NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 9c Jaargang Vrijdag 9 October 1891 No. 2535 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIÉN: STADSNIEUWS. De verloren Zoon. PALEIS YAN JUSTITIE. An ondissements-Rechtbank. BINNENLAND. FEUILLETON, II I III MAN. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheeie Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers. 0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Korean Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12a. van 15 regels 50 Cent»; iedere regel meer lOCeate, Gro{ te letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abi>&neinelites ea AdverteLtiës worde* SAcgecomea door oebo ngectes ea door alle boekhandelaren ea conrantiors. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten eoor het Buitenland: Compagnit Générale de Publiciti Mraugbt 9, L. DAVBI Co., JOHB I. JONBS SucePurge 31Mi Janbonrg Moxtmartre. Haarlem, 8 October 1891. B. en W. stellen voor, om de Tweede Tusschenschool aan de Nassaulaan tot opleidingsschool voor jongens tot het Middelbaar Onderwijs te bestemmen en bij de Phoenix, aan het einde van de Parklaan, een nieuwe tusschenschool te bouwen. Voorts is het de wensch-van B. en W., om het schoolgeld aan de bestaande opleidingsschool in de Wilhelminastraat belangrijk hooger te stellen, zoodra de tweede school in gebruik wordt geno men, en wel 20 per leerling hooger, aldus is ook de opinie van den school opziener in het district Haarlem. Primo Augustus 1892 zou de nieuwe tusschen school dan gereed moeten zijn. Voor lid van de Comm. v. Toez. op het lager onderwijs (vacature de heer G. Pilge Zz.) worden voorgedragen de heeren i°. dr. H. D. Tjeenk Willink en 2°. mr. A. J. Heshuysen. Er zal hier ter stede eene poging worden gedaan tot vestiging van eene afdeeling der „Nederlandsche Vereeni- ging Creditreform", oj de grondslagen van de in 't buitenland bestaande, waar van te Dusseldori het hoofdbestuur is gevestigd. We stellen ons voor van de deswege, Vrijdagavond te 8 uur in „Funckler te houdeü, vergadering verslag te geven en onzen lezers het doel en de werking van deze instelling mede te deelen. De navolgende oproeping is algemeen in onze gemeente verspreid Weldadige Stadgenooten! Wij komeu tot U met de bede om hulp. Niet dan aarzelend doen wij dit, omdat wij weten dat dikwerf daarvoor bij U aangeklopt wordt. Toch mogfu wij ons door deze wetenschap ni«t laten terughouden, vraar duizenden en nogmaals duizenden inederneHScheu lijden, ja schrikbarend lijden. Waar dagelijks stroom en van russische ballingen met vrouw eu kind, opgejaagd uit het land en de stad, waarin zij als rustige ingezete non in hun onderhoud voorzagen, beroofd van het allert oodigste, uitgeput en verzwakt ook in het gastvrije en verdraagzame Nederland steun komen zoeken daar mogen en kunnen wij niet zwijgen, daar spoort ons hart ons aan, niet alleen om zelf te geven, maar ook om U met alle kracht op te wekken, om ons in dezen plicht van algeineeuc menschenliefde te steuuen. Want I aanzienlijk veel geld is er noodig om ook maar in den eersten nood van die tallooze vluchtelin gen te voorzien eu hen in staat te stellen eene rustige woonplaats te vinden in die koloniën, die door machtige mensehenvrienden voor hen gisticht worden. Wilt ons daaiom, weldad'ge Stadgenooten, hel pen met dat medelijden en die mildheid, d.e zich bij U nooit verloochenen, en die wij dus zeker thans van U durven verwachten. Deze oproeping, waaraan een inschrij vingsbiljet is