo- ren, een baard. De opera van Wagner is nu voor heden,'Woensdag en Zater dag aangekondigd. Thans heeft ook de Vereeniging der fransche tooneelschrijvers en com ponisten zich tot de regeering gewend, om de afschaffing te vragen van het verbod op Sardou's Thermidor. Bij den uitgever VV. H. J. v. Nooten al hier is verschenen een vertaling van Alex. Kjellands nieuwsten roman Jakob". Het is cïe boeiend geschreven historie van een jongen, die tot eiken piijs en Namens Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-Regentes werd dezer dagen een photographisch poitret van wijlen Z. M. den Koning, in lijst, toegezonden aan verschillende inrichtingen der Kon. Ned marine aan het korps mariniers aan de ver schillende korpsen en inrichtingen van het Nederl. leger; aan de militaire goevernementen, commandementen en aan de bataiilons, waarvan het vaandel versierd is met de Militaire Willemsorde, van het nederl.-indische leger, alsmede aan de garnizoenen van Paramaribo en Curasao. In een begeleidend schrijven werd het portret aangeboden als eene herinnering aan den overleden Koning, opperbevelhebber van zee- en land macht. Men meldt uit Apeldoorn: De drie prinsjes van Benthem zijn Dinsdag van het Loo naar Steinlurt teruggekeerd. De kroonprins van Italië, die Don derdag te 10 uur op het Loo verwacht wordt, vertrekt te 4 uur van daar per extra-trein naar Amsterdam. PI et onderzoek der staat s- begrooting voor 1892 is Dinsdag in de afdeelingen der Tweede Kamer nog niet aangevangen. Tot rapporteurs uit de Tweede Kamer voor de indische be grooting zijn gekozen de heeren Levysson Norman, Mees (voorzitter), Cremer, Van Nunen en Kielstra. De algemeene vergadering der Vereeniging voor kadaster en land meetkunde zal dit jaar op Woensdag 21 October a. s. worden gehouden te Groningen. Maandag den 3x11 Augustus jl, daverden de kanonschoten in gebrui kelijken getale over Pretoria, ter eere van den elfden geboortedag van de Koningin der Nederlanden. Een talrijk bezochte receptie had plaats ten huize van den nederlaudschen consul, den heer Bergsma. German o-m ani e T oeval- lig kreeg ik heden een rondreisbilj^t van Rotterdam naar de noordelijke provinciën „visa-versa" in handen, schrijft een inzender in de JV. R. Ct. Tot mijne groote verwondering zag.ik, dat de geheele tekst, ja ook zelfs eenige daarop geschreven woorden in „het duitsch, gesteld waren. Nu is mijne vraag is het niet treurig, dat men zich in een land, dat zijne eigene taal bezit, van eene vreemde bedient Dat men het duitsch gebruikt, wan neer men naar Duitschland, Oostenrijk of Zwitserland reist, is mij begrijpelijk, doch waarom men zich er van bediend, wanneer men slechts met nederlandsche ambtenaren te doen heeft, is mij niet recht verklaarbaar. Misschien is het wel om hen hun duitsch te doen onderhou den. Zaterdag had te Amsterdam eene bijeenkomst plaats van studenten, die hunne instemming hadden betuigd met de oproeping der heeren M. enR. Triebels. Aanwezig waren zeventien studenten en de heer F. van der Goes, die uitgenoodigd was deze vergadering bij te wonen. De resultaten der besprekingen zijn als volgtEr is eene socialistische stu- denten-vereeniging opgericht, die èn wetenschappelijk èn politiek is. Het ontwerpen der statuten en de nadere j omschrijving van den werkkring der Vereeniging zijn aan een paar leden opgedragen, die op eene algemeene ver gadering de resultaten hunner werk zaamheden aan de goedkeuring der leden zullen onderwerpen. De vereeniging telt op het oogenblik vier en twintig leden. De politie heeft de zes te Amsterdam gestolen horloges reeds terug. Naar de inbrekers wordt echter nog steeds gezocht Alleen de persoon, die de goederen bij zich had en wegens helen vervolgd zal worden, werd gear resteerd. Reeds i s m e 1 d i n g g e m a a k t van de opening van een tweetal schoolba- den aan de o. 1. s. der ie kl. no. 2 en no. 48, aan de Valkenburgerstraat en aan de ie Van Swin denstraat te Amsterdam. Het Hblad deelt daaromtrent mede Het badvertrek is verdeeld in 12 of 18 kamertjes, behoorlijk van elkander gescheiden. De vloer is met een raster werk van latten belegd, waaronder het badwater wegvloeit, zoodat niemand in bet vuile badwater van een ander staat. Boven vindt men een reservoir van 20 HL. inhoud. Het water, toegevoerd door de Vechtleiding, stroomt daarin, nadat het vooraf verwarmd is door een drietal geysers, die met gas worden ge stookt en op het reservoir zijn geplaatst. Door eene bizondere inrichting gaat de gasvlam uit, zoodra er geen water meer wordt toegevoerd. Daardoor wordt voorkomen, dat, als de geyser droog geloopen is, de vlam den toestel beschadigt. Uit een tweede hooger gelegen reservoir kan men zich van koud water voorzien. Een aan de oppervlakte drijvende bol, waaraan een hefboom is bevestigd, sluit de kraan af, zoodra deze bak vol water is, waardoor eene overstrooming onmogelijk wordt. Aan de badkamer grenst een behoor lijk ingericht kleedvertrek, waar men door doelmatige verwarming het gevaar van kouvatten zal kunnen vermijden. De geheele inrichting, die er zeer netjes uitziet, is