vastgehecht, is ondertee kend door 25 stadgenooten van zeer uiteenloopende godsdienstige richting. Wij behoeven wel niet te zeggen, dat wij dit werk der barmhartigheid gaarne in de aandacht van onze lezers aan bevelen. De gelden zullen worden overgemaakt aan het Hoofdbestuur van de nederl. afdeeling der Alliance Israélite univer sale, te Amsterdam. De vereeniging „door Inspanning Uitspanning" zal, ter voorziening in den dringenden nood van eene weduwe met zes kinderen, binnenkort eene welda digheidsvoorstelling geven. We betwij felen niet of deze wijze van uitoefening der philanthropic zal weerklank vinden in de harten onzer menschlievende mede ingezetenen. Het is eene zeldzaamheid, op het tooneel in onzen schouwburg actrices en acteurs te zien optreden, die noch spreken noch zingen, en die alles wat zij aan de toeschouwers te vertellen hebben, moeten vertolken door hunne gebaren. Als vanzelf sprekend mag men aan nemen, dat dit oneindig moeilijker is, dan een rol goed te zeggen of een partij goed te zingen. De bewegingen in eene pantomime moeten elk op zich zelve overwogen, geleerd, bestudeerd worden toch moetên zij los zijn en onge dwongen die bewegingen moeten sober zijn, anders vermoeit men zichzelf en de toeschouwers ook niet te karig, want dan begrijpt het publiek ze niet en verveelt zich gauw. En wanneer dan ten slotte zulk een gebaren-stuk ver gezeld gaat van karakteristieke muziek, die sluit op de pantomime als een deksel op een doos, zoodat in spannende mo menten het gebaar wordt aangevuld, erduidelijkt en versterkt door de muziek, dan moet men erkennen, dat het een moeilijk werk is, eene pantomime als De verloren Zoon* naar eisch weer te geven. Een gedeelte van het gezelschap uit den „Salon des Variétés" gaf Dinsdag avond dit stuk van Michael Carré Fils, in onzen schouwburg. Meer dan een halt dozijn personen, drie dames en drie heeren vereischt het niet. De his torie is zeer eenvoudig. De zoon van den ouden Pierrot, verliefd op een waschmeisje (de junior namelijk) gaat er met zijne schoone van door en be steelt zijn vader. Als het geld op is, laat het meisje hem in den steek, om met een rijken baron weg te loopen. De jonge Pierrot heeft intusschen met valsche kaarten gejd gewonnen in zijn club, maar werpt dit weg als hij haar vlucht ontdekt en besluit, vol berouw, weer naar zijne ouders terug te keeren. Zijn moeder schenkt hem onverwijld vergiffenis, maar de vader weigert en eerst als de verloren zoon besluit soldaat te worden en een nieuw leven te be ginnen, neemt hij hem weer in ge nade aan. Mevrouw Rössing-Sablairolles is een uitstekende „verloren zoon". Hare ge baren zijn goed doordacht, vaak zeer elegant en altijd duidelijk. Ook de oude Pierrot werd goed weergegeven, de heer Moor maakte vooral van het tooneeltje waai in hij de Figaro zit te lezen, een alleraardigst moment Voldoende waren moeder Pierrot (mev. de Boer-van Rijk) en Phrynette het waschmeisje (mej. Anna Poolman). De Baion (de heer Blaaser) was somtijds zeer goed, maar viel nu en dan uit zijn rol, doordat hij de lippen bewoog alsof hij sprak, 't Moei voor een acteur dan ook moeilijk wezen, op het tooneel een uur lang den mond te houden De muziek is zeer aangenaam en zoo als wij zeiden, klopt op het stuk Ze werd, onder directie van den heer Re nard, zeer consciëntieus, los en levendig weergegeven door een negental leden van het Stedelijk Muziekkorps, met een pianist en een trombonist van elders. De uitvoering had meer belangstelling verdiend ze valt den executanten wel licht bij een 'tweed', ^opvoering ten deel, Als lever de lideau gaven mevr. de Boer-van Rijk en de heer Blaaser een blijspelletje in eén bedrijf, „kapitein Cadillac", dat zeer goéd werd gespeeld. OFFICIEEL*! BKttlCHTËN. kon. besluit is, met iDgang van ontdekte was. De Heden waren o. a. gedagvaard vijf amsterdamsche jongelieden, J. F. H. du Pié, timmerman, H. Hoogwoud, diamantslijper, H. J. Ross, kantoorbe diende, E. V. Benecke, zonder beroep en Gottlieb Schüler, broodbakker. Alleen de drie eerstgenoemden waren ver schenen. Dit vijftal was den 2isien April j. 1. uit rijden en passeerde daarbij ook den Sloterweg in de Haarlemmermeer. Daar plotseling zien zij aan den kant van den weg een vaatje margarineboter liggen Tamelijk aangeschoten, stappen twee hunner uit en laden het vat op hun rijtuig, en de laatste beklaagde, Schuier, verkoopt het dien avond aan zijn zwager, een tapper te Amsterdam, voorgevende dat hij het met een biljart partij gewonnen had. De koopprijs was acht gulden. Het vat was van den wagen van J gjj zekeren Van 't Hot afgevallen en bij de l6 October, benoemd tot direïteu'r van nasponngen naar t verloren schaap]iet telegraafkantoor en brievengaarder men, waar het gebleven j te Egmond, H. M. Hiilkema, thans com- aanwezige beklaagden ont- ndes der telegraphie van de 3e klasse, kennen het feit met maar excuseeren J Bij koDr besluit ;s G j Cambier zich ermede, dat zij dronken waren, eens laatstelijk ingenieur der 20 klasse bij een „lolletje wilde hebben en niemand den waterstaat en 's lands burgelijke tekort wilden doen. En daar inderdaadopenbare weiken in Ned..indig thans de schade door de beklaagden vergoed met veri0f hier te lande, op zijn verzoek, is en Zij toch met geacht kunnen wor- eervol uit .slands diensl „blagen. den dieven van professie te zijn, vraagt de subs. off. v. just. mr. Joh. P. van Outeren, hunne veroordeeling tot eene zeer lichte straf. t. w. /15.boete, subs. 7 d. hechtenis. Bij eene zóo clemente handelwijze van den ambtenaar van het O. M., wiens requisitoir zóo zelden tot een andere dan gevangenisstraf concludeert, mocht een verdediger tevreden wezen. Niet alzoo mr. N. C. Pieren, de raadsman van de beklaagden, die vrijspraak vraagt i°. op grond dat de naam van den eigenaar niet is van 't Hof, zooals de dagvaarding vermeldt, maar Hagedoorn, en 20. omdat niet is bewezen, dat zij samen en in vereeniging met elkander hebben gehandeld. Treuriger is eene volgende zaak. Dirk van Waard, horlogemaker te Haarlem, oud 30 jaar, staat nu terecht omdat hij een horloge, dat hem door juffrouw Morel ter reparatie was gegeven, op den naam „Content" in de Bank van Lee ning heeft gebracht, met het doei om een ander horloge, dat hem ook ter reparatie was toevertrouwd, te lossen. Beklaagde, die blijkbaar onder den indruk en daardoor nauwelijks ver staanbaar is, erkent het feit. De subs, off. van just, deelt aan de rechtbank mede, dat op het einde van het vorig jaar of in het begin van dit jaar, ook reeds een dergelijke aanklacht tegen dezen beklaagde was ingediend, die echter uit medelijden niet was door gezet. De eisch is 1 maand gevangenis straf. Uitspiaak den i6<len dezer. De Rechtbank, uitspraak doende in de zaak van Frans Feldman (poging tot inbraak in de kiosk van het Bloemen- daalsche park) veroordeelde den be- tot 6 maanden gevangenisstraf, 6 dagen hechtenis en 6 maanden op zending naar eene Rijkswerkinrichting geheel conform den eisch. M r. W. R. Boer heeft aan H. M. de Koningin-Regentes eervol ontslag gevraagd als burgemeester van Utrecht met ingang van 1 Nov e. k. of zooveel vroeger of later, als H. M. mocht ge lieven te bepalen. Bij kon. besluit is, met ingang van 1 Augustus 1891, aan I. J. van der Bosch, gewezen ontvanger der invoer rechten en van den accijns op de suiker te Amsterdam, een pensioen /erleend van 4000. Bij kon. besluit is aan den voor den dienst in Ned.