het werk van den heer J. H. Nieuwkamp, timmerman en aan nemer alhier, terwijl de badtoestellen zijn geleverd door de welbekende firma Th. A. de Koster, mede te dezer stede. De regeling van het bad geschiedt op zeer eenvoudige wijze. De onder wijzer of onderwijzeres kan door eene gemakkelijke handbeweging eene kraan openen, en uit alle douches tegelijk stroomt warm of koud water op hoofd en lichaam van het badende kind Elke leerling wordt voorz-en van een bad handdoek en kan eens per week een bad nemen. Op den steenoven van den heer Stuivenberg aan de Croeselaan te Utrecht, brak Dinsdagnacht ten ruim 1 ure een vrij hevige brand uit. Het eerst in eene op het terrein aanwezige groote turfloods ontdekt, breidden de vlammen, door de aldaar voorhanden brandstof gevoed, zich weldra ook over den onmiddellijk aan die loods gren- zenden steenoven uit, waardoor de brand een oogenblik een dreigend aanzien kreeg. De brandweer, die weldra ter plaatse aanwezig was, was het vuur echter, dank zij haar krachtig en doeltreffend optre- 26) HOOFDSTUK XI. „Neen. Als men moet zwoegen om zijn dagelijksch brood te verdienen, houdt men gewoonlijk geen liefhebberij voor iets anders over. Men vergeet deze neigingen spoedig en wordt lui; in uw gezelschap komt echter de oude geestdrift wel bij mij boven. Meestal is hij echter geheel verdoofd." Er lag een treurig waas over de laatste woorden, die hij sprak. „Die lust kan gemakkelijk weer worden opgewekt," zeide de professor. „Als men een paar jaar werk doet, dat niet met zijn smaak overeenkomt, dan wordt de zin voor het schoone wel voor een tijd onderdrukt, maar niet geheel vernietigd. En dat gij met wétenschappen en schoone kunsten ophebt, toont elk woord, dat gij spreekt Kom, gij moet trachten u boven den stand, waarin gij u nu bevindt, te verheffen." Nettie hoorde dit gesprek zeer verwonderd aan. Zij begreep half dat John Carew, van wiens hooge positie in de maat schappij zij maar een onduidelijk begrip had, haar man trachtte over te halen, zich boven zijn stand té verhellen. „Ik ben door het noodlot gedwongen om te blijven, waar ik ben," zeide George, „het is alleen de dwang der noodzakelijk heid, die mij in mijn stand doet blijven." „Zulk een dwang kan niet bestaan," ging de professor voort- „Een man als gij zijt, kan veel beter werk doen. Het is eene schande, dat gij met uwe menschenkennis en belezenheid uwe talenten aan een blad van zoo'n gehalte kunt wijden. Gij moest redacteur zijn van een groot blad en minstens duizend pond per jaar verdienen." „O, George," zeide zijn vrouw I „Zoudt gij in staat zijn om duizend pond per jaar te verdienen?" „Gij kunt u in uw tegenwoordigen werkkring niet gelukkig gevoelen." „Lat zeg ik nog niet," antwoordde George. „Misschien kan ik niets beters doen. Waarom zal ik mijzelf met noodeloozen eerzucht kwellen, daar ik nu toch ben, waar ik wezen wil, en ik genoeg verdien om mijne huishouding voor gebrek te be waren." „Maar, dat gij u met zoo'n lage positie in de maatschappij zoudt vergenoegen. Ik kan het mij niet begrijpen." „Het schijnt u tamelijk lafhartig toe, nietwaar. Maar, zie je, in onze wijk heerscht een zeker geluk en een groote mate van tevredenheid in alle harten. Als wij ons boven onzen stand verhieven, zouden wij die tevredenheid misschien wel ver liezen." De professor lachte verachtelijk. „Bovendien heerscht er in de hoogere standen geen tevreden heid, want ieder streeft er naar om meer te bezitten en meer te zijn dan de anderen, en zoo gaat het voort totdat zij dan alleen gelukkig zijn, als zij ver boven anderen uitsteken, en dat is natuurlijk maar voor zeer weinig menschen weggelegd." „Gij spreekt niet in ernst." 11 Zeer zeker, en daarom meet ik zeggen, dat ik van plan ben te blijven, wat en waar ik ben. Beter werk kan ik misschien aan ons blad wel krijgen. Gij wilt zeker uw geboorteplaats ook liever niet verlaten, wel Nettie „Ik zou liever willen blijven, waar wij zijn," zeide Nettie. „Maar ik zou toch graag zien, dat gij werk kreegt, dat meer naar uw smaak was, George, en ik zou gaarne eens een kijkje in de groote wereld willen hebben." De professor merkte duidelijk op, dat deze man om de een of andere reden onbekend wilde blijven. Het spijt mij te moeten zeggen, dat hij evenals zekere familieleden van Nettie, een min der goede reden voor dit verlangen begon te vermoeden. Het was dan ook zeer zonderling, dat een man van nog geen dertig jaar, die zoo welopgevoed en belezen was, zulk een afgezonderd leven zou wenschen. Ter wille van Nettie hoopte Carew, dat het geen slechte daad mocht zijn, die George zoo in afzondering deed leven. Toen de bezoekers weg waren, begon John Carew bij zich zelf te overleggen, wat hij voor dezen man zou kunnen doen. Zij, die voor dagbladen schrijven, moeten eiken dag op het bu reau zijn om met den uitgever over de te plaatsen stukken te beraadslagen. Met sommige weekbladen is dit echter niet het geval; daaraan werken soms vele menschen, die buiten de stad wonen. Carew kende een uitgever, ging naar hem toe en ver_

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1