-Indié bestemden soldaat A. Schirmer, van het koloniaal werf depot, vergund bet dragen van de herin neringsmedaille voor het deelnemen aan de fransche expeditie in Tonkin, China en Ann am. Men meldt uit s-H age van 7 Oc tober De Kroonprins van Italië reed gisteren met den extratrein, welke lxem uit de residentie naar het Loo bracht, tot aan het koninklijk lustslot. Toch wachtten hem en zijn gevolg nog rijtuigen van het Hof aan het eindpunt van het verbiudingsspoor. Op het perron werd de Prins ontvangen door Hare Majesteit de Koningin-tegenles met do jonge Koningin, die er wederom deer welvarend uitzag. Na de gebruikelijke voorstelling van de leden van het gevolg vereenigden Hare Majesteiten zich met den Prins aan een diner. Aan den vor- stelijken disch Z'.ten mede aiti mark'es Spinola, generaal Morra, kolonel Itiscoti, ritmeester Mal- vessi, kolonel Simon, jhr. "an de Poll en de gewone dienst van H. M. De gasten droegen zwarten rok en witte das. De jonge Koningin toonde zich weder zeer lieftallig en gaf blijk van haten zeer ontwikkel den geest. Onmiddellijk na het diner vertrok Z. K. II. naar Den Haag, waar hij te 10 u. 85 aankwam, zich rechtstreeks begevende naar de woniug van den britschen gezant. Sir Horace Pumbold, die ter eere van Z. K. U. een luisterrijke soit ée gaf. De hooge gast werd aan den ingang ontvangen door den engeischeu gezant en het peisoneel der britsche legatie, en verscheen in de schitterend verlichte salons te midden van een lóOtal ge- noodigden, saamgebrscht uit de diplomatieke, staatkundige, ambtelijke, de hof-, kunst- en we tenschappelijke kringen der residentie. Tot de bezoekers dezer schitterende partij be hoorden o. a.de minister \an Buiten 1 Zaken, de oud-voorzitter der Tweede Kamer, jhr. Bee- iaarts, de staatsraden liochussen en graaf Van Zuylen, de afgetreden minister Mackey, de gene raal Verspijck, de commissaris van 11. M., de burgemeester mr. Roest, de met verlof aanwezige gezant te Parijs, jhr De Sluers, de minister resident jhr. v. d. Staal, de kunstschilder Mesdag, de attachés hij ons corps diplomatique. De italiaausche gezant stelde verschillende hoeggeplaatsle staatsdienaren den Kroonprins voor. Z. K. H. keerde te middernacht huiswaatts liet zeer goanimeerde bal, gehouden in eene 33) HOOFDSTUK XIV. Zooals de meeste vrouwen, vertelde zij de geschiedenis in al hare bizonderheden, zoodat er niets aan de verbeelding werd overgelaten. Het verloor daardoor in dramatische kracht, wat het in juistheid won. De verhaalster ging eerst terug naar de dagen, dat zij in het postkantoor was, waar zij voor het eerst kennis met George gemaakt had. Het begon met het koopen van een shilling postzegels. Wat groote gebeurtenissen komen er soms uit nietige oorzaken voort! Zij vertelde met groote nauw keurigheid elke bizonderheid van haar geval: hoe zij het eerst op hem verliefd werd, omdat hij zulk °en knap man was en zulke aangename manieren had en geheel niet sprak, zooals de jonge kantoorbedienden, die haar het hof maakten, maar zoo gezellig en prettig, alsof zij uit een mooi boek las, en omdat hij altijd zoo zacht en vriendelijk was; hoe haar vader en moeder zich tegen haar huwelijk verzet haddeD, omdat hij maar een journalist was, en haar broeder Horatio verklaarde, dat hij voor zich, zich niet met een pennelikker zou inlaten; hoe haar zin ter 'Voortdurend wenschte te weten, waar de familie en vrienden van den mooien galant woonden, hoe George en zij getrouwd waren, zonder dat iemand er iets van wist, na welke plechtigheid zij naar huis was gegaan en verteld had, wat er gebeurd was, en ook gezegd had, dat, als hare ouders verzoend waren met haar huwelijk, zij samen thuis zouden komen en het huwelijk in de kerk zouden laten inzegenen, maar dat zij in het tegenoverge stelde geval met haar echtgenoot uit Daffodil Road zou vertrek ken, en dat wel zoo spoedig mogelijk; dan ook, dat haar ouders wel gedwongen waren geweest om voor de wereld het huwelijk goed te keuren, maar dat zij haar echtgenoot nooit graag had den mogen lijden. Vei der vertelde zij nog, dat George de beste min op de wereld was, en dat zij tot nu toe in deze drie jaar nooit anders dan goedheid van hem had ondervonden hier begon zij te weenen, als eene, wier hart gebroken was. „Gij zult mij dadelijk wel vertellen, wat er nu gebeurd is, Nettie," zeide John Carew. „Rust een weinig en herstel wat." „Neen, ik moet vooitgaan. Gij weet, dat hij, zooals hij het noemt, 0111 de twee maanden zaken in Boston heeft. Dan komt ten man hem halen; dat gebeurt dan altijd 's avonds en dan gaan zij te zamen heen. Die metgezel van George is een akelig man; hij ziet niemand flink in de oogen, maar kijkt altijd naar den grond, en is, evenals een aanspreker, steeds in het zwart gekleed." „Ja, ik heb al van de geheimzinnige zaak in Boston gehoord." „Nu is zij mij geen raadsel meer, want ik weet er nu alles van. En hierover kom ik u juist raadplegen. O, John, ik bende ongelukkigste vrouw van de wereld." „Zeg dat niet, Nettie. Zeg mij alles, en dan zullen wij zien, wat wij er aan kunnen doeD. Er is toch geene andere vrouw in 't spel, v/el?" „Maar, John, hoe kunt gij zooiets vragen. Alsof mijn George tot zooiets slechts in staat was." „Neen, natuurlijk niet. Maar ga verder en vertel mij alles." „Gisterenavond kwam die man weer. Nu, wij verwachtten zijn bezoek en daarover was die arme George zeer neerslachtig. Hij ging naar boven om zijn benoodigdheden in zijn valiesje te pakken en vertrok spoedig, maar hij zag er zoo treurig uit, als ik hem nog nooit gezien had. Toen hij weg was, giDg ik naar boven om de kamer wat op te ruimen, die hij in groote wan orde had achtergelaten. Ik vond op den vloer eene oude over jas, die van den muur gevallen was, en ik besloot haar maar eens te verkoopen, omdat George haar toch nooit draagt. En ziet, in den zak vond ik een brief." „Een brief? En bevatte die een geheim?" „Het was een brief, die geadresseerd was aan een zeker jong meisje, en dien George geschreven had. Het couvert was gesloten en van een postzegel voorzien, en daar het geel was van het liggen, begreep ik, dat de briet lang geleden was geschreven, en toen vergeten was geworden." „En wat deedt gij met dien brief „Ik was jaloersch, John, dat kan en wil ik niet ontkennen. Maar ik ben het nu niet meer. Wat doet het er ook toe of hij verloofd is geweest vóór hij mij ontmoette, of niet. Ik ben twee maal geëngageerd geweest, voor ik George huwde. Ik las den brief, John, en hij lichtte mij geheel omtrent de vreeselijke waar heid van de zaak te Boston in."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1